Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[verzoeker 1] ,
[verzoeker 2] ,
[zoon verzoekers],
1.de stichting VIVENTE, STICHTING VOOR CHRISTELIJK PRIMAIR ONDERWIJS,
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
1.De procedure
3.Het geschil
4.De beoordeling
concretekennis van de nalatige omtrent het bestaande of het op handen zijnde gevaar sprake was.
kenbaarwas. Dit betekent dat ook als de nalatige niet op de hoogte is van de gevaarlijke situatie, zijn zorgplicht kan meebrengen dat hij binnen redelijke grenzen en kosten het nodige onderzoek naar potentiële gevaren verricht of erop had moeten toezien dat zich geen onvoorziene gevaren zouden verwezenlijken. De gevergde mate van zorg is afhankelijk van de bijzondere omstandigheden van het geval. Zoals gezegd kan volgens de Hoge Raad het bestaan van de hier bedoelde zorgplichten (onder meer) voortvloeien uit een bijzondere relatie van de waarnemer met het slachtoffer of een bijzondere relatie van de waarnemer met de plaats waar het gevaar zich voordoet.
wistdat zich op het schoolplein in de vorm van de putdeksels een potentieel gevaar voordeed of indien dat gevaar [basisschool]
kenbaarwas. [basisschool] heeft immers een bijzondere relatie met de gebruikers van het schoolplein (bestaande uit jeugdige leerlingen die aan haar zorg zijn toevertrouwd) en met de plaats waar zich de gevaarssituatie heeft voorgedaan (het schoolplein waarvan [basisschool] eigenaar/beheerder is). Dit betekent dat ook indien [basisschool] niet op de hoogte was van de gevaarlijke situatie, haar niettemin onrechtmatig handelen kan worden verweten als zij uit hoofde van de op haar rustende bijzondere verplichtingen en de in het verlengde hiervan op haar rustende onderzoeksplicht een concrete gevaarssituatie had
behorente onderkennen en heeft nagelaten adequate veiligheidsmaatregelen te treffen.