Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. K.J.L. de Valk en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. T. Seker, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft belaagd.
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
tezamen en in vereniging met een ander, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dwingen iets te doen, niet te doen en te dulden, immers heeft zij toen aldaar (op verschillende tijdstippen in voornoemde periode),
De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De vordering tenuitvoerlegging
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
- veroordeelt verdachte tot een geldboete van
- beveelt voor het geval dat de verdachte de geldboete niet betaalt, dat
vrijheids-beperkende maatregelaan verdachte:
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ;
beveelt dat deze maatregelop grond van artikel 38v Sr
dadelijk uitvoerbaar is;
[slachtoffer 1]van een bedrag van
€ 750,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2018, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 750,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
15 dagenzal worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 2]van een bedrag van
€ 750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2018, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 750,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
15 dagenzal worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
tenuitvoerleggingvan de bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 31 oktober 2016 met parketnummer 21/007190-15 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Ülger-Demir, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 november 2018.