ECLI:NL:RBOVE:2018:3090

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 juli 2018
Publicatiedatum
27 augustus 2018
Zaaknummer
C/08/211881 / HA ZA 17-573
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van Skal voor onjuiste afgifte van transactiecertificaten voor biologische kaas

In deze zaak vorderde de coöperatie Coöperatieve Zuivelonderneming Cono B.A. (hierna: Cono) een verklaring voor recht dat de Stichting Skal (hierna: Skal) aansprakelijk was voor schade die zij zou hebben geleden door de afgifte en intrekking van transactiecertificaten voor de export van biologische kaas naar de Verenigde Staten. De rechtbank Overijssel oordeelde dat het verstrekken van een transactiecertificaat door Skal niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat Skal niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van haar verwacht mocht worden bij het verstrekken van de certificaten, maar dat Cono niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij schade heeft geleden als gevolg van deze tekortkoming. De vorderingen van Cono werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank benadrukte dat voor de toewijzing van de vorderingen vereist is dat de eiser aannemelijk maakt dat er schade is geleden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/211881 / HA ZA 17-573
Vonnis van 11 juli 2018
in de zaak van
de coöperatie
COÖPERATIEVE ZUIVELONDERNEMING CONO B.A.,
gevestigd te Westbeemster (gemeente Beemster),
eiseres,
advocaat mr. H.T. Verhaar te Rotterdam,
tegen
de stichting
STICHTING SKAL,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
gedaagde,
advocaat mr. M. Timpert-de Vries te Arnhem.
Partijen zullen hierna Cono en Skal genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 21 maart 2018
  • het proces-verbaal van comparitie van 24 mei 2018
  • de brief van mr. Timpert-de Vries van 31 mei 2018
  • de brief van mr. Verhaar van 4 juni 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Cono is een coöperatie die zich bezig houdt met de exploitatie van een zuivelfabriek. Cono is geregistreerd bij Skal. Skal is een zelfstandig bestuursorgaan dat zich bezig houdt met de keuring en controle van agrarische producten en voedingsmiddelen en met de certificatie van biologische producten. Skal heeft krachtens de Landbouwkwaliteitswet en het Landbouwkwaliteitsbesluit de taak om zorg te dragen voor de registratie van bedrijven die (biologische) producten produceren conform Verordening EG/834/2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten. Skal is eveneens als toezichthouder aangewezen.
2.2.
Cono heeft acht transactiecertificaten (hierna: TC’s) aangevraagd bij Skal ten behoeve van de export van in totaal [aantal x] kilo biologische kaas naar de Verenigde Staten (VS), op verzoek van de afnemer van Cono, Atalanta Corporation in Elizabeth (New Jersey), hierna: Atalanta, die de kaas had besteld bij Cono. Cono heeft deze aanvragen via de website van Skal ingediend, waarbij Cono conform de aldaar gevraagde informatie haar contactgegevens en het land van bestemming heeft ingevuld.
2.3.
Skal heeft de aangevraagde TC’s, conform het door de USDA (het departement van Landbouw in de VS) verstrekte model, verstrekt aan Cono in de periode januari-maart 2015. Op de TC’s staat onder meer vemeld:
“(…) I CERTIFY that the agricultural products specified hereon (…) have been found to meet all applicable requirements of the US-EU Organic Equivalence Arrangement. (…)
2.4.
Cono heeft de betreffende kaas vervolgens verscheept naar de VS en geleverd aan Atalanta.
2.5.
Bij e-mail van 9 maart 2015 heeft [A] , werkzaam bij Skal, [B] en [C] , werkzaam bij Cono, bericht als volgt:
“(…)
  • Skal zal de transactiecertificaten naar de USA m.b.t. biologische kaas gaan intrekken, op basis van het niet kunnen overleggen van een antibiotica vrijverklaring. Om de antibiotica vrij verklaring niet te overleggen is hadden deze certificaten niet afgegeven mogen worden. Het besluit houdt in dat de biologische kaas op de bijgevoegde transactiecertificaten niet als biologisch mag worden verhandeld in de USA.
  • Alle biologische kaas genoemd op de transactiecertificaten moet worden geblokkeerd gedurende het onderzoek.
  • U moet de afnemer hierover informeren en de biologische kaas blokkeren tot zover als mogelijk is.
(…)”
2.6.
Bij brief van 14 april 2015 heeft het bestuur van Skal Cono bericht als volgt:
“(…)
Als bijlage bij deze brief treft u het statement van Skal aan inzake de biologische kaas die verzonden is naar de Verenigde Staten van Amerika.
(…)
Ondanks de inspanningen ziet de USDA NOP geen mogelijkheid om de geblokkeerde biologische kaas onder USDA NOP keurmerk in Amerika te verhandelen: er is niet aan de vereiste voorwaarden t.a.v. antibiotica vrije productie voldaan.
(…)”
2.7.
Het aan de brief van 14 april 2015 gehechte statement vermeldt het volgende:
“(…)
Skal declares that the batches of organic cheese, as mentioned in the table below, cannot be sold/should not have been sold as Organic in the United States of America. The products in the table do not fully comply with the USDA NOP guidelines: 3,6% of the animals has been treated with antibiotics. The products are in accordance with the European Organic Regulation.
(…)
This statement applies tot the blocked amount of cheese ( [aantal xx] kg) which is in store at Atalanta Corporation.
No recall will be executed for the amount of cheese ( [aantal xxx] kg) from the batches which have already been distributed to shops and consumers.”
2.8.
Atalanta heeft een factuur d.d. 9 februari 2016 ter hoogte van $ 318.681,90 (€ 293.500,00) gestuurd aan Cono (hierna: de Factuur).
2.9.
Sinds (enig moment in) 2016 wordt op de website van Skal (onder meer) het volgende weergegeven met betrekking tot de aanvraagprocedure voor een TC:
2.10.
Bij brief van 24 juli 2017 heeft Cono Skal aansprakelijk gesteld voor de schade die Cono stelt te hebben geleden als gevolg van de onjuiste certificaatverlening.

3.Het geschil

3.1.
Cono vordert, samengevat:
  • een verklaring voor recht dat Skal aansprakelijk is jegens Cono uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming en/of onrechtmatige daad met betrekking tot de aan Cono afgegeven en vervolgens weer ingetrokken transactiecertificaten voor export naar de Verenigde Staten zoals omschreven in de dagvaarding,
  • de veroordeling van Skal tot vergoeding van de door Cono dientengevolge geleden en te lijden schade, waarbij de te vergoeden schade, met inbegrip van de wettelijke rente ex art. 6:119 BW, nader dient te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet,
  • de veroordeling van Skal in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente en nakosten.
3.2.
Skal voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Ter onderbouwing van haar vorderingen beroept Cono zich op wanprestatie en/of onrechtmatige daad (van Skal). De rechtbank stelt voorop dat indien sprake is van een contractuele relatie slechts sprake zal kunnen zijn van een onrechtmatige daad in het geval de gedraging onafhankelijk van de schending van de verbintenis een onrechtmatige daad oplevert. De eerste vraag die opkomt is of sprake is van een overeenkomst tussen partijen ter zake de TC’s. De rechtbank overweegt ten aanzien van die vraag als volgt.
4.2.
Partijen zijn het erover eens dat de registratie van Cono bij Skal moet worden aangemerkt als (raam)overeenkomst. Ook is niet in geschil dat het verstrekken van een TC niet behoort tot de wettelijke taak van Skal. Cono is van mening dat het aanvragen en verstrekken van TC’s voortvloeit uit de registratieovereenkomst. Skal heeft aangegeven dat zij niet uitsluit dat sprake is van een besluit.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat het verstrekken van een TC geen publiekrechtelijk rechtsgevolg sorteert en reeds daarom niet kan worden aangemerkt als besluit in de zin van de Awb. Skal heeft voorts niet onderbouwd dat sprake zou zijn van inlichtingen die zozeer samenhangen met een besluit dat zij ten opzichte van dat besluit een onzelfstandig karakter dragen. De rechtbank neemt voorts tot uitgangspunt, zoals door Cono gesteld en door Skal niet expliciet weersproken, dat Cono de TC’s heeft aangevraagd en Skal deze heeft verstrekt uit hoofde van de registratieovereenkomst. Dit betekent dat moet worden uitgegaan van een contractuele verhouding ter zake. De beoordeling zal dan ook plaatsvinden op de grondslag wanprestatie. Cono heeft geen feiten en omstandigheden gesteld die moeten leiden tot de conclusie dat sprake is van enige gedraging van Skal onafhankelijk van die contractuele verhouding, zodat de grondslag onrechtmatige daad buiten beschouwing kan blijven.
4.4.
Cono voert aan dat Skal onzorgvuldig heeft gehandeld door de TC’s te verstrekken terwijl geen antibioticavrijverklaring ten aanzien van de betreffende kaas voorhanden was en dat Cono mocht vertrouwen op de deskundigheid van Skal ter zake. Volgens Skal heeft zij niet onzorgvuldig gehandeld en had Cono zelf moeten weten dat zij over een antibioticavrijverklaring had moeten beschikken om de kaas als biologisch te kunnen verkopen in de VS.
4.5.
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen staat vast dat in de US-EU Organic Equivalence Arrangement is bepaald dat producten in de VS alleen als biologisch (‘organic’) kunnen worden aangemerkt als deze voldoen aan de Amerikaanse antibiotica-eisen, dat deze eisen golden ten tijde van de aanvragen van de TC’s in kwestie en dat de kaas in kwestie niet aan die eisen voldeed. Skal heeft evenwel de TC’s verstrekt waarin is vermeld dat de kaas voldoet aan de eisen van de US-EU Organic Equivalence Arrangement. Deze TC’s zijn derhalve ten onrechte verstrekt, waarna Skal is overgegaan tot intrekking.
4.6.
De omstandigheid dat Skal ter zake van het verstrekken van TC’s geen wettelijke taak uitvoert neemt niet weg dat zij moet worden aangemerkt als de erkende certificeringsinstantie op het gebied van biologische producten. Van Skal mag dus ook bij het verstrekken van TC’s een hoge mate van deskundigheid en zorgvuldigheid worden verwacht. Van haar mag eveneens worden verwacht dat zij de strekking van de door haar afgegeven (verklaringen in) TC’s begrijpt en overziet. Voor zover Skal niet op de hoogte was van de in de US-EU Organic Equivalence Arrangement opgenomen eisen, had de inhoud van de (voorgedrukte) verklaring op het door de USDA aangeleverde model Skal, alvorens de TC’s te verstrekken, ertoe moeten nopen om zich van deze eisen op de hoogte te stellen. Skal, die dus de eisen kende of behoorde te kennen, heeft evenwel ten onrechte verklaard dat de kaas voldeed aan de eisen. Skal had daarentegen moeten weigeren de TC’s te verstrekken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat Skal bij het verstrekken van de TC’s niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van haar mocht worden verwacht en zodoende is tekort geschoten in haar verplichtingen jegens Cono op grond van de registratieovereenkomst.
4.7.
Aan dit oordeel kan niet afdoen de door Skal gestelde omstandigheid dat het haar werkwijze is om eerst het TC te verstrekken en bij een volgende controle pas specifiek/extra te controleren op de specifieke kenmerken waarop het TC ziet. Dat de situatie zich kan voordoen dat een bedrijf over een certificaat beschikt maar op enig moment (daarna) niet meer voldoet aan de daaraan gestelde voorwaarden en dat zulks pas bij een periodieke controle aan het licht komt, is inherent aan een systeem van certificering en toezicht op naleving. Een dergelijk nalevingsverzuim komt dan voor rekening en risico van het betreffende bedrijf. Dit laat echter onverlet dat Skal naar het oordeel van de rechtbank
voorafgaandaan het verstrekken van een certificaat zoals een TC een toereikende toets dient te verrichten, bijvoorbeeld door het opvragen van gegevens bij de betreffende onderneming. Deze conclusie wordt feitelijk ook onderschreven door Skal, die sinds 2016 de online aanvraagprocedure voor een TC heeft gewijzigd in die zin dat wanneer de aanvrager geen (door Skal goedgekeurde) antibioticavrijverklaring kan overleggen, Skal het aangevraagde TC niet verstrekt.
4.8.
Cono stelt dat zij schade heeft geleden als gevolg van de ten onrechte verstrekte TC’s en vordert schade nader op te maken bij staat (in een zogenaamde schadestaatprocedure). Zij voert daartoe aan dat haar afnemer Atalanta de kaas – nadat bekend werd dat deze niet als biologisch kon worden verkocht in de VS – voor een dumpprijs heeft moeten verkopen, haar als gevolg hiervan geleden schade ter hoogte van $ 318.681,90 bij de Factuur in rekening heeft gebracht bij Cono en dat Cono de Factuur heeft betaald. Skal bestrijdt zowel de schade als het causaal verband. Zij betwist onder meer dat Cono de Factuur betaald heeft en dat Cono daartoe gehouden was of is.
4.9.
De rechtbank stelt voorop dat voor verwijzing naar de schadestaatprocedure de lage drempel geldt van aannemelijkheid van de mogelijkheid dat schade is geleden. Van de eiser mag worden verwacht dat hij zodanige feiten stelt dat daaruit in het algemeen kan worden afgeleid dat er schade is geleden. Nadere onderbouwing van deze feiten kan nodig zijn gelet op het partijdebat of als de aannemelijkheid naar ervaringsregels niet uit het gestelde volgt.
4.10.
De rechtbank stelt vast dat Cono de overeengekomen prijs voor de betreffende kaas heeft ontvangen van Atalanta. In zoverre heeft Cono dus geen schade geleden. Cono heeft echter, naar eigen zeggen, de door Atalanta geleden schade betaald. Naar het oordeel van de rechtbank is in dit kader niet relevant of Cono de Factuur daadwerkelijk heeft betaald, hetgeen zij overigens ondanks daartoe door Skal aangespoord in de conclusie van antwoord niet (met stukken) heeft onderbouwd, maar wel of zij daartoe gehouden was. Cono heeft in dit verband louter aangevoerd dat zij gelet op de relatie met Atalanta de Factuur wel moest betalen. Zij heeft toegelicht dat zij geen schriftelijke overeenkomst heeft met Atalanta maar dat sprake is van een mondelinge (raam)overeenkomst op basis waarvan Atalanta bestellingen doet bij Cono die Atalanta nog kort voor verzending kan wijzigen. Atalanta heeft in december 2014 aangegeven dat zij een TC nodig had voor de partij kaas, aldus Cono. Uit één en ander valt echter niet af te leiden dat en op welke wijze Cono zich jegens Atalanta heeft verbonden om de TC’s te leveren, dat zij bij gebreke daarvan tekortschiet jegens Atalanta en/of dat zij op een andere grond aansprakelijk zou zijn jegens Atalanta voor diens (eventueel) als gevolg daarvan geleden of te lijden schade. Cono heeft niet toegelicht wat de consequentie zou zijn (en wat de grondslag daarvan is) als zij de Factuur niet zou hebben betaald. De enkele verwijzing naar haar commerciële relatie met Atalanta is daarvoor onvoldoende. Niet aannemelijk is dus geworden dat Atalanta enig bedrag aan schade kon doorbereken aan Cono.
4.11.
Daarbij komt het volgende. Skal heeft twijfels geuit over de vraag of de kaas überhaupt – ongeacht het wel/niet verstrekken van de TC’s – als biologisch had kunnen worden verkocht in de VS. Zij wijst er daartoe op dat onduidelijk is of Cono (VS of Beemster US) als opdrachtgever en Tipico, die de kaas in opdracht van Atalanta versneed en verpakte, in de VS bio-gecertificeerd zijn of zouden worden. Atalanta is dat in ieder geval niet en Tipico zat in maart 2015 nog in het certificeringsproces, aldus Skal. Cono heeft daarop alleen aangegeven niet te weten of Tipico bio-gecertificeerd is. Dit één en ander maakt dat ook niet aannemelijk is geworden dat Atalanta in staat was om de kaas als biologische kaas te verkopen in de VS en derhalve schade heeft geleden.
4.12.
Uit het voorgaande volgt dat Cono niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij gehouden was enig bedrag aan Atalanta te vergoeden, terwijl dat gelet op het gemotiveerde verweer van Skal – zelfs in het kader van de lage drempel van aannemelijkheid van de mogelijkheid dat schade – wel op haar weg lag. De stelling van Cono – wat daarvan ook zij – dat zij indien de TC’s niet waren verstrekt de kaas als biologische kaas in Europa zou hebben verkocht en dat zulks (veel) meer zou hebben opgeleverd dan de dumpprijs waarvoor deze nu in de VS is verkocht, is dan ook niet relevant.
4.13.
Voor zowel de gevorderde verklaring voor recht dat – kort gezegd – Skal aansprakelijk is jegens Cono (uit hoofde van wanprestatie) als de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure is vereist dat Cono (de mogelijkheid aannemelijk maakt dat) zij schade lijdt of heeft geleden als gevolg van de tekortkoming van Skal. Daaraan is niet voldaan. De slotsom is dan ook dat de vorderingen van Cono zullen worden afgewezen. De overige verweren van Skal kunnen onbesproken blijven.
4.14.
Cono zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Skal worden begroot op:
- griffierecht € 626,00
- salaris advocaat
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)
Totaal € 1.712,00
4.15.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van veertien dagen na dit vonnis.
4.16.
De veroordeling in de nakosten zal worden toegewezen zoals gevorderd.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Cono in de proceskosten, aan de zijde van Skal tot op heden begroot op € 1.712,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Cono in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Berlo en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2018. [1]

Voetnoten

1.type: