ECLI:NL:RBOVE:2018:4453

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 november 2018
Publicatiedatum
21 november 2018
Zaaknummer
08-996043-15 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkoping van Google medewerker door vastgoedondernemer en echtgenote met valse facturen en witwassen

In deze zaak zijn een 62-jarige vastgoedondernemer en zijn 52-jarige vrouw veroordeeld voor het omkopen van een medewerker van Google in de periode van 2008 tot 2010. De verdachten hebben geprobeerd om Google te overtuigen om hun datacenters in Groningen en Eemshaven te kopen of huren door middel van steekpenningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn medeverdachte, een constructie heeft opgezet waarbij valse facturen zijn gebruikt om de betalingen te verdoezelen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan actieve niet-ambtelijke omkoping, valsheid in geschrift en gewoontewitwassen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een aantal andere beschuldigingen, waaronder deelname aan een criminele organisatie. De straf die is opgelegd bestaat uit een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden met een proeftijd van twee jaar.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer 08-996043-15 (P)
Datum vonnis: 22 november 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1955 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 28 november 2016, 30 april 2018, 23 juli 2018, 17 september 2018, 20 september 2018, 24 september 2018, 27 september 2018 en 8 november 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie H.M. Pluimers en van hetgeen door verdachte en diens raadsman mr. W.J. Koops, advocaat te 's-Gravenhage, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich al dan niet samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1:niet ambtelijke omkoping van een medewerker van Google;
feit 2:valsheid in geschrift, door valse facturen in de bedrijfsadministraties van verschillende vennootschappen van het inmiddels failliet verklaarde [bedrijvengroep verdachte] concern op te doen nemen en hierin valse boekingen te doen;
feit 3:(gewoonte)witwassen van een bedrag van € 1.697.887;
feit 4:deelname aan een criminele organisatie.
1.
(Actieve niet ambtelijke omkoping)
(Belofte)
Hij, in of omstreeks de periode van 5 juli 2008 tot en met 26 maart 2010, in Utrecht en/of Groningen en/of elders in Nederland en/of in de Verenigde Staten van Amerika, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, aan [naam medewerker Google] die, anders dan als ambtenaar, als 'strategic negotiator' werkzaam was in dienstbetrekking bij Google Inc., naar aanleiding van hetgeen [naam medewerker Google] in zijn betrekking en/of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan en/of heeft nagelaten dan wel zou doen en/of zou nalaten, een of meer belofte(n) heeft/hebben gedaan en/of heeft/hebben aangeboden van die aard en/of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moest aannemen dat [naam medewerker Google] de belofte(n) in strijd met de goede trouw zou verzwijgen tegenover zijn werkgever Google Inc.,
welke belofte(n) heeft/hebben bestaan uit:
- het betalen van een zogenaamde 'fee', althans vergoeding, voor het (laten) kopen van het colocation datacenter in Eemshaven en/of Groningen door Google Inc. en/of het (laten) verlengen van een zogenaamde 'lease', althans huurovereenkomst onder voorwaarden die voor hem, verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachte(n), gunstiger waren en/of het besparen van kosten;
en/of
(Gift)
Hij, in of omstreeks de periode van 3 oktober 2008 tot en met 26 maart 2010, in Utrecht en/of Groningen en/of elders in Nederland en/of in de Verenigde Staten van Amerika,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, aan [naam medewerker Google] die, anders dan als ambtenaar, als 'strategic negotiator' werkzaam was in dienstbetrekking bij Google Inc., naar aanleiding van hetgeen [naam medewerker Google] in zijn betrekking en/of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan en/of heeft nagelaten dan wel zou doen en/of zou nalaten, een of meer
gift(en) heeft/hebben gedaan en/of heeft/hebben aangeboden van die aard en/of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moest aannemen dat [naam medewerker Google] de gift(en) in strijd met de goede trouw zou verzwijgen tegenover zijn werkgever Google Inc.,
welke gift(en) heeft/hebben bestaan uit:
- 1. Een betaling van EUR 7.229 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [naam tussenpersoon] gedaan

op 3 oktober 2008 (vindplaats: DOC-003, 1/17); en/of

- 2. Een betaling van EUR 300.000 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]

Ltd gedaan op 23 oktober 2008 (vindplaats: DOC-003, 2/17); en/of

- 3. Een betaling van EUR 300.000 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]

Ltd gedaan op 30 oktober 2008 (vindplaats: DOC-003, 3 en 4/17); en/of

- 4. Een betaling van EUR 50.000 van [bedrijf verdachte 4] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]
[bedrijf tussenpersoon] Ltd gedaan op 16 december 2008 (vindplaats: DOC-003,
5/17); en/of
- 5. Een betaling van EUR 50.000 van [bedrijf verdachte 1] SE aan [bedrijf tussenpersoon] Ltd

gedaan op 30 januari 2009 (vindplaats: DOC-003, 6/17); en/of

- 6. Een betaling van EUR 290.658 van [bedrijf verdachte 2] B.V.
aan [bedrijf tussenpersoon] B.V. gedaan op 8 april 2009 (vindplaats: DOC-003,
7/17); en/of
- 7. Een betaling van EUR 300.000 van [bedrijf 2] Ltd. aan [naam 3]

en/of [bedrijf medewerker Google] Ltd; en/of

- 8. Een betaling van EUR 200.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V.
aan [bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 29 juni 2009 (vindplaats: DOC-003,
8/17); en/of
- 9. Een betaling van EUR 100.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V. aan
[bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 1 september 2009 (vindplaats: DOC-003,
9/17); en/of
- 10. Een betaling van EUR 100.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V.
aan [bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 26 maart 2010 (vindplaats: DOC-003,
17/17);
2.
(Valsheid in geschrift)
Hij, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2008 tot en met heden, in Utrecht en/of Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, de (bedrijfs)administratie(s) van [bedrijf verdachte 5] B.V. en/of [bedrijf verdachte 4] B.V. en/of [bedrijf verdachte 2] B.V. en/of [bedrijf verdachte 3] B.V. en/of [bedrijf verdachte 1] SE,
(Vindplaats: AMB-022)
- zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig
feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken, zulk (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door een of meer andere(n) te doen gebruiken, immers heeft hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n),
(A: Valse facturen)
- een of meer valse en/of vervalste (kosten)factu(u)r(en) in die (bedrijfs)administratie(s) opgenomen en/of doen opnemen, waaronder:

[naam tussenpersoon]

- 1. Een factuur afkomstig van [naam tussenpersoon] en gericht aan [bedrijf verdachte 1] SE

gedateerd 1 oktober 2008 (vindplaats: DOC-034A); en/of

[bedrijf tussenpersoon] Ltd
- 2. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 1]

SE gedateerd 20 oktober 2008 (vindplaats: DOC-035); en/of

- 3. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 1]

SE gedateerd 1 november 2008 (vindplaats: DOC-044); en/of

- 4. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 1]

SE gedateerd 11 december 2008 (vindplaats: DOC-046a); en/of

- 5. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 1]

SE gedateerd 16 januari 2009 (vindplaats: DOC-052a); en/of

- 6. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
[bedrijf verdachte 2] B.V. gedateerd 9 februari 2009 (vindplaats:
DOC-054); en/of
[bedrijf medewerker Google] Ltd
- 8.* Een factuur afkomstig van [bedrijf medewerker Google] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
[bedrijf verdachte 2] B.V. gedateerd 25 juni 2009 (vindplaats:
DOC-071); en/of
- 9. Een factuur afkomstig van [bedrijf medewerker Google] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
[bedrijf verdachte 2] B.V. gedateerd 25 juli 2009 (vindplaats:
DOC-072); en/of
- 10. Een factuur afkomstig van [bedrijf medewerker Google] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
[bedrijf verdachte 2] B.V. gedateerd 25 oktober 2009 (vindplaats:
DOC-073); en/of
- 11. Een factuur afkomstig van [bedrijf medewerker Google] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
[bedrijf verdachte 2] B.V. gedateerd 4 maart 2010 (vindplaats: DOC-074),
(* De nummering van feit 1 is aangehouden)
waarop in strijd met de waarheid was vermeld,
- dat er door [naam tussenpersoon] en/of [bedrijf tussenpersoon] Ltd en/of [bedrijf medewerker Google] Ltd een of meer dienst(en) was/waren verricht;

en/of

(B: Valse boekingen)
- in strijd met de waarheid op
- grootboekrekening 4304 (Other Advisors); en/of
- grootboekrekening 4400 (Nonrecurring items); en/of
- tussenrekening 160801 (Nog te betalen); en/of
- kostenplaats 0101 (Executive); en/of
- kostenplaats 0200 (Internationaal algemeen); en/of
- kostenplaats 0301 (Finance & Control); en/of
- kostenplaats 1521 (Pyramids algemeen); en/of
- kostenplaats 1742 (Datahotel Groningen); en/of
- kostenplaats 1744 (Datahotel Groningen); en/of
- kostenplaats 1745 (Datahotel Eemshaven); en/of
- kostenplaats 001CC001 (Default Cost Center),

(advies)kosten geboekt en/of doen boeken, op basis van een of meer (van de hiervoor omschreven) valse en/of vervalste (kosten) factu(u)ren waarop in strijd met de waarheid was vermeld dat er door [naam tussenpersoon] en/of [bedrijf tussenpersoon] Ltd en/of [bedrijf medewerker Google] Ltd een of meer dienst(en) was/waren verricht;

3.
(Witwassen tbv [naam medewerker Google] )
Hij, in of omstreeks de periode van 3 oktober 2008 tot en met 26 maart 2010, in Utrecht en/of Groningen en/of elders in Nederland en/of in de Verenigde Staten van Amerika, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, hierin bestaande dat hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met
zijn medeverdachte(n), (telkens) krachtens die gewoonte,
- van een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van EUR 1.697.887, bestaande uit:
- 1. Een betaling van EUR 7.229 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [naam tussenpersoon] gedaan

op 3 oktober 2008 (vindplaats: DOC-003, 1/17); en/of

- 2. Een betaling van EUR 300.000 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]

Ltd gedaan op 23 oktober 2008 (vindplaats: DOC-003, 2/17); en/of

- 3. Een betaling van EUR 300.000 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]

Ltd gedaan op 30 oktober 2008 (vindplaats: DOC-003, 3 en 4/17); en/of

- 4. Een betaling van EUR 50.000 van [bedrijf verdachte 4] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]
[bedrijf tussenpersoon] Ltd gedaan op 16 december 2008 (vindplaats: DOC-003,
5/17); en/of
- 5. Een betaling van EUR 50.000 van [bedrijf verdachte 1] SE aan [bedrijf tussenpersoon] Ltd

gedaan op 30 januari 2009 (vindplaats: DOC-003, 6/17); en/of

- 6. Een betaling van EUR 290.658 van [bedrijf verdachte 2] B.V. aan
[bedrijf tussenpersoon] B.V. gedaan op 8 april 2009 (vindplaats: DOC-003,
7/17); en/of
- 7. Een betaling van EUR 300.000 van [bedrijf 2] Ltd. aan [naam 3]

en/of [bedrijf medewerker Google] Ltd; en/of

- 8. Een betaling van EUR 200.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V.
aan [bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 29 juni 2009 (vindplaats: DOC-003,
8/17); en/of
- 9. Een betaling van EUR 100.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V. aan
[bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 1 september 2009 (vindplaats: DOC-003,
9/17); en/of
- 10. Een betaling van EUR 100.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V.
aan [bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 26 maart 2010 (vindplaats: DOC-003,
17/17),
de werkelijke aard en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing, heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op bovenomschreven voorwerp(en) was/waren of wie bovenomschreven voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad, door toen en daar (telkens) opzettelijk,
- voor te wenden dat die betaling(en) was/waren gedaan naar aanleiding van (een) door [naam tussenpersoon] en/of [bedrijf tussenpersoon] Ltd en/of [bedrijf medewerker Google] Ltd verrichte dienst(en); en/of
- voor te wenden dat de vordering van [bedrijf verdachte 3] B.V. op [bedrijf 2]
[bedrijf 2] Ltd oninbaar was, terwijl hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n) telkens wist(en), - dan wel redelijkerswij(s)(ze) moest(en) vermoeden -, dat dat/die geldbedrag(en) -
onmiddellijk of middellijk - (deels) afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
4.
(Deelname criminele organisatie)
Hij, in of omstreeks de periode van 5 juli 2008 tot en met heden, in Utrecht en/of Groningen en/of elders in Nederland en/of in de Verenigde Staten van Amerika, heeft deelgenomen aan een organisatie, zijnde een samenwerkingsverband tussen - hem, verdachte; en/of
- [medeverdachte] ; en/of
- [bedrijf verdachte 5] B.V.; en/of
- [bedrijf verdachte 4] B.V.; en/of
- [bedrijf verdachte 2] B.V.; en/of
- [bedrijf verdachte 3] B.V.; en/of
- [bedrijf verdachte 1] SE; en/of
- [naam medewerker Google] ; en/of
- [naam 3] ; en/of
- [naam tussenpersoon] ; en/of
- [bedrijf tussenpersoon] Ltd; en/of
- [naam 4] ; en/of
- [bedrijf 2] Ltd; en/of
- [naam 5] ; en/of
- [bedrijf medewerker Google] Ltd; en/of
een of meer (andere) natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrij(f)(ven), te weten:
- het omkopen van anderen dan ambtenaren (artikel 328ter, lid 2 van het Wetboek van

Strafrecht); en/of

- het plegen van valsheid in geschrift (artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht);

en/of

- het plegen van witwassen (artikel 420bis, ter, quater van het Wetboek van Strafrecht).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de officier van justitie overweegt de rechtbank als volgt.
Aan de verdachte is onder 1 ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan – kort gezegd – actieve niet-ambtelijke omkoping door in de periode van 5 juli 2008 tot en met 26 maart 2010 beloften en giften te doen aan een medewerker van Google (artikel 328ter van het Wetboek van Strafrecht, verder Sr).
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat op dit misdrijf tot 1 april 2010 een gevangenisstraf van één jaar stond.
Op grond van artikel 70, eerste lid, Sr vervalt het recht tot strafvordering in zes jaren voor de misdrijven waarop gevangenisstraf van niet meer dan drie jaren is gesteld.
De verjaringstermijn vangt aan op de dag na het plegen van het feit (artikel 71 Sr). Op grond van artikel 72, eerste lid, Sr stuit elke daad van vervolging de verjaring.
Als eerste daad van vervolging geldt in onderhavige zaak het doen van de vordering tot het verlenen van een machtiging tot het instellen van een strafrechtelijk financieel onderzoek op 8 april 2015. Vanaf dat moment is de verjaring gestuit.
Dit brengt mee dat ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde – waarop een maximum gevangenisstraf van een jaar was gesteld – geldt dat sprake is van verjaring voor zover het gaat om beloften en giften van vóór 8 april 2009.
Gelet hierop zal de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vervolging ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde voor wat betreft de gedachtestreepjes 1 tot en met 5, nu het recht tot strafvervolging ten aanzien van deze giften die zijn gedaan voor 8 april 2009 reeds is vervallen.
De onder de overige gedachtestreepjes ten laste gelegde giften zijn niet verjaard nu deze betrekking hebben op de periode vanaf 8 april 2009.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie ook voor het overig ontvankelijk is in de vervolging en ziet geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd requisitoir, op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen, met dien verstande dat hij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde voor wat betreft de gedachtestreepjes 1 tot en met 5, nu het recht tot strafvervolging ten aanzien van deze giften door verjaring is vervallen en dat verdachte moet worden vrijgesproken van de betaling op 26 maart 2010 nu deze gift na afloop van het dienstverband van [naam medewerker Google] bij Google is verkregen (feit 1, gedachtestreepje 10).
4.2
Het standpunt van de verdachte
De raadsman heeft zich, overeenkomstig de inhoud van de aan de rechtbank overgelegde pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte van het ten laste gelegde integraal moet worden vrijgesproken omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hiertoe heeft hij – kort gezegd – het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van de onder 1 ten laste gelegde omkoping is er geen bewijs voor een belofte aan [naam medewerker Google] gedaan op 5 juli 2008 in San Fransisco. Het voor deze belofte gepresenteerde bewijs, te weten de verklaring van [naam medewerker Google] , is niet consistent en wordt weersproken door de overige op dat moment aanwezige personen. Er is ook geen bewijs voor een belofte aan [naam medewerker Google] op een later moment. Er is nooit een fee of vergoeding aan [naam medewerker Google] beloofd.
Verder heeft verdachte niet geweten dat [naam tussenpersoon] ‘fake’ was en dat de aan hem in het kader van zijn rol als tussenpersoon betaalde courtage, waar een vaste afspraak over was gemaakt, aan [naam medewerker Google] werd doorgestort.
Er zijn in het dossier wel aanwijzingen dat sprake is geweest van een een-tweetje tussen [naam tussenpersoon] en [naam medewerker Google] met verdachte als nietsvermoedende derde. [naam tussenpersoon] neemt bijvoorbeeld nogal wat moeite om zijn communciatie met [naam medewerker Google] geheim te houden en ook de toon van zijn conversatie met [naam medewerker Google] is totaal verschillend ten opzichte van de toon van zijn converstatie met verdachte.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde (gewoonte)witwassen is geen bewijs voorhanden dat het geld dat [bedrijvengroep verdachte] aan [bedrijf medewerker Google] heeft betaald uit enig misdrijf afkomstig is.
Ten aanzien van de onder 4 ten laste gelegde criminele organisatie heeft de officier van justitie geen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ingenomen. Deze beschuldiging is niet met bewijsmiddelen onderbouwd.
4.3
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in voetnoten vermelde bewijsmiddelen [1] , het navolgende.
De verhouding tussen verdachte en de betrokken (rechts)personen:
[bedrijvengroep verdachte] staat voor [bedrijvengroep verdachte] , de Nederlandse tak van de Amerikaanse projectontwikkelaar [bedrijf 4] . Verdachte, voormalig architect, heeft [bedrijvengroep verdachte] opgericht. Het bedrijf groeide uit tot een internationaal opererend concern – de [bedrijvengroep verdachte] -groep – in onder andere projectontwikkeling.
Medeverdachten [bedrijf verdachte 2] B.V. en [bedrijf verdachte 3] B.V. maken onderdeel uit van de [bedrijvengroep verdachte] -groep, die ongeveer 100 rechtspersonen omvatte. De rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, heeft in 2012 het merendeel van deze rechtspersonen failliet verklaard met uitzondering van [bedrijf verdachte 2] B.V. en [bedrijf verdachte 3] B.V. Deze twee vennootschappen zijn eigenaar van een tweetal datacenters in Eemshaven en Groningen en verzorgen tevens het beheer en de exploitatie van deze datacenters. [2] Nadat deze datacenters zijn verkocht, zullen de overgebleven vennootschappen worden geliquideerd. [3]
[bedrijf verdachte 3] B.V. is opgericht op 21 februari 2000 en houdt zich bezig met de verhuur van onroerend goed, niet zijnde woonruimte. Deze onderneming heeft onder andere de handelsnaam Data Hotel Eemshaven. Vanaf 1 december 2006 en gedurende de ten laste gelegde periode was de bestuurder van deze onderneming [bedrijf verdachte 6] B.V. [4]
[bedrijf verdachte 2] B.V. is opgericht op 16 februari 2004 en houdt zich onder andere bezig met de exploitatie van datacentra en het management over technische ondersteuning in datacentra. Deze onderneming heeft onder andere de handelsnaam Data Hotel Groningen. Enig aandeelhouder sinds de oprichting van de onderneming is [bedrijf verdachte 3] B.V. Vanaf 12 januari 2007 en gedurende de ten laste gelegde periode was de bestuurder van deze onderneming [bedrijf verdachte 6] B.V. [5]
[bedrijf verdachte 7] B.V. werd vanaf 1 juni 2007 en gedurende de ten laste gelegde periode bestuurd door [bedrijf verdachte 8] B.V. [6]
[bedrijf verdachte 8] B.V. werd op haar beurt gedurende de ten laste gelegde feiten mede door verdachte bestuurd. Hij was gezamenlijk bevoegd met andere bestuurders van 19 juni 2008 tot 3 december 2010). [7]
In het vervolg zullen de beide datahotels (mede) worden aangeduid als ‘ [bedrijvengroep verdachte] ’.
Medeverdachte [medeverdachte] is gehuwd met verdachte en was in de ten laste gelegde periode als projectmanager verantwoordelijk voor de exploitatie van de datacenters van [bedrijvengroep verdachte] . [8]
Google Inc. gebruikt zogenaamde servers, fysieke computers waarop een programma draait dat de services en diensten uitvoert. Servers worden geplaatst in een server- dan wel systeemkast, ook wel een 'rack' genaamd. De ruimte waar de racks worden geplaatst, veelal in een zogenaamd datacenter (een verzamelplaats voor servers), is voorzien van snelle internetverbindingen, koeling, beveiliging, een betrouwbare stroomvoorziening en andere diensten tegen relatief lage kosten.
Bij het bepalen van het aantal servers dat nodig is om de services en diensten uit te kunnen voeren maakt Google Inc. gebruik van de kennis en expertise van de Global Infrastructure Group, een groep medewerkers die zichzelf de 'AC/DC - groep' noemt. AC/DC staat voor 'Acquirers of Datacenters'. Daarnaast bepaalt de AC/DC - groep ook of het voordeliger is om zelf een terrein of een gebouw te kopen en deze te ontwikkelen tot een datacenter of om een bestaand datacenter te kopen dan wel om ruimte te huren in een datacenter van een ander, een zogenaamde 'colocation provider', zoals [bedrijvengroep verdachte] .
Bij het bepalen van de keuze tussen ontwikkelen, kopen of huren wordt nauw contact onderhouden met een zogenaamde 'strategic negotiator', die onderdeel uitmaakt van de AC/DC-groep en als contactpersoon fungeert voor bijvoorbeeld een colocation provider. Daarnaast vertegenwoordigt de strategic negotiator Google Inc. tijdens de onderhandelingen over onder meer koop- en huurovereenkomsten en zogenaamde 'penalties'.
Google Inc. kan penalties opleggen aan een colocation provider als niet wordt voldaan aan de prestatienormen die zijn vastgelegd in een zogenaamde Service Level Agreement (afgekort SLA). De meest significante penalties hebben betrekking op de stroomvoorziening naar en de koeling van de racks. [9]
[naam medewerker Google] was in de periode van april 2008 tot en met november 2009 werkzaam als strategic negotiator bij Google Inc. [10]
[naam tussenpersoon] is door [naam medewerker Google] als tussenpersoon bij verdachte geïntroduceerd.
[naam tussenpersoon] heeft [bedrijf tussenpersoon] Ltd opgericht. Dit bedrijf is gevestigd in het Gemenebest Dominica. Het bedrijf verricht geen ondernemingsactiviteiten, heeft geen medewerkers in dienst en bezit ook geen activa (bezittingen). Wel beschikt het bedrijf over bankrekeningen bij de Bank of Bermuda en de Bank of America. [11]
[naam tussenpersoon] heeft op 20 mei 2014 schuld bekend in de rechtbank in Pittsburgh, Pennsylvania, in een Amerikaans strafrechtelijk onderzoek.
[naam tussenpersoon] zou gelden die afkomstig waren uit de handel in cocaine hebben witgewassen, door zijn bankrekening ter beschikking te stellen aan een tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeelde drugshandelaar. [naam medewerker Google] was aanvankelijk ook als verdachte aangemerkt in voornoemd Amerikaans strafrechtelijk onderzoek, omdat [naam tussenpersoon] vanaf de bankrekeningen van [bedrijf tussenpersoon] Ltd grote geldbedragen doorboekte naar een bankrekening die op naam was gesteld van [naam medewerker Google] .
Onderzoek naar de bestanden die waren aangetroffen op de in beslag genomen computer van [naam tussenpersoon] wees echter uit, dat deze gelden afkomstig waren van een of meer rechtspersonen die onderdeel uitmaakten van de [bedrijvengroep verdachte] -groep en [bedrijf 2] Ltd. [12]
[naam medewerker Google] heeft vervolgens op 20 mei 2016 schuld bekend in de rechtbank in Pittsburgh, Pennsylvania, in het Amerikaans strafrechtelijk onderzoek naar het witwassen van steekpenningen en het plegen van belastingfraude. [naam medewerker Google] zou in totaal voor bijna $ 3,2 miljoen aan steekpenningen hebben ontvangen, waarover hij geen belasting heeft afgedragen. Volgens de
charging documentszijn de steekpenningen afkomstig van meerdere rechtspersonen die onderdeel uitmaakten van de [bedrijvengroep verdachte] -groep en van [bedrijf 2] Ltd, dat in opdracht van Google Inc. onderhoudswerkzaamheden verrichte in de colocation datacenters in Eemshaven en Groningen. [13]
[bedrijf medewerker Google] Ltd is opgericht door [naam 5] en is gevestigd op de Bahama's. Het bedrijf verricht geen ondernemingsactiviteiten, heeft geen medewerkers in dienst en bezit ook geen activa. Wel beschikt het bedrijf over bankrekeningen bij de PNC Bank en de M&T Bank. [naam 5] was in de periode dat [naam medewerker Google] als strategic negotiator werkzaam was bij Google Inc. zijn persoonlijke assistente (PA). Zij deed het huishouden en zorgde voor zijn vier kinderen wanneer hij afwezig was. Het geld dat binnenkwam op voornoemde bankrekeningen werd door [naam 5] doorgeboekt naar een bankrekening die op naam van [naam medewerker Google] was gesteld of ten behoeve van hem aangewend. [14]
Op basis van de informatie die is verkregen uit het Amerikaanse strafrechtelijk onderzoek heeft het Openbaar Ministerie besloten ook een Nederlands strafrechtelijk onderzoek te starten. In het kader van het Nederlandse strafrechtelijk onderzoek zijn onder meer de volgende verklaringen afgelegd.
Getuige [naam medewerker Google] heeft – kort gezegd – het volgende verklaard.
[naam medewerker Google] was in de periode van april 2008 [15] tot en met 3 november 2009 [16] werkzaam als strategisch onderhandelaar in dienst van het bedrijf Google. Hij heeft in die periode smeergeld aangenomen van verdachte en [medeverdachte] . [naam medewerker Google] vertelde dit niet aan zijn werkgever omdat deze smeergelden persoonlijk voordeel waren. Hij heeft hiermee zijn dienstverband geschonden. [17]
Google huurde twee datacentra van [bedrijvengroep verdachte] , te weten het datacentrum in Groningen (Zernike) en het datacentrum in Eemshaven. [18] [naam medewerker Google] was door Google aangesteld als de primaire contactpersoon voor de commerciële voorwaarden met [bedrijvengroep verdachte] . [19] [naam medewerker Google] onderhandelde voor Google met [bedrijvengroep verdachte] over deze datacentra. [20] Verdachte was zijn belangrijkste contactpersoon binnen de [bedrijvengroep verdachte] bedrijvengroep. [21] Daarnaast was [medeverdachte] zijn belangrijkste contactpersoon binnen [bedrijvengroep verdachte] . [22]
Eind mei 2008 of op 5 juli 2008, de exacte datum herinnert [naam medewerker Google] zich niet, [23] is verdachte met twee van zijn collega’s die deel uitmaakten van het operationele team voor de datacenters van [bedrijvengroep verdachte] [24] naar San Francisco gevlogen om een ontmoeting met [naam medewerker Google] te hebben. [25] Verdachte heeft het initiatief voor deze bijeenkomst genomen. [26] Hij wilde niet op het Google complex afspreken. [27] Zij hebben elkaar ontmoet in de foyer van het Marquis Marriott hotel in San Francisco. [28] Verdachte was de baas. Hij deed al het praten. [29]
Tijdens deze ontmoeting van een uur à anderhalf uur [30] vroeg verdachte [naam medewerker Google] om hulp bij het oplossen van een aantal problemen. Er waren energieproblemen en er waren een paar rekeningen die ter discussie stonden. Het belangrijkste was echter de verkoop van de datacentra in Groningen en Eemshaven. Om dat voor elkaar te krijgen vroeg verdachte aan [naam medewerker Google] of Google het hele pand in Eemshaven kon huren om het zo meer geld waard te maken. [31] Verdachte wilde dat [naam medewerker Google] zou helpen alle Google datacenter capaciteit van Groningen naar Eemshaven te laten verhuizen. [32] Dat was voor [bedrijvengroep verdachte] heel belangrijk omdat het [bedrijvengroep verdachte] niet lukte om het gebouw vol te krijgen en het object daardoor niet herfinancierbaar was. [33] Verdachte zei dat hij alles zou doen wat nodig was, elk soort financiële regeling of afspraak, om dat te laten gebeuren. [34] Verdachte zei dat hij daarvoor een commissie of vergoeding aan [naam medewerker Google] zou betalen. [35] Verdachte noemde daarbij geen specifiek bedrag [36] en verdachte en [naam medewerker Google] communiceerden subtiel. [37] Verdachte bracht het op een heel professionele manier. [38] Als verdachte iets zei, wilde hij altijd één of andere zakelijke dekmantel of een reeks van gebeurtenissen hebben om de onderliggende transactie te maskeren. [39] Het was meer een uiteenzetting van overwegingen. Als jij dit kunt doen, kunnen wij dat doen. [40] Hij presenteerde het eigenlijk als: als je dit kunt doen, wat kan ik dan voor jou doen? [41] Hij zei wel dat hij bereid was om te betalen als [naam medewerker Google] hem wilde helpen. [42]
Het was niet gebruikelijk dat bedrijven contact met Google opnamen om hen te vragen iets te doen in ruil voor een vergoeding. Het was eigenlijk heel gedurfd om dat te vragen, maar verdachte heeft het wel gedaan en [naam medewerker Google] is er in mee gegaan. [43] [naam medewerker Google] moest in feite beslissen of hij akkoord zou gaan met het plan. [44]
[naam medewerker Google] heeft gezegd dat hij een follow-up wilde en dat verdachte hem een voorstel moest sturen. [45] Verdachte heeft toen een e-mailadres aan [naam medewerker Google] gevraagd dat niet van Google was [46] en heeft [naam medewerker Google] bij mailbericht van 9 juli 2008 dit voorstel gedaan. [47]
[naam medewerker Google] is akkoord gegaan met het plan waarbij zijn eerste doel was om de datacentra Groningen en Eemshaven te verkopen aan Google of andere datacentrum exploitanten. [48] [naam medewerker Google] kende ook een groep kopers die niet bij Google zat. [49] Hij heeft onder meer gesproken met [bedrijf 5] ( [bedrijf 5] ). [50] [naam medewerker Google] heeft [bedrijvengroep verdachte] geholpen om [bedrijf 5] onder druk te zetten om een hoger bod uit te brengen dan 118 miljoen euro, te weten 120 miljoen euro. [naam medewerker Google] zou daartoe moeten proberen om de leases bij Google verlengd te krijgen. [51]
Ook zou [naam medewerker Google] een vergoeding krijgen voor zijn hulp bij het besparen van kosten van [bedrijvengroep verdachte] . [52] Verdachte vroeg [naam medewerker Google] hulp bij het laten kwijtschelden door Google van rekeningen van [bedrijvengroep verdachte] voor elektriciteit en boetes vanwege overtredingen van de SLA. [53] [naam medewerker Google] nam hierover de commerciële beslissingen en kon een bevel uitvaardigen dat dergelijke rekeningen werden afgeschreven. Hij vertelde dan binnen Google dat dit commercieel gunstig was. [54] [naam medewerker Google] kon besluiten of een SLA boete wel of niet werd gehandhaafd. [55]
[naam medewerker Google] zou 20 procent krijgen van wat hij [bedrijvengroep verdachte] aan kosten bespaarde. [56] Zijn rol was om het bedrag omlaag te krijgen. [57] [naam medewerker Google] probeerde Google ervan te overtuigen de boetes vanwege de SLA overtredingen niet af te dwingen. Verdachte heeft hiervoor [naam medewerker Google] betaald. [58] [naam medewerker Google] kon echter niet alles voor [bedrijvengroep verdachte] laten verdwijnen. Verdachte wilde een paar miljoen aan SLA’s niet betalen en begon op een gegeven moment hebberig te worden, maar op dat moment was er niets wat [naam medewerker Google] daar aan kon doen, omdat dat argwaan bij Google zou wekken. Verdachte was hier vervolgens boos over. [59]
Verdachte wilde niet aan personen betalen, maar aan entiteiten. [60] Om deze reden vroeg hij [naam medewerker Google] om iemand in te schakelen als een soort tussenpersoon, een intermediair, zodat niemand er achter zou komen dat [naam medewerker Google] verdachte/ [bedrijvengroep verdachte] hielp. Hij wilde niet rechtstreeks een vergoeding aan [naam medewerker Google] betalen, omdat verdachte er zeker van wilde zijn dat niemand van deze transactie wist. [61] Volgens [naam medewerker Google] blijkt dit ook uit een mailbericht d.d. 28 juli 2008 [62] van verdachte aan [naam tussenpersoon] . [naam medewerker Google] heeft vervolgens, via zijn toenmalige vriendin [naam 6] , [naam tussenpersoon] benaderd, aangezien [naam tussenpersoon] bekend zou zijn met internationale transacties. [63] Hij is met [naam tussenpersoon] een verdeling overeengekomen van 70/30. In ruil hiervoor zou [naam tussenpersoon] alle financiële communicatie over de vergoeding die verdachte aan [naam medewerker Google] zou betalen voor zijn rekening nemen. [64] [naam tussenpersoon] zou het commerciële contact worden met verdachte voor elke transactie. [65] [naam medewerker Google] heeft vervolgens [naam tussenpersoon] bij verdachte en [medeverdachte] geïntroduceerd. [66] Als verdachte of medeverdachte [medeverdachte] iets gedaan wilden hebben zouden ze dit aan [naam tussenpersoon] vertellen die het dan weer aan [naam medewerker Google] zou doorgeven. [67] [naam tussenpersoon] bracht informatie van verdachte en [medeverdachte] over aan [naam medewerker Google] en omgekeerd. [68] [naam medewerker Google] zei dat [naam tussenpersoon] en verdachte contact met elkaar op moesten nemen. Waarschijnlijk spraken [naam tussenpersoon] en [medeverdachte] elkaar het meest. [69]
Alle documentatie van [naam tussenpersoon] , en het proces dat hij uitvoerde, was bedoeld om stukken te kunnen overleggen indien dat later nodig was. Het was ‘window dressing’. [70] [naam tussenpersoon] was bedoeld als een doorgeefluik en heeft dus niets gedaan wat een tussenpersoon normaal zou doen bij dergelijke transacties. [71]
Verdachte wilde voor het datacentrum in Eemshaven een prijs tussen de 70 en 75 miljoen euro en voor het datacentrum in Groningen een prijs tussen 25 en 40 miljoen euro. [72] Alles boven de 90 a 95 miljoen euro zouden [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] mogen houden. [73] Hiervoor is een intentieverklaring opgesteld en deze is ondertekend door verdachte en [naam tussenpersoon] . [74]
[naam medewerker Google] heeft een plan met twee opties aan Google voorgelegd. Eén van deze opties was om de leases (huurovereenkomsten) samen te voegen en nieuwe voorwaarden overeen te komen, waarbij Google van Groningen naar Eemshaven zou moeten verhuizen. De andere optie was dat Google beide locaties zou kopen waarbij [naam medewerker Google] in de richting van Google een hogere koopprijs had genoemd dan 95 miljoen euro, [75] te weten 114 á 120 miljoen. [76] [naam medewerker Google] heeft deze laatste optie aanbevolen. [77] Hij probeerde de verkoop er binnen Google door te krijgen omdat de verkoop [naam medewerker Google] het meeste zou opleveren. [78] Hij heeft iedereen ervan overtuigd dat dit Google financieel voordeel zou opleveren. [79] Het team van [naam medewerker Google] binnen Google was niet op de hoogte van de afspraak tussen hem en [bedrijvengroep verdachte] . [80]
Verdachte was heel hard aan het pushen om een deal rond te krijgen, maar [naam medewerker Google] kon dat niet regelen omdat hij nieuw bij Google was en veel radertjes onder controle moest proberen te krijgen. [81] Op basis van zijn aanbevelingen werd binnen Google een analyse uitgevoerd of het zinvol was om te kopen of om te leasen. [82]
Uiteindelijk vond de fiscale afdeling binnen Google dat Google de panden niet in eigendom kon hebben en werd besloten om niet tot aankoop van de datacentra over te gaan. [83] Van de eerste betaling op basis van de factuur van [naam tussenpersoon] aan [bedrijf verdachte 1] d.d. 1 oktober 2008 ten bedrage van $ 10.000,-- heeft [naam tussenpersoon] een bedrag van $ 5.000,-- overgemaakt op de rekening van [naam medewerker Google] en een bedrag van $ 5.000,-- op de rekening van de vriendin van [naam medewerker Google] , [naam 6] . [84]
Vervolgens werd overgegaan tot onderhandelingen om de leasecontracten aan te passen. [naam medewerker Google] hield verdachte, voornamelijk via [naam tussenpersoon] , op de hoogte van de status van deze onderhandelingen. [85] [naam medewerker Google] heeft over veel interne interacties binnen Google informatie aan verdachte doorgegeven. [86] [naam medewerker Google] had een hotmail, Gmail en [bedrijf 2] - e-mailaccount. [87] [naam medewerker Google] heeft deze e-mailadressen naar verdachte gestuurd. [88] De communicatie over de geheime bijeenkomsten liepen nooit via het Gmail (van Google) account. [89]
[naam medewerker Google] heeft een afspraak met verdachte gemaakt over de vergoeding die [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] zouden ontvangen voor de hulp bij het laten verlengen en uitbreiden van de leaseovereenkomsten. [90] [naam tussenpersoon] en [naam medewerker Google] wilden een miljoen euro. Verdachte vond dat het om € 200.000,-- moest gaan, en [naam medewerker Google] heeft een bedrag van € 1.000.000,-- genoemd. Na heen en weer te zijn gegaan, is uiteindelijk een bedrag van € 600.000,-- overeen gekomen. [91] [naam medewerker Google] en verdachte hebben dat aan de telefoon besproken. [92] Het moment dat [naam medewerker Google] verdachte vertelde over de vergoeding van € 600.000,-- is ook te zien in de documentaire ‘De strijd van [verdachte] ’ die in Nederland is uitgezonden. Verdachte sprak in het betreffende fragment telefonisch met [naam medewerker Google] en de stem van [naam medewerker Google] is ook enigszins hoorbaar. [93] Dit was het moment waarop [naam medewerker Google] zei: “dit is het bedrag, accepteer het ja of nee”. [94] Daar waar verdachte in het fragment spreekt over dat iemand het op schrift moet stellen, heeft hij het over [naam tussenpersoon] . [95]
[naam medewerker Google] heeft voor het bedrag van € 600.000,-- invloed uitgeoefend bij Google, met als resultaat dat de lease werd verlengd onder voorwaarden die voor verdachte aanvaardbaar waren. [96] Zo heeft [naam medewerker Google] bij de onderhandelingen geholpen bij het tot stand brengen van een langere looptijd (de basis was drie jaar, maar de verlenging van twee jaar werd gelijk doorgevoerd, waardoor in feite sprake was van een lease voor vijf jaar) [97] en hij heeft ook geholpen bij de totstandkoming van het besluit dat Google zijn activiteiten van Groningen naar Eemshaven zou verplaatsen. [98] [naam 7] , het ‘operationele genie’ bij Google, wist van de details van de deal. Hij prees [naam medewerker Google] voor de besparing die [naam medewerker Google] voor Google had bewerkstelligd. Het enige wat [naam 7] niet wist was dat verdachte [naam medewerker Google] betaalde om de deal te regelen. [99]
[naam medewerker Google] belde [naam tussenpersoon] over wat verdachte en hij hadden afgesproken [100] zodat [naam tussenpersoon] de facturen kon opstellen en uit kon sturen. [101] [naam medewerker Google] was op de hoogte van de facturen die hij of verdachte [naam tussenpersoon] lieten sturen. [102]
[naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] hebben verdachte voor voormelde leasewijziging facturen ter hoogte van in totaal € 600.000,-- gestuurd. [103] [naam medewerker Google] kreeg 70 procent van dat bedrag. [104] [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] hebben gezamenlijk de overeengekomen € 600.000,-- uitbetaald gekregen. [105]
Medeverdachte [medeverdachte] was op de hoogte van de regeling die verdachte en [naam medewerker Google] hadden gemaakt over de betaling van vergoedingen en commissie. Tijdens een diner in Nederland, waarbij [medeverdachte] ook aanwezig was, is namelijk over deze vergoedingen gepraat en [naam medewerker Google] belde haar ook om na te gaan of zij de vergoeding al naar [naam tussenpersoon] had overgemaakt. [106] [medeverdachte] was in feite verantwoordelijk voor de algehele uitvoering. Zij leidde het bedrijf en was de ‘werkbij’. Verdachte was de man van het grote beeld. [107] [medeverdachte] kende de details van de feitelijke uitvoering. [108]
Verdachte en [medeverdachte] wisten dat het geld dat zij op basis van de facturen van [bedrijf tussenpersoon] betaalden uiteindelijk bij [naam medewerker Google] terecht kwam en dat [bedrijf tussenpersoon] als tussenbedrijf werd gebruikt. [109] [naam medewerker Google] vroeg hen namelijk waar zijn geld bleef. [110] Op grond van de gesprekken die [naam medewerker Google] met hen heeft gevoerd wisten zij beiden dat zij eigenlijk [naam medewerker Google] betaalden wanneer zij [naam tussenpersoon] betaalden. [111]
De procedure voor de kostenbesparingen waarvoor [naam medewerker Google] 20 procent kreeg was hetzelfde. [naam medewerker Google] is met verdachte tot een akkoord gekomen. Vervolgens heeft [naam medewerker Google] of verdachte tegen [naam tussenpersoon] gezegd wat op de facturen moest komen te staan en werd er vervolgens gefactureerd en betaald. [112] Voor de hulp van [naam medewerker Google] bij de SLA boetes zijn een tweetal facturen d.d. 12 december 2008 en 16 januari 2009 door [bedrijf tussenpersoon] Group verstuurd, elk voor een bedrag van € 50.000,--. [113] Dit is vastgelegd in een overeenkomst tussen [bedrijf tussenpersoon] Group en [bedrijvengroep verdachte] d.d. 11 december 2008. Dit was window dressing. [114] Ook heeft [bedrijf tussenpersoon] Group een factuur d.d. 9 februari 2009 aan [bedrijvengroep verdachte] gestuurd ten bedrag van € 290.658,-- [115]
[naam tussenpersoon] heeft niets gedaan om het geld te verdienen waarvoor hij de facturen van [bedrijf tussenpersoon] Group aan [bedrijvengroep verdachte] heeft verstuurd. Deze facturen waren uitsluitend naar aanleiding van de door [naam medewerker Google] voor [bedrijvengroep verdachte] bij Google geleverde inspanningen. [116] Er zijn geen feitelijke werkzaamheden door [naam tussenpersoon] ten behoeve van [bedrijvengroep verdachte] verricht. Als er werkzaamheden zijn verricht ,dan heeft [naam medewerker Google] deze verricht in de zin dat hij Google heeft beïnvloed door verdachte te helpen om een lease te regelen en om SLA-schendingen te voorkomen. Er was niet een feitelijk werkproduct. [117] In die zin betroffen de facturen van [bedrijf tussenpersoon] Group valse facturen. [118]
[naam medewerker Google] had geen toegang tot de rekeningen die [naam tussenpersoon] verstuurde en dat zorgde voor veel wrijving tussen [naam tussenpersoon] en hemzelf. [119] [naam medewerker Google] dacht dat verdachte meer aan [naam tussenpersoon] betaalde. [120] Verdachte had namelijk verteld dat er geld was betaald, terwijl [naam medewerker Google] dat niet van [naam tussenpersoon] had gekregen. [121] [naam medewerker Google] heeft nooit begrepen hoe [naam tussenpersoon] de verschillende entiteiten had opgezet. [naam medewerker Google] wilde altijd inzicht hebben in wat door [naam tussenpersoon] werd gedaan, maar heeft dat nooit gekregen. [122] [naam tussenpersoon] werd ook hebberig. Hij bleef maar proberen om er meer vergoedingen uit te halen en de relatie werd daardoor slechter. [123] Gelet op het voorgaande heeft [naam medewerker Google] bij mailbericht van 28 januari 2009 aan [naam tussenpersoon] laten weten dat hij niet meer met hem zou werken. [124]
Toen [naam medewerker Google] aan verdachte vertelde dat ze [naam tussenpersoon] niet meer zouden gebruiken, wilde verdachte er zeker van zijn dat [naam medewerker Google] een bedrijf op zou zetten waaraan ze voortaan de betalingen konden doen. [125] [naam medewerker Google] moest dezelfde constructie opzetten als [naam tussenpersoon] had gedaan. [126] Dit heeft ertoe geleid dat [bedrijf medewerker Google] is opgezet. [127] [bedrijf medewerker Google] is op 9 april 2009 opgericht. [128] De persoonlijke assistente van [naam medewerker Google] , [naam 5] , heeft [naam medewerker Google] hierbij geholpen. Zij stuurde voor [naam medewerker Google] de facturen van [bedrijf medewerker Google] naar [bedrijvengroep verdachte] . [129] Als verdachte en [medeverdachte] in hun mailberichten die zij aan [naam 5] stuurden verwezen naar ‘haar opdrachtgever’ en ‘derde partij’ werd daar telkens [naam medewerker Google] mee bedoeld. [130]
Later heeft de ex-vrouw van [naam medewerker Google] , [naam 3] , de werkzaamheden van [naam 5] overgenomen. [131] De laatste twee facturen zijn door haar verstuurd. [132] Nadat verdachte en [naam medewerker Google] iets hadden afgesproken, en het voor [bedrijvengroep verdachte] tijd was om te betalen, gaf [naam medewerker Google] [naam 5] instructies om de desbetreffende factuur op te maken en te versturen. Zij voerde deze instructies uit. De facturen die door [bedrijf medewerker Google] zijn verstuurd zijn valse facturen omdat er geen werkproduct is gemaakt. [133] De betalingen van [bedrijvengroep verdachte] werden gedaan op de rekening van [bedrijf medewerker Google] , maar waren bestemd voor [naam medewerker Google] . [134] De windowdressing moest worden volgehouden. [135]
Verdachte en [medeverdachte] wisten dat het geld dat zij op basis van de facturen aan [bedrijf medewerker Google] [136] betaalden uiteindelijk bij [naam medewerker Google] terecht kwam. Op grond van de met hen gevoerde gesprekken wisten zij dat zij eigenlijk [naam medewerker Google] betaalden wanneer zij [bedrijf medewerker Google] betaalden. [137]
Er zijn facturen ten bedrage van in totaal ongeveer € 400.000,-- door [bedrijvengroep verdachte] aan [bedrijf medewerker Google] betaald. [naam medewerker Google] weet niet of dat allemaal met SLA’s te maken had. [138]
Getuige [naam tussenpersoon] heeft – kort gezegd – het volgende verklaard.
[naam tussenpersoon] heeft [naam medewerker Google] via [naam 6] , de toenmalige vriendin van [naam medewerker Google] , ontmoet. Vervolgens heeft [naam medewerker Google] [naam tussenpersoon] benaderd met een voorstel om wat zaken te faciliteren tussen [bedrijvengroep verdachte] en Google. [139] [naam tussenpersoon] heeft daarover bij [naam medewerker Google] thuis in Port Deposit gesproken. [naam medewerker Google] vertelde hem dat [naam medewerker Google] zijn positie en invloed bij Google in zijn voordeel kon gebruiken en dat [naam medewerker Google] daar hulp bij nodig had. [140] [naam medewerker Google] vroeg of [naam tussenpersoon] interesse had om met hem mee te doen in de rol van tussenpersoon. [141]
[naam medewerker Google] vertelde dat verdachte in de unieke positie verkeerde om de waarde van het bedrijf van verdachte, [bedrijvengroep verdachte] , te kunnen vergroten. [142] Verdachte wilde de datacenters namelijk verkopen en door het sluiten van een nieuwe vijfjarige leaseovereenkomst zou de waarde van de datacentra significant hoger worden. [143] Bovendien had verdachte te maken met een paar erg hoge rekeningen van Google die hij niet wilde betalen. Verdachte wilde dat hierover werd onderhandeld teneinde deze rekeningen omlaag te krijgen. [144] [naam medewerker Google] kon hier met zijn invloed voor zorgen. [145] [naam medewerker Google] vertelde [naam tussenpersoon] dat hij de problemen van [bedrijvengroep verdachte] kleiner kon maken dan wel kon doen verdwijnen. Hij zou kunnen praten met iemand bij Google en het verschuldigde bedrag laten kwijtschelden of laten verlagen. In ruil daarvoor zouden [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] een vergoeding van 20 procent krijgen over het bedrag dat [naam medewerker Google] weg onderhandelde. [146] Hoe meer het bedrag van de boetes kon worden verlaagd hoe meer [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] zouden krijgen. [147]
[naam medewerker Google] verkeerde in de unieke positie om grote sommen geld van [bedrijvengroep verdachte] te kunnen vragen om het voorgaande te faciliteren. [148] Het was in het financiële voordeel van [bedrijvengroep verdachte] om [naam medewerker Google] een commissie te betalen om van Google gedaan te krijgen wat [bedrijvengroep verdachte] wilde. [149]
Aan het eind van het gesprek met [naam medewerker Google] werd afgesproken dat [naam tussenpersoon] aan de slag zou gaan om de noodzakelijke bedrijfsstructuur op te zetten. [150]
[naam medewerker Google] en verdachte hebben een bedrag afgesproken dat [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] zouden ontvangen voor de handelingen van [naam medewerker Google] . [151] [naam medewerker Google] gaf vervolgens de met verdachte onderhandelde bedragen, voor het sluiten van de nieuwe leaseovereenkomst en de besparingen op energie en de overige facturen, aan [naam tussenpersoon] door. Deze bedragen werden vervolgens in een contract opgenomen en hierna factureerde [naam tussenpersoon] deze bedragen. [152]
Alle informatie op de facturen was afkomstig van [naam medewerker Google] . [153]
[naam tussenpersoon] had hierover nooit een direct gesprek met verdachte. Alles wat [naam tussenpersoon] over de zakelijke handelingen wist, had [naam medewerker Google] hem verteld. [154] [naam medewerker Google] had altijd volledige controle en gaf altijd specifieke aanwijzingen. [155] [naam medewerker Google] dicteerde de regels en voorwaarden en de verdeling. [156] [naam tussenpersoon] was enkel een facilitator beide kanten op. [157] Hij faciliteerde het
papierwerk en de compensatie die daaruit voortvloeide. [158] Ook stuurde hij de e-mailberichten over en weer door. [159] Verdachte wist dat [naam tussenpersoon] niets anders deed dan het geld faciliteren. [160] [naam tussenpersoon] was slechts een communicatiekanaal, een doorgeefpersoon tussen [naam medewerker Google] , verdachte en [medeverdachte] . [161]
[naam medewerker Google] wilde dat [naam tussenpersoon] een entiteit zou oprichten zodat [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] een vergoeding voor de handelingen van [naam medewerker Google] konden ontvangen. [162] [naam medewerker Google] wilde namelijk niet dat de provisie kenbaar werd bij zijn werkgever omdat dit zijn positie bij Google in gevaar zou brengen. [163]
[naam tussenpersoon] heeft daarom op 3 oktober 2008 het bedrijf [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. opgericht in Dominica. [164] Dit bedrijf was een doorvoerkanaal voor geld. Het geld zou door [bedrijvengroep verdachte] worden overgemaakt naar [bedrijf tussenpersoon] Group en vervolgens zou het worden verdeeld tussen [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] . [165] Het was een lege vennootschap. [166] Dit bedrijf en [naam tussenpersoon] zouden niets hoeven doen om het geld te verdienen. [167]
[naam tussenpersoon] verrichtte geen daadwerkelijke werkzaamheden voor [bedrijvengroep verdachte] . [168] [naam tussenpersoon] had ook totaal geen ervaring in de betreffende bedrijfstak en verdachte en [medeverdachte] hebben daar ook niet naar gevraagd toen zij hem inhuurden. [169] Ook voor de facturen heeft [naam tussenpersoon] geen werkzaamheden verricht. [170] [naam tussenpersoon] neemt aan dat verdachte dit wist omdat hij geen communicatie met hem heeft gehad [171] en alle overeenkomsten en dollarbedragen onderhands tussen verdachte en [naam medewerker Google] werden onderhandeld. [172] In de facturen specificeerde [naam tussenpersoon] zijn werkzaamheden ook niet en verdachte en [medeverdachte] vroegen daar ook nooit naar. [173] Dit was door [naam medewerker Google] en verdachte reeds onderhandeld. [174]
In een Consultancy/Broker assignment letter d.d. 14 augustus 2008 is [naam tussenpersoon] als consultant/broker voor [bedrijvengroep verdachte] aangesteld om de verkooptransactie van de twee datacentra aan Google te begeleiden. Hierin is bepaald dat hij alles boven de verkoopprijs van € 95 miljoen zou krijgen. [175] [naam medewerker Google] wist vooraf dat dit de regeling zou zijn. [176] [naam tussenpersoon] heeft niets gedaan om deze verkoop tot stand te brengen. Dat werd allemaal overgelaten aan [naam medewerker Google] . [177]
Verder is er een intentieverklaring d.d. 11 december 2008 met betrekking tot de voorwaarden voor [naam tussenpersoon] om als bemiddelaar te fungeren voor de verkoop van de datacenters. [naam tussenpersoon] heeft deze intentieverklaring zelf opgesteld met behulp van de documenten van [naam medewerker Google] waartoe [naam tussenpersoon] toegang had. [178] In de intentieverklaring stond dat [bedrijf tussenpersoon] Group een provisie van 10 procent zou krijgen over onderhandelde huurinkomsten, een vergoeding voor de verkoop van de datacenters en een provisie van 20 procent over de besparingen. [179] Op papier kreeg [bedrijf tussenpersoon] Group de provisie, maar in realiteit kregen [naam tussenpersoon] en [naam medewerker Google] deze. [180]
Soms vond [naam medewerker Google] dat een bedrag op een reeds door [naam tussenpersoon] verstuurde factuur moest worden verhoogd, omdat hij het bedrag te laag vond voor alle reducties die hij voor [bedrijvengroep verdachte] had gefaciliteerd. [181] [naam medewerker Google] was dan zeer stellig over een te ontvangen vergoeding voor bepaalde handelingen. [182] Hij vertelde dan aan [naam tussenpersoon] wat volgens hem het juiste bedrag voor die transacties moest zijn [183] en de factuur werd vervolgens verhoogd op basis van de communicatie tussen [naam medewerker Google] en verdachte. [184]
De overschrijving van het geld ging van [bedrijvengroep verdachte] naar [bedrijf tussenpersoon] Group. Vervolgens maakte [naam tussenpersoon] een deel over naar [naam medewerker Google] en een deel hield [naam tussenpersoon] zelf. [185]
[naam tussenpersoon] stuurde zijn berichten naar het persoonlijk e-mailadres van [naam medewerker Google] en niet naar diens Google e-mailadres, omdat hij niet wilde dat de mensen van Google toegang zouden krijgen tot hetgeen in deze berichten werd besproken over compensatie voor de handelingen van [naam medewerker Google] . [186] Ook [naam medewerker Google] gebruikte niet zijn Google e-mailadres als hij met [naam tussenpersoon] sprak over de verschillende manieren waarop hij invloed kon uitoefenen. [187]
Verdachte en [medeverdachte] wisten dat [naam medewerker Google] het geld uiteindelijk zou krijgen. Dit heeft [naam medewerker Google] aan [naam tussenpersoon] verteld [188] en ook uit de relatie tussen partijen en de aard van alle transacties blijkt dat zij moeten hebben geweten dat het geld dat [naam tussenpersoon] kreeg voor het grootste deel naar [naam medewerker Google] overgemaakt zou worden. [189] [naam tussenpersoon] kreeg namelijk alles van [naam medewerker Google] te horen en die informatie werd door verdachte bevestigd. [190] Daarnaast was [medeverdachte] de primaire doorgeefpersoon. Zij was intensief betrokken bij alle transacties en wist waarom de transacties plaatsvonden. [191]
[naam tussenpersoon] heeft in een e-mailbericht aan [medeverdachte] , dat ging over de volgens [naam medewerker Google] te laag berekende compensatie, [naam medewerker Google] als ‘wederzijdse vriend’ aangeduid. Hij wilde namelijk niet dat de naam [naam medewerker Google] in dit mailbericht terecht kwam, aangezien daaruit zou kunnen blijken dat [naam medewerker Google] een deel van het geld kreeg. [medeverdachte] wist dat met deze wederzijdse vriend [naam medewerker Google] werd bedoeld, aangezien dit hun enige wederzijdse contact was. Dit impliceert dat [medeverdachte] wist dat het geld naar [naam medewerker Google] ging. [192]
Vrijwel vanaf het begin na de oprichting van [bedrijf tussenpersoon] Group had [naam tussenpersoon] met betrekking tot de daadwerkelijke overschrijving voornamelijk met [medeverdachte] te maken. Zij communiceerde met [naam tussenpersoon] over het moment waarop [naam tussenpersoon] zou factureren en de overschrijving plaats zou vinden. [193] Als het geld van [bedrijvengroep verdachte] werd verzonden naar [bedrijf tussenpersoon] Group, was [medeverdachte] normaal gesproken degene die [naam tussenpersoon] liet weten dat de overschrijving die dag zou plaatsvinden. [194]
[naam tussenpersoon] heeft op 1 oktober 2008 een e-mailbericht aan verdachte gestuurd met een op zijn eigen naam gestelde factuur ten bedrage van $ 10.000,-- voor geleverde consultancy diensten in augustus en september 2008. [naam tussenpersoon] leverde hiervoor geen daadwerkelijke consultancy diensten. Hij heeft geen activiteiten uitgevoerd om dit geld te verdienen. [195] Op 3 oktober 2008 kwam dit geld op de rekening van [naam tussenpersoon] . [196] Een deel van dit geld is doorgestuurd naar [naam medewerker Google] . [197]
De facturen d.d. 20 oktober 2008 en 1 november 2008 van [bedrijf tussenpersoon] aan [bedrijvengroep verdachte] ten bedrage van telkens € 300.000,-- waren voor de wijzigingen van de leaseovereenkomst met betrekking tot het datacentrum Eemshaven. [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] waren overeengekomen dat dit geld tussen hen zou worden verdeeld. [198]
Verdachte en [medeverdachte] wisten dat [naam tussenpersoon] voor dit bedrag van € 600.000,-- feitelijk geen werkzaamheden verrichtte, maar dat [naam medewerker Google] deze werkzaamheden verrichtte omdat [naam tussenpersoon] alleen op papier bemiddelaar was. [199]
Op een gegeven moment hebben [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] onenigheid gekregen. [200] [naam medewerker Google] ging vervolgens op zijn eigen manier verder en had geen behoefte meer aan de bijdrage van [naam tussenpersoon] . [201] [naam medewerker Google] wilde alle mogelijkheden voor zichzelf houden en sloot [naam tussenpersoon] uit. [202]
Uiteindelijk kreeg [naam tussenpersoon] van [bedrijvengroep verdachte] een formele brief waarin hun overeenkomst werd beëindigd. [203] Halverwege 2009 zijn alle contacten van [naam tussenpersoon] met [bedrijvengroep verdachte] geëindigd. [204]
Getuige [naam 5] heeft – kort gezegd – het volgende verklaard.
[naam 5] heeft in de periode februari/maart 2009 tot en met december 2010 als persoonlijke assistente voor [naam medewerker Google] gewerkt. [205] In die periode heeft zij papieren getekend waardoor zij het bedrijf [bedrijf medewerker Google] op haar naam kreeg [206] en van dit bedrijf directeur werd. [207] [bedrijf medewerker Google] is op 9 april 2009 opgericht [208] om het geld dat [naam medewerker Google] verdiende met zijn ICT-werk op de bankrekening van [bedrijf medewerker Google] te kunnen ontvangen. [209] [naam medewerker Google] was geen functionaris bij [bedrijf medewerker Google] [210] maar hij had wel de controle over wat [bedrijf medewerker Google] deed. [211]
[naam 5] maakte de facturen op voor [naam medewerker Google] wanneer hij zei dat zij dat moest doen en [naam medewerker Google] vertelde precies wat zij in deze facturen moest zetten. [212] [naam medewerker Google] vertelde haar ook wat zij in de e-mailberichten moest typen. Zij kreeg altijd instructies van [naam medewerker Google] . Hij dicteerde. [213] [naam 5] wist niets over de werkzaamheden die door [naam medewerker Google] of [bedrijf medewerker Google] gedaan werden. [214]
Verdachte en [medeverdachte] wisten dat [naam medewerker Google] de persoon achter [bedrijf medewerker Google] was, aangezien zij met hem zaken deden en niet met [naam 5] . [215] Ook uit de e-mailberichten kan worden afgeleid dat zij wisten dat het geld dat bij [bedrijf medewerker Google] binnenkwam in werkelijkheid voor [naam medewerker Google] bestemd was. [216] In e-mailberichten werd [naam medewerker Google] door [naam 5] ‘derde partij’ genoemd omdat [naam medewerker Google] had verteld dat hij problemen met Google kon krijgen als zijn naam bekend werd in verband met andere zaken die hij overzee deed. [217] [naam medewerker Google] gaf [naam 5] opdracht om zijn naam in documenten weg te laten, omdat hij op dat moment voor Google werkte. [218]
Verdachte heeft in zijn e-mailberichten vervolgens niet gevraagd wie met de ‘derde partij’ werd bedoeld, omdat hem duidelijk was over wie [naam 5] het op dat moment had. [219]
[medeverdachte] was de contactpersoon van [naam 5] om de factuur naar toe te sturen. [220]
[naam 5] kreeg van [naam medewerker Google] opdracht om [medeverdachte] te bellen over wanneer het geld werd overgemaakt. [221] Zij heeft [medeverdachte] in dit kader één of twee keer gesproken om te vragen waar het geld bleef. [222]
Door [bedrijf medewerker Google] werden geen werkzaamheden verricht om het geld dat in de facturen stond vermeld te verdienen. [223] De enige reden waarom de facturen werden betaald was omdat [naam medewerker Google] daarover met [bedrijvengroep verdachte] een afspraak had. [224]
De getuigen [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] hebben in de Amerikaanse strafrechtelijke procedure in het kader van ‘plea bargaining’ een ‘guilty plea’ ingediend en als onderdeel daarvan ook in het Nederlandse strafrechtelijk onderzoek verklaringen afgelegd. De rechtbank ziet hierin aanleiding de door hen afgelegde verklaringen met behoedzaamheid te betrachten in de zin dat deze verklaringen slechts bruikbaar worden geacht, voor zover ze door voldoende steunbewijs worden geschraagd. De rechtbank overweegt in dat kader als volgt.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 september 2018 verklaard dat hij op 5 juli 2018 een gesprek in San Francisco heeft gehad met [naam medewerker Google] . Verdachte had als opdracht om het cash gat van het [bedrijvengroep verdachte] concern te dichten. Verdachte was met de heren [naam 8] en [naam 9] afgereisd naar San Francisco om te spreken over een nieuw huurcontract en de mogelijke verkoop van de datacentra. Verkoop was de beste optie. Ook door het verlengen van de huurovereenkomst zouden de datacentra interessanter worden voor mogelijke kopers.
Verdachte heeft verklaard dat het initiatief tot verkoop van de datacentra voortkwam uit het gesprek met [naam medewerker Google] en dat dit werd opgevolgd door [naam medewerker Google] toegang te geven tot informatie (over hoe de contracten er uit zouden zien) die noodzakelijk was om te kijken of een volgende stap gezet kon worden.
Fase 1: verkoop datacentra Eemshaven en Groningen
Op 9 juli 2008 [225] heeft verdachte een e-mailbericht [226] aan [naam medewerker Google] gestuurd (naar het mailadres van [bedrijf 2] in plaats van Google [227] ), waarin de datacenters te koop worden aangeboden, blijkens een als bijlage gevoegde Memorandum of Understanding (MOU). [228] Het e-mailbericht begint met de tekst “As promised”.
Op 16 juli 2008 heeft verdachte, via zijn directiesecretaresse [naam 10] , een nagenoeg gelijkluidende mail [229] en bijgevoegde MOU [230] aan [naam tussenpersoon] gestuurd, met als verschil dat in de MOU van 9 juli 2008 [bedrijf verdachte 1] SE de verkoper is en in de MOU van 16 juli 2008 [bedrijf verdachte 6] BV de verkoper is.
In paragraaf 6 wordt het datacentrum Eemshaven aangeboden voor een prijs tussen de 70 en 95 miljoen euro en wordt het datacentrum Zernike (Groningen) aangeboden voor 25 miljoen euro. Tevens staat bepaald dat “
Parties will hire a consultant who will find a buyer, within the restrictions as stated in this letter of expectations”.
Uit e-mailberichten van 17 juli 2008 [231] , 21 juli 2008 [232] , 22 juli 2008 [233] , 24 juli 2008 [234] , 25 juli 2008 [235] en 28 juli 2008 [236] , kan worden afgeleid dat er intenties zijn van [bedrijvengroep verdachte] om de datacenters te verkopen aan [bedrijf tussenpersoon] Ltd van [naam tussenpersoon] , met medeweten van [naam medewerker Google] .
Dat [naam medewerker Google] hiervan op de hoogte is blijkt onder meer uit het feit dat hij op 28 juli 2008 [237] een e-mailbericht dat hij had ontvangen van verdachte naar [naam tussenpersoon] heeft doorgestuurd. De inhoud van dit bericht van verdachte luidt als volgt: “
Hi [naam medewerker Google] , I got the message that you are requesting an official offer from [bedrijvengroep verdachte] directly to Google in respect to the sale of the datacenters. I do not mind doing this, you are my favorite customer, this but have to inform you that [238] we are already talking to some parties. So the offer is not exclusive unlesswe agreed on a very clear Memorandum of Understanding and the total price will be more than we talked about before, given the increase in interest in the market for our centers.I will be talking to mr [naam tussenpersoon] this week about his interest in our centers,as you know, and do not in any way want to jeopardize the excellent contact we currently have with him. If you are serious about your request I will make sure it goes out today, or at least I will send you a draft MOU.
Greetings [verdachte] (in Canada)”.
Op 28 juli 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [239] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin hij schrijft: “(…)
I have asked [naam medewerker Google] officially to request from [bedrijvengroep verdachte]an offer as a representativeof Google, which he did. I also explained to him that I am in contact with other parties and we are working on an exclusive arrangement with others (being you) and that he is aware of this.”
Op 30 juli 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [240] aan verdachte gestuurd waarin hij hem een prettige vlucht wenst en vraagt naar de lopende contracten tussen Google en [bedrijvengroep verdachte] . Dezelfde dag hebben [naam tussenpersoon] en verdachte een ontmoeting in New York. [241] [naam medewerker Google] heeft verklaard dat hij ook bij deze ontmoeting aanwezig is geweest. [242]
Op 30 juli 2008 heeft [naam 11] , advocaat bij Boekel de Nerée N.V., een e-mailbericht [243] aan onder meer [naam medewerker Google] en een aantal medewerkers van Google verstuurd, met als bijlage een concept MOU waarin een bedrag van € 135 miljoen voor beide datacentra (100 miljoen en 35 miljoen) wordt genoemd.
Op 1 augustus 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [244] aan [naam tussenpersoon] gestuurd, met een cc naar [naam 10] , waarin verdachte verwijst naar de fijne lunch en waarin hij de met [naam tussenpersoon] die dag telefonisch gemaakte afspraken bevestigt. Verdachte biedt [naam tussenpersoon] , en/of de entiteit die [naam tussenpersoon] wil gebruiken bij deze transactie, een makelaars en/of consultancy overeenkomst aan. De transactie betreft de verkoop van twee datacentra, die in eigendom zijn bij [bedrijvengroep verdachte] , aan Google. De vergoeding voor [naam tussenpersoon] , de beloning voor het vergemakkelijken van deze overeenkomst, zijn de extra inkomsten boven 95 miljoen Euro die [bedrijvengroep verdachte] ontvangt voor deze transactie.
Bij e-mailbericht van 2 augustus 2008 [245] heeft [naam tussenpersoon] hierop gereageerd door aan verdachte te verzoeken om het een broker/consultancy overeenkomst te noemen en punt 4 aan te passen in die zin dat de tekst luidt 'the "offer" required shall be 95 million Euro for both'.
Op 2 augustus 2008 heeft [naam medewerker Google] voormeld e-mailbericht [246] van [naam 11] aan [naam tussenpersoon] doorgestuurd, met als bijlage een concept MOU waarin een bedrag van € 135 miljoen wordt genoemd.
Op 4 augustus 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [247] met als bijlage een intentieverklaring (Consultancy/Broker assignment letter) [248] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waar [naam tussenpersoon] per e-mailbericht op heeft gereageerd. In deze documenten wordt voormelde overeenkomst afgerond. Onder meer wordt afgesproken dat verdachte (namens [bedrijvengroep verdachte] ) en [naam tussenpersoon] een consultancy/makelaars overeenkomst zijn aangegaan, maar dat deze overeenkomst geheim moet blijven. De overeenkomst mag niet aan een persoon of entiteit openbaar worden gemaakt.
Op 5 augustus 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [249] aan [naam medewerker Google] gestuurd waarin hij aangeeft dat hij met [naam tussenpersoon] tot overeenstemming is gekomen om hem als een consultant/broker aan te stellen om de verkooptransactie van de twee datacentra aan Google te begeleiden. Verdachte denkt dat [naam tussenpersoon] er toe kan bijdragen dat de procedures sneller kunnen worden afgehandeld: “
I think he will contribute to the speeding up of the procedures and I will entrust him with all relevant information to support his role. Iwant to ask you to cc him on all information regarding this processand get him involved where this is required”.
[naam medewerker Google] stuurt voormelde e-mail dezelfde dag door [250] aan [naam 12] in cc naar onder meer [naam 13] (in dienst bij Google) en [naam tussenpersoon] .
Op 12 augustus 2008 [251] [252] heeft verdachte een intern document voor [bedrijvengroep verdachte] opgesteld, waarin hij de stand van zaken met betrekking tot de verkoop van de datacenters beschrijft. Hij schrijft onder meer: “
Tot nu toe ziet het er nog steeds goed uit wat betreft de verkoop van de datacenters. De verkoopprijs staat nu op 95 mio Euro voor beiden, ze hebben een sterke voorkeur voor de Eemshaven aangegeven,die heb ik voor 75 mio aangeboden. Er is overeenstemming met mijnheer [naam tussenpersoon] over zijn rol als makelaar/consultant en wij leveren direct aan Google, dus geen ABC. Waarschijnlijk houdt mijnheer [naam tussenpersoon] 10 mio aan deze transactie over, ik heb dat geaccepteerd. Zeer nadrukkelijk laten vastleggen dat aIle betrokken partijen volledig op de hoogte zijn van de rollen en beloningen, geen gezeik achteraf”. [253]
Op 14 augustus 2008 heeft verdachte voormelde intentieverklaring (Consultancy/Broker assignment letter) ondertekend. [254]
Op 22 augustus 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [255] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin hij hem vraagt: "
Any word yet from [naam medewerker Google] ?”.Waarop [naam tussenpersoon] dezelfde dag reageert:
“As of last night he was asked toseek a potential buyerfor the sites in four years to add to the package for the board of directors. Also he stated that the lawyers were working on the closing agreements/contracts. Does all of this sound OK?”. [256]
Op 26 augustus 2008 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [257] aan verdachte gestuurd met contact informatie betreffende [naam tussenpersoon] , vermoedelijk een telefoonnummer.
Op 31 augustus 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [258] aan [naam tussenpersoon] gestuurd, met een cc aan [naam 10] , met als bijlage een brief van verdachte aan [naam medewerker Google] [259] waarin de datacentra samen voor 95 miljoen euro te koop worden aangeboden en het datacentrum Eemshaven afzonderlijk voor 75 miljoen euro. In het e-mailbericht vraagt verdachte of [naam tussenpersoon] genoemd moet worden als speler in die transactie waarbij verdachte schrijft “
I don’t mind doing so”.
In de digitale bestanden van [naam tussenpersoon] die in de Verenigde Staten zijn aangetroffen [260] is een brief van 1 september 2008 [261] van [naam tussenpersoon] handelend voor [bedrijf verdachte 1] SE gericht aan [naam medewerker Google] gevonden. In deze brief worden de datacentra samen voor 135 miljoen euro aangeboden, en het datacentrum Eemshaven afzonderlijk voor 95 miljoen euro.
Uit de Amerikaanse databestanden blijkt verder het volgende.
Op 2 september 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [262] aan [naam medewerker Google] gestuurd, in cc aan verdachte, met als tekst “as requested”. In het e-mailbericht is de tekst van de brief met kenmerk [brief] .doc geplakt, waarin de datacentra gezamenlijk voor € 135 miljoen euro worden aangeboden en het datacentrum in Eemshaven afzonderlijk voor € 105 miljoen euro wordt aangeboden.
Op 3 september 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [263] aan verdachte gestuurd met als bijlage voormelde [brief] en de tekst: “
For your review. Received your message that you did not receive the first email”.Op dezelfde dag heeft verdachte hierop gereageerd door aan [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [264] te sturen met als mededeling “
By the way I like your company’s subtitel. Datacenter Relations Consultant, a new business model for the industry”. [265]
Uiteindelijk is de verkoop aan Google niet doorgegaan.
Op 15 september 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [266] aan [naam tussenpersoon] gestuurd, waarin hij het volgende schrijft:

I talk to [bedrijf 5] ( [naam 14] )
In order to make the whole thing work, the following things need to happen:
1) I need a purchase agreement for the SPV that meets the needs of Google. I have asked [naam 14] to send me a typical contract they would use, it would help if Google had something
2) Google and [bedrijf 5] should agree on the conditions of the new Agreement for
the use of-the buildings based on a triple net structure. [bedrijf 5] owns the buildings, Google runs them. How can I get the people together?
3) It is possible for Google to purchase the SPV first and then sell it on to ORT as discussed with [naam medewerker Google] , because this would make it possible for Google to set their own conditions and we can follow our original plan. In that case we can make the purchase process simpler
4) I am perfectly willing to come to st Fransisco to get this process going, I am getting into a bind here with a new rental agreement I can sign on the eemshaven project, time is running.
5) I need to know whether there are issues left on the DD based on the virtual data room and I think it is necessary to have a meeting on the technical side of the building with the Google people and our technical guys, to go over the list.
6) We need to set a take over protocol in order to keep the system working during take over.
7)It would help if we can at least sign the agreement that was sendby [naam tussenpersoon],at least I can convince my side things are moving in the right direction.
8) Lets set up a planning for the procedures
Could you send this to [naam medewerker Google] as well, or do you want me to do it?”.
[naam tussenpersoon] is de voornaam van [naam tussenpersoon] .
Op 17 september 2008 heeft [naam tussenpersoon] voormeld e-mailbericht aan [naam medewerker Google] doorgestuurd. [267]
Op dezelfde dag heeft verdachte vervolgens een e-mailbericht [268] aan [naam tussenpersoon] gestuurd, met als bijlage een document genaamd ‘SPA [bedrijvengroep verdachte] -GOOGLE’ waarin verdachte het volgende schrijft:
“As promised, keep it with you,they do not want this yet with Google,you can discuss this of course with [naam medewerker Google] ”.
Op 15 september 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [269] aan [naam tussenpersoon] gestuurd, waarin hij het volgende schrijft:
Talked to [bedrijf 5] ( [naam 14] )
The position is:
They are willing to pay 10 times net income on both centers, based on:
Eemshaven net income currently (when Google leases fully) around 12 million - 3 million estimated
costs = 9 million
Zernike net income currently 2.8 million
Total 11.8 million * 10 = 118 mio
We get very close to 120 million euro sales price
This can be improved by:
• having them take over current debt
• Lower management cost to Google because they do it themselves (could be also used to
lower rent)
• Valuation development potential (or we do not sell it now and make it a deferred payment)
• Have them better understand the quality of the facility,
Twist their arm one more time in negotiations ( [naam medewerker Google] and I can do that)
These are not final negotiations, this is what I got out of them during these days.
They want a 12 year lease at minimum, 15 years is better at above rates.
Please send on to [naam medewerker Google]. If he likes this, we can start the documentation.
[verdachte]
Op 1 oktober 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [270] aan verdachte gestuurd met als bijlage een factuur gericht aan [bedrijf verdachte 1] voor "consulting Services august/september 2008" ten bedrage van $ 10.000,--. [271] In de e-mail staat dat [naam tussenpersoon] op verzoek van verdachte deze factuur heeft opgemaakt en toegestuurd voor de diensten die hij aan verdachte heeft verleend in de afgelopen maanden. Verder geeft [naam tussenpersoon] aan dat hij zich de komende tijd zal inzetten om te komen tot een bindende nieuwe huurovereenkomst met Google.
Op 3 oktober 2008 is voormelde factuur door [bedrijf verdachte 5] BV aan [naam tussenpersoon] betaald. [272]
Op 26 oktober 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [273] aan [naam medewerker Google] verstuurd waarin hij schrijft dat hij, zoals besproken, 5.000 op de rekening van [naam medewerker Google] naar de PNC-bank heeft overgemaakt en 5.000 op de rekening van [naam 6] (de toenmalige vriendin van [naam medewerker Google] ) heeft overgemaakt. Verder zegt [naam tussenpersoon] tegen [naam medewerker Google] : "You know this communication below was sent from your Google account??".
Op 12 mei 2016 heeft verdachte bij de Amerikaanse autoriteiten verklaard dat [naam tussenpersoon] geen onderhandelingen deed met Google en nooit contracten met Google heeft opgesteld, maar dat [bedrijvengroep verdachte] de onderhandelingen met Google zelf deed. [274]
Fase 2: de fase waarin [bedrijvengroep verdachte] het huurcontract met Google - nu de verkoop niet is doorgegaan - graag verlengd wil zien en Google wil verhuizen van Groningen naar Eemshaven
Op 3 oktober 2008 heeft verdachte, via zijn directiesecretaresse [naam 10] , een e-mailbericht [275] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin een aantal opmerkingen staat vermeld betreffende het aangaan van de nieuwe huurovereenkomst tussen Google en [bedrijvengroep verdachte] . In deze e-mail staat dat er een
vergoeding (fee) zal worden betaald van € 300.000,--op de dag dat het contract is ondertekend.
In de uitzending van de VPRO van het programma "Tegenlicht" van 2 februari 2009 [276] heeft verdachte op 9 oktober 2008 een telefoongesprek. In dat gesprek zegt verdachte dat hij het bedrag veel vindt, maar dat hij akkoord kan gaan met de fee (vergoeding). Hij geeft verder aan dat hij wil dat iemand het voor hem op papier zet. Hij zegt dat hij dan een bevestiging zal geven voor de fee (vergoeding) voor de persoon die hij aan de telefoon heeft. Wanneer verdachte het telefonische gesprek heeft beëindigd, zegt hij tegen de interviewer dat het hier een grote deal betreft. Een van de aller-, allergrootste klanten van [bedrijvengroep verdachte] is akkoord met een nieuwe huurovereenkomst. Verdachte heeft daar zijn avonduren aan besteed en is daar de laatste drie maanden mee bezig geweest. Het betreft een klant uit Amerika en verdachte zit daar nu al twee maanden op te wachten. Het betreft hier een deal van 60 miljoen euro en daar heeft hij net ja tegen gezegd.
Op 10 december 2015 zijn de gesprekken die tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] in hun auto zijn gevoerd opgenomen met behulp van een Opname Vertrouwelijke Communicatie (OVC). [277] Verdachte zegt tegen medeverdachte [medeverdachte] : "
In die film, maar dat zie je niet, in die film zit een scene dat ik te horen krijgvan Googledat de deal is gemaakt. Dat zit in die film."
Getuige [naam medewerker Google] heeft in zijn verhoor van 25 februari 2016 hier spontaan over verklaard dat hij de persoon is die verdachte aan de telefoon heeft. [278] En dat het hier de € 600.000,-- betreft die hij hiervoor via [naam tussenpersoon] heeft ontvangen. Op de vraag hoe ze aan het bedrag van
€ 600.000,-- zijn gekomen, antwoordde [naam medewerker Google] dat hij en [naam tussenpersoon] € 1.000.000,-- wilden en [verdachte] € 200.000,--, dat hij € 600.000,-- heeft genoemd en dat het uiteindelijk een bedrag van € 600.000,-- is geworden. [279]
Op 10 oktober 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [280] aan [naam tussenpersoon] gestuurd met als onderwerp ‘Eemshaven Lease amendment’. Verdachte geeft in dit bericht aan dat hij enkele aanpassingen heeft gemaakt. De huur op jaarbasis komt uit op 9.804.000,- per jaar, maar de totale capaciteit zal 22,5 megawatt zijn. Dus Google verkrijgt capaciteit waar ze niet voor hoeft te betalen. Verder heeft hij de naam van [naam 8] er uit gehaald, want die hoeft niet langer meer te tekenen. Als [naam medewerker Google] ok is zal hij het zo laten uitvoeren. Hij schrijft verder:

The fee to you for this addendum is agreed to at euro 600 000 euro, 300 000 euro to be paid
at the official execution of this agreement and 300 000 euro at first payment on or before
November 1st.”
Bij dit bericht is een door verdachte ondertekende versie van ‘addendum two to collocation license & services agreement’ gevoegd. [281] Een week daarvoor, op 3 oktober 2008, heeft [naam tussenpersoon] het bedrijf [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. opgericht in het Gemenebest Dominica (Commonwealth of Dominica). Hij bezit alle aandelen van de onderneming en is benoemd tot de eerste directeur van de onderneming. [282]
Op 17 oktober 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [283] aan verdachte,
met een BCC aan [naam medewerker Google] ,gestuurd met als bijlagen een tweetal facturen d.d. 20 oktober 2008 [284] en 1 november 2008 [285] van [bedrijf tussenpersoon] Group aan [bedrijf verdachte 1] te Utrecht. De facturen bevatten elk een bedrag van € 300.000,--. In het e-mailbericht schrijft [naam tussenpersoon] aan verdachte: “
Please endeavor to keep me appraised of the progress on the sale and any closing date thereto so I may travel to the Netherlands for the closing.”
Op 21 oktober 2008 is Addendum Two To Collocation License & Services Agreement getekend door verdachte namens [bedrijf verdachte 3] BV en op 22 oktober 2008 is deze overeenkomst getekend door [naam 7] namens Google Netherlands BV. [286]
Op 23 oktober 2008 [287] en 30 oktober 2008 [288] zijn voormelde facturen door verdachte via [bedrijf verdachte 5] BV [289] aan [naam tussenpersoon] d/b/a [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd betaald. [290]
Fase III: een nieuwe bemiddelingsovereenkomst
Op 10 december 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [291] aan verdachte gestuurd met als bijlage een nieuwe overeenkomst d.d. 11 december 2008 [292] tussen [bedrijf tussenpersoon] Group en [bedrijf verdachte 6] BV ( [bedrijvengroep verdachte] ). [bedrijf tussenpersoon] Group verkrijgt een licentie om [bedrijvengroep verdachte] te representeren voor de gehele capaciteit van de datacenters in Groningen. In deze nieuwe overeenkomst staat onder meer dat de beide bedrijven overeenkomen dat [bedrijvengroep verdachte] € 100.000,-- betaalt aan [bedrijf tussenpersoon] Group voor het aangaan van deze nieuwe overeenkomst.
Op 17 december 2008 heeft verdachte, via zijn directiesecretaresse [naam 10] , een e-mailbericht [293] aan [naam tussenpersoon] gestuurd met als bijlage een aangepaste versie [294] van voormelde overeenkomst d.d. 11 december 2008.
Op 20 december 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [295] aan [naam medewerker Google] gestuurd met als bijlage [296] de versie van de overeenkomst die hij op 17 december 2008 van verdachte had ontvangen, waarbij [naam tussenpersoon] als tekst schrijft: “looks ok to me”.
Op 23 december 2008 heeft [naam 10] , namens verdachte, een e-mailbericht [297] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin zij aan [naam tussenpersoon] vraagt of hij de wijziging op punt 8 van de overeenkomst wil toesturen.
Op 23 december 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [298] aan [naam 10] gestuurd waarin hij schrijft: “
"For a schedule for payment for any subsequent sale of either datacenter I believe [verdachte] has to detail tousas there were different amounts depending on the structure of any future sale. On other tasks on your behalf I would suggest compensation at 20% of the total savings derived fromour effortson [bedrijvengroep verdachte] ’s behalf”.
Op 23 december 2008 heeft [naam 10] , namens verdachte een e-mailbericht [299] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin zij schrijft dat verdachte punt 8 van de overeenkomst heeft aangepast. Bij dit e-mailbericht is als bijlage de getekende nieuwe overeenkomst [300] tussen [bedrijf tussenpersoon] Group en [bedrijf verdachte 6] BV ( [bedrijvengroep verdachte] ) gevoegd.
Onder punt 7 van deze overeenkomst is een retainer fee voor [bedrijf tussenpersoon] Group opgenomen van € 100.000,-- te betalen in twee termijnen van € 50.000,--.
Onder punt 8 van deze overeenkomst staat dat [bedrijf tussenpersoon] Group een commissie zal ontvangen van 10% van de huuropbrengst van een jaar van elk contract dat door [bedrijf tussenpersoon] wordt geregeld. Daarnaast zal [bedrijf tussenpersoon] Group een honorarium ontvangen in het geval van verkoop van de datacenters gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs 75 miljoen euro voor Eemshaven en 20 miljoen euro voor Zernike, met een minimum van 3 miljoen euro. Ingeval [bedrijf tussenpersoon] Group helpt bij het oplossen van problemen met de hoofdhuurder, zal [bedrijf tussenpersoon] Group een commissie ontvangen van 20% van de besparingen zoals deze zijn begroot en samen zijn goedgekeurd.
Op 23 december 2008 heeft [naam tussenpersoon] voormeld e-mailbericht, inclusief de bijlage, aan [naam medewerker Google] doorgestuurd. [301]
Op 12 december 2008 heeft verdachte een e-mailbericht [302] aan [naam tussenpersoon] verstuurd met als tekst: “
Can you please send a billfor 50 000 euro in order to process this…”.
Op 12 december 2008 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [303] aan verdachte gestuurd met als bijlage een factuur van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. gericht aan [bedrijf verdachte 1] d.d. 11 december 2008 [304] ten bedrage van € 50.000,--.
Op 16 januari 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [305] aan verdachte gestuurd met als bijlage een factuur van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. gericht aan [bedrijf verdachte 1] d.d. 16 januari 2009 [306] ten bedrage van € 50.000,--.
Op 28 januari 2009 heeft medeverdachte [medeverdachte] een e-mailbericht [307] aan [naam 15] gestuurd over de betaling van de tweede factuur van [naam tussenpersoon] van € 50.000,--. [medeverdachte] schrijft: “
Hierbij het contract met [naam tussenpersoon] . Hier staat inderdaad indat we nu zouden moeten betalen. Ik zal wel zeggen dat de betalingsopdracht uit staat. Kan jij het dan volgende week mee nemen met de betalingen“.
Op 28 januari 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [308] aan [naam tussenpersoon] en [naam 16] gestuurd met als onderwerp ‘new direction’ waarin hij schrijft:
“I will be meeting with [naam 16] on Feb 5 he will be picking me up at the airport at 6 am. If you would like to part of the discussionsyou are more than welcome to attend.I will be transitioning all financial items to him. Most.I will be informing all relevant contacts to use [naam 16] as contact for remittance purposes.”
Op 28 januari 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [309] aan [medeverdachte] , met een cc aan verdachte, gestuurd waarin hij schrijft:

CONFIDENTIAL
[medeverdachte] :
I am monitoring all of the email traffic. I also have access to the internal traffic between the G people.(…) As confirmed by emails between your CFO and Google's CFO there was a specific threat from your guy regarding litigationif certain invoices were not paid. It did not go over well at Google. This started a chain of events which [naam medewerker Google] is trying to sort out. He stated that if he was contacted directly he could have worked out everything and initiated payments.
On SLA's/penalties he is still saying that there were three instances — and I am trying to get more information to sort things out better on this matter, .[ [medeverdachte] ] I will wait.”
Op 4 februari 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [310] aan [medeverdachte] gestuurd waarin hij schrijft: “
“Payment showed up this morning thank you.
Need to get the SLA's and energy issues prepared in a text form that I can forward to Google
discretely to get an approval back formally.
Where do we stand on this? i have the energy quotation from you already.”
Bij e-mailbericht [311] van dezelfde dag heeft [medeverdachte] als volgt gereageerd:
“Hi [naam tussenpersoon] . Good that the money has arrived.. I am waiting to get some answers from [naam 13] on the SLA I have not heard anything on the energy. This is totally in your hands........”
Op 4 februari 2009 heeft [naam tussenpersoon] vervolgens een e-mailbericht [312] aan [medeverdachte] gestuurd waarin hij schrijft:
“Ping [naam 13] – let’s get her moving”.
Op 6 februari 2009 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [313] aan [naam tussenpersoon] gestuurd met als tekst: “
They are very well documented about this if [verdachte] pushes he wont have a leg to stand on”.
Op 9 februari 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [314] aan verdachte gestuurd waarin hij schrijft dat hij een interne mail van Google doorgestuurd heeft gekregen van [naam medewerker Google] . Deze mail gaat over een boete die door Google aan [bedrijvengroep verdachte] kan worden opgelegd, omdat de koeling in het datacenter in oktober 2008 niet goed is geweest. [naam tussenpersoon] schrijft onder meer:
“Had a good Saturday evening dinner with [naam medewerker Google] and his family. Quite a change in attitude for the moment, and again - thank you for your intervention. (…) Google' (not just [naam medewerker Google] ) - is uneasy with Rackfloor.
On the lingering issue of the SLA hissent me the below email from his staff in confidence. He does not want anyone to document or allow this violation to become open to others whereby he would then not be able to control the outcome in [bedrijvengroep verdachte] 's favor, but apparently it was real. He asked thatyou agree privateliy that he bury it with the understanding that it will not resurface with his influence, nor should it necessitate any further documentation formally between Google and [bedrijvengroep verdachte] .
He theninstructed me to add it to the attached invoice per [bedrijf tussenpersoon] 's agreement. Personally, I am a bit uncomfortable with his approach , but in the end if this was truly an incident as he has always represented, I will accede to your advice. As always, I want to fulfill my obligations to you openly and with integrity.
Accordingly, if this is acceptable to you please authorize payment of the invoice. I think it is be best we all can do for the moment.”
Bijgevoegd is een invoice van 9 februari 2009 [315] van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. gericht aan [bedrijf verdachte 1] . De factuur kent een factuurbedrag van €
157.463,--.De factuur is als volgt samengesteld:
Descripton
UNIT
AMOUNT
FOR CONSUITANTCY/BROKER SERVICES PER AGREEMENT
DATED DECEMBER 11, 2008 - COMMISSIONS PARAGRAPH (8)
ENERGY INVOICE NEGOTIATED
(€ 873,290, SAVINGS TO [bedrijvengroep verdachte] @ 20% =174,658)
SLA PENALY WAIVED
(414,027@20%=82,805) [316]
SUBTOTAL
MINUS ADVANCE ON COMMISIONS RECEIVED
EUROS €
€ 100,000
€ 174,658
€ 82,805.
€ 257,463.
TOTAL DUE
€ 157,463--
Op 9 februari 2009 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [317] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin hij schrijft:
“where are you with getting [bedrijf tussenpersoon] paper work straight.”
Op 10 februari 2009 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [318] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin zij schrijft: “
Thanks for the invoice. When G has paid for the energy invoice. The € 174,658 is payable. Then I have received a waiver for the SLA penalty. The € 82.805 is payable, Today or tomorrow you will receive the text what should be in the waiver.”
Op 11 februari 2009 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [319] aan [naam tussenpersoon] gestuurd, met een cc aan verdachte, waarin zij schrijft: “
[verdachte] and [naam medewerker Google] decidedthat when you mention in the invoice that the € 82.805 is for the settlement of SLA (I think that is better than Waived) and when the € 873.290 is paid by G. that we will pay you the € 157.463. Perhaps you can change these two issues in the new invoice.
Op 12 februari 2009 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [320] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin zij schrijft:
“The invoice is fine. I will tell you when G has paid the € 873.290. Than we will pay you € 157.463.”
Op 12 februari 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [321] aan [medeverdachte] gestuurd waarin hij schrijft: “
Whatour mutual friendis telling me (rather strongly) is that in paragraph 2(h) of Addendum Three to Collocation License (yet to be signed) it notes three outstanding SLA's of which two shall be dismissed totaling € 828,000.and therefore he wants my invoice changed to reflect payment for this amount, not the one SLA as it currently shows. A newly dated invoice is attached.
I left a message with [verdachte] for him to call me to discuss it with me privately as I was feeling a bit uncomfortable with it”.
[naam tussenpersoon] heeft bij voormeld bericht een factuur van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. gericht aan [bedrijf verdachte 1] d.d. 12 februari 2009 [322] ten bedrage van € 240.259,-- gevoegd. De factuur is als volgt samengesteld:
Descripton
UNIT
AMOUNT
FOR CONSUITANTCY/BROKER SERVICES PER AGREEMENT
DATED DECEMBER 11, 2008 - COMMISSIONS PARAGRAPH (8)
ENERGY NEGOTIATIONS
(€ 873,290, SAVINGS TO [bedrijvengroep verdachte] @ 20% =174,658)
SLA SETTLEMENT/WAIVER NEGOTIATIONS
€ 828,000 @ 20% = 165,600.
SUBTOTAL
MINUS ADVANCE ON COMMISIONS RECEIVED
EUROS €
€ 100,000
€ 174,658
€ 165,600.
€ 340,258.
TOTAL DUE
€ 240,258.
Op 12 februari 2009 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [323] aan verdachte gestuurd waarin hij schrijft: “
Please review and approve i have a final version sent out ASAP to facilitate payment to you. Pay particular attention to last items the SLA’s and Power payment”.
Bijgevoegd is een concept versie van addendum three waarin staat vermeld:
“Service Level Agreements
i The Parties acknowledge that there are currently three outstanding SLA violations
ii Two of the SLA v
Violations resulting from delay in Eemshaven F
facility acceptance and F
facility
readyDelivery Ddate Customer agrees
these willnot to
bee
inforce such SLA violations and they are heraby dismissed at a value of € 828.000.00
iii The Parties acknowlegdge that Groningen Facility experienced a loss
tof cooling in Oktober 2008 resulting in a Ffacility shut down. This SLA violation will be enforeced resluting in a credit for € 414.000,00 that Licensor will be
ingissued immediately after execution of this Addendum
for € 414.000,00” [324]
Op 13 februari 2009 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [325] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin zij hem schrijft dat zij hem over een half uur zal bellen. Zij stuurt [naam tussenpersoon] de tekst mee van het addendum dat [naam medewerker Google] heeft geschreven.
Op 14 februari 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [326] aan [medeverdachte] gestuurd waarin hij haar schrijft dat [naam medewerker Google] akkoord gaat met het document en er voor zal zorgen dat er gelijk zal worden betaald.
In het dossier bevindt zich een invoice van 16 februari 2009 [327] van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. gericht aan [bedrijf verdachte 1] . De factuur kent een factuurbedrag van € 336.658,--. De factuur is als volgt samengesteld:
Descripton
UNIT
AMOUNT
FOR CONSUITANTCY/BROKER SERVICES PER AGREEMENT
DATED DECEMBER 11, 2008 - COMMISSIONS PARAGRAPH (8)
ENERGY NEGOTIATIONS
€ 873,290, SAVINGS TO [bedrijvengroep verdachte] @ 20% =174,658
SLA SETTLEMENT/ WAIVER NEGOTIATIONS
(2) SLA's (Eemshaven) = € 1,080,000 @ 20% = 216,000.
(1) SIA (Groningen) € 203,000 @ 20% = 46,000. [328]
SUBTOTAL
MINUS ADVANCE ON COMMISIONS RECEIVED
EUROS €
€ 100,000
€ 174,658
€ 262,000
€ 436,658
TOTAL DUE
€ 336,658,--
Op 19 februari heeft [naam 13] een e-mailbericht [329] aan [medeverdachte] gestuurd, met een cc aan verdachte, [naam tussenpersoon] en [naam medewerker Google] , en als bijlage een versie van ‘Addendum Three’. [330] [naam 13] schrijft dat hun jurist er naar heeft gekeken en een paar kleine veranderingen heeft aangebracht. [naam 13] vraagt of [medeverdachte] er naar wil kijken en, als zij geen aanvullende wijzigingen heeft, het contract verder gaat ter ondertekening.
Op 26 februari 2009 is Addendum Three To Collocation License & Services Agreement getekend door verdachte en [naam 17] namens [bedrijf verdachte 2] B.V. en op 9 maart 2009 is deze overeenkomst getekend door [naam 18] , namens Google. [331]
In paragraaf 5 staat:
“Service Level Agreement
The Service Level Agreement to the Agreement ("SLK) is considered terminated effective from the date of execution of this Addendum and therefore Customer shall from then on itself be responsible for the levels of service in and the day-to-day repairs/maintenance to the Facility, save for those arrangements set out under "Initial Transition Period" above.
The Parties acknowledge that there are currently three SLA violations under discussion:
I. Two of the SLA violations resulting from delay in Eemshaven Facility acceptance and
Facility Delivery Date. Customer has agreed not to enforce such SLA violations and such
violations are hereby dismissed at a value ofEUR 1,080,000.00, Licensor however formally
objects to the factuality of the stated violations, but has decided to acquiesce In the same
with a view to Customer's dismissal. Groningen Facility has experienced a loss of cooling In October 2008 resulting in a Facility shut down. This SLA violation will be enforced resulting In a credit forEUR 202,592.00to be Issued by Licensor on the final invoice as per the current Agreement for the use of the Groningen Facility.”
In paragraaf 6 staat:
“Electrical power
Power actual usage resolution: by way of this Addendum Customer will pay invoice number 80080158 totalingEUR 873,289.71Immediately after execution of this Addendum.
The Parties acknowledge that they have agreed that Licensor shall continue the procurement and delivery to the Facility of electrical power until 31 December 2009 based on real use by Customer. The invoicing will take place as follows:
  • Customer will pay the invoices within the agreed payment term as specified in Licensor’s invoices in accordance with the payment terms of the Agreement;
  • Paid amounts will be settled according to real use by Customer on 1 July 2009 (for January through May), 1 December 2009 (for June through October) and 1 February 2010 (for November and December).”
Op 11 maart 2009 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [332] aan verdachte gestuurd waarin hij schrijft: “
[verdachte] , Need to make some changes Immediately relative to communications. Speak to [naam 16] or I not anyone else.” [333]
Op 12 maart 2009 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [334] aan verdachte gestuurd waarin hij schrijft:
“The push back i am getting another thing to discuss when I see you” [335]
Op 12 maart 2009 heeft [naam tussenpersoon] een mailbericht [336] aan medeverdachte [medeverdachte] , met een cc aan verdachte, gestuurd waarin hij schrijft:
“(…) I was contacting you to see what else I could do on the busbar or any other issues outstanding and further apologize forour mutual friends sometimes over reactive way of handling business (…)
Just to assure us all - the information below is for your CFO for Monday morning:
Correspondent Bank Deutsche Bank AG
12-21, Taunusanlage
D-6o325 Frankfurt am Main Germany
SWIFT Code DEUT DEFF
Beneficiary Bank of Bermuda, Hamilton
SWIFT Code: BBDA BMHM
Beneficiary Account No. [rekeningnummer 1]
Beneficiary Name: [bedrijf tussenpersoon] GROUP LTD
Amount: € 336,658.00” [337]
Op 3 april 2009 heeft [naam 19] een intern e-mailbericht [338] aan [naam 20] (beiden werkzaam op de financiele afdeling van [bedrijvengroep verdachte] ) gestuurd met als inhoud: “
Heb even een opstelling gemaakt van de bankstanden en betalingen etc. Zoals je kunt zien houden we dus 300K over op de SNS en de ING SIG waarmee we [naam tussenpersoon] maandag kunnen betalen. Zal dit straks nog even aan [medeverdachte] mailen.
P.s. ik heb dus nog geen betalingen klaargezet voor SNS Europweg en BTW voor [naam medewerker Google] Benus…!! Dat moet maandag dan maar aangezien we het geld nu nodig hebben voor [naam tussenpersoon] …
Op 6 april 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [339] aan [naam medewerker Google] gestuurd waarin hij schrijft:
“Confirmation received on wire. Oddly it is 46,000 Euros less than invoiced.
Ihad confirmed many times the correct invoice amount. Awaiting reply from [medeverdachte] .”
Op 6 april 2009 heeft [naam tussenpersoon] een e-mailbericht [340] aan [naam medewerker Google] gestuurd waarin hij schrijft:
“£340,658. received to date and in bank. Just confirmed with HSBC.
Came in two parts: £50,000 (second part of advance per [bedrijvengroep verdachte] / [bedrijf tussenpersoon] contact) and
€ 290,658.00
Invoice Stated:
Energy Negotiations:
€ 873,290 = savings to [bedrijvengroep verdachte] @ 20% = € 174,658.
2-SLA's Eemshaven = £ 1,080,000 @20%= £216,000.
1-SLA Groningen = £203,000 @20% = €46,000 — this is what appears to be missing.”
Op 7 april 2009 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [341] aan [naam tussenpersoon] gestuurd waarin zij schrijft: “
Where is the misunderstanding? Herewith the invoice, the proof of payment
and the addendum three how we calculated it. Please help me out.”Zij stuurt Addendum Three [342] , de factuur ten bedrage van € 290.658,-- [343] en het bewijs van betaling [344] mee.
Op 8 april 2009 is door [bedrijf verdachte 2] BV een bedrag van € 290.658,-- overgemaakt naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] van de Bank of Bermuda, ten name van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd., [adres 1] Bermuda. [345]
Op 15 april 2009 heeft [naam tussenpersoon] een mailbericht [346] aan verdachte en medeverdachte [medeverdachte] gestuurd waarin hij schrijft:
“I am confirming thatI will see youat the hotel at 2 pm. Most likely [naam medewerker Google] will join us thereafter ashe wants to have some private time with you. (…).”
Op 19 mei 2009 heeft verdachte een mailbericht [347] aan [naam medewerker Google] gestuurd waarin hij schrijft:
“3) [medeverdachte] informed me about the issues with the transfer between Zernike and Eemshaven. The most difficult thing now is that the tenant of Eemshaven (Ordina) after informing us they would cooperate, now informs us that want 2 mio Euro for their move. it is blackmail, but it is what it is. I need to talk to you about it, what to do. Do not want to spend so much money on them, rather finda more practical solution, in which we both profit, not them. I will also call the head boss, but it is not moving in the right direction.”
Op 8 juli 2009 heeft [naam 23] een e-mailbericht [348] aan [medeverdachte] en [naam 20] gestuurd waarin hij onder meer schrijft: “
Indien het bod van Citadel ten derde male te laag is, hebben we dan geen juridische stok om [naam tussenpersoon] me te slaan? M.a.w. kunnen we dan niet melden: niet gepresteerd als broker dus contract ontbonden. Nu [naam tussenpersoon] en [naam medewerker Google] minder goed liggen.”
Op 8 juli 2009 heeft [naam 23] een e-mailbericht [349] aan [naam 20] gestuurd waarin hij schrijft:
“If datacenter niet verkocht voor december via [naam tussenpersoon] , dan ontbinding van zijn makelaarscontract.”
[bedrijf medewerker Google] :
Op 23 juni 2009 heeft verdachte een e-mailbericht [350] aan [naam 5] gestuurd, welk bericht hij heeft doorgestuurd aan [medeverdachte] [351] , waarin hij schrijft:
“(…)
Could you send this onto your principal, or inform him about this: (…)
1. I would like to agree on 20% of the savings of 1.700 000 euro = 340000 euro which is the usual brokers fee, see last time
2. There are really no savings on my end since I gave main tenant the 2 months free, but I can except this fee as a consultancy fee
3. I can only pay when all the paperwork is completed, contracts signed etc.[medeverdachte] is coordinating thisand will call you about that
4. You did inform me of someurgent transfer issues [352] , [353] I will pay 50'% of the fee as consultancy fee,but I need a real invoice(with consultancy fee in the name of SIG telehousing BV , I will give you adress etc. tomorrow) )and a bank account,I prefer to keep it in the Netherlands on a bank account in your companies name, I can set up for you, I can also wire it, your choice.
5. I can only pay when all invoices of G, including Busbar are paid, current cash flow issues
require that
6. Second 50% will be paid as per point 3
7. I will-call you tomorrow, sorry I stopped-thinking an hour ago
[verdachte] [354]
Op 19-06-09 14:21, [e-mail naam 5] < [e-mail naam 5] > schreef:
Dear Mr. [verdachte] ,
This shall serve as a follow up e-mail to check on the status of the wire transfer for [bedrijf medewerker Google]
Consulting in the amount of 650,000 Euro.
Please advise once this has been completed.
Thank you for your assistance in this matter.
Best regards,
[naam 5]
------Einde van doorgestuurd bericht”.
Op 24 juni 2009 heeft medeverdachte [medeverdachte] een e-mailbericht [355] aan [naam 5] gestuurd, met een cc aan verdachte en [naam 20] waarin zij het volgende schrijft:
“Dear [naam 5] ,
On behalf of [verdachte] and myself I would like to have the attention for the following
The amount will be paid in three installment
o First of € 170.000 immediate after [bedrijvengroep verdachte] has received an invoice
o Second of € 170.000 when all outstanding issues have been dealt with like: have all contracts signed by both parties, the services have been taken over by the tenant, the busbar is paid etc. etc.
o Third of € 60.000 three month after paying the second one.
We need to have proper invoiceswith wiring instructions. It was decided by both parties that we wire the money to a Dutch bank account.
The invoices should be send to
o [bedrijf verdachte 2] BV
o attn. [medeverdachte] ,
o [adres 2]
GRONINGEN (…)”
Op 24 juni 2009 heeft medeverdachte [medeverdachte] een e-mailbericht [356] aan [naam 5] gestuurd, met een cc aan verdachte en [naam 20] waarin zij het volgende schrijft:
“I just heard that I was not correct on the Dutch bank account matter. His was a proposal of [bedrijvengroep verdachte] , but wasnot decided by both parties. Could you let me know whether the Dutch bank account is possible for you?”
Op 25 juni 2009 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [357] met een viertal bijlagen aan [naam 20] gestuurd, waarin zij hem het volgende schrijft:
“ [naam 20] ,
Je moet me even helpen. Zoals je weet heb ik gisteren [naam 5] gemaildover die invoices van [naam medewerker Google]en de wiring instructions. Buiten het feit dat ze de verkeerde bedragen invult, stuurt ze een PDF die echt niet als invoice kan dienen. Dus ik heb er maar even gelijk drie (drie termijnen) voor haar gemaakt. De wiring instructions zoals ze die aan mij heeft gegeven heb ik maar op de invoice gezet.
Die invoice [verdachte] is dus van haar en die andere drie in Word heb ik gemaakt. Kan je het nakijken of het klopt en zo nodig aanpassen.? Als jij zo een invoice krijgt kan jij dan het geld overmaken?? lk heb de VAT er maar uit gehouden, want die noemt zij ook niet. lk hoop dat je het rond 12h00 aan mij terug kunt mailen, dan mail ik het weer naar [naam 5] toe.”
Bij voormeld e-mailbericht heeft [medeverdachte] de originele factuur van [naam 5] gevoegd [358] en drie door [medeverdachte] vervaardigde (concept) facturen [bedrijf medewerker Google] . [359]
In de document-eigenschappen van de drie (concept) facturen [bedrijf medewerker Google] is vastgesteld dat ze alle drie op 25 juni 2009 tussen 07:59 uur en 08:00 uur zijn opgemaakt en voor het laatst zijn gewijzigd door [medeverdachte] . [360]
Op 25 juni 2009 heeft [naam 5] een e-mailbericht [361] aan [medeverdachte] gestuurd, waarin zij drie facturen stuurt en [medeverdachte] bedankt voor haar assistentie bij deze kwestie. Hierop heeft [medeverdachte] gereageerd [362] door aan [naam 5] te schrijven dat de eerste factuur niet hoger kan zijn dan € 170.000,--, waarop [naam 5] heeft geschreven [363] dat haar was medegedeeld dat de afspraak zou zijn dat de eerste factuur € 200.000,-- zou zijn en de laatste € 30.000,--.
Hierop heeft [medeverdachte] op 25 juni 2009 het volgende e-mailbericht [364] aan [naam 5] gestuurd, met een cc aan verdachte: “
[verdachte] called me.They have decidedthat the first invoice will be paid according to your invoices. I will proceed the payment now”.
Op 25 juni 2009 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [365] met een drietal bijlagen aan [naam 20] gestuurd. Het onderwerp is “
betalingen [naam medewerker Google]” en [medeverdachte] schrijft [naam 20] het volgende:
“Zie vorige mail. Het wordt dus 200.000, 170.000 en 30.000, maar we mogen met die andere twee wel langer wachten. Kan jij hem in de betalingen nu zetten?”
Bij voormeld e-mailbericht heeft [medeverdachte] de volgende factuur van [bedrijf medewerker Google] Ltd, gericht aan [bedrijf verdachte 3] BV gevoegd:
Invoice 2001-1 dagtekening 25 juni 2009 bedrag € 200.000,--; [366]
Invoice 2001-2 dagtekening 25 juli 2009 bedrag € 170.000,--; [367]
Invoice 2001-3 dagtekening 25 oktober 2009 bedrag € 30.000,--. [368]
Op 29 juni 2009 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [369] aan [naam 20] gestuurd met als onderwerp
hoe staat het met de betalingen van [naam medewerker Google] ?”.
Op 29 juni 2009 is € 200.000,- door [bedrijf verdachte 2] BV overgemaakt op de bankrekening van [bedrijf medewerker Google] Ltd. bij de PNC bank, rekeningnummer [rekeningnummer 2] . [370]
Op 30 juni 2009 heeft [naam 19] een e-mailbericht [371] aan [naam 15] (medewerker van de financiële afdeling van [bedrijvengroep verdachte] ), met een cc aan [naam 20] , gestuurd, waarin hij schrijft:
“(…) Advieskosten [naam medewerker Google] 200
Laatste post is een afspraak tussen [verdachte] en [naam medewerker Google] van Google.
[naam medewerker Google] gaat bemiddelentussen ons en andere partijen over openstaande punten m.b.t. de Datacenters (verkoop Busbar, verhuiskosten OPrdina etc..)
[naam medewerker Google] heeft gistermiddag in opdracht van [verdachte] / [medeverdachte] reeds 200K ontvangenen krijgt als de punten zijn opgelost nogmaals dit bedrag.” [372]
Op 11 augustus 2009 heeft [naam 5] een e-mailbericht [373] aan [medeverdachte] gestuurd met als tekst: “
I am forwarding a copy of e-mail I received.” Het doorgestuurde bericht is een e-mailbericht d.d. 7 augustus 2009 [374] van verdachte aan [naam medewerker Google] , met cc aan [medeverdachte] met als onderwerp “
patience is wearing”.Hierop heeft [medeverdachte] op 11 augustus 2009 als volgt gereageerd [375] :
“ [verdachte] has contacted me on his. But it does not say that there should be a payment today. I cannot do anything before I get the comments on he drafts. I will be in he office Monday the 17th.Than I ca check what was decided uponbetween parties. I will get back to you asap”.Waarop [naam 5] op 17 augustus 2009 aan [medeverdachte] schrijft [376] :
Our third partyhas asked meto check on the status of this matter with the wire transfer. We need to know that the wire transfer is going to be handled immediately on Monday. Please advise”.
Op 18 augustus 2009 heeft [naam 5] een e-mailbericht [377] aan [medeverdachte] , met een cc aan verdachte, gestuurd met als tekst:
“This is to advise you that every attempt has been made to secure payment for [bedrijf medewerker Google]
Consulting in the amount of One Hundred Seventy Thousand Euros (170,000.00 euro). To
date said payment has not been received andthe third party has grown impatientand has
advised thatif this matter is not resolved by Tuesday, August 18, 2009 this could be very
detrimental to [bedrijvengroep verdachte] .
The Principalhas advised me that they are in a position to make [bedrijvengroep verdachte] a favorable amount of
money in the amount of Fifty Thousand Euro (50,000.00 euro) per month. The Principal
will be in town on Tuesday.”
Hierop heeft [medeverdachte] op 18 augustus 2009, met een cc aan verdachte, als volgt gereageerd [378] :
“(…) There will be a telephone callbetween [verdachte] and the third partytoday.
Hopefully the other party can send his comments on the draft agreement and addendum. As I heard just now Duocast has vacated Eemshaven so the busbar can be paid now by Evolved.”
Op 19 augustus 2009 heeft [naam 5] een e-mailbericht [379] aan [medeverdachte] , met een cc aan verdachte, gestuurd met als tekst: “
This is to advise you thatthe third party has just spoken with Mr. [verdachte] regarding payment to [bedrijf medewerker Google]and was told that half of the One Hundred Seventy Thousand Euro (170,000.00) would be paid at this time and the wire transfer will be processed in the amount of Eighty Five Thousand Euro (85,000.00) on Thursday, August 20, 2009.”
Hierop heeft verdachte op 19 augustus 2009 een e-mailbericht [380] aan [naam 5] gestuurd met als tekst: “
I have spoken with TPand I told him that I would inform [medeverdachte] tomorrow about this proposal and will get back to him tomorrow about a workable solution.”, waarop [naam 5] op 20 augustus 2009 in een e-mailbericht [381] als volgt in de richting van verdachte, met een cc aan [medeverdachte] , heeft gereageerd:
“The outstanding balance is Two Hundred Thousand Euro (200;000 euro). The agreeable solution with thethird partywas to pay one-half of the One Hundred Seventy Thousand Euro (170,000.00) which is owed on [bedrijf medewerker Google] invoice 2001-2.Third Party is expecting the amount of Eighty Five Thousand Euro (85,000.00 euro) to be wired today,Thursday, August 20, 2009. Once this payment has been completed there will be a remaining balance of One Hundred Fifteen Thousand Euro (115,000.00 euro).
Third Partywill discuss the remaining issues with you when in town next week.
Please advise as soon as possible once the wire transfer is complete.”
Waarop [medeverdachte] op 20 augustus 2009 het volgende e-mailbericht [382] aan [naam 5] en verdachte stuurt:
“Thanks for your mail. As you know i am currently out of the country and cannot talk to my [bedrijvengroep verdachte] collegues. I have spoken to [verdachte] , but we have some procedures in the company which i have to follow. Monday i am back in the office and can than talk to my collegues.We will see the third party on Tuesday and than decide what to do.”
Ontmoeting op 25 augustus 2009 in Amsterdam
Op 17 augustus 2009 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [383] aan verdachte, met een cc aan [medeverdachte] gestuurd, gestuurd met als tekst:
“ [verdachte] , we need to talk as soon as possible like tonight.I will be there Tuesday.”
In de outlookagenda van verdachte staat bij dinsdag 25 augustus 2009, 18:00 uur een afspraak voor [verdachte] en [medeverdachte] : Renaissance Hotel, Kattegat 1 in Amsterdam met [naam medewerker Google] . [384]
(Het onderwerp is: SvB/RS: Telehouse Eemsdelta re Google
with [naam medewerker Google]). In de detailgegevens van deze agendamutatie is te zien dat [medeverdachte] de organisator is van deze afspraak en dat [verdachte] verplichte deelnemer is. Uit de detailgegevens kan worden opgemaakt dat de volgende onderwerpen besproken zullen worden:
-items to discuss:
*Addendum 3: Thrd party area, Site Operations and y Change tc G4S;
* [bedrijvengroep verdachte] Payments;
*Sale of NL Data Centers:
*Irisch Data Center Pojct.
In de outlookagende is een reactie geplaatst onder meer inhoudende: “
I am stunned that you have not yet executed what [verdachte] and I agreed to.
That wil occur today correct?Looking forward to seeing you tomorrow.”
Betaling € 100.000,--
In de in beslag genomen administratie tijdens de doorzoeking in de woning van verdachten is een notitieboekje aangetroffen, waarin, onder meer, het volgende staat:
" [naam 21] : 1 sept 2009
[naam 20] -> geld [naam medewerker Google] " [385]
Op 1 september 2009 heeft [naam 19] een e-mailbericht [386] aan [naam 15] gestuurd, met een cc aan [naam 20] , waarin hij het volgende schrijft:
“Verder hebben we dus geld ontvangen van Google (1.1 min).
Afspraak tussen [verdachte] en [naam medewerker Google] (van Google) dat hij 100K ontvangt vanwege bemiddeling hiervoor.
Kun je terugkoppelen of dit formeel akkoord is ?
Dan kunnen we dit z.s.m. overmaken.....”.
Op 1 september 2009 is op naam van [bedrijf verdachte 2] BV, in de vorm van een “advance paymant” € 100.000,-- overgemaakt naar de bankrekening van [bedrijf medewerker Google] bij de PNC bank. [387]
Op 12 september 2009 heeft [naam 5] een e-mailbericht [388] aan [medeverdachte] gestuurd met als bijlage een (herziene) factuur d.d. 25 oktober 2009 van [bedrijf medewerker Google] Ltd gericht aan [bedrijf verdachte 2] BV met als omschrijving “Consultancy fee Telehouse Eemshouse part 3” ten bedrage van € 100.000,-. [389] [390]
Op 5 maart 2010 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [391] aan [medeverdachte] , met cc aan [naam 3] , gestuurd, waarin hij schrijft:

I was informed by [bedrijf medewerker Google] (Ms. [naam 5] ) that the wire you sent was to PNC a former bank of [bedrijf medewerker Google] .
Given her time restraintsshe asked me to facilitate resolution of this matter.
Please see email below for explanation of last wire sent.
[bedrijf medewerker Google] 's current bank (M &T Bank) will be contacting you inference to current wire instructions and invoice. I do know that the previous invoice amount was sent was sent to M &T.Ms. [naam 3] is the contact personfor [bedrijf medewerker Google] at M & T Bank(…)
If you have any questions for me please dont hesitate to call or email, my assistance is alway available to you”
Op 5 maart 2010 heeft [naam medewerker Google] een e-mailbericht [392] aan [naam 3] gestuurd waarin hij schrijft: “
try this one” en als bijlage een factuur d.d. 4 maart 2010 heeft gevoegd van [bedrijf medewerker Google] Ltd gericht aan [bedrijf verdachte 2] BV met als omschrijving “Consultancy fee Telehouse Eemshouse final bill” ten bedrage van € 120.000,-. [393]
Op 8 maart 2010 heeft [medeverdachte] een e-mailbericht [394] aan [naam medewerker Google] gestuurd, met een cc aan [naam 5] , [naam 3] en [naam 20] , waarin zij schrijft:

We expect the money to bounce. If we receive it back we will wire the money to the bank account that [naam 3] provided us. For your information: The amount will be € 100.000 and not € 120.000. The total amount was € 400.000
1/7/2009 € 200.000
10/9/2009 € 100.000
And last week € 100.000
I will keep you posted what happens”.
Op 26 maart 2010 is op naam van [bedrijf verdachte 2] BV een bedrag van € 100.000,-- overgemaakt naar de bankrekening van [bedrijf medewerker Google] bij de M&T bank. [395]
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
Facturen [naam tussenpersoon] / [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd:
In de periode 3 oktober 2008 tot en met 8 april 2009 is door aan [bedrijvengroep verdachte] gelieerde rechtspersonen in totaal € 997.887,-- overgemaakt naar verschillende bankrekeningen ten name van [naam tussenpersoon] en/of [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. (hierna: [bedrijf tussenpersoon] ). [396]
Overzicht:
DOC
Datum
Bankrekening
Begunstigde
Bedrag
DOC -003, 1/17
3 oktober 2008
Rabo [rekeningnummer 3]
[bedrijf verdachte 5] B.V.
[naam tussenpersoon] :
Bank of America [rekeningnummer 4]
€ 7.229,--
DOC -003, 2/17
23 oktober 2008
Rabo [rekeningnummer 3]
[bedrijf verdachte 5] B.V.
[bedrijf tussenpersoon] : Bank of America
[rekeningnummer 5]
€ 300.000,--
DOC -003, 3 +4/17
30 oktober 2008
Rabo [rekeningnummer 3]
[bedrijf verdachte 5] B.V.
[bedrijf tussenpersoon] : Bank of America
[rekeningnummer 5]
€ 300.000,--
DOC -003, 5/17
16 december 2008
Rabo [rekeningnummer 8]
[bedrijvengroep verdachte] P.P. B.V.
[bedrijf tussenpersoon] : Bank of America
[rekeningnummer 6]
€ 50.000,--
DOC -003, 6/17
30 januari 2009
Rabo [rekeningnummer 9]
[bedrijf verdachte 1] S.E.
[bedrijf tussenpersoon] : Bank of America
[rekeningnummer 6]
€ 50.000,--
DOC -003, 7/17
8 april 2009
ABN [rekeningnummer 10]
[bedrijvengroep verdachte] Exploitatie
[bedrijf tussenpersoon] : Bank of Bermuda
[rekeningnummer 7]
€ 290.658,--
Totaal
€ 997.887,--
Ten aanzien van gedachtestreepje nummer 1, Invoice van 1 oktober 2008 [397] :
Deze factuur is van [naam tussenpersoon] en gericht aan [bedrijf verdachte 1] .
De factuur kent een factuurbedrag van $ 10.000,-- en heeft als omschrijving "For Consulting services august/september 2008 per Consultantancy/Broker Agreement".
De betaling van de factuur (1102008) heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2008 door [bedrijf verdachte 5] B.V.
Ten aanzien van gedachtestreepje nummer 2, Invoice van 20 oktober 2008 [398] :
Deze factuur is van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. en gericht aan [bedrijf verdachte 1] . De factuur kent een factuurbedrag van € 300.000 en heeft als omschrijving "For Consultantcy/Broker Services".
De factuur (011008) is op 23 oktober 2008 betaald door [bedrijf verdachte 5] B.V.
Ten aanzien van gedachtestreepje nummer 3, Invoice van 1 november 2008 [399] :
Deze factuur is van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. en gericht aan [bedrijf verdachte 1] .
De factuur kent een factuurbedrag van € 300.000 en heeft als omschrijving "For Consultantcy/Broker Services".
De factuur is op 30 oktober 2008 betaald door [bedrijf verdachte 5] B.V.
Ten aanzien van gedachtestreepje nummer 4, Invoice van 11 december 2008 [400] :
Deze factuur is van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. en gericht aan [bedrijf verdachte 1] . De factuur kent een factuurbedrag van € 50.000 en heeft de volgende omschrijving "For Consultant/Broker Services" aangevuld met de volgende tekst: "Per new letter contract dated 11 December 2008 for datacenter support services provided in support of [bedrijvengroep verdachte] Groningen facility".
De factuur is op 16 december 2008 betaald door [bedrijf verdachte 4] B.V.
Ten aanzien van gedachtestreepje nummer 5, Invoice van 16 januari 2009 [401] :
Deze factuur is van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. en gericht aan [bedrijf verdachte 1] . De kent een factuurbedrag van € 50.000 en betreft de tweede factuur in het kader van paragraaf 7 van de broker-overeenkomst van 11 december 2008 (DOC-050A).
De factuur is op 30 januari 2009 betaald door [bedrijf verdachte 1] SE.
Ten aanzien van gedachtestreepje nummer 6, Invoice [naam tussenpersoon] feb 09.pdf. (9 februari 2009) [402] :
Dit betreft een factuur van 9 februari 2009 van [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd. aan [bedrijf verdachte 2] B.V. met een factuurbedrag van € 290.658. Op de factuur wordt bij "Description" het volgende weergegeven: For Consultantcy/Broker services per agreement dated december 11, 2008 Commissions Paragraph (8).”
De factuur is op 8 april 2009 door [bedrijf verdachte 2] B.V. betaald.
Alle 6 facturen van [naam tussenpersoon] / [bedrijf tussenpersoon] zijn in het boekhoudprogramma Exact geboekt
op de grootboekrekening 4304; Other Advisors;
Alle 6 facturen van [naam tussenpersoon] / [bedrijf tussenpersoon] zijn echter op verschillende kostenplaatsen
geboekt van de betreffende [bedrijvengroep verdachte] -entiteit waarop de boeking heeft plaatsgevonden. [403]
De kostenplaatsen waarop is geboekt zijn:
0101 : Executive;
0200 : Internationaal algemeen;
0301 : Finance & Control;
1521 : Pyramids algemeen;
1742 : Datahotel Groningen;
1744 : Datahotel Groningen;
001CC001 : Default Cost center.
Facturen [bedrijf medewerker Google] Ltd:
In de periode 29 juni 2009 tot en met 26 maart 2010 is door [bedrijf verdachte 2] B.V. in totaal € 400.00 (exclusief 120 euro bankkosten/koersverschillen) overgemaakt naar twee bankrekeningen ten name van [bedrijf medewerker Google] Ltd. [404]
DOC
Datum
Bankrekening
Begunstigde
Bedrag
DOC -003, 8/17
29 juni 2009
ABN [rekeningnummer 10]
[bedrijvengroep verdachte] Exploitatie
[bedrijf medewerker Google] : PNC Bank
[rekeningnummer 2]
€ 200.000,--
DOC -003, 9/17
1 september 2009
ABN [rekeningnummer 10]
[bedrijvengroep verdachte] Exploitatie
[bedrijf medewerker Google] : PNC Bank
[rekeningnummer 2]
€ 100.000,--
DOC-003, 17/17
26 maart 2010
ABN [rekeningnummer 10]
[bedrijvengroep verdachte] Exploitatie
[bedrijf medewerker Google] : M&T Bank
[rekeningnummer 11]
€ 100.000,--
Totaal
€ 400.000,--
Ten aanzien van gedachtestreepjes nummer 8, 9, 10 en 11:
In de administratie van [bedrijf verdachte 3] B.V. en [bedrijf verdachte 2] B.V. is met betrekking tot de facturen [bedrijf medewerker Google] het volgende vastgesteld [405] .
In de administratie zijn vier facturen van [bedrijf medewerker Google] Ltd gericht aan [bedrijf verdachte 2] B.V. aangetroffen met factuurbedragen van:
- € 200.000,--, gedateerd 25 juni 2009, PNC Bank [406] (gedachtestreepje nummer 8);
- € 170.000,--, gedateerd 25 juli 2009, PNC Bank [407] (gedachtestreepje nummer 9);
- € 30.000,--, gedateerd 25 oktober 2009; PNC Bank [408] (gedachtestreepje nummer 10);
- € 120.000,--, gedateerd 4 maart 2010, M&T Bank [409] (gedachtestreepje nummer 11).
Op 29 juni 2009 is door [bedrijf verdachte 2] B.V. een bedrag van € 200.000,-- aan [bedrijf medewerker Google] Ltd. betaald. [410]
Op 1 september 2009 is door [bedrijf verdachte 2] B.V. een bedrag van
€ 100.000,-- aan [bedrijf medewerker Google] Ltd. betaald. [411]
Op 26 september 2010 is door [bedrijf verdachte 2] B.V. een bedrag van
€ 100.000,-- aan [bedrijf medewerker Google] Ltd. betaald. [412]
In totaal is door [bedrijf verdachte 2] B.V. € 400.000 overgemaakt naar twee
verschillende bankrekeningen van [bedrijf medewerker Google] .
De 4 facturen van [bedrijf medewerker Google] Ltd. zijn in het boekhoudprogramma Exact in eerste
instantie geboekt op tussenrekening 160801; nog te betalen bedragen, onder kostenplaats
1744 en 1745 (Datahotel Groningen en Eemshaven).
Op 30 juni 2009 heeft er een overboeking van € 400.000 plaatsgevonden van de
tussenrekening 160801 naar grootboekrekening 4304; Other Advisors. [413]
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten:
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op grond van bovenstaande uiteenzetting van de inhoud van de zich in het dossier bevindende documenten alsmede de verklaring van getuige [naam 5] is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van getuigen [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] dermate worden ondersteund dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 ten laste gelegde omkoping van Google-medewerker [naam medewerker Google] .
Verdachte heeft [naam medewerker Google] giften gedaan, omdat hij iets van hem gedaan hoopte te krijgen dan wel gedaan heeft gekregen, te weten dat diens werkgever Google de datacenters zou kopen dan wel een zo gunstig mogelijk huurcontract met betrekking tot deze datacenters met [bedrijvengroep verdachte] zou afsluiten, boetes zou kwijtschelden en energierekeningen zou verlagen.
Verdachte heeft daarbij redelijkerwijs moeten aannemen dat [naam medewerker Google] de door verdachte gedane giften in strijd met de goede trouw tegenover zijn werkgever zou verzwijgen. Op het moment dat verdachte deze giften heeft gedaan, heeft hij moeten voorzien dat [naam medewerker Google] hiervan bij zijn werkgever geen melding zou maken. Mede gelet op de omvang van deze giften en de aard van zijn gedragingen moet dit voor hem onmiskenbaar duidelijk zijn geweest.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het vereiste opzet in het bijzonder dat verdachte in een geraffineerde bewuste en nauwe samenwerking met [naam medewerker Google] , [naam tussenpersoon] en de twee overzeese vennootschappen ( [bedrijf medewerker Google] Ltd en [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd) een constructie heeft opgezet waarlangs hij [naam medewerker Google] in staat stelde gelden te ontvangen van [bedrijvengroep verdachte] buiten diens werkgever Google om, als beloning voor het bewerkstelligen van rechtshandelingen in het voordeel van [bedrijvengroep verdachte] .
Medeverdachte [medeverdachte] is weliswaar niet de initiator van de constructie tot omkoping geweest, maar heeft naar het oordeel van de rechtbank gelet op de hierboven weergegeven bewijsmiddelen wel degelijk in een nauwe en bewuste samenwerking met verdachte de betalingsconstructie gefaciliteerd. Vanaf het moment dat zij instroomde heeft zij de volledige financiële dienstverlening op zich genomen en de betalingsconstructie optimaal gefaciliteerd. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met medeverdachte [medeverdachte] heeft gehandeld.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van de ten laste gelegde gift d.d. 26 maart 2010 nu deze is gedaan na afloop van het dienstverband van [naam medewerker Google] bij Google en derhalve niet valt onder de op artikel 328ter Sr toegesneden tenlastelegging.
Teneinde de omkopingshandelingen die (in de niet-verjaarde periode) gedurende zeven maanden hebben plaatsgevonden van een legitiem voorkomende grondslag te voorzien, heeft verdachte bovendien facturen op laten nemen in de administratie van [bedrijf verdachte 1] SE, [bedrijf verdachte 5] B.V., [bedrijf verdachte 3] B.V., [bedrijf verdachte 4] B.V. en [bedrijf verdachte 2] B.V., terwijl hij wist dat [naam tussenpersoon] daartegenover geen reële werkzaamheden stelde dan wel verrichtte. Wat er nog zij van de afwijkende wijze van administreren van de betreffende facturen, zijn deze facturen reeds om voornoemde reden in strijd met de waarheid opgesteld en daarmee valselijk opgemaakt.
De rechtbank acht verdachte voorts schuldig aan de verhulling van (de aard van) de door [naam medewerker Google] uit misdrijf afkomstige – dat wil zeggen de uit omkoping door verdachte verkregen – gelden. De verhulling heeft bestaan uit de constructie waarmee betalingen op grond van valse facturen werden verricht, aan rechtspersonen bovendien op de Bahama’s respectievelijk – via [naam tussenpersoon] – het Gemenebest Dominica, in plaats van direct aan Google-medewerker [naam medewerker Google] , waarbij de rechtbank deze betalingsconstructie beziet in het licht van het mailverkeer in indirecte bewoordingen en steeds per adres anders dan [naam medewerker Google] ’s Google-account.
Voor alle redengevende bevindingen die tot voormelde slotsom leiden heeft verdachte noch medeverdachte [medeverdachte] naar het oordeel van de rechtbank een redelijke verklaring gegeven die de redengevendheid zou kunnen ontzenuwen.
Integendeel. [naam tussenpersoon] heeft expliciet weersproken dat hij werkzaamheden voor [bedrijvengroep verdachte] heeft verricht. Ter terechtzitting hebben verdachten daarop verklaard dat [naam tussenpersoon] als tussenpersoon voor [bedrijvengroep verdachte] wel degelijk feitelijke werkzaamheden heeft verricht. Zij zijn er echter, ook na kennisneming van alle stukken uit de dataroom, niet in geslaagd dit nader en afdoende te onderbouwen.
Verder heeft verdachte verklaard dat de vaststelling van de vergoeding van [naam tussenpersoon] intern moet zijn afgestemd en ook langs de juridische afdeling is gegaan, maar dit is evenmin nader onderbouwd.
Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij niet heeft geweten dat de vergoeding van [naam tussenpersoon] werd overgemaakt naar bankrekeningen van bedrijven op Dominica en de Bahama’s en dat hij zich niet met de betalingen heeft bemoeid. Dit wordt door de inhoud van de bewijsmiddelen zoals hiervoor uiteengezet echter onmiskenbaar weersproken.
Verder hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte] ter terechtzitting verklaard dat zij in de veronderstelling verkeerden dat [bedrijf medewerker Google] het bedrijf van [naam tussenpersoon] was en dat [naam 5] diens secretaresse was en heeft medeverdachte [medeverdachte] verklaard dat zij zich in de
e-mailberichten met betrekking tot [bedrijf medewerker Google] telkens heeft vergist, als zij over [naam medewerker Google] spreekt. De rechtbank acht deze verklaring, in het licht van voornoemde bewijsmiddelen, ongeloofwaardig.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde.
[bedrijf 2] voor de busbar: vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 3 ten laste is gelegd voor wat betreft de betaling van [bedrijf 2] voor de busbar. Op basis van hetgeen de officier van justitie naar voren heeft gebracht heeft de rechtbank onvoldoende de overtuiging gekregen dat verdachte de bedoeling had om op deze wijze een betaling aan [naam medewerker Google] te doen. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit:
De rechtbank overweegt dat de constructie waarlangs verdachten [verdachte] en [medeverdachte] in samenwerking met [naam medewerker Google] , [naam tussenpersoon] en de overzeese vennootschappen gedurende een substantiële periode de omkoping van [naam medewerker Google] en het medeplegen van witwassen van de mede door hem uit (passieve) omkoping verkregen gelden mogelijk hebben gemaakt, strikt genomen zodanig zou kunnen worden ontleed, dat aan de jurisprudentiële eisen voor een bewezenverklaring van (deelname aan) een criminele organisatie wordt voldaan.
De som der delen leidt naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak echter nog niet tot die kwalificatie. Er is weliswaar sprake is van illegale activiteiten waartoe een zekere structuur is opgezet, zoals thans bewezen is geacht, maar die structuur maakt deel uit van een overigens relatief omvangrijke legale bedrijfsvoering waarbij deze bedrijfsvoering niet is gebruikt met het oogmerk om als dekmantel voor die illegale praktijken te dienen; een situatie waarop de ratio achter de strafbaarstelling van 140 Sr veeleer ziet en waarin een criminele organisatie kan worden aangenomen ondanks dat die organisatie tevens een legale doelstelling zou hebben. De onderhavige zaak onderscheidt zich naar het oordeel van de rechtbank aldus van een zodanige situatie.
De rechtbank beschouwt het onderhavige feitencomplex veeleer als een samenstel van strafbare feiten in vereniging gepleegd in plaats van dat het samenwerkingsverband daartoe voorop staat op de wijze zoals is beoogd met artikel 140 Sr. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
Hij, in de periode van 8 april 2009 tot en met 3 november 2009, in Nederland en in de Verenigde Staten van Amerika, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en rechtspersonen, meermalen, aan [naam medewerker Google] die, anders dan als ambtenaar, als 'strategic negotiator' werkzaam was in dienstbetrekking bij Google Inc., naar aanleiding van hetgeen [naam medewerker Google] in zijn betrekking heeft gedaan en/of heeft nagelaten dan wel zou doen en/of zou nalaten, giften heeft gedaan van die aard en/of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moest aannemen dat [naam medewerker Google] de giften in strijd met de goede trouw zou verzwijgen tegenover zijn werkgever Google Inc., welke giften hebben bestaan uit:
- 6. Een betaling van EUR 290.658 van [bedrijf verdachte 2] B.V.
aan [bedrijf tussenpersoon] B.V. gedaan op 8 april 2009; en
- 8. Een betaling van EUR 200.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V.
aan [bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 29 juni 2009; en
- 9. Een betaling van EUR 100.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V. aan
[bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 1 september 2009);
2.
Hij, in de periode van 1 oktober 2008 tot en met heden, in Nederland, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en rechtspersonen meermalen, de bedrijfsadministraties van [bedrijf verdachte 5] B.V. en [bedrijf verdachte 4] B.V. en [bedrijf verdachte 2] B.V. en [bedrijf verdachte 3] B.V. en [bedrijf verdachte 1] SE,
- zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken, zulk (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en door een of meer anderen te doen gebruiken, immers heeft hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met zijn medeverdachten,
A: Valse facturen
- valse kostenfacturen in die bedrijfzadministraties opgenomen en/of doen opnemen, waaronder:
[naam tussenpersoon]
- 1. Een factuur afkomstig van [naam tussenpersoon] en gericht aan [bedrijf verdachte 1] SE
gedateerd 1 oktober 2008 en
[bedrijf tussenpersoon] Ltd
- 2. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 1]
SE gedateerd 20 oktober 2008; en
- 3. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 1]
SE gedateerd 1 november 2008; en
- 4. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 1]
SE gedateerd 11 december 2008; en
- 5. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 1]
SE gedateerd 16 januari 2009; en
- 6. Een factuur afkomstig van [bedrijf tussenpersoon] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
B.V. gedateerd 9 februari 2009; en
[bedrijf medewerker Google] Ltd
- 8.Een factuur afkomstig van [bedrijf medewerker Google] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
B.V. gedateerd 25 juni 2009; en
- 9. Een factuur afkomstig van [bedrijf medewerker Google] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
B.V. gedateerd 25 juli 2009; en
- 10. Een factuur afkomstig van [bedrijf medewerker Google] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
B.V. gedateerd 25 oktober 2009 en
- 11. Een factuur afkomstig van [bedrijf medewerker Google] Ltd en gericht aan [bedrijf verdachte 2]
B.V. gedateerd 4 maart 2010,
waarop in strijd met de waarheid was vermeld, dat er door [naam tussenpersoon] en/of [bedrijf tussenpersoon] Ltd en/of [bedrijf medewerker Google] Ltd een of meer diensten was/waren verricht;
en
B: Valse boekingen
- in strijd met de waarheid op
- grootboekrekening 4304 (Other Advisors); en
- grootboekrekening 4400 (Nonrecurring items); en
- tussenrekening 160801 (Nog te betalen); en
- kostenplaats 0101 (Executive); en
- kostenplaats 0200 (Internationaal algemeen); en
- kostenplaats 0301 (Finance & Control); en
- kostenplaats 1521 (Pyramids algemeen); en
- kostenplaats 1742 (Datahotel Groningen); en
- kostenplaats 1744 (Datahotel Groningen); en
- kostenplaats 1745 (Datahotel Eemshaven); en
- kostenplaats 001CC001 (Default Cost Center),
(advies)kosten geboekt en/of doen boeken, op basis van een of meer van de hiervoor omschreven valse kostenfacturen waarop in strijd met de waarheid was vermeld dat er door [naam tussenpersoon] en/of [bedrijf tussenpersoon] Ltd en/of [bedrijf medewerker Google] Ltd een of meer dienst(en) was/waren verricht;
3.
Hij, in de periode van 3 oktober 2008 tot en met 26 maart 2010, in Nederland en in de Verenigde Staten van Amerika, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en rechtspersonen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, hierin bestaande dat hij, verdachte, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachten, (telkens) krachtens die gewoonte, van geldbedragen tot een bedrag van EUR 1.697.887, bestaande uit:
- 1. Een betaling van EUR 7.229 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [naam tussenpersoon] gedaan
op 3 oktober 2008; en
- 2. Een betaling van EUR 300.000 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]
Ltd gedaan op 23 oktober 2008; en
- 3. Een betaling van EUR 300.000 van [bedrijf verdachte 5] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]
Ltd gedaan op 30 oktober 2008: en
- 4. Een betaling van EUR 50.000 van [bedrijf verdachte 4] B.V. aan [bedrijf tussenpersoon]
Ltd gedaan op 16 december 2008; en/of
- 5. Een betaling van EUR 50.000 van [bedrijf verdachte 1] SE aan [bedrijf tussenpersoon] Ltd
gedaan op 30 januari 2009 (vindplaats: DOC-003, 6/17); en/of
- 6. Een betaling van EUR 290.658 van [bedrijf verdachte 2] B.V. aan
[bedrijf tussenpersoon] B.V. gedaan op 8 april 2009; en
- 8. Een betaling van EUR 200.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V.
aan [bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 29 juni 2009; en
- 9. Een betaling van EUR 100.000 van [bedrijf verdachte 2] B.V. aan
[bedrijf medewerker Google] Ltd gedaan op 1 september 2009; en
de werkelijke aard heeft verhuld, en heeft verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerpen was, door toen en daar (telkens) opzettelijk, voor te wenden dat die betalingen waren gedaan naar aanleiding van (een) door [naam tussenpersoon] en/of [bedrijf tussenpersoon] Ltd en/of [bedrijf medewerker Google] Ltd verrichte dienst(en), terwijl hij, verdachte, en zijn medeverdachten telkens wisten, dat die geldbedragen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 225, 328ter en 420ter Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van het aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam is in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift doen, van dien aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze de gift in strijd met de goede trouw zal verzwijgen tegenover zijn werkgever, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
feit 3:
het misdrijf:
medeplegen van gewoontewitwassen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met medeverdachte [medeverdachte] schuldig gemaakt aan het actief omkopen van een medewerker van Google in de periode van 8 april 2009 tot en met 3 november 2009. De hieraan voorafgaande omkoping is inmiddels verjaard en in de periode hierna was deze medewerker niet meer in dienst bij Google.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] hebben in de bewezenverklaarde periode in totaal een bedrag van € 590.658,-- aan steekpenningen betaald om de verkoop van de datacenters van [bedrijvengroep verdachte] in Groningen en Eemshaven aan Google te bewerkstelligen dan wel een zo gunstig mogelijk huurcontract van deze datacenters alsmede kwijtschelding van boetes en verlaging van energierekeningen bij Google voor elkaar te krijgen. Verdachte heeft daarbij het initiatief genomen tot de omkopingsconstructie.
Deze smeergeldbetalingen, als ook de verjaarde smeergeldbetalingen, zijn verborgen en verhuld in de bedrijfsadministraties van de verschillende [bedrijvengroep verdachte] vennootschappen door het gebruik van valse kostenfacturen en valse boekingen. Hiermee hebben zij zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift. Verder zijn de door de medewerker van Google verkregen steekpenningen verhuld door een betalingsconstructie waarbij de betalingen op grond van valse facturen werden verricht aan rechtspersonen op de Bahama’s en het Gemenebest Dominica, in plaats van direct aan de Google-medewerker. Hiermee hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zich ook schuldig gemaakt aan het witwassen van de steekpenningen.
De doelstelling van de strafbaarstellling van niet-ambtelijke omkoping betreft primair het beschermen van de zuiverheid van de dienstbetrekking, oftewel het vertrouwen dat een werkgever in zijn werknemer moet kunnen stellen. Door de omkoping is het vertrouwen dat Google in diens werknemer had gesteld ernstig geschaad. Hierdoor wordt ook de publieke moraal aangetast.
Een andere meer ondergeschikte, maar in dit geval zeer relevante, doelstelling is de bescherming van de concurrentieverhoudingen tussen economische partijen, oftewel de eerlijke handel. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] hebben door hun handelwijze op een oneerlijke wijze handel gedreven. Daarmee hebben zij het aanzien van het Nederlandse bedrijfsleven en het vertrouwen dat de maatschappij in de integriteit van ondernemingen mag stellen, geschaad. Dit ondermijnt het (internationaal) economisch handelsverkeer en kan juist verdachten, gelet op de positie die zij in dat handelsverkeer innamen, worden aangerekend.
De rechtbank neemt bij de strafoplegging verder in aanmerking dat door verdachte en medeverdachte [medeverdachte] op een dusdanig geraffineerde wijze is gehandeld dat ontdekking nagenoeg uitgesloten was, en dat zij ook nadat de getuigen [naam medewerker Google] en [naam tussenpersoon] in de Amerikaanse strafrechtelijke procedure een ‘guilty plea’ hadden ingediend, geen openheid van zaken hebben gegeven en daarmee niet hun verantwoordelijkheid voor hun strafbare handelen hebben genomen. De rechtbank rekent dit hun aan temeer nu verdachte zich in het verleden in de media als integere vastgoedhandelaar, het geweten van de vastgoedbranche,
heeft geprofileerd en ook ter terechtzitting heeft verklaard dat hij voor transparantie is.
Zonder iets te willen afdoen aan de ernst van de feiten speelt in strafmatigende zin echter mee dat niet is gebleken dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] hebben gehandeld vanwege een direct eigen persoonlijk financieel gewin. Ten tijde van de ten laste gelegde periode stond [bedrijvengroep verdachte] namelijk ten gevolge van de kredietcrisis, die op dat moment op het hoogtepunt verkeerde, op de rand van het faillissement en lijken zij veeleer te hebben gehandeld met als doel hun bedrijf en de daarmee gemoeide werkgelegenheid te redden.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging acht geslagen op de justitiële documentatie van verdachte d.d. 17 oktober 2016 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld.
De hoogte van de op te leggen straf dient verder te worden bezien tegen de achtergrond dat de strafbedreiging op omkoping tot 1 april 2010 maximaal één jaar gevangenisstraf bedroeg. Met ingang van 1 april 2010 is de maximum straf verhoogd naar twee jaar gevangenisstraf en sinds 1 januari 2015 bedraagt de strafbedreiging op omkoping vier jaar gevangenisstraf. De verhoging van de strafbedreiging is mede ingegeven doordat de wetgever de afgelopen jaren meer gewicht is gaan toekennen aan integer handelen en de noodzaak in de pas te blijven lopen met internationale regelgeving op het gebied van anti-corruptie. De rechtbank zal echter gelet op de eisen van een voorzienbare strafbedreiging aansluiting zoeken bij de wijze waarop de wetgever blijkens de in de bewezenverklaarde pleegperiode (voor 1 april 2010) geldende strafmaximum van één jaar gevangenisstraf, aankeek tegen actieve niet-ambtelijke omkoping.
De bestaande media-aandacht voor deze zaak vormt voor de rechtbank geen aanleiding om de op te leggen straf te matigen. Hoewel de rechtbank aannemelijk acht dat alle media-aandacht rondom de persoon van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] , een zware wissel op hen en hun privéleven heeft getrokken, beschouwt de rechtbank die media-aandacht gelet op hun maatschappelijke positie als onvermijdelijk.
Verdachte heeft redelijkerwijs met vervolging rekening moeten houden vanaf 8 december 2015, de dag waarop hij als verdachte is aangehouden. De zaak is vervolgens niet binnen twee jaar nadien afgerond met een eindvonnis, maar na bijna drie jaren. Er zijn echter voldoende omstandigheden die een dergelijke lange termijn van berechting rechtvaardigen, te weten de grote omvang van het opsporingsonderzoek, de ingewikkeldheid van de zaak en de door de verdediging ingediende (en gehonoreerde) onderzoekswensen die deels in de Verenigde Staten moesten worden uitgevoerd. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de redelijke termijn niet is overschreden.
Hoewel er gelet op het voorgaande geen sprake is van een schending van de redelijke termijn in de zin van artikel 6, eerste lid, EVRM hebben de gedragingen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] wel geruime tijd (ongeveer tien jaren) geleden plaatsgevonden. De rechtbank houdt met die omstandigheid wel rekening in de strafoplegging.
Alles afwegende acht de rechtbank een werkstraf voor de duur van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden met een proeftijd van twee jaar, passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
Mr. J. Westerhof en mr. A. van der Schee hebben zich namens de gezamenlijke schuldeisers van [bedrijf verdachte 1] S.E, [bedrijf verdachte 4] B.V. en [bedrijf verdachte 5] B.V. in de hoedanigheid van curator in het faillissement van deze vennootschappen gevoegd in dit strafproces. In deze paragraaf (8) zullen de drie benadeelde partijen met het oog op de leesbaarheid gezamenlijk worden aangeduid als: ‘de benadeelde partij’. De benadeelde partij vordert verdachte hoofdelijk te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van respectievelijk € 50.000,-- (vijftigduizend euro) aan [bedrijf verdachte 1] S.E , € 50.000,-- (vijftigduizend euro) aan [bedrijf verdachte 4] B.V. en € 607,229,-- (zeshonderdzeven duizend twee honderd en negenentwintig euro) aan [bedrijf verdachte 5] B.V., telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
De gevorderde schade bestaat in het geval van [bedrijf verdachte 1] S.E. uit de post ‘onttrokken gelden van [bedrijf verdachte 1] S.E. via [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd aan de heer [naam medewerker Google] ’.
In het geval van [bedrijf verdachte 4] B.V. bestaat de schade uit de post ‘onttrokken gelden van [bedrijf verdachte 1] S.E. via [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd aan de heer [naam medewerker Google] ’ en in het geval van [bedrijf verdachte 5] B.V. uit de posten:
- € 7.229,--; onttrokken gelden van [bedrijf verdachte 5] B.V. via de heer [naam tussenpersoon] aan de heer [naam medewerker Google] ;
- € 300.000,--; onttrokken gelden [bedrijf verdachte 5] B.V. via [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd aan de heer [naam medewerker Google] ;
- € 300.000,--; onttrokken gelden [bedrijf verdachte 5] B.V. via [bedrijf tussenpersoon] Group Ltd aan de heer [naam medewerker Google] .
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd repliek, gevorderd dat de vordering wordt toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering te verklaren omdat de behandeling van de vordering niet eenvoudig van aard is. Hierbij heeft de verdediging op de volgende omstandigheden gewezen.
De benadeelde partij heeft de onttrokken steekpenningen als schade gevorderd maar heeft daarbij in het geheel geen rekening gehouden met het voordeel dat de vennootschappen door de omkoping hebben genoten. De mate waarin hiervan sprake is geweest dient nader te worden onderzocht en afgewogen en dat is te ingewikkeld voor deze procedure.
De vennootschappen maakten onderdeel uit van het [bedrijvengroep verdachte] -concern waarbinnen concernverhoudingen golden. De rekeningen-courant zijn niet nader toegelicht en onbekend is of deze vorderingen in rekening-courant bij de betreffende vennootschappen zijn geboekt en verrekend. Bovendien verkeerde [bedrijvengroep verdachte] toentertijd in financiëel zwaar weer. Gelet hierop valt niet uit te sluiten dat enkel de bank het gevorderde geldbedrag destijds heeft betaald. Het is een curator niet toegestaan voor slechts één schuldeiser op te treden.
Daarnaast zijn er vragen met betrekking tot eigen schuld door medewerkers van de vennootschappen bij het accorderen, verwerken en betalen van de rekeningen.
Verder dient rekening te worden gehouden met de omstandigheden dat de vordering op een laat stadium in de procedure is indiend, temeer daar sprake is van een professionele partij en het belang van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] bij de beoordeling van deze vordering zeer groot is, aangezien zij bij toewijzing van deze vordering onmiddellijk failliet zullen gaan.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Daargelaten de vraag of sprake is van rechtstreekse schade, is de rechtbank van oordeel dat de opgevoerde schade onvoldoende is komen vast te staan, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist.
De rechtbank acht zich voorshands niet in staat om vast te stellen of er schade is geleden en door welke entiteit deze is geleden.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om dit alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikel 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte ter zake van het onder 1 ten laste gelegde voor wat betreft de gedachtestreepjes 1 tot en met 5;
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:het misdrijf: medeplegen van het aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam is in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift doen, van dien aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze de gift in strijd met de goede trouw zal verzwijgen tegenover zijn werkgever, meermalen gepleegd;
feit 2:het misdrijf: medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
feit 3:het misdrijf: medeplegen van gewoontewitwassen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partijen [bedrijf verdachte 1] S.E, [bedrijf verdachte 4] B.V. en [bedrijf verdachte 5] B.V in het geheel niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen, en dat de benadeelde partijen deze vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aksu, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 november 2018.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar documentnummers zijn dit documentnummers uit het dossier van de Belastingdienst/FIOD, kantoor Arnhem, onder dossiernummer 56582, opgemaakt op 3 november 2016. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar documentnummers van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.0-OPV, pagina’s 9, 11, 14, 15
3.Mr. Th.P.J. Hanssen heeft ter terechtzitting van 17 september 2018 verklaard: Op 11 september 2018 is een koopovereenkomst gesloten en ondertekend op grond waarvan alle actriva verkocht zijn onder bepaalde opschortende voorwaarden. Er volgt nog een due diligence onderzoek. De verwachting is dat dit verkoopproces eind 2019 zal zijn afgerond.
4.DOC-007
5.DOC-008
6.Uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 14 september 2018 welke bij mailbericht d.d. 19 september 2018 door mr. Th.P.J. Hanssen aan de rechtbank is overgelegd.
7.Handelsregisterhistorie d.d. 18 september 2018 welke bij mailbericht d.d. 19 september 2018 door mr. Th.P.J. Hanssen aan de rechtbank is overgelegd.
8.Verklaring van [medeverdachte] als getuigen ter terechtzitting van 17 september 2018.
9.0-OPV, pagina’s 16 tot en met 19
10.0-OPV, pagina 21
11.0-OPV, pagina 25
12.0-OPV, pagina 26, 27
13.0-OPV, pagina 22
14.0-OPV, pagina 28
15.G-005-01, pagina 8, RC-02, pagina 24
16.Het door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel opgemaakte proces-verbaal van verhoor van 1 februari 2018 (deel I), afgenomen in Pittsburgh in de Verenigde Staten, inhoudende de door getuige [naam medewerker Google] afgelegde verklaring (Hierna RC-01), pagina 34
17.Het door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel opgemaakte proces-verbaal van verhoor van 2 februari 2018 (deel II), afgenomen in Pittsburgh in de Verenigde Staten, inhoudende de door getuige [naam medewerker Google] afgelegde verklaring (Hierna RC-02), pagina 24
18.G-005-01, pagina 9
19.G-005-01, pagina 8, 9
20.RC-01, pagina 11
21.RC-01, pagina 6, 44, 153
22.RC-02, pagina 7
23.RC-01, pagina 15
24.G-005-01, pagina 15
25.G-005-01, pagina 9
26.G-005-01, pagina 11, 143
27.G-005-01, pagina 13, RC-01, pagina 15, RC-02, pagina 5
28.G-005-01, pagina 14, RC-01 pagina 15
29.RC-01, pagina 17
30.RC-01, pagina 17. Zie verder G-005-01, pagina 144 “het gesprek was heel kort en het was heel direct”.
31.G-005-01, pagina’s 9 en 10
32.RC-01, pagina 19
33.G-005-01, pagina 148 en 149
34.RC-01, pagina 19 en 20
35.G-005-01, pagina 10
36.G-005-01, pagina’s 10 en 11
37.RC-01, pagina 20
38.RC-01, pagina 21
39.G-005-01, pagina 144
40.G-005-01, pagina 145
41.G-005-01, pagina’s 145
42.G-005-01, pagina 11
43.G-005-01, pagina’s 12
44.G-005-01, pagina’s 16
45.RC-01, pagina 26
46.RC-01, pagina 26
47.RC-01, pagina 24, 25 en 26
48.G-005-01, pagina’s 16 en 17
49.RC-01, pagina 25
50.G-005-01, pagina 65 ( [naam medewerker Google] heeft ook gesproken met Interaction en Telecity).
51.RC-01, pagina 66, 67, 69
52.G-005-01, pagina 17
53.G-005-01, pagina’s 18, 127, RC-01, pagina 31 en 32, RC-02, pagina 11
54.RC-01, pagina 32 en 45
55.RC-01, pagina 44
56.RC-01, pagina 39, (78: “
57.G-005-01, pagina 79
58.G-005-01, pagina 100
59.G-005-01, pagina 102, 103
60.G-005-01, pagina’s 81, 82, 104
61.G-005-01, pagina’s 19
62.G-005-01, pagina 126, DOC-094
63.G-005-01, pagina’s 18, 19, 127
64.G-005-01, pagina’s 19 en 20
65.RC-01, pagina 26
66.G-005-01, pagina 55
67.RC-01, pagina 26, 57
68.G-005-01, pagina 59
69.RC-01, pagina 28
70.G-005-01, pagina’s 68 en 69 [naam medewerker Google] spreekt over “
71.G-005-01, pagina’s 72
72.G-005-01, pagina 54 (op pagina 20 heeft [naam medewerker Google] echter ook verklaard: “
73.G-005-01, pagina’s 69 en 17
74.G-005-01, pagina’s 20 (DOC-025)
75.G-005-01, pagina 21
76.G-005-01, pagina 61
77.G-005-01, pagina 21
78.G-005-01, pagina’s 22 en 23
79.G-005-01, pagina’s 22 en 23
80.G-005-01, pagina’s 62
81.G-005-01, pagina 23
82.G-005-01, pagina 22
83.G-005-01, pagina’s 23, 62
84.G-005-01, pagina’s 109 t/m 112
85.G-005-01, pagina’s 23
86.G-005-01, pagina’s 23
87.G-005-01, pagina’s 27
88.RC-02, pagina 25
89.G-005-01, pagina’s 27
90.G-005-01, pagina’s 35, 117, RC-02, pagina 11
91.G-005-01, pagina’s 30, 31 en 125
92.G-005-01, pagina’s 31 en 123
93.G-005-01, pagina’s 124, RC-02 pagina 6.
94.RC-02, pagina 9
95.RC-02, pagina 8, 10
96.G-005-01, pagina’s 129, 117
97.G-005-01, pagina’s 38, 39, 87 en 116 (117: “De klant wordt geacht gebruik te hebben gemaakt – dat is behoorlijk slim. Ik ben niet zo geraffineerd”).
98.RC-02, pagina 7
99.RC-01, pagina 43
100.G-005-01, pagina’s 31
101.G-005-01, pagina’s 31, 35, 87
102.G-005-01, pagina 89
103.G-005-01, pagina’s 86
104.G-005-01, pagina’s 123
105.G-005-01, pagina’s 129
106.G-005-01, pagina’s 33
107.G-005-01, pagina’s 32
108.G-005-01, pagina’s 76
109.G-005-01, pagina’s 36, 37, 82, 84, 133, 126, RC-02, pagina 13
110.RC-02, pagina 13
111.G-005-01, pagina’s 85
112.G-005-01, pagina’s 40
113.G-005-01, pagina’s 130, 131, 132 (DOC-46A en 52A)
114.G-005-01, pagina’s 131 en 132
115.G-005-01, pagina’s 132 (DOC-054).
116.G-005-01, pagina 132
117.G-005-01, pagina’s 86
118.G-005-01, pagina’s 91
119.G-005-01, pagina’s 34
120.G-005-01, pagina’s 35
121.G-005-01, pagina’s 72
122.G-005-01, pagina’s 114
123.G-005-01, pagina’s 105
124.G-005-01, pagina’s 105, 108, DOC-086
125.G-005-01, pagina’s 83, RC-02, pagina 16
126.G-005-01, pagina’s 91
127.G-005-01, pagina’s 83, RC-02, pagina 16
128.RC-02, pagina 15
129.G-005-01, pagina’s 134
130.RC-02, pagina 14, 17
131.RC-01, pagina 50
132.RC-01, pagina 38
133.G-005-01, pagina’s 91
134.G-005-01, pagina’s 141
135.G-005-01, pagina’s 138
136.G-005-01, pagina’s 142
137.G-005-01, pagina’s 85
138.G-005-01, pagina’s 89
139.G-006-02, pagina 10
140.G-006-02, pagina 10
141.Het door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel opgemaakte proces-verbaal van verhoor van 6 februari 2018 (deel I), afgenomen in Pittsburgh in de Verenigde Staten, inhoudende de door getuige [naam tussenpersoon] afgelegde verklaring (Hierna RC-03), pagina 30
142.G-006-02, pagina 26
143.G-006-02, pagina 26, 33
144.G-006-02, pagina 37
145.G-006-02, pagina 86, 87
146.G-006-02, pagina 23, 73
147.G-006-02, pagina 168
148.G-006-02, pagina 34
149.G-006-02, pagina 36
150.RC-03, pagina 31
151.G-006-02, pagina 38
152.G-006-02, pagina 39, 40
153.G-006-02, pagina 82
154.G-006-02, pagina 63, 64
155.RC-03, pagina 29
156.RC-03, pagina 38
157.G-006-02, pagina 78
158.RC-03, pagina 36
159.Het door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel opgemaakte proces-verbaal van verhoor van 7 februari 2018 (deel II), afgenomen in Pittsburgh in de Verenigde Staten, inhoudende de door getuige [naam tussenpersoon] afgelegde verklaring (Hierna RC-04), pagina 12
160.G-006-02, pagina 14
161.G-006-02, pagina 148, 162
162.G-006-02, pagina 26
163.G-006-02, pagina 44
164.RC-04, pagina 10
165.G-006-02, pagina 60
166.G-006-02, pagina 159
167.G-006-02, pagina 59
168.G-006-02, pagina 11
169.G-006-02, pagina 57
170.G-006-02, pagina 83
171.G-006-02, pagina 84
172.G-006-02, pagina 891
173.G-006-02, pagina 92
174.G-006-02, pagina 120
175.G-006-02, pagina 52, 53, 54 (DOC 079)
176.G-006-02, pagina 55
177.G-006-02, pagina 57
178.G-006-02, pagina 124, 125
179.G-006-02, pagina 132
180.G-006-02, pagina 134
181.G-006-02, pagina 106, 107 (in reactie op DOC-059, 4/8)
182.G-006-02, pagina 111
183.G-006-02, pagina 111
184.G-006-02, pagina 122
185.G-006-02, pagina 16
186.RC-04, pagina 15
187.G-006-02, pagina 75
188.G-006-02, pagina 68, 44 en 45
189.G-006-02, pagina 102, 118
190.RC-03, pagina 48
191.G-006-02, pagina 108
192.G-006-02, pagina 108, 109, 110, 111, 113 (in reactie op DOC-060, 4/12)
193.G-006-02, pagina 19, 39
194.G-006-02, pagina 19 en 20
195.G-006-02, pagina 69, 70, 71, 95
196.G-006-02, pagina 95
197.G-006-02, pagina 96
198.G-006-02, pagina 97, 98, 99, 100
199.G-006-02, pagina 101, 115, 116, 117
200.G-006-02, pagina 130
201.G-006-02, pagina 128, 129
202.G-006-02, pagina 130
203.G-006-02, pagina 125, 126
204.G-006-02, pagina 126
205.G-007-1, pagina 7
206.G-007-1, pagina 8
207.G-007-1, pagina 49 (tot 14 april 2011)
208.RC-05, pagina 15
209.G-007-1, pagina 10, 11
210.G-007-1, pagina 15
211.G-007-1, pagina 50
212.G-007-1, pagina 23
213.G-007-1, pagina 34, 43, RC-05, pagina 8
214.Het door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel opgemaakte proces-verbaal van verhoor van 2 februari 2018, afgenomen in Pittsburgh in de Verenigde Staten, inhoudende de door getuige [naam 5] afgelegde verklaring (Hierna RC-05), pagina 7
215.G-007-1, pagina 50, 51
216.G-007-1, pagina 33, 53, 54
217.G-007-1, pagina 32, 51, 52
218.RC-05, pagina 10
219.G-007-1, pagina 33
220.RC-05, pagina 8
221.G-007-1, pagina 27, 28, RC-05, pagina 10
222.G-007-1, pagina 42
223.G-007-1, pagina 41, 44
224.G-007-1, pagina 42
225.Ter terechtzitting van 24 september 2018 heeft verdachte verklaard:
226.DOC-018.
227.Zie AMB-046, bijlage 9: Verdachte schrijft in een e-mailbericht d.d. 9 juli 2008 aan [naam medewerker Google] : “
228.DOC-018A: MUO versie 1: Eemshaven voor een prijs tussen 70 en 75 miljoen euro. Zernike voor een prijs van 25 miljoen euro (If an upgrade is required this would increase the price with a maximum of approximately 15 million Euros). In het dossier bevindt zich ook een tweede versie van dit document: DOC-028: Eemshaven voor een prijs tussen 100 en 105 miljoen euro. Zernike voor een prijs van 35 miljoen euro. (
229.DOC-020
230.DOC-021
231.DOC-022 en DOC 22A: [bedrijvengroep verdachte] advocaat [naam 24] stuurt in dit mailbericht een concept “Letter of Intent” d.d. 16 juli 2008 aan [naam tussenpersoon] . In de op 21 juli 2008 ondertekende versie van dit document (DOC-025) wordt als naam van de “Acquirer” genoemd: “ [bedrijf tussenpersoon] or nominee”.
232.DOC-023, 024, 025
233.DOC-026
234.DOC-026A
235.DOC-026B
236.DOC-029
237.DOC-029
238.De hierna volgende vet, cursief dan wel onderstreept weergegeven tekstonderdelen betreffen markeringen van de rechtbank.
239.DOC-094
240.DOC-030
241.DOC-026, DOC 026A en de verklaring van verdachte ter terechtzitting op 17 september 2018: “
242.G-005-01, pagina’s 24 tot en met 26
243.DOC-114
244.DOC-031, 2/4
245.
246.DOC-114
247.DOC-032, DOC-079 betreft de ondertekende intentieverklaring d.d. 14 augustus 2008
248.DOC-032A
249.DOC-115
250.DOC-115
251.AMB-024, pagina 3
252.Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 september 2018 verklaard: “Ik ken de status van dit stuk niet. Ik ontken niet dat het stuk van mijn hand is. Dat zou kunnen, maar het is in ieder geval geen document dat officieel gebruikt is. Er staat geen officieel [bedrijvengroep verdachte] logo boven. Ik weet niet hoe [naam tussenpersoon] 10 miljoen aan deze transactie zou kunnen over houden als hij de datacentra voor 95 miljoen moest aanbieden. Ik ga er ook niet over speculeren.
253.DOC-163
254.Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 september 2018 verklaard: “
255.DOC-171
256.DOC-171
257.DOC-172
258.DOC-76a (voorafgaand aan de terechtzitting van 17 september 2018 bij AMB 46 gevoegd)
259.DOC-76
260.AMB-048
261.DOC-093A (de tekst van de voorwaarden komt grotendeels overeen met de tekst die in het e-mailbericht van verdachte d.d. 31 augustus 2018 (DOC 76) is gebruikt
262.DOC-093B, gevoegd bij AMB-048
263.DOC-173A, gevoegd bij AMB-048
264.DOC-173
265.DOC-173
266.DOC-176
267.DOC-176
268.DOC-177
269.DOC-089
270.DOC-034
271.DOC-034A
272.DOC-003 1/17, omgerekend een bedrag van € 7.229,-
273.DOC-087
274.AMB-040
275.DOC-040
276.AMB-021. Het betreffende fragment is ter terechtzitting van 20 september 2018 afgespeeld.
277.AMB-019
278.G-005-01, pagina’s 124 en 125
279.G-005-01, pagina’s 125 in combinatie met 30, 31
280.DOC-037
281.DOC-037A
282.DOC-080
283.DOC-036
284.DOC-035
285.DOC-044
286.DOC-100
287.DOC-003, 2/17
288.DOC-003, 3/17 en 4/17
289.DOC-043
290.DOC-045
291.DOC-047
292.DOC-047A
293.DOC-048
294.DOC-048A
295.DOC-049
296.DOC-049A
297.DOC-050
298.DOC-050
299.DOC-050
300.DOC-050A (zie ook DOC-102).
301.DOC-051
302.DOC-046
303.DOC-046
304.DOC-046A
305.DOC-052
306.DOC-052A
307.DOC-125
308.
309.
310.DOC-180, 2/2
311.DOC-181, 1/3
312.DOC-181, 1/3
313.DOC-110
314.DOC-057
315.DOC-057A
316.Het bedrag € 414.027 staat in DOC—057, 2/3, het door [naam tussenpersoon] aan verdachte doorgestruurde interne mailbericht van Google.
317.DOC-099, 1/2 (het onderwerp is weliswaar San Jose datacentrum maar in zijn reactie op dit mailbericht schrijft [naam tussenpersoon] : “
318.DOC-182, 1/3
319.DOC-060, 10/12
320.DOC-060, 5/12
321.DOC-058, 1/9
322.DOC-058A
323.DOC-183, 1/5
324.DOC-183, 4/5
325.DOC-059
326.DOC-060, 1/12
327.DOC-184 (het is voor mij niet duidelijk waar deze factuur is gevonden).
328.De bedragen € 1.080,000,-- en € 202,592,-- worden genoemd in paragraaf 5 van Addendum three, het bedrag € 873,289,71 wordt genoemd in paragraaf 6 (DOC-107, 3/4)
329.DOC-112, 1/5
330.DOC-112, 2/5
331.DOC-107, 4/4
332.DOC-188
333.Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 september 2018 verklaard: de naam [naam 16] zegt mij helemaal niets. Ik weet niet waar dit over gaat.
334.AMB-046, bijlage 14
335.Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 september 2018 verklaard: “
336.DOC-185, 2/2
337.DOC-185, zie voor wat betreft het bedrag DOC-184
338.DOC-127
339.DOC-056, 2/4
340.DOC-056, 1/4
341.DOC-053
342.DOC-053A
343.DOC-054
344.DOC-053B
345.DOC-003, 7/17, AMB011, pagina 5
346.DOC-186
347.DOC-193
348.AMB-046, bijlage 3
349.AMB-046, bijlage 3
350.DOC-136, 3/4
351.DOC-136, 1/4 [medeverdachte] reageert op dit bericht met: “
352.DOC-198, onder 37: “
353.G-007, pagina 28, het verhoor van getuige [naam 5] : “
354.Op 26 januari 2010 heeft [naam 20] een e-mailbericht aan [medeverdachte] gestuurd met als inhoud: “
355.DOC-137, 2/3
356.DOC-137, 1/3
357.DOC-138
358.DOC-139
359.DOC-140, 141 en 142
360.1-OPV-01
361.DOC-144, 3/4
362.DOC-144, 3/4
363.DOC-144, 2/4
364.DOC-144, 1/4
365.DOC-138
366.DOC-128, 2/4
367.DOC-128, 3/4
368.DOC-128, 4/4 (later wordt deze factuur herzien: zie DOC 154: Invoice 2001-4 ten bedrage van € 100.000,--)
369.DOC-145, 7/9
370.DOC-003, 8/17
371.DOC-096
372.DOC-144, 3/4
373.DOC-149 2/4
374.DOC-149 3/4
375.DOC-149 2/4
376.DOC-149 2/4
377.DOC-150, 3/10
378.DOC-150, 1/10
379.DOC-151, 1/3
380.DOC-152, 2/3
381.DOC-152, 1/3
382.DOC-152, 1/3
383.DOC-195, 4/5
384.AMB-045, bijlage 8
385.DOC-062
386.DOC-129
387.DOC-003, 9/17
388.DOC-153, 2/2
389.DOC-154 dit betreft Invoice nr 2001-4, zijnde de herziene verzie van Invoice nr. 2001-3, DOC-128, 4/4
390.Op 10 september 2009, 17 februari 2010 en 4 maart 2010 wordt op naam van [bedrijf verdachte 2] BV telkens € 100.000,-- overgemaakt naar de bankrekening van [bedrijf medewerker Google] bij de PNC bank maar deze bedragen zijn telkens gestorneerd (DOC 003, 10 t/m 15/17).
391.DOC-155
392.DOC-158
393.DOC-159. In de factuur wordt verzocht om het volledige bedrag van € 120.000,-- over te maken op het rekening nummer 984937100 aangezien het eerdere naar de PNC Bank overgemaakte bedrag van € 100.000,-- was gestorneerd
394.DOC-160
395.DOC-003, 17/17 “Final Invoice [bedrijvengroep verdachte] Telehouse Expl”
396.AMB-011
397.DOC-034A, 1-OPV-02, pagina 9
398.DOC-035, 1-OPV-02, pagina 9
399.DOC-044, 1-OPV-02, pagina 10 (DOC-036)
400.DOC-046A, 1-OPV-02, pagina 10
401.DOC-052A, 1-OPV-02, pagina 11
402.DOC-054, 1-OPV-02, pagina 11
403.AMB-022, pagina 3 en 4
404.AMB-022, 1-OPV-02, pagina 32
405.AMB-022, pagina 12
406.DOC-071
407.DOC-072
408.DOC-073
409.DOC-074
410.DOC-003, 8/17
411.DOC-003, 9/17
412.DOC-003, 17/17
413.AMB-022, pagina 12