Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
L.M. Rijksen, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. P. van der Stroom, en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2018.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel op 27 augustus 2018 het verzoek tot wraking van mr. P.H. Banda, rechter in een vreemdelingenzaak, toegewezen. Verzoeker, een Ivoriaanse vreemdeling, had op 21 augustus 2018 een wrakingsverzoek ingediend, omdat hij meende dat de rechter in een eerdere voorlopige voorziening een vooringenomen oordeel had gegeven over de rechtmatigheid van zijn bewaring. De wrakingskamer oordeelde dat de schijn van vooringenomenheid was gewekt, omdat mr. Banda in de voorlopige voorziening een inhoudelijk oordeel had gegeven dat relevant was voor de bodemprocedure. De wrakingskamer benadrukte dat de objectieve vrees voor partijdigheid van de rechter gerechtvaardigd was, gezien de samenhang tussen de voorlopige voorziening en de bodemprocedure. De beslissing van de wrakingskamer is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.