ECLI:NL:RBOVE:2018:2690
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit in Goor
Op 26 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het hebben van een hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 juli 2018. De officier van justitie, mr. E. Leunk, had de verdachte aangeklaagd voor twee feiten: het hebben van een hennepkwekerij met een aanzienlijke hoeveelheid hennepplanten en het illegaal afnemen van elektriciteit. De tenlastelegging omvatte dat de verdachte op of omstreeks 5 april 2016 in Goor, samen met anderen, opzettelijk hennep had geteeld en elektriciteit had gestolen.
Tijdens de zitting heeft de verdediging, vertegenwoordigd door mr. R.D.A. van Boom, betoogd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. Na het horen van de getuigen en het bestuderen van het dossier, concludeerde de rechtbank dat er weliswaar aanwijzingen waren die belastend voor de verdachte konden zijn, maar dat deze niet leidden tot wettig en overtuigend bewijs van schuld.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en heeft hem vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. E.J.M. Bos, en is openbaar gemaakt op 26 juli 2018.