Op 19 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis uitgesproken in de zaak tegen een 29-jarige man, die werd beschuldigd van het aanranden van zijn minderjarige buurmeisje in Albergen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur. De zaak kwam aan het licht na een incident op 13 juni 2017, waarbij de verdachte het meisje in zijn afgesloten achtertuin had benaderd. Hij had de tuinpoort dichtgedaan, haar een zoen gegeven en haar billen betast. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door deze handelingen het recht van het meisje op seksuele zelfbeschikking had geschonden.
Tijdens de rechtszaak werd de verklaring van het slachtoffer als betrouwbaar en consistent beschouwd. De officier van justitie, mr. C.Y. Huang, stelde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend was bewezen. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman J.W. Bosman, pleitte voor vrijspraak en betwistte de betrouwbaarheid van de verklaringen. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte door zijn daden het slachtoffer had gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen.
De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer bij het bepalen van de straf. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en de reclassering schatte het recidiverisico als laag in. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien hij de taakstraf niet naar behoren zou verrichten.