Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
1 primair.
[naam 1] ., voor het huren van een bedrijfspand gelegen aan de [adres 2] te Wierden, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid verklaard ten over staan van die [slachtoffer] voornoemd dat hij, verdachte een eigen bestratingsbedrijf heeft met 4 personeelsleden in dienst, waarvan hij enig aandeelhouder is en welk als zodanig is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel ( [naam 1] .) en een geldig legitimatiebewijs laten zien op naam van [medeverdachte] en zich heeft voorgedaan en voorgesteld als [medeverdachte] en een uittreksel van de Kamer van Koophandel heeft overhandigd, waardoor die [slachtoffer] voornoemd werd bewogen tot afgifte van de sleutel van dat goed en het verlenen van die dienst;
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 2 en 3 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- feit 3 subsidiair: medeplegen van oplichting;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 1] . van een bedrag van € 15.000,-- (vijftienduizend euro);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.