Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- de grootouders, bijgestaan door hun advocaat,
- de heer M. Bussing, namens de Raad voor de Kinderbescherming, verder te noemen “de Raad”.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 2 januari 2018 een beschikking gegeven inzake de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige, geboren in 2010, en de benoeming van de grootouders tot voogden. De grootouders, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. J.W. Haafkes, hebben op 17 juli 2017 een verzoek ingediend om het gezag van de moeder te beëindigen, omdat zij sinds augustus 2016 geen contact meer heeft gehad met de minderjarige en niet in staat is om haar verantwoordelijkheden als ouder te vervullen. De rechtbank heeft op 20 september 2017 de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek te doen naar de situatie van de minderjarige en de rol van de ouders. De Raad heeft in zijn rapport van 14 november 2017 geadviseerd om het gezag van de moeder te beëindigen en de grootouders als voogden aan te stellen, gezien de kwetsbare positie van de minderjarige en het gebrek aan contact met de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de omstandigheden sinds de eerdere beschikking van 4 augustus 2014 zijn gewijzigd en dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de grootouders en de moeder. De rechtbank heeft daarom besloten het gezag van de moeder te beëindigen en de grootouders tot voogden te benoemen, in het belang van de minderjarige. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.