De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Verdachte en getuige [slachtoffer] (verder te noemen: [slachtoffer] ) hebben elkaar ontmoet via de website [naam 1] , een datingsite voor homofiele mannen.
[slachtoffer] had in zijn advertentie seksuele diensten aangeboden en aan verdachte, toen hij contact zocht, desgevraagd in eerste instantie aangegeven dat hij 18 jaar oud was. In het contact gaf [slachtoffer] aan dat hij alleen seks wilde als verdachte daarvoor betaalde. Beiden zijn daarmee akkoord gegaan.
Verdachte kwam er - voor het eerste seksuele contact - achter dat [slachtoffer] jonger dan 18 jaar oud was. Verdachte heeft toen aangegeven dat “dit niet kon” en wilde in eerste instantie slechts gezelschap en gezelligheid en geen seks. Verdachte zou dan betalen voor het gezelschap. [slachtoffer] kon zich hierin vinden.
Vanaf de eerste ontmoeting klikte het echter tussen hen en kwam het toch tot de tenlastegelegde seksuele handelingen. In die periode kwam verdachte er achter dat [slachtoffer] slechts 16 jaar oud was. Toen dit gegeven bij verdachte bekend werd hebben verdachte en [slachtoffer] besloten te stoppen met de seksuele handelingen.
Verdachte heeft [slachtoffer] bij elke ontmoeting € 50,- betaald. Ook heeft verdachte incidenteel sigaretten en Franse wodka voor [slachtoffer] gekocht.
Verdachte heeft verklaard dat zij elkaar in de tenlastegelegde periode ongeveer 25 maal hebben ontmoet en dat hij in totaal ongeveer € 1.000,- aan [slachtoffer] heeft betaald.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd.
De moeder van [slachtoffer] heeft bij de politie aangifte gedaan.
[slachtoffer] , die geen aangifte wilde doen, heeft een verklaring afgelegd die de bekennende verklaring van verdachte in grote lijnen bevestigt.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.