Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 13 maart 2018 te Deventer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk (op 13 maart 2018) aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 590 (vijfhonderdnegentig)hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of een zak gevuld met (gedroogde) henneptoppen (te weten 658 (zeshonderdachtenvijftig) gram), in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 13 maart 2018 te Voorst tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand gelegen op perceel [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 3.357(drieduizenddriehonderdzevenenvijftig) hennepplanten/hennepstekken, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
3. hij op of omstreeks 13 maart 2018 te Deventer een of meer wapens en/of
1. hij in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 13 maart 2018 te Deventer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit (te weten 40.453 kWh), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis Netbeheer BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking (PV pag. 285 e.v.);
2. hij in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 13 maart 2018 in de gemeente Voorst met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit (te weten ongeveer 33.676 kWh), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander NV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking (PV pag. 294a e.v.).
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 13 maart 2018 te Deventer opzettelijk heeft geteeld en bewerkt, in elk geval opzettelijk op 13 maart 2018 aanwezig heeft gehad in een pand aan de [adres 1] een hoeveelheid van in totaal 590 (vijfhonderdnegentig) hennepplanten en een zak gevuld met (gedroogde) henneptoppen (te weten 658 (zeshonderdachtenvijftig) gram), zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 lid 2 van de Opiumwet;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
in de zaak 08-953199-17
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 lid 2 van de Opiumwet;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet zijn nagekomen:
algemene voorwaardendat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte: