ECLI:NL:RBOVE:2018:2449

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 juli 2018
Publicatiedatum
13 juli 2018
Zaaknummer
08/952849-15 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor mensenhandel en kinderpornografie met betrekking tot een minderjarig slachtoffer

Op 13 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel een 29-jarige man uit Enschede veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, voor mensenhandel en het bezit en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De man heeft samen met een vrouw geprobeerd een minderjarig, zwakbegaafd en kwetsbaar meisje aan te zetten tot prostitutie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het werven van het slachtoffer met het oog op seksuele uitbuiting, terwijl het slachtoffer de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt. Daarnaast heeft hij kinderpornografisch materiaal van het slachtoffer in bezit gehad en verspreid. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van het slachtoffer, Whatsapp-berichten tussen de verdachte en het slachtoffer, en de verklaringen van een medeverdachte. De rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer op essentiële onderdelen ondersteund door bewijs en oordeelde dat de verdachte zich in een kwetsbare positie heeft misdragen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, en legde een straf op die recht doet aan de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/952849-15 (P)
Datum vonnis: 13 juli 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1989 in [geboorteplaats] ,
wonende [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
29 juni 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. A.M. Vloedbeld, en van hetgeen door verdachte en de raadsman, mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging op 29 juni 2018, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich, al dan niet samen met een ander, schuldig heeft gemaakt aan:
Feit 1 primair:mensenhandel betrekking hebbend op de minderjarige [slachtoffer] en/of een poging daartoe;
feit 1 subsidiair:voorbereidingshandelingen voor mensenhandel;
feit 2:het verspreiden, verwerven en/of in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

1 primair.

hij op één of meer tijdstip(pen) tezamen en in vereniging met een ander en/of alleen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of te Almelo, althans in Nederland, een ander , te weten [slachtoffer] , ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998),
heeft geworven (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (art 273 f lid 1 sub 2 Wetboek van Strafrecht)
en/of
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij en/of zijn mededader wist(en) en/of moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(art 273 f lid 1 sub 5 Wetboek van Strafrecht)
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader
- ( via Facebook en/of via WhatsApp en/of telefonisch en/of persoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/of onderhouden en/of vervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/of film(s) te maken van zichzelf en die foto's en/of films(s) naar hem/hen op te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/of condooms en/of handdoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- die seksueel/erotisch getinte foto('s) van [slachtoffer] doorgestuurd naar potentiële klanten en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden;
EN/OF
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of Almelo, althans in Nederland ter uitvoering van zijn, verdachtes, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander en/of alleen een ander, te weten [slachtoffer] ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998)
- te werven (telkens ) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 2) en/of
- ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel enige handeling te ondernemen waarvan hij en/of zijn mededader wist(en) en/of moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou gaan stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 5)

hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader

- (
- (via Facebook en/of via WhatsApp en/of telefonisch en/of persoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/of onderhouden en/of vervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/of film(s) te maken van zichzelf en die foto's en/of films(s) naar hem/hen op te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/of condooms en/of handdoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- die seksueel/erotisch getinte foto('s) van [slachtoffer] doorgestuurd naar potentiële klanten en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden , terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;

1 subsidiair.

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of Almelo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten mensenhandel als bedoeld in artikel 273 f van het Wetboek van Strafrecht opzettelijk (een) mobiele telefoon(s) en/of condooms en/of handdoeken en/of een matras en/of een (kamer) woning en/of een auto, zijnde/althans voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en/of vervoermiddelen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf heeft verworven, dan wel voorhanden heeft gehad;

2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 in de gemeente(n) Enschede en/of Almelo en/of elders in Nederland (telkens) (een) afbeelding(en), te weten een aantal foto('s) en/of film(s)
en/of (telkens) (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) - (te weten: een mobiele telefoon) althans (telkens) een (aantal) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s)
bevattende een (aantal) afbeelding(en), heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd
werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft
verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar
is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - (telkens) bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998 , waarbij die [slachtoffer] gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) op een wijze die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij die [slachtoffer] zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen [1]
Feit 1
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd requisitoir, op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van werven van [slachtoffer] met het oogmerk van seksuele uitbuiting en een poging die [slachtoffer] ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling in de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 in Almelo/Enschede/Nederland wettig en overtuigend kan worden bewezen. De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feitelijkheden wettig en overtuigend bewezen met uitzondering van het in het bezit stellen en/of aanbieden van een (werk)telefoon aan [slachtoffer] . Ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
4.2
Het standpunt van de verdachte
De raadsman heeft zich, overeenkomstig de inhoud van de aan de rechtbank overgelegde pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte van het hem onder 1 ten laste gelegde feit integraal moet worden vrijgesproken omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hiertoe heeft hij – kort gezegd – aangevoerd dat verdachte juist wilde voorkomen dat [slachtoffer] in de prostitutie terecht zou komen. Daarom deed hij het, als een soort reddingsactie, voorkomen alsof hij zou regelen dat [slachtoffer] zich daadwerkelijk zou kunnen gaan prostitueren. Dit deed hij in de hoop dat [slachtoffer] dan zou afhaken.
De door [slachtoffer] afgelegde verklaringen zijn volgens de raadsman onbetrouwbaar omdat deze verklaringen innerlijk tegenstrijdig zijn.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 5 augustus 2015 kwam er bij de politie een melding binnen van het orthopedagogisch centrum Ambiq, dat behandelingen biedt aan personen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar die psychische problemen en/of een verstandelijke beperking hebben. Medewerkers van Ambiq gaven in die melding te kennen dat zij vermoedden dat de 16-jarige [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) zich prostitueerde. [slachtoffer] heeft een IQ van 59 en volgens de gezinsvoogd is [slachtoffer] een kwetsbaar en naïef meisje. [2] Ambiq beschikte over foto’s van [slachtoffer] waarop zij zowel naakt, als gekleed in zwarte lingerie stond. [3]
[slachtoffer] heeft bij de politie meerdere keren een verklaring afgelegd. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] deels onjuist. De rechtbank stelt vast dat er in het dossier geen aanwijzingen zijn dat zij in de ten laste gelegde periode daadwerkelijk seksuele handelingen voor verdachte heeft verricht, zoals [slachtoffer] stelt. In het dossier zijn wel aanwijzingen dat zij in die periode mogelijk voor anderen seksuele handelingen heeft verricht. De rechtbank concludeert evenwel dat de verklaringen van [slachtoffer] op essentiële onderdelen ondersteund worden door de door verdachte met medeverdachte [medeverdachte] (hierna: medeverdachte) en [slachtoffer] gevoerde Whatsapp-gesprekken. Daarom heeft de rechtbank deze Whatsapp-gesprekken als uitgangspunt genomen.
Uit de Whatsapp-berichten tussen verdachte en [slachtoffer] blijkt onder meer dat verdachte afspraken wil maken over de prostitutie [4] , dat verdachte aangeeft welke geldbedragen voor de seksuele diensten kunnen worden gevraagd [5] , dat verdachte [slachtoffer] vraagt en ook opdraagt om seksueel getinte foto’s en een film naar hem te sturen [6] zodat hij deze online kan zetten [7] en dat verdachte een huisje, klanten, condooms en een matras regelt. [8]
Uit de Whatsapp-berichten blijkt verder dat verdachte op 23 juni 2015 bevelend in de richting van [slachtoffer] is [9] , dat op 24 juni 2015 onenigheid tussen verdachte en [slachtoffer] ontstaat over de verdeling van het geld en dat [slachtoffer] om die reden afhaakt. [10] Uit de Whatsapp-berichten blijkt verder dat verdachte [slachtoffer] op 21 juli 2015 nog het bericht verstuurt: “geld verdienen?” en dat hij op 23 juli 2015 dreigt de foto’s aan haar nicht [naam 1] door te sturen. [11]
Uit de chatgesprekken tussen verdachte en medeverdachte blijkt onder meer dat verdachte medeverdachte vraagt of zij haar kamer in Enschede ter beschikking wil stellen zodat [slachtoffer] daar klanten kan ontvangen, dat medeverdachte hiermee instemt [12] , dat medeverdachte potentiële klanten heeft benaderd voor [slachtoffer] [13] , dat medeverdachte ook vraagt om een foto van [slachtoffer] voor deze potentiële klanten [14] en dat medeverdachte voor deze klanten ook met verdachte onderhandelt over de prijs en de te verrichten seksuele handelingen. [15]
Ook geeft medeverdachte desgevraagd advies waar verdachte gratis condooms voor [slachtoffer] kan halen. [16]
Op 23 juni 2015 stuurt medeverdachte aan verdachte onder meer de volgende berichten:
“Laat die puta nog pa foto’s sture”, “K heb 2 klanten die nemen matties mee”, “Die meisje gaat kapot morgen”, “Zegt tegen die bitch zorg dat je bereikbaar bent”, ”Pak die wijf aan Joh”. [17]
Op 24 juni 2015, vlak nadat [slachtoffer] is afgehaakt, stuurt verdachte medeverdachte het bericht: “
Die vieze hoer gaat niet meer door. Ze dacht gewoon alle geld zelf te houden”. Hierop reageert medeverdachte met: “
K zweer jebent kk ammateru. Pak haar aan. Zeg (de rechtbank begrijpt: tegen aangeefster) gef me die geld. Anders kom je op internet”, waarop verdachte schrijft: “
Dit zet ik haar betaald”. [18]
Hierna stuurt medeverdachte op 24 juni 2015 nog de volgende App-berichten: “
We worden loverboys”, “Dreig haar voor je te werken”, Bewaar die app gesprekkeb” “voor als je ooit genaait word”en ”
Regel die wijf snel”. [19]
Medeverdachte heeft bij de politie – kort gezegd – het volgende verklaard.
Verdachte heeft haar op 21 juni 2015 via Whatsapp benaderd met de vraag of zij haar kamer in Enschede ter beschikking wilde stellen zodat [slachtoffer] daar klanten kon ontvangen om daar seks mee te hebben [20] , dat zij hierin heeft toegestemd [21] was omdat zij dacht dat ze zo makkelijk geld kon verdienen [22] en dat zij in ieder geval het geld voor drie dagen kon vragen. [23]
Verdachte heeft medeverdachte gevraagd welke bedragen hij aan de klanten kon vragen [24] . Verdachte heeft haar verteld dat hij de pooier wilde spelen en dat hij voor de deur wilde staan om klanten op te vangen en betalingen te regelen. [25] Medeverdachte heeft in haar vriendenkring gevraagd of er interesse bestond om seks met [slachtoffer] te hebben [26] en zij heeft seksueel getinte foto’s van [slachtoffer] aan een potentiële klant doorgestuurd. [27] Omdat de vrienden van medeverdachte de prijs te hoog vonden heeft zij een beetje afgedongen voor hen. [28]
Verdachte heeft ter terechtzitting [29] bekend dat hij voormelde Whatsapp gesprekken met [slachtoffer] en medeverdachte heeft gevoerd. Ook heeft hij bekend dat hij [slachtoffer] heeft gevraagd om seksueel getinte foto's en een film naar hem te sturen en verklaard dat zij dit ook heeft gedaan. Verdachte heeft echter stellig ontkend dat hij dit deed om [slachtoffer] in de prostitutie te brengen. Hij wilde dit naar zijn zeggen juist voorkomen.
Hij heeft [slachtoffer] slechts één keer ontmoet toen hij haar en [naam 2] naar de nagelstudio in Enschede bracht. [naam 2] vroeg toen of zij en [slachtoffer] in de prostitutie konden werken. Later benaderde [slachtoffer] hem via Whatsapp opnieuw met de vraag of zij in de prostitutie kon werken.
Vervolgens heeft verdachte gedaan alsof hij dit zou regelen. Zo heeft hij onder meer aan medeverdachte [medeverdachte] gevraagd of zij haar kamer beschikbaar wilde stellen, heeft hij een matras uit haar kamer gehaald, heeft hij condooms geregeld en hij heeft aan [naam 3] gevraagd of zij een profiel voor [slachtoffer] op [website] kon regelen. Verdachte heeft ook tegen [slachtoffer] gezegd dat hij klanten voor haar had geregeld. Ook heeft hij met haar over prijzen voor seksuele handelingen gesproken.
Verdachte regelde deze dingen naar zijn zeggen omdat hij [slachtoffer] persoonlijk wilde ontmoeten zodat hij haar dan haar plan om zich te gaan prostitueren uit haar hoofd kon praten. De discussie met [slachtoffer] over geld was bedoeld om haar te ontmoedigen.
Uiteindelijk heeft hij de seksadvertentie, een aantal seksueel getinte foto’s en een filmpje naar het nichtje van [slachtoffer] , te weten [naam 1] , doorgestuurd. Ook heeft hij de zus van [slachtoffer] gebeld en verteld waar [slachtoffer] mee bezig was.
De voorgaande bewijsmiddelen ondersteunen op essentiële onderdelen [slachtoffer] ’s verklaringen bij de politie dat zij in de zomer van 2015 [30] via haar vriendin [naam 2] met verdachte in contact is gekomen. [31] Verdachte heeft hen met de auto naar een nagelstudio in Enschede gebracht. [32]
Hierna belde verdachte [slachtoffer] steeds en zocht hij contact met haar via Facebook en Whatsapp. [33]
Verdachte zei tegen [slachtoffer] dat zij en [naam 2] voor hem konden werken en dat zij heel veel geld konden verdienen. Het werk was seks met oudere mannen hebben. [34]
Nadat [slachtoffer] zei dat zij dit niet wilde bleef verdachte bellen met de vraag of zij voor hem wilde werken. [35] Ook bleef hij Whatsapp berichten sturen met de vraag of zij persoonlijk konden afspreken. [slachtoffer] wilde dit niet. [36]
Vervolgens heeft verdachte in een Whatsapp bericht aan [slachtoffer] gevraagd om foto’s van haarzelf in lingerie en een filmpje waarop zij zichzelf vingert naar hem te sturen. Onder druk van verdachte [37] heeft [slachtoffer] dit gedaan. [38]
Verder had verdachte een kamer in Enschede geregeld bij een meisje waar [slachtoffer] klanten kon ontvangen. De huur van deze kamer was € 75,00 per dag. [39] Verdachte had een foto aan [slachtoffer] gestuurd van die kamer waarop te zien was dat er twee matrassen op de grond lagen. [40] Verdachte had ook condooms en handdoeken voor [slachtoffer] geregeld. [41]
Verdachte zei dat hij de klanten regelde en dat hij daarvoor het geld wilde hebben dat [slachtoffer] zou verdienen. [42] Verdachte had [slachtoffer] op een website gezet [43] en dat wist zij niet. In de advertentie stonden de foto’s en video’s die [slachtoffer] verdachte had toegestuurd. Verdachte had bij de advertentie een andere naam gezet, namelijk [alias] , 23 jaar oud. [44]
Verdachte had bedacht welke geldbedragen voor welke seksuele handelingen door [slachtoffer] gevraagd moesten worden. [45]
Verdachtes verklaring dat zijn handelen erop gericht was om [slachtoffer] juist te weerhouden van prostitutiewerkzaamheden acht de rechtbank in het licht van voorgaande bewijsmiddelen volstrekt ongeloofwaardig. In deze bewijsmiddelen is hiervoor namelijk geen enkele aanwijzing te vinden. Integendeel. In een deel van de Whatsapp berichten is verdachte juist zeer dwingend in de richting van [slachtoffer] . Ook nadat [slachtoffer] op 24 juni 2015 duidelijk te kennen had gegeven dat zij geen prostitutiewerkzaamheden voor verdachte wilde verrichten heeft verdachte haar op 21 juli 2015 nog een Whatsapp bericht gestuurd met als inhoud: “geld verdienen?”.
De rechtbank stelt op grond van de verklaring van [slachtoffer] , de chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer] , de chatgesprekken tussen verdachte en medeverdachte, de verklaring van medeverdachte en de verklaring van verdachte ter zitting vast dat de feitelijkheden zoals opgesomd in de hieronder staande bewezenverklaring hebben plaatsgevonden. Uit de chatgesprekken tussen verdachte en medeverdachte leidt de rechtbank af dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte om [slachtoffer] te bewegen zich te prostitueren.
Uit het voorgaande volgt dat verdachte zich samen met de medeverdachte schuldig heeft gemaakt aan het werven van de minderjarige [slachtoffer] met het oogmerk van seksuele uitbuiting (sub 2) en het pogen haar ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling (sub 5).
De rechtbank is op grond van voorgaande bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde feit heeft begaan.
Feit 2
4.4
Het standpunt van de officier van justitie
Ook het onder 2 ten laste gelegde verspreiden, verwerven en bezit van kinderporno, te weten foto’s en een filmpje, kan volgens de officier van justitie wettig en overtuigend worden bewezen op grond van het proces-verbaal verspreiding kinderporno door verdachte (pag. 912), het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (pag. 653-661), het proces-verbaal onderzoek aan gegevensdragers verdachte (pag. 725) en het proces-verbaal herkenning [slachtoffer] van zichzelf op foto’s (pag. 1410A).
4.5
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde refereert de verdediging zich.
4.6
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
1. het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juni 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Wetboek van Strafvordering (Sv);
2. het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 8 juni 2016 (pagina’s 653 tot en met 661).
4.7
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
Feit 1 primair.
hijop één of meer tijdstip(pen)tezamen en in vereniging met een anderen/of alleen,inof omstreeksde periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of te Almelo,althans in Nederland, een ander , te weten[slachtoffer] , ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998), heeft geworven (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (art 273 f lid 1 sub 2 Wetboek van Strafrecht)
en/of
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij en/of zijn mededader wist(en) en/of moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(art 273 f lid 1 sub 5 Wetboek van Strafrecht)
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader
- ( via Facebook en/ofvia WhatsApp en/oftelefonisch en/ofpersoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/ofonderhouden en/ofvervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/offilm(s)te maken van zichzelf en die foto's en/offilms(s)naar hem/henop te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/ofcondooms en/ofhanddoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
-(een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- die seksueel/erotisch getinte foto('s)van [slachtoffer] doorgestuurd naar potentiële klanten en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden;
EN/OF
hij inof omstreeksde periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of Almelo,althans in Nederlandter uitvoering van zijn, verdachtes, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een anderen/of alleen een ander, te weten[slachtoffer]
( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998)
- te werven (telkens ) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 2) en/of
- ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betalingdan wel enige handeling te ondernemen waarvan hij en/of zijn mededader wist(en) en/of moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou gaan stellen tot het verrichten van die handelingen,terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 5) hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader
- (
- (via Facebook en/ofvia WhatsApp en/oftelefonisch en/ofpersoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/ofonderhouden en/ofvervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/offilm(s)te maken van zichzelf en die foto's en/offilms(s)naar hem/henop te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/ofcondooms en/ofhanddoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- die seksueel/erotisch getinte foto('s)van [slachtoffer] doorgestuurd naar potentiële klanten en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden , terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
2.
hijop één of meerdere tijdstip(pen)inof omstreeksde periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 in de gemeente(n) Enschede en/of Almeloen/of elders in Nederland (telkens) (een)afbeelding(en), te weten een aantal foto('s)en/offilm(s)
en/of (telkens) (een)gegevensdrager(s)bevattende(een)afbeelding(en)- (te weten: een mobiele telefoon)althans (telkens) een (aantal) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s)
bevattende een (aantal) afbeelding(en),heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/ofverworven en/ofin bezit gehad en/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd
werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft
verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een)seksuele gedraging(en)zichtbaar
is/zijn, waarbij(telkens)een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -(telkens)bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt(laten)poseren van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998 , waarbij die [slachtoffer] gekleed is en/ofopgemaakt is en/ofposeert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/ofin(een) (erotisch getinte)houding(en)op een wijze die niet bij haar leeftijd past en/of waarbijdie [slachtoffer] zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] en/of de uitsnede van de afbeelding(en)nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/ofborsten en/ofbillen in beeld gebracht worden(waarbij)de afbeelding(aldus)een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/ofstrekt tot seksuele prikkeling.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 273f en 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair:
het misdrijf:
mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 2º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 2º omschreven feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt
en
het misdrijf:
poging tot mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 5º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 5º omschreven feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
feit 2:
het misdrijf:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met aftrek van het voorarrest. Daarnaast vordert zij opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis. De officier van justitie neemt bij haar strafeis in overweging dat verdachte misbruik heeft gemaakt van een kwetsbaar en beschadigd minderjarig meisje. Zij ziet geen persoonlijke omstandigheden waarmee zij rekening zou moeten houden bij haar strafeis. Hoewel in beginsel een langere gevangenisstraf passend is, houdt de officier van justitie bij haar eis in het voordeel van verdachte rekening met het tijdverloop tussen de inverzekeringstelling van verdachte en de behandeling van deze zaak.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. De raadsman heeft daarbij gewezen op de negatieve gevolgen die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou hebben voor de pizzeria van verdachte. Verder heeft de raadsman gewezen op de omstandigheid dat verdachte een nagenoeg blanco strafblad heeft, het gebeuren forse consequenties voor verdachte heeft gehad, verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek en verdachte zich heeft gehouden aan de schorsingsvoorwaarden. Tenslotte heeft de raadsman verzocht om in het voordeel van verdachte rekening te houden met het tijdverloop in de zaak.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich ten opzichte van een minderjarig, zwakbegaafd en kwetsbaar meisje, dat hij niet of nauwelijks kende, schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft geprobeerd om haar ertoe aan te zetten zich te prostitueren. Daartoe heeft hij handelingen verricht zoals omschreven in de bewezenverklaring. Aldus heeft hij geprobeerd te beschikken over het lichaam van dit jonge meisje om er zelf financieel beter van te worden.
Daarnaast heeft verdachte [slachtoffer] aangezet foto’s en een filmpje van zichzelf te maken welke foto’s en welk filmpje als kinderpornografisch zijn aangemerkt. [slachtoffer] heeft die foto’s en dat filmpje naar verdachte gestuurd die het materiaal vervolgens heeft verspreid.
Weliswaar zijn er niet daadwerkelijk seksuele handelingen verricht maar dit is niet aan verdachte te danken. Integendeel. Hij heeft zich veel moeite getroost om het slachtoffer over te halen om zich te prostitueren en was daarbij in toenemende mate directief en dwingend. Ook ter terechtzitting heeft hij geen inzicht getoond in het kwalijke van zijn gedrag. Dat rekent de rechtbank verdachte aan. Daarnaast schokken dit soort feiten de rechtsorde in ernstige mate.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte d.d. 24 mei 2018, waaruit blijkt dat hij niet eerder voor een soortgelijke feit is veroordeeld.
De rechtbank heeft in het kader van de strafoplegging verder rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze onder meer blijken uit de inhoud van de Pro Justitia rapportage d.d. 12 oktober 2016. In deze rapportage heeft de deskundige N. van der Weegen, GZ-psycholoog, geconcludeerd dat verdachte niet lijdt aan een ziekelijk stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en volledig toerekeningsvatbaar is. De rechtbank neemt deze conclusie over en maakt deze tot de hare.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het reclasseringsadvies d.d. 26 september 2016 waarin de reclassering zich van advies onthoudt.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging in aanmerking genomen dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is overschreden. Verdachte heeft redelijkerwijs met vervolging rekening moeten houden vanaf 20 juni 2016, de dag waarop hij als verdachte is aangehouden. De zaak is niet binnen twee jaar nadien afgerond met een eindvonnis maar na twee jaren en drie weken.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van veertien maanden waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, zoals door de officier van justitie geëist, passend en geboden.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen Iphone 5S (beslagnummer [nummer] , ordner 1, dossierpagina 30 en 58) vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met behulp van dit voorwerp het onder 2 ten laste gelegde feit is begaan en omdat daar nog foto’s van het slachtoffer op (kunnen) staan, hetgeen maakt dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] , woonplaats kiezende ten kantore van haar raadsvrouw,
mr. M.E.W.M. Sijperda-Rupert, advocaat te Assen, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een bedrag van € 27.660,= [zevenentwintigduizend zeshonderdzestig euro], te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2015. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
materiele schade
  • studievertraging € 16.100,00
  • gederfde inkomsten € 1.560,00
immateriële schade € 10.000,00.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de post ‘studievertraging’ gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omdat het volgens haar lastig is vast te stellen in hoeverre deze schade aan verdachte is toe te rekenen.
Wat betreft de post ‘gederfde inkomsten’ dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering omdat niet kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij iets heeft verdiend.
Verder dient een bedrag van € 2500,00 als “voorschot” aan immateriële schade te worden toegekend.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen dan wel dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering, omdat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het hem onder 1 ten laste gelegde feit.
De raadsman van verdachte heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering omdat de behandeling van de vordering, gelet op de complexiteit, een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Meer subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat onvoldoende is onderbouwd dat de studievertragingsschade rechtstreeks is toegebracht door de bewezen verklaarde feiten en dat de post ‘gederfde inkomsten’ moet worden afgewezen omdat niet is gebleken dat sprake is geweest van prostitutiewerkzaamheden.
Ten aanzien van de post immateriële schade heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat dit onvoldoende is onderbouwd.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De onder de post ‘gederfde inkomsten’ opgevoerde schade heeft betrekking op inkomsten die de benadeelde partij aan verdachte zou hebben moeten afdragen. Nu niet bewezen is verklaard dat er daadwerkelijk seksuele handelingen zijn verricht en daarmee inkomsten zijn verworven zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard voor dit onderdeel van de vordering.
De onder de post ‘studievertraging’ opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd en het causaal verband tussen de kosten voor studievertraging en de bewezenverklaarde feiten niet op voorhand is vast te stellen, terwijl namens verdachte deze schadepost gemotiveerd is betwist. De enkele verwijzing naar de letselschaderichtlijn is daartoe onvoldoende. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden en niet-ontvankelijk wordt verklaard voor dit deel van de vordering.
Ter onderbouwing van de immateriële schade wordt door de benadeelde partij gewezen naar de schaderichtlijn. De rechtbank constateert dat, anders dan in de gevallen in die richtlijn genoemd, geen sprake is van daadwerkelijke seksuele exploitatie. Afgezien daarvan is, ook blijkens de schaderichtlijn, (in beginsel) medische informatie noodzakelijk ter beoordeling van het psychisch letsel. Deze ontbreekt. De rechtbank merkt daarbij op dat, hoe betreurenswaardig ook voor aangeefster, psychische klachten als boosheid, angst en verdriet worden aangemerkt als een normale menselijke reactie op een trauma. Psychische klachten worden om die reden op zichzelf niet als ernstig letsel aangemerkt, noch in door de raadvrouw ter onderbouwing genoemde richtlijn, noch in de jurisprudentie.
Desalniettemin is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het handelen van verdachte enige immateriële schade heeft geleden. De rechtbank neemt daarbij echter eveneens in aanmerking dat aangeefster zich ten tijde van het bewezenverklaarde in een zeer roerige periode in haar leven bevond. Zij is in die periode slachtoffer geworden van een ander seksueel delict (met een andere dader). Daarnaast zijn er sterke aanwijzingen voor activiteiten in de prostitutie voor nog twee andere mannen. Alles overziende ziet de rechtbank aanleiding gebruik te maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade als rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde feiten te schatten.
De rechtbank is van oordeel dat de omvang van de schade naar redelijkheid en billijkheid op dit moment vastgesteld kan worden op € 500,00. De rechtbank zal de vordering tot zover toewijzen en voor het overige afwijzen.
De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 500,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
De benadeelde partij zal deels (ten aanzien van de posten gederfde inkomsten en studievertraging) niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. De rechtbank zal het verzoek tot schadevergoeding eveneens deels (ten aanzien van de overige gevorderde immateriële schadevergoeding) afwijzen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten zijn toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair:
mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 2º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 2º omschreven feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
en
poging tot mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 5º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 5º omschreven feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
feit 2:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
14 (veertien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten:
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte, hoofdelijk, in die zin dat als de één betaalt de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 500,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2015) voor zover dit bedrag niet door de mededader zal zijn voldaan. Dit betreft immateriële schade;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2015 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 10 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door de mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte of zijn mededader niet heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte of zijn mededader aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft/hebben betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] , voor een deel van € 17.660,00 (de posten gederfde inkomsten en studievertraging) niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • wijst de vordering voor het overige (€ 9.500,00 van de post immateriële schade) af.
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer een Iphone 5S.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.H. Heijink, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, rechters, in tegenwoordigheid van H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2018.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit ordners van de politie Oost-Nederland, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel, waarvan de ruggen onder meer vermelden “2.1.1 L. [verdachte] Parketnummer: 08/952849-15 LENA”, met de paginanummers 197 tot en met 661 en “2.1.2 L. [verdachte] Parketnummer: 08/952849-15 LENA”, met de paginanummers 662 tot en met 953. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.pag. 1307.
3.pag. 1034 en 1035.
4.Pag. 668 onder e
5.Pag. 670 onder i
6.Pag. 667 onder b, 668 onder d, 673 onder r en u, 674 onder y, 675 onder aa en dd, 677 onder hh, 679 onder mm (dwingend), 681 onder pp, 682 onder rr, 684 onder tt,
7.Pag. 682 onder rr
8.Pag. 679 onder nn
9.Pag. 679
10.Pag. 685 onder ww
11.Pag. 686 onder yy
12.Pag. 678 onder ll
13.Pag. 683, 684 eb 685 (“K heb zelf al 2 klanten gefix”, “Als je ny zo zeur heb ik morge 2 klanten vriend”, “K kan klanten fixe veel”, “Heb dr al 5”, “K heb 2 klanten die nemen matties mee”)
14.Pag. 682 onder ss
15.Pag. 682 onder ss en 683
16.Pag. 681
17.Pag. 684
18.Pag. 685 onder ww
19.Pag. 686
20.Pag. 693
21.Pag. 695
22.Pag. 696
23.Pag. 698
24.Pag. 694
25.Pag. 694
26.Pag. 695
27.Pag. 695
28.Pag. 696
29.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juni 2018
30.pag. 501
31.Pag. 464
32.pag. 456, 505
33.pag. 456 en 464
34.pag. 456
35.pag. 456
36.pag. 456
37.Pag. 542, 492, 497
38.pag. 456 en 497
39.Pag. 462
40.Pag. 462
41.Pag. 539
42.Pag. 462
43.Pag. 462, 514
44.Pag. 462
45.Pag. 517