ECLI:NL:RBOVE:2018:4088
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een Tilburgs autoverhuurbedrijf en bestuurders in een witwaszaak
Op 30 oktober 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een Tilburgs autoverhuurbedrijf en drie bestuurders, die werden verdacht van gewoontewitwassen. Het Openbaar Ministerie stelde dat de verdachte betrokken was bij het witwassen van geld dat afkomstig zou zijn van illegale activiteiten van een landelijke motorclub. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was dat het geld uit misdrijven afkomstig was. Tijdens het onderzoek, dat plaatsvond in oktober 2018, werd vastgesteld dat de bankrekening van het autoverhuurbedrijf veelvuldig werd gevoed met contante stortingen, vooral door leden van de motorclub. Bij doorzoekingen in de woningen van de bestuurders en het bedrijfspand werden aanzienlijke contante bedragen aangetroffen, maar de rechtbank concludeerde dat er geen direct bewijs was dat deze bedragen uit misdrijf afkomstig waren. De verdediging voerde aan dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden, maar de rechtbank verwierp dit beroep. Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachten vrij, omdat er onvoldoende bewijs was dat zij wisten of redelijkerwijs moesten vermoeden dat de huurbetalingen afkomstig waren van misdrijf. De rechtbank benadrukte dat een ondernemer in beginsel een beperkte onderzoeksplicht heeft naar de herkomst van betalingen, tenzij deze bijzonder afwijkend zijn van het normale bedrijfspatroon. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de betalingen van de huurders buiten het normale patroon vielen, en dat het autoverhuurbedrijf niet eerder was gewaarschuwd over mogelijke strafbare feiten.