In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 25 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, een echtpaar, en het college van burgemeester en wethouders van Enschede. De zaak betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van eisers over de periode van 9 november 2009 tot en met 10 mei 2016, alsook de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand ter hoogte van € 86.682,10. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college van verweerder het recht op bijstand heeft ingetrokken op basis van een anonieme tip en een verklaring van eisers, die niet in een getekend proces-verbaal is vastgelegd. De rechtbank oordeelt dat de verklaring onvoldoende waarborgen biedt en dat er geen objectief verifieerbare gegevens zijn ingeleverd door eisers. Hierdoor kan niet worden vastgesteld of eisers in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerden. De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond en vernietigt het bestreden besluit, herroept het primaire besluit en draagt verweerder op het griffierecht te vergoeden. Het beroep van eiseres wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen bezwaar heeft gemaakt tegen het oorspronkelijke besluit.