9.5Het Dagelijks Bestuur van het GBLT heeft voor de jaren 2013, 2014 en 2015 aanvullende regels op Bijlage I bij de Verordeningen vastgesteld. Deze zijn bekend onder de naam Richtlijnen voor meting, bemonstering, analyse en berekening GBLT. In de vergadering van 7 januari 2013 van het Dagelijkse Bestuur van het waterschap zijn de aanvullende regels besproken. Tevens is bepaald dat de aanvullende regels aan de betreffende bedrijven toegezonden worden als bijlage bij het besluit op hun aanvraag, zijnde de meetbeschikking. Ter zitting is desgevraagd door beide partijen aangegeven dat de Richtlijnen aan eiseres bekend zijn gemaakt c.q. aan haar bekend waren.
In paragraaf 8 van deze Richtlijnen is het volgende opgenomen:
“8. Rapportage en acceptatie
Rapportage
Op 1 januari 2011 heeft GBLT de applicatie WebisMeet in gebruik genomen. Met behulp van deze applicatie hebben bedrijven via een webomgeving (via internet) toegang tot zowel hun eigen onderzoeksresultaten als tot de onderzoeksresultaten m.b.t. de door GBLT genomen monsters. Met ingang van voornoemde datum zijn bedrijven (of het aan het betreffende bedrijf gelieerde adviesbureau/laboratorium) verplicht de onderzoeksgegevens in de voornoemde applicatie in te (laten) voeren.
Indien onderzoeksgegevens d.m.v. een koppeling (interface) tussen een database van een adviesbureau/laboratorium automatisch in WebisMeet worden ingelezen, dan kunnen de schriftelijke rapportages achterwege blijven. Echter wanneer onderzoeksresultaten handmatig in WebisMeet worden ingevoerd (dan wel handmatig worden geüpload), dan dienen de betreffende onderzoeksresultaten tevens (ter controle) schriftelijk aan GBLT te worden gerapporteerd (rapportagetermijnen, zie onder).
Na afloop van ieder afvalwateronderzoek moeten de onderzoeksresultaten worden gerapporteerd aan GBLT.
Wanneer de afvalwateronderzoeken worden uitgevoerd door middel van afzonderlijke meetweken, moeten de onderzoeksverslagen binnen zes weken na afloop van elke meetweek aan GBLT te worden toegezonden.
In alle overige gevallen dienen de onderzoeksresultaten maandelijks aan GBLT te worden gezonden. GBLT wordt zodoende in de gelegenheid gesteld een tijdige beoordeling van de verkregen onderzoeksresultaten uit te voeren.
Wanneer GBLT tegelijk met het bedrijf een afvalwateronderzoek uitvoert (in serie) dat bestaat uit meting, bemonstering en analyse, geldt dat de afwijking tussen de etmaalvervuilingswaarde berekend op grond van de onderzoeksresultaten van het bedrijf en die, berekend op grond van de onderzoeksresultaten van GBLT, niet meer mag bedragen dan 9,2% van de gemiddelde etmaalvervuilingswaarde van het bedrijf en die van GBLT. Wanneer de afwijking gelijk is aan, of lager dan 9,2%, worden de onderzoeksresultaten van het bedrijf geaccepteerd. Ligt de afwijking boven de 9,2% dan worden de onderzoeksresultaten van GBLT in de berekening van de gemiddelde vervuilingswaarde meegenomen.
Indien door GBLT afvalwateronderzoek is uitgevoerd náást de in de beschikking aangegeven meetdagen en de gewogen gemiddelde afvalwatercoëfficiënt van het bedrijf wijkt meer dan 10% t.o.v. gewogen gemiddelde afvalwatercoëfficiënt van GBLT, dan worden zowel de onderzoeksresultaten van het bedrijf als die van GBLT bij het berekenen van de definitieve vervuilingswaarde meegenomen (tenzij er aantoonbare redenen zijn dat de onderzoeksresultaten van GBLT voor de betreffende periode als niet representatief kunnen worden aangemerkt).
Wijkt de gewogen gemiddelde afvalwatercoëfficiënt van het bedrijf meer dan 25% af van de gewogen gemiddelde afvalwatercoëfficiënt van GBLT dan wordt de definitieve vervuilingswaarde gebaseerd op de onderzoeksgegevens van GBLT.”