Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Maastricht,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 13 februari 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Q-Park Operations Netherlands II B.V. en een gedaagde partij. Q-Park vorderde een schadevergoeding van € 393,30 van de gedaagde, die op 24 augustus 2016 de parkeergarage Heuvel-Eindhoven op onrechtmatige wijze had verlaten door bumper-klevend achter een voorganger langs de slagboom te rijden, een handeling die bekend staat als 'treintje rijden'. Q-Park stelde dat de gedaagde hierdoor het tarief voor een verloren parkeerkaart en aanvullende schadevergoeding verschuldigd was, evenals buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De gedaagde voerde verweer en stelde dat zij het parkeergeld met haar pinpas had betaald en dat zij in een noodsituatie verkeerde, waardoor zij geen andere keuze had dan de parkeergarage op deze manier te verlaten. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde haar stelling dat zij het parkeergeld had betaald voldoende had onderbouwd met een bankafschrift, waardoor het gevorderde tarief voor de verloren kaart werd afgewezen. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde wel degelijk de aanvullende schadevergoeding van € 300,- verschuldigd was, omdat zij geen geldig parkeerbewijs had gebruikt bij het verlaten van de parkeergarage.
Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De kantonrechter stelde vast dat de gedaagde grotendeels in het ongelijk was gesteld en veroordeelde haar tot betaling van in totaal € 345,- aan Q-Park, vermeerderd met de wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.