Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Meervoudige kamer
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
feit 3:[slachtoffer 1] heeft bedreigd;
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 4] , namens [bedrijf 2] , inclusief bijlage, van 7 november 2017 (pagina’s 8-11).
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
bedreiging met zware mishandeling.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 7 augustus 2018;
8.De schade van benadeelden
Ten aanzien van feit 4:Benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft in haar vordering geen schadebedrag genoemd. De schade is ook anderszins niet geconcretiseerd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om het schadebedrag vast te stellen vormt een onevenredige belasting voor het strafgeding, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij om die reden in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat zij haar vordering slechts kan aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
korte klinische opnamevoor de duur van maximaal zeven weken ten behoeve van crisis, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek, als de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven);
[bedrijf 2] , gevestigd te Ommenvan een bedrag van
€ 1.195,40 (zegge: duizend en honderdvijfennegentig euro en veertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 november 2017
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige (de btw) af;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
feit 4:
[slachtoffer 2], in het geheel
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
verbeurdhet inbeslaggenomen voorwerp, te weten een
handbijl, zwart/oranje;
mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van I. Potgieter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 september 2018.
(…) Het klopt dat ik op 6 december 2017 een medewerkster van de [bedrijf 1] heb aangeraakt bij haar borsten, dit was in mijn manische periode. (…)
(…) Het klopt dat ik op 7 november een bijl heb gepakt en de voorruit van [bedrijf 2] heb ingeslagen. (…)
(…) (OV): (…) Aangever stond bij het biljart precies in de lijn van de voordeur en zag de glassplinters onder het biljart vliegen. Aangever besefte later pas dat als het geen gelaagd glas was geweest de bijl gewoon door de ruit was gekomen en de bijl hem gemakkelijk geraakt had kunnen hebben omdat hij ongeveer 5 meter achter de deur stond.V: Wat kun je daarover verklaren? (…)A: Het was een geluk dat er veiligheidsglas in zat.(…)V: Stel je voor dat het een “flutruitje” was geweest?A: Dan was de bijl er in 1 keer doorgegaan. Dan waren er doden of gewonden gevallen.(…) V: Aangever heeft nog steeds erg last van het gebeurden. Begrijp je dat?A: (…) Ik wilde ze alleen maar laten schrikken. (…)V: Wat was jouw bedoeling dat je met de bijl op de ruit gooide?A: Ik wilde bier hebben, dit gaven ze mij niet. (…)
(…) Hij zei dat er een man naast hem was gaan zitten aan de bar. Die man was op ruzie uit vertelde hij. Die man had ook verteld dat ze bij Zaal [naam] in [plaats] allemaal bang voor hem waren. Hij vond de man agressief (…) Vandaag zat ik hier ook aan de bar een paar biertjes te drinken. (…) Ineens hoorde ik PENG! Ik dacht dat hij een rotje gooide. Daarna hoorde ik het nog een keer en toen zag ik dat de voordeur versplinterde. Ik zag dat de ruit kapot ging. (…)