ECLI:NL:RBOVE:2018:2496
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schending van beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij verwerking van persoonsgegevens door gemeente
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 18 juli 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Deventer. De eiser had verzocht om een overzicht van zijn persoonsgegevens op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Het primaire besluit van 24 augustus 2017, waarin verweerder aan eiser een overzicht verstrekte, werd door eiser als onvoldoende ervaren. Eiser stelde dat verweerder niet had voldaan aan zijn onderzoeksplicht en dat er meer persoonsgegevens verwerkt waren dan in het overzicht was vermeld.
Tijdens de zitting op 5 juni 2018 werd duidelijk dat verweerder de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit had geschonden door persoonsgegevens van eiser door te zenden naar andere bestuursorganen zonder zijn toestemming. De rechtbank oordeelde dat verweerder nader onderzoek had moeten doen naar de verwerking van persoonsgegevens in de mailboxen van de gemeente Deventer. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke motivering berustte en vernietigde dit besluit.
De rechtbank gaf verweerder de opdracht om binnen zes weken opnieuw op het bezwaar van eiser te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en moest het betaalde griffierecht vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij de verwerking van persoonsgegevens en de noodzaak voor bestuursorganen om de rechten van betrokkenen te respecteren.