In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 29 augustus 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van Normec Certification B.V. tegen een besluit van verweerder, waarbij het procescertificaat van verzoekster voor dertig dagen werd geschorst. Verzoekster, een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf, had eerder een formele waarschuwing ontvangen, maar na een controle op 4 juni 2018 werd besloten om het procescertificaat te schorsen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 27 augustus 2018 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. Verzoekster stelde dat de schorsing zou leiden tot faillissement en dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bestreden besluit niet duidelijk en onvoldoende zorgvuldig tot stand was gekomen. Er was een gerede kans dat niet alle afwijkingen die aan het besluit ten grondslag lagen, als vaststaand konden worden gehandhaafd. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en werd het bestreden besluit geschorst tot zes weken na de beslissing op het bezwaar. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster.