Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verwerende partij in reconventie,
eisende partij in reconventie,
Rechtbank Overijssel
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 20 juni 2018, zijn de partijen [X] en [Y] verwikkeld in een geschil over de uitvoering van werkzaamheden en de daaruit voortvloeiende kosten. [X] heeft [Y] aangesproken op tekortkomingen in de uitvoering van een verbintenis, waarbij [Y] werkzaamheden heeft verricht die niet aan de overeenkomst zouden voldoen. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 9 augustus 2017 reeds enkele aktes van beide partijen in behandeling genomen, maar beide partijen hebben verzocht om bepaalde aktes buiten beschouwing te laten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake is van schending van rechtsbeginselen en dat de aktes niet buiten beschouwing kunnen worden gelaten, aangezien beide partijen op elkaars aktes hebben gereageerd.
De rechtbank heeft vervolgens de waarde van de door [Y] uitgevoerde werkzaamheden beoordeeld. Op basis van een rapport van een partijdeskundige is de waarde van de werkzaamheden vastgesteld op € 30.262,50. [Y] heeft echter betwist dat deze waardering correct is en heeft een eigen berekening gepresenteerd, die door de rechtbank als onvoldoende onderbouwd werd beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkzaamheden van [Y] niet goed zijn uitgevoerd en dat herstelkosten noodzakelijk zijn. De rechtbank heeft de herstelkosten begroot op € 15.000,-, waardoor de uiteindelijke waarde van de werkzaamheden van [Y] op € 25.000,- werd vastgesteld.
De rechtbank heeft [Y] veroordeeld tot terugbetaling van € 57.110,90 aan [X], alsook tot betaling van bijkomende kosten. De vorderingen van [Y] in reconventie zijn afgewezen, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij extra kosten heeft gemaakt. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van [X] toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.