Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 mei 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 3 augustus 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Grafrecht
vorenstaande scheidinghebben tot stand gebracht, dat zij terzake van
dezescheiding en deling nu niets meer van elkaar te vorderen hebben” (cursief rechtbank). Het grafrecht maakte geen onderdeel uit van de verdeelde goederen, zodat het grafrecht niet valt onder het finale kwijtingsbeding. Het grafrecht moet daarom worden aangemerkt als een overgeslagen goed in de zin van artikel 3:179 lid 2 BW. Moeder vordert thans verdeling van het onverdeelde grafrecht en de rechtbank zal daartoe overgaan.
overgeschreventen name van de echtgenoot dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. Van “overdragen”, zoals gevorderd door [eiser] en moeder, is geen sprake. Het college neemt een besluit op de aanvraag van de rechthebbende en met dat besluit wordt het grafrecht dan op naam van de voorgestelde persoon gezet.