Op 18 september 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 32-jarige vrouw uit Maastricht, die werd beschuldigd van het bezit van hard- en softdrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw samen met haar vriend, die ook als medeverdachte fungeerde, op 10 januari 2018 in Maastricht aanzienlijke hoeveelheden verdovende middelen in bezit had. De vrouw werd veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaar. De medeverdachte, haar vriend, werd veroordeeld tot een celstraf van 4 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, voor zijn rol in de handel in drugs via het darkweb en het witwassen van bitcoins.
De rechtbank heeft tijdens de zittingen op 3 juli en 4 september 2018 de vordering van de officier van justitie, mr. Y. Oosterhof, en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. P.W. Szymkowiak, gehoord. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheden MDMA, amfetamine en hennep. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor het medeplegen van deze feiten, ondanks de verdediging die stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van de drugs in haar woning.
De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, gezien de impact van harddrugs op de volksgezondheid en de samenleving. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, wat in haar voordeel werd meegewogen. De rechtbank besloot tot een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de gevolgen van de strafzaak voor haar leven.