ECLI:NL:RBOVE:2018:2483

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
18 juli 2018
Zaaknummer
6477581 \ CV EXPL 17-7257
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur- en onderhoudsovereenkomst kassasysteem; geschil over ontbinding en betalingsverplichtingen

In deze zaak vordert Micro Cash, een verhuurder van kassasystemen, betaling van resterende huurtermijnen van Romi, die de overeenkomst met Micro Cash heeft ontbonden. De overeenkomst, die op 12 januari 2017 werd ondertekend, betrof de huur en het onderhoud van een kassasysteem voor een periode van 48 maanden. Romi heeft de eerste zes maanden vooruitbetaald, maar heeft na klachten over tekortkomingen in de software, waaronder problemen met kortingsberekeningen en bonnen, de overeenkomst op 11 juli 2017 buitengerechtelijk ontbonden. Micro Cash betwist de ontbinding en vordert betaling van openstaande facturen.

De kantonrechter oordeelt dat Romi terecht heeft geklaagd over de gebreken van het kassasysteem en dat Micro Cash niet tijdig heeft gereageerd op de ingebrekestelling van Romi. De rechter concludeert dat de ontbinding van de overeenkomst rechtsgeldig is, omdat Micro Cash in verzuim was. De vordering van Micro Cash wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van Romi. Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster en is openbaar uitgesproken op 3 juli 2018.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 6477581 \ CV EXPL 17-7257
Vonnis van 3 juli 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MICROCASH RETAIL B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te 's-Gravenhage,
eisende partij, hierna te noemen Micro Cash,
gemachtigde: mr. S.A. de Groot ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROMI INVESTMENT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwartsluis,
gedaagde partij, hierna te noemen Romi,
gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 februari 2018, waarbij een comparitie na antwoord is bepaald;
- de brief van de gemachtigde van Micro Cash, d.d. 9 april 2018, met een notitie ten behoeve van de comparitie;
- de comparitie van 23 april 2018 en het proces-verbaal daarvan.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 12 januari 2017 hebben Micro Cash (als verhuurder en dienstverlener onderhoud) en Romi (als klant) een overeenkomst ondertekend met betrekking tot de huur en het onderhoud (o.a. helpdeskfunctie) van een kassasysteem. Daarin is bepaald dat de overeenkomst is aangegaan voor 48 maanden, ingaande op 1 februari 2017 en dat deze niet tussentijds kan worden opgezegd. De huurprijs voor het kassasysteem (inclusief o.a. een bonprinter, een betaalautomaat en een laserprinter) bedraagt € 118,89 per maand exclusief BTW en de kosten voor het onderhoud en de helpdeskservice bedragen € 66,73 per maand exclusief BTW, beide bedragen jaarlijks per 1 januari te verhogen met het CBS-inflatiecijfer van het voorafgaande jaar. Op de overeenkomst zijn de ICT-Office voorwaarden van toepassing verklaard.
2.2.
Romi heeft de eerste zes maandtermijnen van het contract als aanbetaling bij aanvang van het contract ineens voldaan aan Micro Cash.
2.3.
De helpdesk van Micro Cash heeft een zogenaamde call gemaakt naar aanleiding van een melding van Romi:
“#214943 Getoonde kortingen op de kassa komen niet overeen met de kortingen op de kassabon”. Op of omstreeks 29 maart 2017 schrijft de medewerker van Micro Cash aan Romi daarover:
We zijn nog hard bezig het probleem rondom het verkeerd tonen van kortingen voor je opgelost te krijgen; excuus voor de duur van de call.
2.4.
Per e-mail van 24 april 2017 schrijft [A] van Romi aan de helpdesk van Micro Cash:
Vanaf 18 mei a.s. begint onze eerste grote uitverkoop. Graag zie ik dat het probleem vóór die tijd is opgelost! Ik kan de klanten geen bon meegeven die niet klopt.
Ik hoor graag zo spoedig mogelijk.
2.5.
Op 5 mei 2017 schrijft [A] aan de helpdesk van Romi:
Naar aanleiding van mijn telefoongesprek van zojuist met [B] , zend ik bijgaand een foto van de A-5 bon, met verwijzingen aangegeven met de cijfers 1 t/m 4.
1. Dat is niet de juiste prijs van het artikel. Dit gebeurt zodra er korting wordt gegeven;
2. Die nullen slaan nergens op. Kunnen die weg?
3. Ook die nullen slaan nergens op.
4. Bedrag bij btw is niet ingevuld.
Het grote probleem blijft de combinatie met korting. Ik wil graag dat daar goed naar wordt gekeken.
2.6.
Op of omstreeks 7 juni 2017 schrijft de helpdesk van Micro Cash inzake de call “
#222193 Korting percentage aantal aanpassen” aan Romi:
Helaas blijkt het niet mogelijk om de kortingspercentages in de kassa aan te passen. Dit is een functionaliteit die door ons programmeer team gemaakt zal moeten worden. Ik heb direct een verzoek ingediend, helaas zal een nieuwe versie nog wel even op zich laten wachten.
2.7.
Op 11 juli 2017 schrijft [A] per e-mail namens Romi aan Micro Cash:
Hierbij beëindig ik het contract tussen Microcash en Romi Investment B.V. De redenen van beëindiging van het contract zijn als volgt:
- niet mogelijk om kortingsknoppen te wijzigen/toe te voegen;
- in geval er korting wordt toegepast, klopt het eindbedrag niet/Het wordt niet goed berekend;
- de combinatie van artikelen met korting en artikelen zonder korting is langdradig. Elk artikel moet apart worden aangeslagen;
- lay-out A-5 bon rommelig; destijds met [C] doorgenomen maar niemand anders heeft dit verder opgepakt na vertrek van [C] ;
- btw/korting wordt niet goed berekend en geen juiste positie op de bon;
- niet mogelijk om het klantenbestand te bekijken en/of uit te draaien en ook niet om de naam van de klant op de bon uit te draaien;
- vanaf het begin (februari dit jaar) zijn er problemen.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en verneem nader van u omtrent retournering van uw apparatuur.
2.8.
Daarop reageert Micro Cash met een mailbericht van 22 juli 2017:
De opzegging heb ik inmiddels administratief verwerkt. In verband met de minimale looptijd van 48 maanden loop de overeenkomst nog door tot eind januari 2021. Om te voorkomen dat de overeenkomst op dat moment met een jaar verlengd wordt dient de gehuurde apparatuur uiterlijk op 31 januari 2021 geretourneerd te zijn.
Wij vinden het jammer om te horen dat je niet tevreden bent met de software. Uiteraard willen wij daar graag iets aan doen. We zijn niet bekend met een fout betreffende de berekening. Graag verzoek ik je specifiek aan te geven wat er volgens jou niet goed gaat. Als er inderdaad sprake is van een fout dan lossen wij dat natuurlijk snel op.
Daarnaast heb je wensen om op een snellere en flexibelere manier korting te kunnen geven, de layout van de bon te veranderen en het klantenbestand te kunnen exporteren. Aan deze wensen willen wij graag tegemoet komen. Wij hebben daar met jullie telefonisch overleg over gevoerd, maar naar ik heb begrepen willen jullie hier geen medewerking aan verlenen. Als jullie alsnog aanpassingen in het systeem op deze punten willen dan hoor ik dat graag.
2.9.
Daarop schrijft Romi op 24 juli 2017 onder andere:
(…)
Wij hebben diverse malen aangegeven, aan zowel [D] als aan [E] dat de kassa/software niet naar behoren werkt en dat de kassa kon worden opgehaald c.q. dat het onze ernst was om ermee te stoppen. Jullie hebben ons meerdere malen verzocht om het nog een kans te geven de problemen op te lossen.
Nu vraagt u wederom om specifiek aan te geven wat er niet goed gaat. Dat zegt eigenlijk al genoeg, dat er bij Microcash slecht/geen onderlinge communicatie is.
Waarom zou ik nu na 6 maanden nog vertrouwen moeten hebben dat het wordt opgelost. Jullie hebben volgens mij genoeg tijd gehad om de problemen op te lossen.(…)
2.10.
Romi heeft de facturen van Micro Cash tot en met augustus 2017 betaald. Vanaf 1 september 2017 heeft zij geen betalingen meer gedaan.
2.11.
Per e-mail bericht van 10 oktober 2017 heeft Micro Cash Romi in gebreke gesteld ten aanzien van de voldoening van de facturen van 1 september en 1 oktober 2017.
2.12.
Bij factuur van 10 oktober 2017 heeft Micro Cash aan Romi een bedrag van € 5.610,42 in rekening gebracht voor het totaal van de resterende huurtermijnen uit het contract.

3.Het geschil

3.1.
Micro Cash vordert - samengevat – veroordeling van Romi tot betaling van een bedrag van € 449,20 voor de termijnen van september en oktober 2017 met de wettelijke handelsrente daarover, een bedrag van € 50,= voor administratiekosten, een bedrag van € 5.610,42 voor resterende huurtermijnen uit het contract met de wettelijke handelsrente daarover en betaling van een bedrag van € 677,98 voor buitengerechtelijke incassokosten, onder veroordeling van Romi in de kosten van de procedure.
3.2.
Micro Cash legt aan haar vordering ten grondslag dat Romi, ondanks aanmaningen en in gebrekestellingen, niet is overgegaan tot betaling van hetgeen zij verschuldigd is op basis van de overeenkomst van partijen. Volgens Micro Cash heeft zij Romi geen geldige grond gegeven om tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan. Bovendien heeft Romi haar niet in gebreke gesteld. Volgens Micro Cash is Romi gehouden om te betalen hetgeen zij uit hoofde van het contract verschuldigd is geworden.
3.3.
Romi concludeert - samengevat - tot afwijzing van de vordering. Romi voert aan dat zij niets meer verschuldigd is aangezien zij de overeenkomst in juli 2017 reeds buitengerechtelijk heeft ontbonden op grond van de tekortkomingen van Micro Cash.
4. De beoordeling
4.1.
Op basis van de overeenkomst tussen partijen heeft Micro Cash aan Romi een kassasysteem met toebehoren ter beschikking gesteld. Deze kassa gebruikte Romi in een door haar geëxploiteerde (kleding)winkel “Anna Xqlusive”. Gelet op dit gebruik, hetgeen ook bij Micro Cash bekend was, mocht Romi verwachten dat de kassa niet alleen de bedragen van te verkopen goederen kon berekenen, maar dat er tevens deugdelijke bonnen zouden worden geproduceerd die Romi kon meegeven aan haar klanten. Volgens Romi vertoonde het kassasysteem tekortkomingen, die ondanks dat deze tekortkomingen aan Micro Cash zijn gemeld, niet tijdig en deugdelijk zijn verholpen. Na zes maanden werkte de kassa nog steeds niet naar behoren. Volgens Romi heeft zij daarom op goede grond de overeenkomst op 11 juli 2017 buitengerechtelijk ontbonden en is de kassa aan Micro Cash geretourneerd. Daarom is van belang te beoordelen of deze ontbinding rechtsgeldig heeft plaatsgevonden.
4.2.
Uit hetgeen door Romi bij antwoord is aangevoerd en hetgeen zij daarover ter comparitie heeft verklaard, volgt dat Romi vanaf het begin van de overeenkomst meermaals bij Micro Cash heeft geklaagd over wijze waarop de afrekeningsgegevens op de kassabonnen terecht kwamen. Ter comparitie heeft zij toegelicht dat dit in de praktijk betekende dat zij met een rekenmachine in de winkel moest uitrekenen wat een klant precies moest betalen. Dit speelde met name bij de verkoop van artikelen waarvoor een korting gold. De korting kwam dan niet op een goede manier op de bon terecht. Hetzelfde gold voor de btw. Het bedrag daarvan kwam ook niet goed op de bon terecht. Voor de beoordeling van het verweer van Romi acht de kantonrechter het e-mailbericht van Romi van 24 april 2017 van belang. Daarin schrijft Romi duidelijk dat zij het probleem met de kassabonnen op 18 mei 2017 opgelost wil hebben (zie hiervoor onder 2.4). Naar het oordeel van de kantonrechter is dit bericht als een ingebrekestelling aan te merken. Het bericht geeft duidelijk aan tot welk moment Micro Cash in de gelegenheid wordt gesteld om deugdelijk na te komen. Bovendien heeft Romi in aanvulling daarop op 5 mei 2017 een bericht aan Micro Cash gestuurd waarin zij nogmaals benoemd heeft op welke onderdelen het kassasysteem gebreken vertoont.
4.3.
Van belang is daarom of Micro Cash op de gestelde datum van 18 mei 2017 de problemen met de kassa heeft verholpen. Micro Cash stelt dat dit het geval is, maar Romi betwist dit. Romi voert daarover aan dat zij na die datum opnieuw telefonisch bij Micro Cash heeft geklaagd. De kantonrechter overweegt dat weliswaar geregistreerde klachtmeldingen van Romi uit de periode tussen 18 mei 2017 en 11 juli 2017 (datum ontbindingsverklaring) ontbreken, maar dat Romi wel e-mail correspondentie uit die periode heeft overgelegd waaruit blijkt dat Romi telefonisch contact heeft gezocht met Micro Cash. Kennelijk lukte het moeizaam om elkaar te spreken te krijgen. Uiteindelijk heeft Romi op 11 juli 2017 het contract beëindigd. Naar het oordeel van de kantonrechter moet dit bericht worden begrepen als een ontbindingsverklaring. Uit dat bericht blijkt eveneens dat goederen die met korting verkocht worden, nog steeds niet goed op de bon terecht komen en dat het zelfde geldt voor de btw-berekening. Die komt ook niet goed op de bon te staan. Uit de reactie van Micro Cash daarop blijkt dat zij opnieuw aanbiedt om de problemen te verhelpen. Derhalve is de conclusie gerechtvaardigd dat de tekortkomingen aan het systeem nog niet naar behoren waren opgelost. Naar het oordeel van de kantonrechter is er dan, gezien de eerdere ingebrekestelling waarin reeds een redelijke termijn voor nakoming is geboden tot 18 mei 2018, sprake van verzuim van Micro Cash, zodat de ontbinding van de overeenkomst rechtsgeldig is. De ontbinding heeft blijkens de houding van Romi betrekking op de periode vanaf 1 september 2017. De betalingen die door Romi tot aan dat moment zijn gedaan, zijn door haar immers niet teruggevorderd.
4.4.
Micro Cash heeft tegen de ontbinding aangevoerd dat de eventuele tekortkomingen mede aan Romi zelf zijn toe te rekenen. Romi diende immers op de afgesproken dag van levering en installatie van het kassasysteem te zorgen voor een werkende internetverbinding en daarin is zij tekortgeschoten. Toen de monteur geen werkende internet verbinding aantrof, is hij vertrokken en heeft hij aangegeven het vervolg van de installatie op afstand uit te voeren op het moment dat er wel verbinding zou zijn. Romi heeft daarover aangevoerd dat de installateur voor de internetverbinding op dezelfde dag was besteld, maar dat deze helaas later op de dag pas arriveerde toen de monteur van Micro Cash al was vertrokken. Wat hiervan ook zij, indien Micro Cash geen goede installatie kon uitvoeren vanwege het ontbreken van een internetverbinding op dat moment dan had het op haar weg gelegen om voor de voltooiing van die installatie, nogmaals een bezoek te brengen aan Romi. Eventuele extra kosten die daarmee gemoeid zouden zijn, had zij bij Romi in rekening kunnen brengen. Nu doet Micro Cash het voorkomen alsof de mogelijkheid voor Romi om ter plaatse in de winkel deskundige assistentie te krijgen bij het werkend krijgen van de kassa, geheel voorbij is gegaan. Daar kan Micro Cash in redelijkheid niet mee volstaan. Op Micro Cash rust immers de verplichting om een goed werkend kassasysteem in gebruik te geven en de enkele omstandigheid dat er op 26 januari 2017 geen werkende internetverbinding beschikbaar was, ontslaat haar niet van die verplichting.
4.5.
Micro Cash heeft verder gesteld dat een ontbinding niet gerechtvaardigd is, omdat zij de kassa installatie niet meer verder kan gebruiken nadat Romi tot ontbinding is overgegaan en de installatie op verzoek van Romi door Micro Cash is teruggenomen. Deze stelling van Micro Cash is door naar niet nader onderbouwd. De kantonrechter zal aan deze tegenwerping van Micro Cash voorbij gaan. De kantonrechter is van oordeel dat de tekortkoming van Micro Cash de ontbinding van de overeenkomst weldegelijk kan rechtvaardigen.
4.6.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering van Micro Cash moet worden afgewezen. Als in het ongelijk gestelde partij dient Micro Cash te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Deze kosten worden tot aan deze uitspraak aan de zijde van Romi begroot op € 250,= voor salaris gemachtigde (door de gemachtigde van Romi is één proceshandeling verricht, te weten het bijwonen van de comparitie; 1 salarispunt à € 250,= ).

5.De beslissing

De kantonrechter,
5.1.
wijst de vordering van Micro Cash af;
5.2.
veroordeelt Micro Cash in de kosten van deze procedure tot aan deze uitspraak aan de zijde van Romi begroot op € 250,=;
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2018. (AP)