ECLI:NL:RBOVE:2018:2509

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 juli 2018
Publicatiedatum
19 juli 2018
Zaaknummer
08/007126-85
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging na complexe problematiek en risico-inschatting

Op 19 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1955, die verblijft in de Van der Hoevenkliniek. De rechtbank heeft de termijn van de TBS met dwangverpleging met een jaar verlengd. Dit besluit volgde op een vordering van de officier van justitie, die op 5 juni 2018 was ingediend, en de behandeling van deze vordering op de openbare zitting van 5 juli 2018. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een reclasseringsadvies en een adviesrapport van de kliniek, waarin de complexe problematiek van de terbeschikkinggestelde werd belicht. De terbeschikkinggestelde heeft een zwakbegaafde achtergrond en lijdt aan een gemengde persoonlijkheidsstoornis, met een geschiedenis van psychotische decompensaties en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er enige vooruitgang is geboekt, het recidiverisico nog steeds hoog is zonder het strikte kader van de TBS. De rechtbank heeft de belangen van de terbeschikkinggestelde afgewogen tegen de veiligheid van de maatschappij en geconcludeerd dat verlenging van de maatregel noodzakelijk is. De rechtbank heeft ook aangegeven dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging op dit moment prematuur is, gezien de nog te zetten stappen in het resocialisatietraject. De rechtbank heeft de reclassering verzocht om bij de volgende verlengingszitting een maatregelenrapport op te stellen, zodat er op basis van volledige informatie een beslissing kan worden genomen over een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de TBS.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/007126-85
Datum beslissing: 19 juli 2018
Beslissing van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van de officier van justitie ten aanzien van de terbeschikkinggestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1955 in [geboorteplaats] ,
verblijvende bij de Van der Hoevenkliniek,
locatie De Voorde, te Amersfoort.

1.De aanleiding

Bij vonnis van 3 januari 1986 van de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Almelo, is de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • poging tot doodslag;
  • bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De maatregel is ingegaan op 12 februari 1986. De maatregel is voor de laatste keer verlengd op 31 augustus 2017 door de rechtbank Overijssel en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 10 juli 2018.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken, waaronder:
het op grond van artikel 509o Sv uitgebrachte adviesrapport van de Van der Hoeven kliniek, gedateerd 15 mei 2018, opgemaakt en ondertekend door drs. G.A. van den Nagel, klinisch psycholoog i.o. tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting, en drs. C.M. Hattink, GZ-psycholoog en hoofd behandeling;
- het in artikel 509o Sv bedoelde afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 25 april 2017 tot en met 24 april 2018;
- een reclasseringsadvies van Inforsa van 5 juni 2018 opgesteld door R. Boon reclasseringswerker, met betrekking tot een onderzoek voorbereiding voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging TBS.

3.De procedure

De officier van justitie heeft op 5 juni 2018 een vordering tot verlenging van de
terbeschikkingstelling met een periode van een jaar ingediend. De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 5 juli 2018. De officier van justitie, mr. M.E.W. van Erp, en de terbeschikkinggestelde bijgestaan door zijn raadsman, mr. H. Anker, advocaat in Leeuwarden, zijn op de vordering gehoord. Als (getuige-)deskundig(en) zijn op de zitting gehoord, drs. C.M. Hattink, hoofdbehandelaar en R. Boon, reclasseringswerker.

4.De standpunten van de officier van justitie en de verdediging

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen verlenging van de terbeschikkingstelling met de duur van een jaar. De raadsman heeft de rechtbank wel verzocht de beslissing omtrent de dwangverpleging voor maximaal drie maanden aan te houden teneinde de reclassering een maatregelrapport over een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te laten opmaken. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de terbeschikkinggestelde op korte termijn zal doorstromen naar de HAT-eenheid van De Voorde op het terrein van GGZ Centraal waar hij zelfstandige huisvesting zal krijgen in een transmuraal kader. In het maatregelrapport dient gerapporteerd te worden over de overgang naar de nieuwe plek en in hoeverre dit stress en spanning voor de terbeschikkinggestelde heeft opgeleverd. Bij de nadere zitting is er dan zicht op de actuele situatie. Het standpunt van de verdediging is dat een voorwaardelijke beëindiging kan plaatsvinden aangezien dit kader dezelfde waarborgen biedt als een overplaatsing op basis van transmuraal verlof. De reclassering dient daarom alsnog voorwaarden te formuleren die bij een voorwaardelijke beëindiging zouden moeten gelden. De terbeschikkinggestelde heeft verklaard dat hij vindt dat hij te lang in de dwangverpleging zit en dat dat kader niet langer nodig is. De terbeschikkinggestelde wil de incidenten uit het verleden achter zich laten en zich focussen op een positieve toekomst. De terbeschikkinggestelde ervaart de overplaatsing naar een HAT-eenheid als motiverend en zegt dat hij zijn best gaat doen om het verdere behandeltraject te laten slagen.

5.De beoordeling

Het verlengingsadvies van de kliniek in samenhang met de wettelijke aantekeningen
Uit het verlengingsadvies komt onder meer naar voren dat de terbeschikkinggestelde een zwakbegaafde man is met een zwak gestructureerde en kwetsbare identiteit. Er is sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met voornamelijk paranoïde en schizoïde kenmerken. Daarnaast is de terbeschikkinggestelde bekend met kortdurende, terugkerende psychotische decompensaties bij oplopende angst, spanningen en stress met verslavingsproblematiek (alcohol en cannabis). Het ontbreekt de terbeschikkinggestelde aan ziekte-inzicht en hij heeft zeer beperkt zicht op zijn probleemgebieden en risicofactoren. Ook heeft de terbeschikkinggestelde te weinig copingvaardigheden en impulscontrole. De huidige behandeling richt zich op het bieden en behouden van (dag)structuur, ondersteuning en perspectief, abstinentie van middelen, medicatiegebruik, vroegsignalering en netwerkbegeleiding. Ondanks de geboden intensieve zorg veranderen de diagnostiek, risicotaxatie en het behandelverloop van de terbeschikkinggestelde nauwelijks. De problematiek is omvangrijk, complex en persistent van aard en de dynamische risicofactoren laten zich moeilijk bewerken. Thans wordt gekoerst op doorplaatsing naar een passende vervolgvoorziening, waar langdurig intensieve begeleiding geboden wordt. Pluryn wordt als de meest geschikte vervolgoplossing gezien, maar een plaatsing laat vooralsnog op zich wachten. Plaatsing in een HAT-eenheid van De Voorde wordt ook als reële vervolgstap gezien. Zonder het strikte kader van de terbeschikkingstelling wordt het risico op terugval in gewelddadig gedrag ingeschat als hoog. Met het huidige risicomanagement is dit laag tot matig. Bij een overgang naar Pluryn of een HAT-eenheid bij De Voorde is dit matig. Indien de terbeschikkinggestelde zich na overplaatsing in een vervolgvoorziening goed staande weet te houden en er sprake is van voldoende mate van psychiatrische stabiliteit, kan een verblijf in het kader van een proefverlof overwogen worden. Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is thans te voorbarig. De kliniek acht het van essentieel belang het verdere resocialisatietraject zo zorgvuldig mogelijk te laten verlopen en te veel veranderingen of onverwachte wendingen tegelijkertijd te voorkomen. Geleidelijkheid maakt dat er perspectief in het traject wordt gezien. De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen.
De toelichting van de getuige-deskundige van de kliniek ter zitting
Ter terechtzitting heeft de getuige-deskundige van de kliniek onder meer verklaard, zakelijk weergegeven, dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van uiterst complexe problematiek met de daarbij passende risico’s. De afgelopen periode is goed verlopen. Er heeft echter wel een agressie incident plaatsgevonden. Een recente ontwikkeling is dat op korte termijn een overplaatsing naar een HAT-eenheid bij De Voorde zal plaatsvinden. Deze overgang zal spanning geven en dient daarom geleidelijk te verlopen. Hierna kan gestart worden met onbegeleid verlof buiten het terrein. Deze stappen moeten niet tegelijkertijd gemaakt worden omdat dan de kans op ontregeling groot is. De terbeschikkinggestelde wordt snel overvraagd en vindt het lastig om dingen te begrijpen. Bij een ontregeling van de terbeschikkinggestelde zijn de mogelijkheden die de kliniek heeft om in te grijpen in het kader van een voorwaardelijke beëindiging minder groot. De gevolgen die een eventuele omzetting naar dwangverpleging op dat moment zou hebben, zouden voor het verdere verloop van het traject groot zijn. Voortzetting van het huidige kader heeft daarom de voorkeur van de kliniek. Een voorwaardelijke beëindiging is nog niet aan de orde. In een korte periode van aanhouding voor het opstellen van een maatregelenrapport, zoals door de verdediging is voorgesteld, kan onvoldoende beeld verkregen worden over hoe het dan met de terbeschikkinggestelde gaat, juist vanwege de stappen die nog gemaakt moeten worden. Van belang is dat de terbeschikkinggestelde stabiel blijft functioneren. De kliniek werkt niet graag met een proefverlof met een verblijf op het terrein van de Van der Hoeven kliniek omdat dit ingewikkeld kan zijn voor de terbeschikkinggestelde. De kliniek heeft voor ogen om vanuit een transmuraal verlof met onbegeleid verlof toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging waarbij de reclassering betrokken zal worden. De laatste fase dient zorgvuldig afgerond te worden voordat een overdracht naar de reclassering kan plaatsvinden. De getuige-deskundige persisteert bij het advies tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor de duur van een jaar.
Het advies van de reclassering
De reclassering adviseert om de terbeschikkinggestelde niet in aanmerking te laten komen voor voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Met betrekking tot de aanmeldingen bij Pluryn en De Voorde is er nog geen duidelijkheid over een datum van plaatsing. De reclassering acht het van groot belang dat de terbeschikkinggestelde tijd krijgt om te wennen aan de overstap. Mogelijk roept dit bij de terbeschikkinggestelde spanningen op, die accuraat aangepakt kunnen worden met het bestaande team of het team van Pluryn. Verder is het inzicht van de terbeschikkinggestelde beperkt en is het van groot belang voor de terbeschikkinggestelde om gefaseerd uit te stromen. De reclassering ziet dat perspectief erg belangrijk is voor de terbeschikkinggestelde en adviseert daarom de kliniek een aanvraag voor een proefverlof te overwegen en daarnaast de reclassering bij het traject te blijven betrekken in het kader van een FPT-toezicht.
De toelichting van de deskundige van de reclassering ter zitting
De deskundige van de reclassering heeft gepersisteerd bij het advies en onder meer aanvullend opgemerkt, zakelijk weergegeven, dat de komende overplaatsing van de terbeschikkinggestelde naar de HAT-eenheid een positieve stap is in het verdere verloop van het traject. Inmiddels is er ook overeenstemming met de kliniek over het FPT-toezicht dat op korte termijn opgestart zal worden. De reclassering acht een proefverlof wenselijk in verband met contactgroei en een goede samenwerking. Een eventuele overgang naar Pluryn is voor de voortzetting van het proefverlof geen belemmering. De reclassering heeft in het gegeven advies geen voorwaarden geformuleerd omdat zij een voorwaardelijke beëindiging op dit moment niet van toepassing en uitvoerbaar vindt. Door de terbeschikkinggestelde moeten in de komende periode nog de nodige stappen worden gemaakt voordat het kader van voorwaardelijke beëindiging aan de orde is. Dat de terbeschikkinggestelde nu zal doorstromen naar de HAT-eenheid verandert het advies van de reclassering niet.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat bij een afweging tussen de belangen van de terbeschikkinggestelde en die van de maatschappij, naarmate de terbeschikkingstelling langer duurt, het belang van de terbeschikkinggestelde steeds zwaarder dient te wegen. De rechtbank heeft zich daarbij rekenschap gegeven van het feit dat de terbeschikkingstelling sinds 1986 loopt. Daarbij kan echter niet onvermeld blijven dat er tijdens de terbeschikkingstelling enkele zeer ernstige incidenten zijn geweest en dat eerst kort voor juli 2012 de longstay-status van de terbeschikkinggestelde is opgeheven. De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten poging tot doodslag. Gelet op de inhoud van de rapportages en het besprokene ter zitting is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
In de behandeling van de terbeschikkinggestelde is in de afgelopen jaren een zeer gestage progressie waar te nemen, met een grilligverloop. Hoewel ernstige incidenten uitblijven, blijft sprake van softdrugsgebruik en kan de terbeschikkinggestelde zich weerbarstig en verbaal agressief opstellen. Bij spanningen, teleurstelling of onduidelijkheden, is de terbeschikkinggestelde gevoelig voor destabilisatie, waardoor ook het risico op gewelddadig gedrag vrij snel toeneemt. Dit illustreert de kwetsbaarheid van de terbeschikkinggestelde en benadrukt dat hij nog midden in de behandeling staat. Het afgelopen jaar is sprake geweest van een relatief stabiele periode waarin zich geen grote onregelmatigheden hebben voorgedaan en werkt de terbeschikkinggestelde mee aan urinecontroles. Het recidiverisico is echter nog niet voldoende ingedamd. Met de thans ingezette interventies kan nog het nodige worden bereikt. De komende periode staat in het teken van de overgang naar een HAT-eenheid op het terrein van GGz Centraal met toezicht en begeleiding vanuit De Voorde, het stapsgewijs verder toewerken naar meer zelfstandigheid, de uitbreiding van de vrijheden in een vertrouwde omgeving met een voor de terbeschikkinggestelde vertrouwd behandelingsteam, het opstarten van onbegeleide verloven buiten het terrein, het opstarten van forensisch psychiatrisch toezicht en het op- en verder uitbouwen van een samenwerking met de reclassering. De nodige stappen moeten nog worden gezet en dat traject dient geleidelijk en zorgvuldig te verlopen. Daarnaast is het van groot belang dat de terbeschikkinggestelde gedurende een langere periode stabiel blijft functioneren. Er zal nog geruime tijd nodig zijn om betrokkene volledig en bestendig te resocialiseren. De rechtbank onderkent dat sprake is van een substantiële duur van de maatregel. Gezien de complexiteit en chroniciteit van de problematiek van de terbeschikkinggestelde, de aard en ernst van de feiten, het hoge recidiverisico zonder het strikte kader van de terbeschikkingstelling en de nog te zetten stappen is verlenging van de terbeschikkingstelling echter geboden. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom verlengen met een termijn van een jaar.
Gelet op de inhoud van de rapportages en het besprokene ter zitting is de rechtbank van oordeel dat het laten opstellen van een maatregelrapport door de reclassering met het oog op een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging op dit moment prematuur is. De rechtbank heeft daarbij meegewogen dat de terbeschikkinggestelde nog midden in de behandeling staat, daar nog belangrijke stappen in gezet moeten worden en dat eerst een langere periode van stabiliteit doorgemaakt dient te worden. De rechtbank acht een geleidelijke resocialisatie van groot belang. Daarbij is een stevig traject, waarbij bijgestuurd kan worden wanneer dit nodig is en ook snelle interventies vanuit de kliniek tot het mogelijkhedenpakket behoren noodzakelijk. In dit licht is een voorwaardelijke beëindiging thans nog niet aan de orde. Mede gelet op de lange duur van de terbeschikkingstelling en het perspectief dat de terbeschikkinggestelde dient te worden geboden acht de rechtbank het wel wenselijk dat bij de volgende verlengingszitting een door de reclassering opgesteld maatregelenrapport voorhanden is teneinde alsdan op basis van volledige en accurate informatie tot een gedegen beslissing over een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te kunnen komen. Daarbij wordt opgemerkt dat hieraan niet de verwachting mag worden ontleend dat de terbeschikkingstelling alsdan voorwaardelijk beëindigd zal worden. Het verzoek de zaak nu aan te houden om dat in de komende drie maanden al te gaan onderzoeken zal, nu de rechtbank dat nog prematuur acht, worden afgewezen.

5.De wettelijke voorschriften

De verlenging van de maatregel is gegrond op de artikelen 38d en 38e Sr en de artikelen 509o, 509s en 509t Sv.

6.De beslissing

De rechtbank:
  • verlengt de terbeschikkingstelling van
  • wijst af het verzoek tot aanhouding.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. Flos , voorzitter, mr. E.J.M. Bos en mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2018.
Mr. D.E. Schaap is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.