In deze zaak vordert de werkneemster, [eiseres], in kort geding betaling van achterstallig loon, afgifte van een loonstrook, de eindafrekening en de bonusadministratie na de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst met NRG Collectief B.V. De arbeidsovereenkomst was aangegaan voor bepaalde tijd van 1 maart 2018 tot en met 31 mei 2018. NRG heeft de arbeidsovereenkomst per e-mail op 29 mei 2018 beëindigd. De werkneemster stelt dat zij recht heeft op betaling van salaris en vergoeding van kosten, omdat zij deze betalingen nodig heeft voor haar levensonderhoud. NRG heeft de vordering grotendeels betwist.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de spoedeisendheid van de vordering voldoende is aangetoond, aangezien het gaat om betaling van loon. De loonvordering betreft voornamelijk het salaris over de maand mei 2018. De kantonrechter heeft een voorlopig voorschotbedrag vastgesteld, omdat NRG erkent dat zij nog niet het volledige loon heeft betaald. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de werkneemster recht heeft op een wettelijke verhoging, maar deze heeft gematigd tot 10% vanwege de slechte verstandhouding tussen partijen.
Daarnaast heeft de kantonrechter NRG veroordeeld tot afgifte van een overzicht van de bonusadministratie, zodat [eiseres] kan vaststellen of zij recht heeft op een bonus. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 18 september 2018 door mr. C.H. de Haan.