10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 2telkens:
als degene die werkzaam is in de gezondheidszorg, ontucht plegen met iemand die zich als patiënt aan zijn zorg heeft toevertrouwd;
feit 3:als degene die werkzaam is in de gezondheidszorg, ontucht plegen met iemand die zich als patiënt aan zijn zorg heeft toevertrouwd, meermalen gepleegd;
feit 4:een poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarenschuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1]van een bedrag van
€ 614,55 (zegge: zeshonderdveertien euro en vijfenvijftig cent), de materiële schade van € 14,55 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juli 2017 en de immateriële schade van € 600,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 614,55 (zegge: zeshonderdveertien euro en vijfenvijftig cent), de materiële schade van € 14,55 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juli 2017 en de immateriële schade van
€ 600,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 november 2016, ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
12 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 4]van een bedrag van
€ 44,20 (zegge: vierenveertig euro en twintig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 44,20 (zegge: vierenveertig euro en twintig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
21 maart 2017, ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
1 dagzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 4]voor een deel van
€ 666,56 (zegge: zeshonderdzesenzestig euro en zesenvijftig cent) niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Taalman, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en mr. K. Haar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.H. Doldersum, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2018.
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met de nummers ONRBC16008 Piramide (feiten 1, 2 en 3) en PL0600-2017128528 (feit 4). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 17 januari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 49):
(…) V: Hoe zou u zichzelf willen omschrijven. Wat voor persoon bent u?
A: Ik ben orthodontist. (…)
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 18 januari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 57):
(…) De eerste zaak betreft een zaak van een meisje [slachtoffer 1] .
V: Vertel eens over dit meisje?
A: (…) Ze is patiënt bij mij. (…)
V: In welke praktijk komt zij?
A: Zij zit in Deventer (…)
2. Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 14 november 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 120-121):
(…) Er werd een afspraak gemaakt voor dinsdag 8 november 2016. (…) Daarna begon hij over dat er foto’s gemaakt moesten worden van haar tanden. Dat was niet de afspraak, maar ze was toch maar met hem meegelopen naar de rontgen kamer. (…) Daar begon hij haar vast te pakken. Zij moest voor hem lopen. Toen hij achter haar stond, sloeg hij zijn armen om haar heen en hield haar vast, knuffelend. (…) Hij ging toen aan haar kont zitten. Hij sloeg er op. Hij sloeg haar met ‘een zwiep’ erin en deed dit meer dan 10 keer. Hij pakte daar haar rechterbil vast en kneep er in. Dit deed hij zo’n 4 keer. (…) Hij liep daarna naar de andere kamer. Daar pakte hij haar bij de arm en duwde haar zo dat ze bij hem op schoot moest gaan zitten. [slachtoffer 1] werd bang en durfde niets te zeggen. Hij kneep toen in haar linkerbil. Hij ging voelen, wrijven en knijpen. (…) Het gaat om [verdachte] met een praktijk aan de [adres 1] te Deventer. (…)
3. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 1 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 124-127):
(…) V: En tegen wie kom je aangifte doen?
A: [verdachte] (…) een orthodontist (…) in Deventer (…) Toen we er heen liepen en we waren de kamer net binnen, begon hij me vast te pakken van achteren. Ik liep voor hem. (…) Hij ging toen met zijn hand naar mijn rechter bil toe. In het begin wreef hij er echt over, maar het ging over in echt knijpen. (…) Toen zei hij tegen mij: “Kom maar op mijn schoot”. Ik voelde dat hij me bij mijn arm vastpakte. Ik ben automatisch gaan zitten omdat ik bang was. (…) Toen ik eenmaal op zijn schoot zat, begon hij met zijn andere hand aan mijn linker bil te zitten en toen kneep hij daar ook in. (…)
V: Hoe vaak kneep hij in je bil?
A: Ik heb niet echt geteld. Ik weet wel dat het vaak is geweest. Het is wel meer dan drie of vier keer geweest. (…)
4. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 30 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 132-137):
(…) De tandarts zei dat hij nog even foto’s moest maken. (…) Hij ging met [slachtoffer 1] naar een andere kamer. (…) Op een gegeven moment zag ik [slachtoffer 1] wel en ik zag dat ze een boos gezicht had. (…) De tandarts zei dat ze nog even mee moest komen, hij riep haar terug toen ze mijn kant op kwam lopen. Ik zag dat ze naar mij knikte van “ik wil niet”. (…) Ik vond dat [slachtoffer 1] zich raar en boos gedroeg. (…) We gingen naar buiten en buiten kwam het verhaal van [slachtoffer 1] eruit. Ze zei “ik ga hier nooit meer heen”. Ze begon te huilen. Ze vertelde dat de tandarts haar betast had en aan haar bil had gezeten en haar op schoot had getrokken. (…)
V: Je hebt tijdens deze verklaring gepraat over de orthodontist maar je noemde het ook wel eens de tandarts. Even voor de duidelijkheid, het ging steeds over dezelfde persoon, de orthodontist klopt dat?
A: Ja. (…)
1. Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 23 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 163-164):
(…) De orthodontist gaf aan dat hij een foto moest maken. [slachtoffer 2] wist niet van te voren dat ze ook een foto moest maken. Ze liep voor hem uit. Hij kwam achter haar lopen en pakte haar om de middel vast met beide armen terwijl hij achter haar stond. Hij gaf op dat moment een kus op haar linker wang. (…) Hij gaf ook een soort “schouderklopje” op haar kont, midden op. Toen de foto’s moesten inladen legde hij zijn hand op haar kont. Bij het uitleggen van de foto’s zat hij op een stoel en trok [slachtoffer 2] bij zich en had zijn hand om haar middel. (…) Daarbij legde hij kort zijn hand op haar buik. (…) Ze is daarna naar school gegaan en kwam schreeuwend de klas inlopen en zei: “Vieze pedo”. Haar docent heeft met haar apart gesproken en daarbij heeft ze verteld wat er gebeurd was. Later heeft ze nog gesproken met haar mentor en heeft ze enkele vriendinnen verteld wat er was gebeurd. (…)
2. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 3 januari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 166-172):
(…) Pleegdatum/tijd :Op woensdag 21 december 2016
(…) V: Wat heeft hij bij jou gedaan?
A: Hij heeft aan mijn billen gezeten.
V: Tegen wie wil jij aangifte doen, hoe heet hij?
A: [verdachte] .
V: Wanneer is dit gebeurd?
A: (…) Het was 21 december. (…) Ik moest daarna een foto maken. (…) Hij liep achter mij. Hij deed de arm om mijn middel, bij mijn buik. Hij gaf mij een kus op de wang. (…) Toen moest ik bij hem komen toen de foto ging laden. Hij trok mij naar zich toe en deed zijn arm om mijn middel. Hij gaf mij toen tikjes op mijn billen. (…) Toen deed hij zijn arm om mijn rug en trok mij naar zich toe. (…)
V: (…) Waar zit de praktijk van de orthodontist?
A: [adres 1] in Deventer (…)
V: En tijdens het uitleggen?
A: Hij had toen zijn rechterhand op mijn billen.
V: Deed hij nog iets met zijn hand?
A: Gewoon van die tikjes net als schouderklopjes.
V: Waar had hij zijn hand op je billen?
A: Op de rechter bil.
V: En die tikjes waar geeft hij die?
A: Ook op de rechter bil. (…) Hij legde daarbij zijn hand op mijn buik. (…)
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 12 januari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 181):
(…) V: [slachtoffer 2] heeft hij ons aangifte gedaan. Wat weet je daarvan?
A: [slachtoffer 2] vertelde aan het begin van de les dat ze naar de orthodontist moest. (…) Toen ze de keuken binnen kwam, ja zo kan [slachtoffer 2] binnen komen, verbaasd een beetje verbouwereerd. Ze zei iets van; dit is toch raar, het was iets in die trant. (…)
V: Volgens [slachtoffer 2] zou het woensdag 21 december zijn geweest.
A: Even denken, oh ja dat klopt. (…)
V: Hoe gaat het dan verder?
A: (…) [slachtoffer 2] kwam dus bij en mij en ze zei: Die man heeft aan mijn kont gezeten. (…) Toen zei ze dat ze een foto moest laten maken. Dat die man haar bij haar heupen, dat wees ze ook zo aan, had gepakt zodat ze goed voor de foto stond. Dat hij aan haar kont gezeten had. Dat zei ze nog een keer. Toen zei ze: “Dat is toch niet normaal? Dat doe je toch niet?” (…)
V: Weet je om wie het gaat?
A: Nee, alleen de orthodontist. (…)
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] d.d. 19 januari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 183-188):
(…) V: Tegen wie wil jij aangifte doen?
A: Tegen de orthodontist, die werkzaam is in de tandartsenpraktijk Halle. De praktijk
is aan de [adres 2] . (…)
V: Kan je in het kort vertellen wat jou is overkomen in de praktijk?
A: Ik ben een aantal keren, ik denk 3 keer, bij de orthodontist geweest. Wat bijvoorbeeld gek was, was dat als ik kwam hij mij bij mijn middel pakte en zei ‘fijn dat jij er bent’. (…) Hij legde toen zijn hand op mijn bil en begeleidde mij zo naar de tafel. (…) Tijdens de laatste keer pakte hij mij bij mijn middel en legde zijn hand op mijn bil. (…) Ik bedenk mij nu dat hij ook vaak aan mijn gezicht zit. Hij geeft dan tikjes op mijn wangen, met beide handen en zegt dat ik een mooi gezicht heb. (…) De laatste afspraak was op 22-12-2016 om 13.30 uur. Dat was die controle afspraak. De eerste afspraak was op 28-10-2016, om 13.45 uur. (…)
V: Zat hij verder nog aan je gezicht die keer?
A: Ja, dat deed hij altijd.
V: Hoe ging dat?
A: Dan pakte hij je vast bij je wangen en slaat op je gezicht. (…)
V: Waar legde hij zijn hand?
A: Mijn rechterbil. Hij had echt mijn bil vast. (…)
2. Het proces-verbaal van [getuige 3] d.d. 19 januari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 160-161):
(…) V: Je vertelde over de telefoon, toen ik je belde, dat je wist dat een vriendin van jou door hem was aangeraakt bij haar kont. Kan je daar eens over vertellen?
A: Dat is mijn vriendin [slachtoffer 3] . (…) Toen heeft [slachtoffer 3] me ook verteld, dat
hoe hij mij bij mijn schouder aanraakte, dat hij bij haar haar kont aanraakte. Zoals hij bij mij opmerkingen maakte dat ik er goed uit zag, dat deed hij ook zo in die trant bij [slachtoffer 3] . (…) V: Wat heeft [slachtoffer 3] jou daar precies over verteld?
A: Dat op het moment dat zij naar de stoel wilde lopen, dat hij echt haar kont vastpakte. (…)
V: Wanneer vertelde [slachtoffer 3] jou dit?
A: Een dag of datum weet ik niet. Maar wel vrij kort nadat het gebeurd was. Ik denk de dag er na.
V: Hoe was [slachtoffer 3] toen ze je dit vertelde?
A: Vooral heel verbouwereerd enzo. Verbaasd van, deed hij dat nou echt. Ook niet weten wat ze er mee moest. (…)
V: Hoe vaak is dat gebeurd bij [slachtoffer 3] dat de orthodontist haar bij haar kont aanraakte?
A: Een keer. (…)
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 16 april 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 5):
(…) V: Over welke praktijk heb je het dan?
A: Aan de [adres 1] . Hij heet [bedrijf] . (…) Wat mij het meest stoorde dat hij aan mijn billen zat. (…) Ook pakte hij mij vaak beet bij mijn schouders om mij ergens naar toe te begeleiden. (…)
4. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] d.d. 11 april 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 17):
(…) V: (…) U gaf aan dat u ook iets heeft meegemaakt bij de orthodontist aan de [adres 1] te Deventer en dat u daar wel een verklaring over wilde afleggen. Wat heeft u precies bij deze orthodontist meegemaakt? (…)
A: (…) Tijdens het plaatsen voelde ik dat hij eerst met zijn hand langs mijn wang streelde. (…)
1. Het proces-verbaal van aangifte van [getuige 4] d.d. 24 maart 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 15-17):
(…) Plaats delict: [adres 1] (…)
(…) V: Namens wie kom jij aangifte doen?
A: Namens mijn dochter [slachtoffer 4] . (…)
V: Tegen wie kom je aangifte doen?
ik: Tegen de orthodontist, ik wist niet hoe hij heette maar ik hoorde [verdachte] . De orthodontist aan de [adres 1] . (…)
V: Vertel eens precies wat er afgelopen dinsdag, 21 maart 2017, is gebeurd? Hoe laat
was de afspraak met de orthodontist?
A: (…) Op het eind moest ze nog een foto maken. Dat is in een kamer er naast. (…) Zij is meegegaan met de orthodontist. Mijn deur was open. Ik hoorde haar heel hard “nee” schreeuwen. Ik ben gelijk naar de kamer gegaan. Ik ben op gevlogen en er heen gegaan.
(…) Na die tweede foto, liep hij weg. Toen vroeg ik nog een keer aan haar wat er was
gebeurd. Toen zei zij tegen mij: ‘Hij vroeg een kus aan mij”. (…)
2. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 4] d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 21-23):
(…) A: Ik was gisteren bij de ortho omdat mijn beugel eruit ging. (…) Ik moest foto’s maken en ik ben toen alleen gegaan. Hij vroeg mij toen: ‘Geef mij eens een kus”. Maar ik zei nee. (…) Hij heeft ook geprobeerd om op mijn kont te tikken en geprobeerd te knuffelen maar dat lukte niet want toen duwde ik hem weg. (…)
V: Dan ben je in de fotokamer, wat gebeurt er dan?
A: Ik liep naar binnen en probeerde mij op mijn kont te slaan maar hij raakte mijn rug. Hij wilde mij toen knuffelen maar ik heb hem weggeduwd. (…) Hij zei toen tegen mij: “geef mij eens een kus” en ik riep toen heel hard “Nee” zodat mijn moeder zou komen. (…)
V: Welk moment wilde hij op je kont slaan?
A: Toen ik bijna het kamertje in liep om foto’s te maken. Dat was net toen ik binnen was en hij nog buiten. (…)
V: Je zei: Hij probeerde mij te knuffelen. Hoe ging dat?
A: Hij wilde mij knuffelen. Hij pakte mij vast op de schouders. En toen wilde hij mij knuffelen. Hij deed zijn hoofd naar voren en wilde zijn armen om mij heen slaan. Ik heb hem toen weggeduwd tegen zijn schouders. (…)
V: Waar zit deze orthodontist?
A: [adres 1] . (…)
3. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 10 april 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 29-30):
(…) V: De aangifte is gedaan namens [slachtoffer 4] . Sinds wanneer is [slachtoffer 4] bij u onder
behandeling?
A: Al bijna twee jaar in behandeling. (…) ik maak daar een foto en that’s it. (…)