4.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Verdachte is eind 2016 in het kader van het onderzoek 26Maywood in beeld gekomen als frequent wisselaar van grote hoeveelheden bitcoins, met vermoedelijk een illegale herkomst, tegen contant geld.
Uit observaties van verdachte is onder meer gebleken dat verdachte op 2 maart 2017 en 22 december 2017 diverse enveloppen heeft gepost voor geadresseerden buiten Nederland, welke enveloppen als inhoud verdovende middelen bleken te bevatten, waaronder XTC-pillen en/of MDMA en/of speedpasta en/of amfetamine.
Bij de doorzoekingen op 10 januari 2018 zijn in de woning van medeverdachte [medeverdachte] , waar ook verdachte woonde/verbleef, een hoeveelheid XTC en 1.029,56 gram amfetamine aangetroffen, alsmede diverse goederen die gebruikt kunnen worden ten behoeve van de handel in drugs. In de garagebox van medeverdachte [medeverdachte] , tevens in gebruik bij verdachte, zijn onder meer 10 dozen met verzenddozen, verzendenveloppen en ander verpakkingsmateriaal aangetroffen, alsmede XTC-pillen en hennep. In de woning van de moeder van verdachte is een aanzienlijke hoeveelheid contant geld aangetroffen.
De rechtbank stelt ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit vast dat twee bitcoinwisseldata waarop verdachte bitcoins bij [naam 1] heeft ingewisseld tegen contant geld, te weten 11 november 2016 en 17 november 2016, buiten de periode van de tenlastelegging vallen, zodat de rechtbank verdachte voor wat betreft deze bitcoinwisseldata zal vrijspreken van het tenlastegelegde.
Daaruit volgt tevens dat een bedrag van € 6.505,-- in mindering moet worden gebracht op het tenlastegelegde bedrag ad € 214.925,-- terzake van de aan verdachte verweten witwashandelingen.
De rechtbank stelt ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit vast dat uit de inhoud van de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de handel in en/of het aanwezig hebben van heroïne, zodat de rechtbank verdachte daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank komt voor het overige tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, welke zijn:
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake mailwisselingen [naam 2] en [naam 1] ) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake uitbetaling [naam 1] aan [verdachte] ) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake ontmoeting [naam 2] en [naam 1] op 30-11-2016) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2016 van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van observatie (inzake waarnemingen op 18 januari 2017) van verbalisanten SU100004, L119, L127, L125 en L143;
- het proces-verbaal van bevindingen inzake identificatie [verdachte] van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van observatie (inzake waarnemingen op 2 maart 2017) van verbalisanten RN 281, RN 297, RN 186, RN 292, KL005678 en KL006401;
- het proces-verbaal van bevindingen (aanvulling inzake waarnemingen op 2 maart 2017) van verbalisant RN297;
- het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek naar aanleiding aangetroffen inhoud enveloppen) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake buitenlandse geadresseerden 23 inbeslaggenomen enveloppen op 2 maart 2017) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake vergelijking verpakkingsmaterialen enveloppen 2 maart 2017 en pseudokoop-bestelling bij [naam 3] ) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen (inzake inhoud 16 postpakketten) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant];
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen (inzake inhoud 16 postpakketten) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant];
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen (inzake inhoud 7 postpakketten) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant];
- het NFI-rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 19 april 2017;
- het NFI-rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 20 april 2017;
- het proces-verbaal van observatie (inzake waarnemingen op 22 december 2017) van verbalisanten L108, L115, L162, L160 en L109;
- het proces-verbaal van bevindingen (aanvulling inzake waarnemingen op 22 december 2017) van verbalisant L108,;
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake buitenlandse geadresseerden 16 van de 17 inbeslaggenomen enveloppen op 22 december 2017) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake inhoud van de op 22 december 2017 inbeslaggenomen 17 enveloppen) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen (inzake inhoud van de op 22 december 2017 inbeslaggenomen enveloppen) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake inhoud van de op 22 december 2017 inbeslaggenomen welke niet zijn aangeboden aan de forensische opsporing) van verbalisant [verbalisant];
- het NFI-rapport Identificatie van veel voorkomende drugs d.d. 13 februari 2018;
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake onder meer aantreffen briefje onder laptop en postzegels) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake aankopen postzegels bij leesboetiek Marina) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake onder meer aantreffen foto’s verdovende middelen en handgeschreven briefje “Jumbo, JumboNL en RealJumboNL”) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake correctie “Dutch Quality” in ”Lidl”) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal onderzoek (inzake aantreffen bitcoinwallets op smartphones [adres 1] te Maastricht) van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal onderzoek (inzake inhoud aangetroffen laptops [adres 1] te Maastricht) van verbalisant [verbalisant];
- de door verdachte ter terechtzitting van 4 september 2018 afgelegde verklaring.
Gelet op de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte wetenschap had van de herkomst uit enig misdrijf van de bitcoins die hij bij [naam 1] telkens heeft omgewisseld tegen contant geld. Aldus staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte voor een totaalbedrag van € 208.420,-- heeft witgewassen door gedurende een periode van bijna anderhalf jaar diverse malen (grote) hoeveelheden bitcoins om te wisselen tegen contant geld, welke bitcoins (onder meer) afkomstig waren uit de door hem gedreven uitvoer van/ handel in drugs.
Gelet op de gebleken frequentie van de door verdachte uitgevoerde witwashandelingen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van gewoontewitwassen.
De rechtbank acht, gelet op de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen, voorts wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich gedurende een periode van bijna een jaar frequent heeft schuldig gemaakt aan de uitvoer van drugs door middel van verkoop van XTC en cocaïne via het Darkweb en verzending van die XTC en cocaïne naar het buitenland per post.
Gelet op de inhoud van de door verdachte ter terechtzitting van 4 september 2018 afgelegde verklaring en de wijze waarop de feiten zijn uitgevoerd, met de daarbij noodzakelijk gebleken voorbereidingswerkzaamheden en uitvoeringshandelingen door anderen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat ten aanzien van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten sprake is van medeplegen.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, welke zijn:
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming (inzake woning [adres 1] te Maastricht), met bijlagen, van verbalisant [verbalisant];
- het proces-verbaal sporenonderzoek (inzake woning [adres 1] te Maastricht) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant];
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen (inzake aangetroffen goederen woning [adres 1] te Maastricht) van verbalisant [verbalisant];
- het NFI-rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 15 mei 2018;
- het NFI-rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 8 mei 2018;
- het proces-verbaal bevindingen doorzoeking (inzake garagebox [adres 2] te Maastricht) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant];
- het proces-verbaal sporenonderzoek (inzake garagebox [adres 2] te Maastricht) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant];
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen (inzake garagebox [adres 2] M7 te Maastricht) van verbalisant [verbalisant];
- het NFI-rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 4 mei 2018;
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming (inzake woning [adres 3] te Maastricht) van verbalisant [verbalisant];
- de lijst van inbeslaggenomen goederen (inzake woning [adres 3] te Maastricht);
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen (inzake aangetroffen goederen woning [adres 3] te Maastricht) van verbalisant [verbalisant];
- het NFI-rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs d.d. 7 mei 2018;
- - het proces-verbaal van observatie (inzake bevindingen en waarneming van verdachte en medeverdacht [medeverdachte] op 1 maart 2017)van verbalisanten RN 292, RN 281, RN 297, RN 186, KL005678 en KL006401;
- het proces-verbaal bevindingen (inzake bevindingen en waarnemingen tijdens de doorzoeking woning [adres 1] te Maastricht) van verbalisant [verbalisant];
- de foto van het scherm van de mobiele telefoon van medeverdachte [medeverdachte] , waarop als whatsapp-berichten onder meer staan vermeld: “en niks zegge” en “nei, zeker neet”;
- de door verdachte ter terechtzitting van 4 september 2018 afgelegde verklaring.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 3 en 4 telkens tenlastegelegde medeplegen het navolgende.
De rechtbank stelt vast dat tijdens de doorzoeking van de woning van medeverdachte [medeverdachte] , alwaar ook verdachte woonde/verbleef, op diverse plaatsen in die woning, met uitzondering van het toilet, voor het oog direct zichtbaar meerdere verdovende middelen en meerdere daarop betrekking hebbende voorwerpen, alsmede (onder meer) verpakkingsmateriaal, enveloppen en postzegels zijn aangetroffen.
De rechtbank acht in dit verband redengevend dat medeverdachte [medeverdachte] blijkens een op 1 maart 2017 uitgevoerde observatie verdachte heeft geholpen met het in de woning brengen van meerdere dozen verpakkingsmateriaal van de “ [website] ”.
De rechtbank acht voorts redengevend dat medeverdachte [medeverdachte] kort na aanvang van de doorzoeking op 10 maart 2018 op het whatsapp-bericht “en niks zegge” van de moeder van verdachte heeft gereageerd met “nei, zeker neet”.
Op grond van voornoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank de verklaring van verdachte, dat hij ervoor zorgde dat medeverdachte [medeverdachte] niets meekreeg van zijn drugshandel en dat hij ervoor zorgde dat de in haar woning aanwezige verdovende middelen voor haar niet zichtbaar waren, ongeloofwaardig en is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de in de woning aan het [adres 1] aangetroffen verdovende middelen samen met medeverdachte [medeverdachte] voorhanden heeft gehad, zodat voor wat betreft de op deze locatie aangetroffen verdovende middelen sprake is van medeplegen.
Voor wat betreft de in de garagebox aan de [adres 2] aangetroffen verdovende middelen kan naar het oordeel van de rechtbank op grond van de inhoud van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet worden uitgesloten dat medeverdachte [medeverdachte] daarvan geen wetenschap heeft gehad. De rechtbank acht op dit onderdeel dan ook onvoldoende bewijs voorhanden dat sprake is van medeplegen.