Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
‘schuur met beperkte exploitatie’.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 19 juli 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een huurder en verhuurder. De huurder, [gedaagde], exploiteert een cateringbedrijf in een gehuurde ruimte die in strijd is met het bestemmingsplan. De verhuurder, [eiser], heeft de huurder aangesproken op de overtreding van de huurovereenkomst en het bestemmingsplan, en vordert ontruiming van het gehuurde binnen vijf dagen. De huurder heeft weliswaar een omgevingsvergunning aangevraagd, maar deze is geweigerd. De gemeente heeft de verhuurder gewaarschuwd dat hij als eigenaar verantwoordelijk is voor de overtreding en dreigt met dwangsommen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de huurder in strijd handelt met de huurovereenkomst en het bestemmingsplan, en dat de verhuurder voldoende spoedeisend belang heeft bij de ontruiming. De vordering van de verhuurder wordt toegewezen, en de huurder wordt veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen vijf dagen, op verbeurte van een dwangsom van € 500 per dag, met een maximum van € 30.000. Tevens wordt de huurder veroordeeld in de proceskosten van de verhuurder.