ECLI:NL:RBOVE:2018:2571
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van wederrechtelijk verkregen voordeel door leidinggevende van failliet vastgoedbedrijf
Op 23 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen de man die leiding gaf aan het failliete vastgoedbedrijf Eurocommerce. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot betaling van 6.480.000 euro aan de Staat, als wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze uitspraak volgt op een eerdere veroordeling in 2016 voor faillissementsfraude, waarbij hij een celstraf van 3,5 jaar kreeg opgelegd. Ook zijn zoon is veroordeeld tot betaling van 5.250.000 euro, met een celstraf van 12 maanden. De echtgenote en dochter van de man zijn vrijgesproken, en de ontnemingsvorderingen tegen hen zijn niet-ontvankelijk verklaard.
De ontnemingsvordering werd ingediend door de officier van justitie op 25 september 2015, waarbij het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat werd op 5.250.000 euro. Gedurende de procedure zijn er meerdere zittingen geweest, waarbij de verdediging aanvoerde dat de ontnemingsvordering niet ontvankelijk zou moeten zijn vanwege de vrijspraak in de hoofdzaak. De rechtbank oordeelde echter dat, ondanks de vrijspraak, de ontnemingsvordering kon worden toegewezen omdat de vermogensbestanddelen afkomstig waren uit faillissementsfraude.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in zijn vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, omdat er geen veroordeling was in de hoofdzaak. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op 23 juli 2018.