ECLI:NL:RBOVE:2018:4240

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 oktober 2018
Publicatiedatum
7 november 2018
Zaaknummer
C/08/209753 / HA ZA 17-501
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoofdelijk aansprakelijkheid voor schulden van failliet zorgbureau

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 31 oktober 2018 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure waarbij de curator van het failliete zorgbureau Avant Zorg en Welzijn B.V. gedaagden heeft aangesproken voor de schulden van het failliete bedrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide advocaten van de gedaagden zich hebben onttrokken aan de procedure, waardoor de rechtbank kon overgaan tot de beoordeling van het geschil zonder verdere vertegenwoordiging van de gedaagden. De curator vorderde dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zouden worden gesteld voor de schulden van het failliete zorgbureau, en de rechtbank heeft deze vordering toegewezen. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van de beslagkosten, die zijn begroot op € 5.076,03, en de proceskosten, die zijn begroot op € 4.109,56. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van een voorschot van € 708.000,00 op het faillissementstekort. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagden onmiddellijk aan de betalingsverplichtingen moeten voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/209753 / HA ZA 17-501
Vonnis van 31 oktober 2018 (ES)
in de zaak van
MR. GERARD WOUTER WEENINK
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AVANT ZORG EN WELZIJN B.V.,
kantoorhoudende te Almelo,
eiser, hierna te noemen de curator,
advocaat mr. G.W. Weenink te Almelo,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2],
beiden wonende te Almelo,
gedaagden, hierna te noemen [gedaagden] (vrouwelijk meervoud),
advocaat aanvankelijk mr. L.J.A. de Vries te Zwolle, opgevolgd door mr. K. Karapetyan te Hengelo (O), thans niet langer in de procedure vertegenwoordigd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 november 2017 met producties,
- de onttrekking op 4 april 2018 van mr. L.J.A. de Vries.
- de onttrekking op 16 mei 2018 van mr. K. Karapetyan.
1.2.
Voor [gedaagden] heeft zich geen andere advocaat gesteld.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Nu beide advocaten van [gedaagden] zich op respectievelijk 4 april 2018 en 16 mei 2018 aan het geding hebben onttrokken en zich nadien geen andere advocaat heeft gesteld, komt de rechtbank toe aan de beoordeling van het geschil.
2.2.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen met inachtneming van het navolgende.
2.3.
De curator vordert [gedaagden] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 1.977,03 voor verschotten, waaronder € 618,00 aan griffierecht en € 1.359,03 aan deurwaarderskosten, en € 3.099,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 3.099,00), totaal € 5.076,03.
2.4.
[gedaagden] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de curator worden begroot op:
- dagvaarding € 83,56
- griffierecht € 927,00 (€ 1.545,00 - € 618,00)
- salaris advocaat €
3.099,00(1,0 punt × tarief € 3.099,00)
Totaal € 4.109,56

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat [gedaagden] jegens de curator hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van de schulden van Avant Zorg en Welzijn B.V., voor zover deze schulden niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan,
3.2.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalend, de ander zal zijn bevrijd, om aan de curator te betalen het gehele faillissementstekort van Avant Zorg en Welzijn B.V., zoals dit zal komen vast te staan na een te houden verificatievergadering, te vermeerderen met de boedelstukken waaronder begrepen het salaris van de curator en de overige faillissementskosten,
3.3.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalend, de ander zal zijn bevrijd, te betalen aan de curator een voorschot op het bedrag dat [gedaagden] op grond van rechtsoverweging 3.2. dienen te betalen, groot € 708.000,00,
3.4.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalend, de ander zal zijn bevrijd,
in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 5.076,03, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.5.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalend, de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 4.109,56, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.6.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalend, de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten vanaf veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
3.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2018. [1]

Voetnoten

1.type: