ECLI:NL:RBOVE:2018:2588

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 juli 2018
Publicatiedatum
24 juli 2018
Zaaknummer
08/770276-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van sexting via sociale media zonder dwang

Op 24 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 23-jarige man, die werd beschuldigd van het dwingen van een vrouw tot sexting via WhatsApp en Snapchat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw uit eigen beweging een naaktfoto naar de verdachte heeft gestuurd en dat er geen bewijs was dat de verdachte haar heeft gedwongen om meer naaktfoto's te sturen of seksuele handelingen te verrichten voor de camera. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de aangeefster zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de WhatsApp-berichten in het dossier niet voldoende bewijs boden voor de beschuldigingen. De Snapchat-gesprekken die de vrouw noemde, waren niet in het dossier aanwezig. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging en heeft de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Tevens is de benadeelde partij, de vrouw, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte van het tenlastegelegde is vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/770276-17 (P)
Datum vonnis: 24 juli 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 juli 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.Y. Huang en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. F. Jakob, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen tot “sexting” door te dreigen een naaktfoto van haar op internet te zetten, wanneer zij niet nog meer naaktfoto('s) zou sturen en/of zij geen seksueel getinte handelingen tijdens een videochat zou verrichten.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 november 2016 tot 13 december 2016 te Almelo,
(telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een persoon, te weten [slachtoffer] , heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), namelijk:
- het maken van één of meer (naakt)foto('s) waarop het (deels) ontblote lichaam en/of borsten van die [slachtoffer] te zien zijn en/of (vervolgens)
- deze (naakt)foto('s) via snapchat aan hem, verdachte, toe te sturen en/of
- via videochat hem, verdachte, te laten meekijken, terwijl voornoemde [slachtoffer] met ontkleed bovenlichaam voor de videocamera zit en/of (daarbij) haar borsten betast en/of (vervolgens) haar slip uittrekt en/of
waarbij het geweld en/of de andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het (telkens)
- via snapchat en/of whatsapp contact te maken en/of te onderhouden met die [slachtoffer] en/of (daarbij) zich voor te doen als zijnde [verdachte] (17 jaar) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] te vragen/verzoeken om één of meer (naakt)foto('s) aan hem, verdachte, toe te sturen en/of (vervolgens)
- na in bezit te zijn gekomen van voornoemde (naakt)foto('s), die [slachtoffer] te dreigen voornoemde en/of door haar ingestuurde (naakt)foto('s) op internet te plaatsen wanneer zij niet nog meer naaktfoto('s) zal insturen en/of wanneer zij niet de door hem, verdachte, voorgestelde handelingen zal plegen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks 27 november 2016 tot 13 december 2016 te Almelo, een ander, te weten [slachtoffer] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer] ,
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen en/of te dulden, te weten:
- het maken van één of meer (naakt)foto('s) en/of (vervolgens) deze (naakt)foto('s) via snapchat aan hem, verdachte, toe te sturen en/of
- via videochat hem, verdachte, te laten meekijken, terwijl voornoemde [slachtoffer] met ontkleed bovenlichaam voor de videocamera zit en/of (daarbij) haar borsten betast en/of (vervolgens) haar slip uittrekt,
door:
- via snapchat en/of whatsapp contact te maken en/of te onderhouden met die [slachtoffer] en/of (daarbij) zich voor te doen als zijnde [verdachte] (17 jaar) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] te vragen/verzoeken om één of meer naaktfoto('s) aan hem, verdachte, toe te sturen en/of (vervolgens)
- na in bezit te zijn gekomen van voornoemde (naakt)foto('s), die [slachtoffer] te dreigen voornoemde en/of door haar ingestuurde (naakt)foto('s) op internet te plaatsen wanneer zij niet nog meer naaktfoto('s) zal insturen en/of wanneer zij niet de door hem, verdachte, voorgestelde handelingen zal plegen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De officier van justitie acht de aangifte van [slachtoffer] betrouwbaar en merkt op dat deze aangifte steun vindt in de WhatsApp-berichten die zich in het dossier bevinden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken nu verdachte aangeefster op geen enkele wijze heeft gedwongen naaktfoto’s toe te sturen en dat aangeefster niet naakt heeft geposeerd of zichzelf heeft betast voor de videocamera tijdens een videochat met verdachte, laat staan dat verdachte haar daartoe heeft gedwongen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat verdachte en aangeefster vanaf 27 november 2016 contact hebben via Snapchat. Aangeefster heeft verdachte via Snapchat een naaktfoto van zichzelf gestuurd. Verdachte heeft deze naaktfoto via de applicatie Casper op zijn telefoon opgeslagen. Het contact tussen verdachte en aangeefster verloopt vanaf 4 december 2016 verder via WhatsApp. Uit de WhatsApp-berichten kan de rechtbank afleiden dat verdachte in ieder geval op 12 december 2016 heeft gedreigd de naaktfoto van aangeefster op het internet te plaatsen.
De rechtbank constateert dat onder het primair en subsidiair ten laste gelegde dezelfde feitelijke handelingen staan vermeld, namelijk dat verdachte aangeefster heeft gedwongen tot het maken van een naaktfoto, welke naaktfoto zij vervolgens naar verdachte moest sturen. Ook is ten laste gelegd dat verdachte aangeefster heeft gedwongen naakt te poseren voor de videocamera tijdens een videochat met verdachte. Verdachte ontkent zich aan deze handelingen te hebben schuldig gemaakt.
De rechtbank stelt allereerst vast dat uit de verklaringen van zowel aangeefster als verdachte volgt dat aangeefster de (eerste) naaktfoto uit eigen beweging via Snapchat aan verdachte heeft gestuurd. Van enige dwang tot het verstrekken van die foto is niet gebleken.
Ten aanzien van de (overige) ten laste gelegde feitelijke handelingen lopen de verklaringen van aangeefster en verdachte uiteen. Anders dan de officier van justitie heeft betoogd, blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de Whatsapp-berichten niet dat verdachte aangeefster heeft gedwongen de genoemde (ontuchtige) handelingen te verrichten. De door aangeefster genoemde Snapchat-gesprekken die daarop betrekking zouden hebben tussen verdachte en aangeefster bevinden zich niet in het dossier. Buiten de verklaring van aangeefster blijkt uit niets op welk(e) moment(en) – en dus onder welke omstandigheden – aangeefster eventuele volgende naaktfoto’s heeft gestuurd en dat zij naakt heeft geposeerd of zichzelf heeft betast voor de videocamera en onder welke omstandigheden dat dan zou zijn gebeurd.
Nu het wettig en overtuigend bewijs dat verdachte zich aan de hem primair en subsidiair tenlastegelegde handelingen heeft schuldig gemaakt ontbreekt, zal hij daarvan moeten worden vrijgesproken.
5. De schade van benadeelden
5.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om immateriële schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
5.2
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het tenlastegelegde. Nu verdachte van dit feit wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

6.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] , in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H.W. Teekman, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en
mr. M. van Berlo, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2018.
Buiten staat
Mr. Schreurs is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.