ECLI:NL:RBOVE:2018:4066

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 oktober 2018
Publicatiedatum
26 oktober 2018
Zaaknummer
C/08/222433 / ES RK 18-3968
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en de mening van minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 oktober 2018 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die samen ouders zijn van drie minderjarige kinderen. De rechtbank ontving op 6 september 2018 een verzoek tot echtscheiding, waarbij ook nevenvoorzieningen werden gevraagd. De minderjarige kinderen, [A] en [B], hebben hun mening over de echtscheiding kenbaar gemaakt via brieven die op 26 september 2018 zijn ingediend. De rechter heeft deze brieven in zijn overwegingen betrokken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit bezitten, op [datum] te [plaats] zijn gehuwd. De rechtbank heeft rechtsmacht op basis van de EG-verordening nr. 2201/2003 (Brussel II-bis) en heeft Nederlands recht toegepast op het verzoek tot echtscheiding. De rechtbank oordeelde dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en dat aan de wettelijke vereisten voor echtscheiding is voldaan.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om het echtscheidingsconvenant en het ouderschapsplan, die door de verzoekers zijn ondertekend, in de beschikking opgenomen, voor zover de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft over de diverse onderdelen. De rechter heeft de mening van de kinderen in zijn overwegingen meegenomen en benadrukt dat de beslissing om te scheiden uiteindelijk door de ouders moet worden genomen, ondanks de gevoelens van de kinderen. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de inhoud van de convenanten opgenomen in de beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/222433 / ES RK 18-3968 AvW
beschikking van 12 oktober 2018
inzake
[verzoeker] ,
verder te noemen: de man,
wonende te [woonplaats 1] ,
en
[verzoekster] ,
verder te noemen: de vrouw,
wonende op een geheim adres,
advocaat: mr. J.F.J. van den Hoek,
verzoekers.

1.Het procesverloop

Bij op 6 september 2018 ter griffie ingekomen verzoek met bijlagen is verzocht de echtscheiding tussen verzoekers uit te spreken en nevenvoorzieningen te treffen.
Na te noemen minderjarigen [A] en [B] hebben hun mening aan de rechtbank kenbaar gemaakt bij op 26 september 2018 ingekomen brieven.
Op 9 oktober 2018 is een mailbericht van mr. Van den Hoek ter griffie binnengekomen met als bijlage een verklaring naar aanleiding van de minderjarigenverklaringen door de vrouw en mevrouw [D] (Register Mediator) ondertekend.

2.De feiten

Verzoekers zijn op [datum] te [plaats] met elkaar gehuwd.
Verzoekers zijn ouders van de navolgende minderjarige kinderen:
[A], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2003 ,
[B], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2004 ,
[C], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 3] 2013 .
Verzoekers hebben de Nederlandse en de Marokkaanse nationaliteit. De vrouw heeft zich op 14 augustus 1985 in Nederland gevestigd en de man op 13 augustus 2001.

3.De beoordeling

3.1.
De echtscheiding
De bevoegdheid van de rechtbank en het toe te passen recht
De rechtbank komt rechtsmacht toe op grond van het bepaalde in artikel 3 lid 1 onder a van de EG-verordening nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid (verder te noemen: Brussel II-bis).
Op grond van artikel 10:56 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.
Het verzoek
Omdat verzoekers stellen dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht en ook overigens aan de wettelijke vereisten is voldaan, is het verzoek tot echtscheiding voor toewijzing vatbaar.
3.2.
Het echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan
Het verzoek te bepalen dat de inhoud van het door verzoekers op 24 juli 2018 ondertekende echtscheidingsconvenant en het op 1 juni 2018 ondertekende ouderschapsplan deel uitmaakt van deze beschikking is toewijsbaar, voor zover de Nederlandse rechter op de diverse onderdelen rechtsmacht heeft.
4.
De mening van de kinderen
Kortgezegd hebben [A] en [B] in hun brieven gezegd dat zij liever willen dat hun ouders
nietgaan scheiden. Ze vinden dat het allemaal moet blijven zoals het was, waarbij de rechter begrijpt dat zij zich wel neerleggen bij de situatie zoals deze al een poosje is, waarin zij bij moeder in [woonplaats 2] zijn en vader in [woonplaats 1] woont. Toen de brieven van de kinderen kwamen heeft de rechter aan de advocaat van de ouders gevraagd of de ouders
echtvan elkaar willen scheiden. Moeder is daarna nog een keer naar de mediator gegaan die de ouders heeft geholpen bij het maken van afspraken voor en over de kinderen na het uit elkaar gaan van de ouders. Moeder en de mediator schrijven in een brief van 9 oktober 2018 aan de rechtbank dat ze er met elkaar nog een keer goed over hebben gesproken. In de brief, die ook door moeder is ondertekend, staat dat moeder het moeilijk blijft vinden om te scheiden, maar dat ze om de redenen die ze voor haarzelf heeft het uiteindelijk toch beter vindt om de scheiding wel door te laten gaan. Ze begrijpt dat die beslissing heel moeilijk is voor de kinderen.
De rechter vindt dat de kinderen dapper en eerlijk hun wens in hun brief hebben opgeschreven. De beslissing om wel of niet te gaan scheiden moet, hoe lastig dat voor kinderen ook is, toch door de vader en de moeder worden genomen en als allebei de ouders dat willen dan moet de rechter ook zo beslissen. De rechter hoopt dat de ouders allebei goed begrijpen dat de scheiding voor de kinderen moeilijk en misschien zelfs wel pijnlijk is en dat zij er na de scheiding alles aan zullen doen om ervoor te zorgen dat de kinderen zo min mogelijk schade overhouden aan de scheiding en de gevolgen daarvan. Hij vertrouwt er ook op dat beide ouders dit onderdeel 4 van de beschikking op een goed moment met de kinderen gaan bespreken, zodat de kinderen weten dat de rechter wel heeft geprobeerd om met hun wens iets te doen.

5.De beslissing

De rechtbank:
I. spreekt uit de echtscheiding tussen verzoekers, op [datum] te [plaats] gehuwd;
II. neemt in deze beschikking op, voor zover de Nederlandse rechter op de diverse onderdelen rechtsmacht heeft de inhoud van het door verzoekers op 24 juli 2018 ondertekende echtscheidingsconvenant en het op 1 juni 2018 ondertekende ouderschapsplan, waarvan afschriften aan deze beschikking zijn gehecht.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. J.H. Olthof, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2018.