Op 6 augustus 2018 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de stichting Stichting Woonzorg Nederland en drie gedaagden, wonende te Enschede. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.F. Briedé, vorderde ontruiming van de woonruimte van de gedaagden wegens overlast. De procedure omvatte een dagvaarding met producties, aanvullende producties en een mondelinge behandeling op 1 augustus 2018, waarbij de gedaagden niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, op basis van de overgelegde verklaringen van omwonenden en e-mails van eiseres die de overlast documenteerden. De gevorderde machtiging tot ontruiming met behulp van de sterke arm werd echter afgewezen, maar de gedaagden werden veroordeeld in de proceskosten. De rechter heeft bepaald dat de gedaagden de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis moeten ontruimen, met de mogelijkheid voor eiseres om dit door een gerechtsdeurwaarder te laten uitvoeren op kosten van de gedaagden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.