4.4Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] zijn werkzaamheden vervuld vanuit de functie van opleidingsmanager en niet vanuit een rol. Het navolgende is daarvoor redengevend.
4.4.1 Het contract van de voorganger van [eiser] als projectleider van de opleiding SB&RM ( [naam 7] ) werd door de toenmalige academiedirecteur [naam 2] niet verlengd omdat de opleiding op dat moment, in maart 2016, niet aan de eisen voldeed. Dat duidt erop dat [naam 7] een functie vervulde. Immers, het is niet aannemelijk dat het niet op een juiste invulling geven van een rol, tot een in rechte houdbaar ontslag kan leiden. In het verlengde daarvan geldt het volgende. Wordt de stelling van Saxion gevolgd dat [eiser] een rol vervulde, dan valt niet in te zien waarom er dan extern een vacature is uitgezet. Dat impliceert althans dat maakt het aannemelijk dat er formatieruimte is c.q. een vacante vacature binnen het functiegebouw van Saxion.
4.4.2 [eiser] werd omstreeks maart 2016 door [naam 2] gevraagd om projectleider te worden om de opleiding SB &RM te vernieuwen. Vervolgens werd [eiser] door [naam 2] verzocht om opleidingsmanager te worden. [eiser] heeft zich derhalve, tot het moment dat [naam 6] werd gepresenteerd, ruim twee jaar speciaal en voltijds toegelegd op de ontwikkeling van de inhoud van de opleiding SB&RM, in oktober 2016 aangevuld met managementtaken. Een rol vervullen is naar haar aard iets tijdelijks en naar het oordeel van de kantonrechter, gelet op de periode dat [eiser] op verzoek invulling gaf aan die ontwikkeling, kan niet gezegd worden dat sprake was van tijdelijke werkzaamheden. Het door [eiser] overgelegde ‘Masterplan op hoofdlijnen SB&RM’ van maart 2018 bevestigt dat. Het plan maakt duidelijk dat de opleiding nog volop in ontwikkeling is en dat bij die ontwikkeling een prominente rol is weggelegd voor [eiser] als opleidingsmanager ter zake de inhoudelijke versterking en verankering van onderwijsconcept en –inhoud.
4.4.3 Het ‘formulier gesprekscyclus’ is feitelijk een verslaglegging van een functioneringsgesprek, gehouden op 21 juni 2017. Als huidig functieprofiel wordt vermeld “Opleidingsmanager SBRM” en bij de resultaatsafspraken is vermeld dat [naam 2] en [naam 1] , voor het functioneren van [eiser] in de
functievan opleidingsmanager een excellente beoordeling gaven. Onderdeel van het formulier is een (algemene) toelichting van Saxion wat onder resultaatsafspraken verstaan moet worden: het zijn de te realiseren doelen die aansluiten bij het niveau van de functie en de resultaatsgebieden van het functieprofiel.
Indien Saxion het functioneren van [eiser] zag als het functioneren in een rol had, gelet op het gevoerde verweer, van Saxion verwacht mogen worden dat zij tegen het benoemen van het functieprofiel en de resultaatsafspraken, die alleen maar gaan over het projectleiderschap nu en in de toekomst, had geageerd en de verslaglegging niet geaccordeerd had althans had laten aanpassen. Dat heeft Saxion niet gedaan en dat maakt dat [eiser] thans niet meer met vrucht tegengeworpen kan worden dat het gespreksverslag onjuist is ingevuld.
- 4.4.4 [naam 1] heeft op 25 januari 2018 aan de medewerkers van SCE een nieuwe organisatiestructuur gepresenteerd. In het desbetreffende organogram is het MT als volgt samengesteld:
- de Directeur SCE ( [naam 1] )
- de opleidingsmanager SB&RM ( [eiser] )
- de opleidingsmanager CE ( [naam 3] )
4.4.5 Ook in het organogram van de overleg- en organisatiestructuur SCE t.b.v. (borging van) onderwijskwaliteit is de ‘opleidingsmanager’ expliciet opgenomen. Als de opleidings-manager een (tijdelijke) rol zou zijn, valt niet in te zien waarom de ‘opleidingsmanager’ expliciet in de nieuwe structuurorganogrammen van SCE is opgenomen. De organogrammen bevestigen dat ‘opleidingsmanager’ meer is dan alleen een rol en wijzen op een permanente functie.
4.4.6 Saxion heeft toegestaan dat [eiser] zich zowel intern als extern presenteerde als opleidingsmanager, bijvoorbeeld door die functie te noemen onder zijn e-mails.
4.4.7 Geen van de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden is op zichzelf voldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat [eiser] de functie opleidingsmanager vervulde. Alle feiten en omstandigheden samen wijzen er echter overtuigend op dat geen sprake was van slechts een rol, maar van een functie.