Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[X] ,
[Y],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 oktober 2018,
- de akte uitlaten, tevens houdende akte vermindering eis in reconventie aan de zijde van [X] .
Rechtbank Overijssel
In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Overijssel op 24 oktober 2018, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bouwbedrijf [A] en de gedaagden [X] en [Y]. Bouwbedrijf [A] vordert een bedrag van € 35.300,01 van [X] in verband met een aannemingsovereenkomst. [X] heeft zich beroepen op verrekening van deze vordering met zijn tegenvorderingen in reconventie, die in totaal € 37.773,21 bedragen. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen al geoordeeld dat [A] een vordering op [X] heeft, maar dat [X] ook recht heeft op verrekening van zijn tegenvorderingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten voor herstel van bepaalde gebreken door [A] zijn betaald en dat de schade door water in de kruipruimte door de opstalverzekeraar van [X] wordt vergoed. Hierdoor heeft [X] zijn eis in reconventie verminderd.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er een bedrag van € 2.473,20 door [A] aan [X] moet worden betaald, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van verzuim. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat [A] op grond van artikel 6:60 BW bevrijd is van haar verbintenissen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst voor de restpunten van het proces-verbaal van oplevering. De vordering van [A] voor buitengerechtelijke kosten is afgewezen, omdat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 6:96 lid 6 BW. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.