ECLI:NL:RBOVE:2018:2448

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 juli 2018
Publicatiedatum
13 juli 2018
Zaaknummer
08/910045-16 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vrouw voor mensenhandel van een minderjarig slachtoffer

Op 13 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis uitgesproken in de zaak tegen een 22-jarige vrouw uit Enschede, die samen met een medeverdachte is beschuldigd van mensenhandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en haar medeverdachte een minderjarig, zwakbegaafd en kwetsbaar meisje hebben geworven met het oogmerk van seksuele uitbuiting. De feiten vonden plaats tussen 1 januari 2015 en 20 augustus 2015 in Enschede en Almelo. De verdachte heeft haar woning ter beschikking gesteld voor prostitutiewerkzaamheden van het slachtoffer en heeft actief bijgedragen aan het werven van klanten en het regelen van praktische zaken zoals condooms en een matras. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel en heeft haar veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €500,00 toegewezen aan het slachtoffer voor immateriële schade, terwijl andere schadeposten zijn afgewezen omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft de verdachte als medepleger aangemerkt, ondanks het ontbreken van direct contact met het slachtoffer, omdat haar bijdrage aan de mensenhandel substantieel was.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/910045-16 (P)
Datum vonnis: 13 juli 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
29 juni 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. A.M. Vloedbeld, en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. M. Schmit, advocaat te Rotterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging op 29 juni 2018, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich, al dan niet samen met een ander, schuldig heeft gemaakt aan:
primair:mensenhandel betrekking hebbend op de minderjarige [slachtoffer] en/of een poging daartoe;
subsidiair:medeplichtigheid aan mensenhandel dan wel medeplichtigheid aan een poging daartoe;
meer subsidiair:voorbereidingshandelingen voor mensenhandel.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

1 primair

zij op één of meer tijdstip(pen) tezamen en in vereniging met een ander en/of alleen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of te Almelo, althans in Nederland, een ander , te weten [slachtoffer] , ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998),
heeft geworven (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (art 273 f lid 1 sub 2 Wetboek van Strafrecht)
en/of
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft ondernomen waarvan zij en/of haar mededader wist(en) en/of moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (art 273 f lid 1 sub 5 Wetboek van Strafrecht)
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader
- ( via Facebook en/of via WhatsApp en/of telefonisch en/of persoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/of onderhouden en/of vervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/of film(s) te maken van zichzelf en die foto's en/of films(s) naar haar/hem/hen op te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/of condooms en/of handdoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- die seksueel/erotisch getinte foto('s) van [slachtoffer] doorgestuurd naar potentiële klanten en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden;
EN/OF
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of Almelo, althans in Nederland ter uitvoering van haar, verdachtes, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander en/of alleen een ander, te weten [slachtoffer] ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998)
- te werven (telkens ) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 2) en/of
- ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel enige handeling te ondernemen waarvan zij en/of haar mededader wist(en) en/of moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou gaan stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 5)

hebbende zij, verdachte, en/of haar mededader

- (via Facebook en/of via WhatsApp en/of telefonisch en/of persoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/of onderhouden en/of vervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/of film(s) te maken van zichzelf en die foto's en/of films(s) naar haar/hem/hen op te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- haar/een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/of condooms en/of handdoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- die seksueel/erotisch getinte foto('s) van [slachtoffer] doorgestuurd naar potentiële klanten en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;

1 subsidiair:

[medeverdachte] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of te Almelo, althans in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer] , ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998),
heeft geworven (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (art 273 f lid 1 sub 2 Wetboek van Strafrecht)
en/of
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft ondernomen waarvan die [medeverdachte] wist en/of moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (art 273 f lid 1 sub 5 Wetboek van Strafrecht)
hebbende die [medeverdachte]
- (via Facebook en/of via WhatsApp en/of telefonisch en/of persoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/of onderhouden en/of vervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/of film(s) te maken van zichzelf en die foto's en/of films(s) naar hem op te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/of condooms en/of handdoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden,

tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen aldaar opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door opzettelijk

- tegen betaling haar/een woning (in Enschede ) ter beschikking te stellen voor het ontvangen van klanten door die [slachtoffer] en/of
- die [medeverdachte] te adviseren waar het goedkoopst condooms aan te schaffen waren en/of
- een matras voor die [slachtoffer] in die woning voor dat doel ter beschikking te stellen en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] te benaderen en/of
- (die) (seksueel/erotische) foto('s) van die [slachtoffer] door te sturen naar (een) potentiële klant(en) en/of
- (voor die klant(en)) afspraken te maken met die [medeverdachte] over de soort seksuele handeling(en) die die [slachtoffer] moest uitvoeren en/of
- die [medeverdachte] te adviseren welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moesten worden;
EN/OF
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of Almelo, althans in Nederland ter uitvoering van diens voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer] ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998)
- te werven (telkens ) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 2) en/of
- ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel enige handeling te ondernemen waarvan die [medeverdachte] wist of moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou gaan stellen tot het

verrichten van die handelingen, terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 5), hebbende die [medeverdachte]

- (
- (via Facebook en/of via WhatsApp en/of telefonisch en/of persoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/of onderhouden en/of vervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/of film(s) te maken van zichzelf en die foto's en/of films(s) naar hem op te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/of condooms en/of handdoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden,

tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen aldaar opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door opzettelijk

- tegen betaling haar/een woning (in Enschede ) ter beschikking te stellen voor het ontvangen van klanten door die [slachtoffer] en/of
- die [medeverdachte] te adviseren waar het goedkoopst condooms aan te schaffen waren en/of
- een matras voor die [slachtoffer] in die woning voor dat doel ter beschikking te stellen en/of
- (een) (potentiële) klanten voor die [slachtoffer] te benaderen en/of
- (die) (seksueel/erotische) foto('s) van die [slachtoffer] door te sturen naar (een) potentiële klant en/of
- (voor die klant(en)) afspraken te maken met die [medeverdachte] over de soort seksuele handeling(en) die die [slachtoffer] moest uitvoeren en/of
- die [medeverdachte] te adviseren welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moesten worden, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;

1 meer subsidiair:

zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of Almelo , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten mensenhandel als bedoeld in artikel 273 f van het Wetboek van Strafrecht opzettelijk condooms en/of handdoeken en/of een matras en/of (een) mobiele telefoon(s) en/of een (kamer) woning en/of een auto, zijnde/althans voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en/of vervoermiddelen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf heeft verworven, dan wel voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd requisitoir, op het standpunt gesteld dat de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan het werven van [slachtoffer] (hierna [slachtoffer] ) met het oogmerk van seksuele uitbuiting en de medeplichtigheid aan poging die [slachtoffer] ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling in de periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 in Almelo/Enschede/Nederland wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feitelijkheden wettig en overtuigend bewezen met uitzondering van het in het bezit stellen en/of aanbieden van een (werk)telefoon aan [slachtoffer] . Ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging en het primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
4.2
Het standpunt van de verdachte
De raadsvrouw heeft zich, overeenkomstig de inhoud van de aan de rechtbank overgelegde pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte van het haar ten laste gelegde integraal moet worden vrijgesproken omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hiertoe heeft zij ten aanzien van het primair ten laste gelegde – kort gezegd – het volgende aangevoerd.
De door [slachtoffer] afgelegde verklaringen zijn, in het licht van de Whatsapp-gesprekken, onbetrouwbaar en deze verklaringen kunnen daarom niet als bewijs worden gebezigd.
Het oogmerk van seksuele uitbuiting kan niet worden vastgesteld omdat verdachte geen rechtstreeks contact met [slachtoffer] heeft gehad en zij slechts heeft gehandeld op basis van de informatie die zij van medeverdachte heeft gekregen.
Ook kunnen de handelingen “werven’, ‘vervoeren ‘en overbrengen’ volgens de raadsvrouw niet bewezen worden verklaard nu verdachte enkel haar woning ter beschikking heeft gesteld via medeverdachte.
Verdachte heeft evenmin handelingen verricht die [slachtoffer] ertoe hebben gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. De handelingen die in de tenlastelegging zijn omschreven zien alle op handelingen van medeverdachte. Daarnaast staat het ontbreken van enig rechtstreeks contact tussen [slachtoffer] en verdachte een bewezenverklaring in de weg.
Van medeplegen is evenmin sprake omdat er geen bewijs voorhanden is dat sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering of van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte enige weet had dat [slachtoffer] minderjarig was en dat zij er mogelijk toe werd gebracht seksuele handelingen te verrichten tegen betaling.
De subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan mensenhandel dan wel medeplichtigheid aan een poging daartoe en de meer subsidiair ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor mensenhandel kunnen volgens de raadsvrouw evenmin wettig en overtuigend bewezen worden.
Verder verzoekt de raadsvrouw om bij een eventuele bewezenverklaring een kortere periode bewezen te verklaren.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 5 augustus 2015 kwam er bij de politie een melding binnen van het orthopedagogisch centrum Ambiq, dat behandelingen biedt aan personen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar die psychische problemen en/of een verstandelijke beperking hebben. Medewerkers van Ambiq gaven in die melding te kennen dat zij vermoedden dat de 16-jarige [slachtoffer] zich prostitueerde. [slachtoffer] heeft een IQ van 59 en volgens de gezinsvoogd is [slachtoffer] een kwetsbaar en naïef meisje. [2] Ambiq beschikte over foto’s van [slachtoffer] waarop zij zowel naakt als gekleed in zwarte lingerie stond. [3]
[slachtoffer] heeft bij de politie meerdere keren een verklaring afgelegd. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] deels onjuist. De rechtbank stelt vast dat er in het dossier geen aanwijzingen zijn dat zij in de ten laste gelegde periode daadwerkelijk seksuele handelingen voor medeverdachte heeft verricht, zoals [slachtoffer] stelt. In het dossier zijn wel aanwijzingen dat zij in die periode mogelijk voor anderen seksuele handelingen heeft verricht. De rechtbank concludeert evenwel dat de verklaringen van [slachtoffer] op essentiële onderdelen ondersteund worden door de door medeverdachte [medeverdachte] (hierna: medeverdachte) met verdachte en [slachtoffer] gevoerde Whatsapp-gesprekken. Daarom heeft de rechtbank deze Whatsapp-gesprekken als uitgangspunt genomen.
Uit de Whatsapp-berichten tussen medeverdachte en [slachtoffer] blijkt onder meer dat medeverdachte afspraken wil maken over de prostitutie [4] , dat medeverdachte aangeeft welke geldbedragen voor de seksuele diensten kunnen worden gevraagd [5] , dat medeverdachte [slachtoffer] vraagt en ook opdraagt om seksueel getinte foto’s en een film naar hem te sturen [6] zodat hij deze online kan zetten [7] en dat medeverdachte een huisje, klanten, condooms en een matras regelt. [8]
Uit de Whatsapp-berichten blijkt verder dat medeverdachte op 23 juni 2015 bevelend in de richting van [slachtoffer] is [9] , dat op 24 juni 2015 onenigheid tussen medeverdachte en [slachtoffer] ontstaat over de verdeling van het geld en dat [slachtoffer] om die reden afhaakt. [10] Uit de Whatsapp-berichten blijkt verder dat medeverdachte [slachtoffer] hierna op 21 juli 2015 nog het bericht verstuurd: “geld verdienen?” en dat hij op 23 juli 2015 dreigt de foto’s aan haar nicht [naam 3] door te sturen. [11]
Uit de Whatsapp-berichten tussen medeverdachte en verdachte blijkt onder meer dat medeverdachte aan verdachte vraagt of zij haar kamer in Enschede ter beschikking wil stellen zodat [slachtoffer] daar klanten kon ontvangen, dat verdachte hiermee instemt [12] , dat verdachte potentiële klanten heeft benaderd voor [slachtoffer] [13] , dat verdachte vraagt om een foto van [slachtoffer] voor deze potentiële klanten [14] en dat verdachte voor deze klanten ook met medeverdachte onderhandelt over de prijs van de te verrichten seksuele handelingen. [15]
Ook geeft verdachte desgevraagd advies waar medeverdachte gratis condooms voor [slachtoffer] kan halen. [16]
Op 23 juni 2015 stuurt verdachte aan medeverdachte onder meer de volgende berichten:
“Laat die puta nog pa foto’s sture”, “K heb 2 klanten die nemen matties mee”, “Die meisje gaat kapot morgen”, “Zegt tegen die bitch zorg dat je bereikbaar bent”, ”Pak die wijf aan Joh”. [17]
Op 24 juni 2015, vlak nadat [slachtoffer] is afgehaakt, stuurt medeverdachte aan verdachte het bericht: “
Die vieze hoer gaat niet meer door. Ze dacht gewoon alle geld zelf te houden”. Hierop reageert verdachte met: “
K zweer jebent kk ammateru. Pak haar aan. Zeg (de rechtbank begrijpt: tegen aangeefster) gef me die geld. Anders kom je op internet”, waarop medeverdachte schrijft: “
Dit zet ik haar betaald”. [18]
Hierna stuurt verdachte op 24 juni 2015 nog de volgende App-berichten: “
We worden loverboys”, “Dreig haar voor je te werken”, Bewaar die app gesprekkeb” “voor als je ooit genaait word”en ”
Regel die wijf snel”. [19]
Medeverdachte heeft bij de politie – kort gezegd – het volgende verklaard.
Medeverdachte heeft bekend dat hij voormelde Whatsapp gesprekken met [slachtoffer] [20] en verdachte [21] heeft gevoerd en dat hij [slachtoffer] heeft gevraagd om seksueel getinte foto’s te sturen. [22] Naar zijn zeggen deed hij dit omdat hij wilde weten hoe diep [slachtoffer] in de prostitutie zat [23] en hij zich af vroeg of zij het echt wilde doen. [24] [slachtoffer] stuurde hem vervolgens vijf foto’s en een filmpje [25] waarop zij zichzelf vingert. [26] Medeverdachte heeft de foto’s doorgestuurd naar verdachte. [27]
Medeverdachte heeft stellig ontkend dat hij het voorgaande deed om [slachtoffer] in de prostitutie te brengen. [28] Hij wilde dit naar zijn zeggen juist voorkomen. [29]
Hij heeft [slachtoffer] slechts één keer ontmoet toen hij haar en [naam 1] naar de nagelstudio in Enschede bracht. [naam 1] vroeg toen of zij en [slachtoffer] in de prostitutie konden werken. [30] Ook [slachtoffer] vroeg hem of zij in de prostitutie kon werken. [31] Zij zeiden in de auto: “regel het maar”. [32] Medeverdachte heeft later telefonisch- [33] en Whatsappcontact [34] met [slachtoffer] gehad. [slachtoffer] stuurde het Whatsapp-bericht: “regel nou maar”. [35]
Vervolgens heeft medeverdachte gedaan alsof hij het zou regelen. [36] Zo heeft hij [slachtoffer] geappt: “ik regel alles voor je, klanten, condooms, huisje”, [37] heeft hij aan verdachte verteld dat [slachtoffer] zich wilde prostitueren [38] en gevraagd of zij haar kamer beschikbaar wilde stellen, [39] heeft hij met verdachte een matras uit haar kamer gehaald [40] , een foto van het bed van verdachte gemaakt en aan [slachtoffer] gestuurd [41] en hij heeft aan [naam 2] gevraagd of zij een profiel voor [slachtoffer] op [website] kon regelen. [42]
Medeverdachte regelde deze dingen naar zijn zeggen omdat hij [slachtoffer] persoonlijk wilde ontmoeten zodat hij haar dan haar plan om zich te gaan prostitueren uit haar hoofd kon praten. [43]
Medeverdachte heeft onenigheid met [slachtoffer] gehad over geld. Hij wilde daarmee bereiken dat zij met de prostitutie zou stoppen. [44]
Uiteindelijk heeft hij de seksadvertentie, een aantal seksueel getinte foto’s en een filmpje naar het nichtje van [slachtoffer] , te weten [naam 3] doorgestuurd. [45] Ook heeft hij de zus van [slachtoffer] verteld van de seksadvertentie van [slachtoffer] op de site. [46]
Verdachte heeft bij de politie – kort gezegd – het volgende verklaard.
Medeverdachte heeft haar op 21 juni 2015 via Whatsapp benaderd met de vraag of zij haar kamer in Enschede ter beschikking wilde stellen zodat [slachtoffer] daar klanten kon ontvangen om daar seks mee te hebben [47] , dat zij hierin heeft toegestemd [48] omdat zij dacht dat ze zo makkelijk geld kon verdienen [49] en dat zij in ieder geval het geld voor drie dagen kon vragen. [50]
Medeverdachte heeft aan verdachte gevraagd welke bedragen hij aan de klanten kon vragen [51] en medeverdachte heeft haar verteld dat hij de pooier wilde spelen en dat hij voor de deur wilde staan om klanten op te vangen en betalingen te regelen. [52] Verdachte heeft in haar vriendenkring gevraagd of er interesse bestond om seks met [slachtoffer] te hebben [53] en zij heeft seksueel getinte foto’s van [slachtoffer] aan een potentiële klant doorgestuurd. [54]
Omdat de vrienden van verdachte de prijs te hoog vonden heeft zij een beetje afgedongen voor hen. [55]
Verdachte heeft ter zitting haar bij de politie afgelegde verklaring bevestigd en in aanvulling hierop het volgende verklaard [56] Medeverdachte heeft haar benaderd met de vraag of zij haar kamer voor de prostitutie van [slachtoffer] ter beschikking wilde stellen. Verdachte had niet het idee dat medeverdachte maar deed alsof, zoals hij bij de politie heeft gezegd.
Verdachte dacht dat het voor drie dagen zou zijn en dat het makkelijk geld verdienen was.
Zij heeft vervolgens een aantal praktische dingen geregeld. Zo heeft zij samen met medeverdachte een matras uit haar kamer gehaald en heeft zij geprobeerd klanten te regelen. Verdachte heeft van medeverdachte foto’s van [slachtoffer] ontvangen waarop [slachtoffer] naakt dan wel in lingerie was afgebeeld. Zij heeft twee foto’s doorgestuurd aan een potentiële klant. Zij zou meerdere klanten kunnen regelen maar dat ging uiteindelijk niet door omdat zij [slachtoffer] te duur vonden.
Ook heeft ze met medeverdachte gesproken over de prijzen van de te verrichten seksuele handelingen door [slachtoffer] en heeft zij verdachte gezegd geluidsboxen te plaatsen om geluidsoverlast als gevolg van de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] tegen te gaan.
De voorgaande bewijsmiddelen ondersteunen op essentiële onderdelen [slachtoffer] ’s verklaringen bij de politie dat zij in de zomer van 2015 [57] via haar vriendin [naam 1] met een jongen genaamd [medeverdachte] in contact is gekomen [58] . Medeverdachte heeft hen met de auto naar een nagelstudio in Enschede gebracht. [59]
Hierna belde medeverdachte [slachtoffer] steeds en zocht hij contact met haar via Facebook en Whatsapp. [60]
Medeverdachte zei tegen [slachtoffer] dat zij en [naam 1] voor hem konden werken en dat zij heel veel geld konden verdienen. Het werk was seks met oudere mannen hebben. [61]
Nadat [slachtoffer] zei dat zij dit niet wilde bleef medeverdachte bellen met de vraag of zij voor hem wilde werken. [62] Ook bleef hij Whatsapp berichten sturen met de vraag of zij persoonlijk konden afspreken. [slachtoffer] wilde dit niet. [63] Vervolgens heeft medeverdachte in een Whatsapp bericht aan [slachtoffer] gevraagd om foto’s van haarzelf in lingerie en een filmpje waarop zij zichzelf vingert naar hem te sturen. Onder druk van medeverdachte [64] heeft [slachtoffer] dit gedaan. [65]
Verder had medeverdachte een kamer in Enschede geregeld bij een meisje waar [slachtoffer] klanten kon ontvangen. De huur van deze kamer was € 75,00 per dag. [66] Medeverdachte had een foto aan [slachtoffer] gestuurd van die kamer waarop te zien was dat er twee matrassen op de grond lagen. [67] Medeverdachte had ook condooms en handdoeken voor [slachtoffer] geregeld. [68]
Medeverdachte zei dat hij de klanten regelde en dat hij daarvoor het geld wilde hebben wat [slachtoffer] zou verdienen. [69] Medeverdachte had [slachtoffer] op een website gezet [70] en dat wist zij niet. In de advertentie stonden de foto’s en video’s die [slachtoffer] medeverdachte had toegestuurd. Medeverdachte had bij de advertentie een andere naam gezet, namelijk [alias] , 23 jaar oud. [71]
Medeverdachte had bedacht welke geldbedragen voor welke seksuele handelingen door [slachtoffer] gevraagd moesten worden. [72]
De verklaring van medeverdachte dat zijn handelen erop was gericht om [slachtoffer] juist te weerhouden van prostitutiewerkzaamheden acht de rechtbank in het licht van voorgaande bewijsmiddelen volstrekt ongeloofwaardig. In deze bewijsmiddelen is hiervoor namelijk geen enkele aanwijzing te vinden. Integendeel. In een deel van de Whatsapp berichten is medeverdachte juist zeer dwingend in de richting van [slachtoffer] . Ook nadat [slachtoffer] op 24 juni 2015 duidelijk te kennen had gegeven dat zij geen prostitutiewerkzaamheden voor medeverdachte wilde verrichten heeft medeverdachte haar op 21 juli 2015 nog een App bericht gestuurd met als inhoud: “geld verdienen?”.
De rechtbank stelt op grond van de chatgesprekken tussen medeverdachte en [slachtoffer] , de chatgesprekken tussen verdachte en medeverdachte, de verklaring van [slachtoffer] , de verklaring van medeverdachte bij de politie, de verklaring van verdachte bij de politie en de verklaring van verdachte ter zitting vast dat de feitelijkheden zoals opgesomd in de hieronder staande bewezenverklaring hebben plaatsgevonden.
medeplegen
Voor medeplegen moet sprake zijn van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de betrokken personen, gericht op de totstandkoming van het delict. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De bijdrage aan het delict dient van voldoende intellectueel of materieel gewicht te zijn.
Uit de verklaringen van verdachte en uit de inhoud van meerdere Whatsapp-gesprekken blijkt dat verdachte zeer nauw en actief betrokken is geweest bij de ten laste gelegde feiten.
Gebleken is dat verdachte haar kamer ter beschikking heeft gesteld voor door [slachtoffer] uit te voeren prostitutiewerkzaamheden. Zij zou hiervoor geld ontvangen. Anders dan uit de verklaring van verdachte zelf is uit niets gebleken dat de periode van kamerverhuur beperkt zou blijven tot een periode van drie dagen. Verdachte heeft bovendien medeverdachte geadviseerd welke geldbedragen door [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moesten worden. Ook heeft zij potentiële klanten voor [slachtoffer] geregeld en medeverdachte geadviseerd over de door hem te ondernemen maatregelen toen bleek dat [slachtoffer] afhaakte.
Verdachte heeft gelet op het hiervoor overwogene met haar handelen een wezenlijke bijdrage geleverd aan de mensenhandel. Het enkele feit dat er geen rechtstreekse contacten tussen verdachte en [slachtoffer] hebben plaatsgevonden doet daar niet aan af. De verdachte wordt derhalve aangemerkt als medepleger.
oogmerk van uitbuiting:
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Hiervoor is vereist dat “het handelen van verdachte, naar zij moet hebben beseft, als noodzakelijk en dus door haar gewild gevolg meebracht dat de ander door haar werd of zou kunnen worden uitgebuit.”
Uit de voormelde bewijsmiddelen blijkt dat dit het geval is. Bij tewerkstelling van een minderjarige in de seksindustrie is per definitie sprake van uitbuiting omdat de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van het slachtoffer in dergelijke gevallen altijd in het geding is.
Uit de bewezenverklaarde gedragingen is voorts genoegzaam gebleken dat verdachte ook het oogmerk heeft gehad om [slachtoffer] uit te buiten.
De omstandigheid dat verdachte nimmer rechtstreeks contact met [slachtoffer] heeft gehad en niet heeft geweten dat zij de achttienjarige leeftijd nog niet had bereikt doet hier niet aan af. De leeftijd van het slachtoffer is immers geobjectiveerd en opzet of schuld ten aanzien van de leeftijd van het slachtoffer behoeft daarom niet te worden vastgesteld. Verdachte had moeten informeren naar de achtergrond van het meisje waaraan zij haar kamer ter beschikking stelde. Dit heeft zij niet gedaan.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van het oogmerk van uitbuiting.
Uit het voorgaande volgt dat verdachte zich samen met medeverdachte schuldig gemaakt aan het werven van de minderjarige [slachtoffer] met het oogmerk van seksuele uitbuiting (sub 2) en het pogen haar ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling (sub 5).
De rechtbank is op grond van voorgaande bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde feit heeft begaan.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
zijop één of meer tijdstip(pen) tezamen en in vereniging met een anderen/of alleen,inof omstreeksde periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of te Almelo,althans in Nederland, een ander , te weten[slachtoffer] , ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998), heeft geworven (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (art 273 f lid 1 sub 2 Wetboek van Strafrecht)
en/of ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft ondernomen waarvan zij en/of haar mededader wist(en) en/of moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (art 273 f lid 1 sub 5 Wetboek van Strafrecht)
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader
- ( via Facebook en/ofvia WhatsApp en/oftelefonisch en/ofpersoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/of onderhouden en/ofvervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/of film(s) te maken van zichzelf en die foto's en/offilms(s)naarhaar/hem/henop te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/ofcondooms en/ofhanddoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
-(een)(potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- die seksueel/erotisch getinte foto('s)van [slachtoffer] doorgestuurd naar potentiële klanten en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden;
EN/OF
zij inof omstreeksde periode van 1 januari 2015 tot en met 20 augustus 2015 te Enschede en/of Almelo,althans in Nederlandter uitvoering van haar, verdachtes, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een anderen/of alleen een ander, te weten[slachtoffer] ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998)
- te werven (telkens ) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 2) en/of
- ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,dan wel enige handeling te ondernemen waarvan zij en/of haar mededader wist(en) en/of moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou gaan stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl deze de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 5)
hebbende zij, verdachte, en/of haar mededader
- (via Facebook en/ofvia WhatsApp en/oftelefonisch en/ofpersoonlijk) contact met die [slachtoffer] gezocht en/ofonderhouden en/ofvervolgens
- die [slachtoffer] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) opgedragen, althans (meermalen) gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto's en/offilm(s)te maken van zichzelf en die foto's en/offilms(s)naarhaar/hem/henop te sturen en/of
- die [slachtoffer] in het bezit gesteld van een (werk) telefoon en/of een (werk) telefoon aangeboden en/of
- haar/een woning (in Enschede) gearrangeerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
- een matras en/ofcondooms en/ofhanddoeken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
-(een)(potentiële) klanten voor die [slachtoffer] benaderd en/of
- die seksueel/erotisch getinte foto('s)van [slachtoffer] doorgestuurd naar potentiële klanten en/of
- bepaald/afgesproken/ geadviseerd welke geldbedragen door die [slachtoffer] voor welke seksuele diensten gevraagd moeten worden, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikelen 273f van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
primair:
het misdrijf:
mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 2º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 2º omschreven feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
en
het misdrijf:
poging tot mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 5º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 5º omschreven feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van wat zij bewezen heeft geacht gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om bij een eventuele veroordeling de door de officier van justitie geëiste voorwaardelijke gevangenisstraf te matigen. De raadsvrouw heeft daarbij gewezen op de rol die verdachte heeft gespeeld, het tijdverloop en het zelfinzicht van verdachte. Daarnaast heeft de raadsvrouw gevraagd om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De partner van verdachte is overleden en zij heeft een zoontje van bijna één.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met medeverdachte ten opzichte van een minderjarig, zwakbegaafd en kwetsbaar meisje, als medepleger schuldig gemaakt aan mensenhandel.
Zij hebben geprobeerd om haar ertoe aan te zetten zich te prostitueren. Aldus hebben zij geprobeerd te beschikken over het lichaam van dit jonge meisje, uitsluitend om er zelf financieel beter van te worden.
Weliswaar zijn er niet daadwerkelijk seksuele handelingen verricht maar dit is niet aan verdachte te danken. Integendeel. Ook nadat het slachtoffer was afgehaakt heeft zij medeverdachte aangespoord om het slachtoffer over te halen om zich te prostitueren.
Daarnaast schokken dit soort feiten de rechtsorde in ernstige mate.
Zonder iets te willen afdoen aan de ernst van het feit, speelt ten opzichte van medeverdachte in strafmatigende zin mee dat verdachte een kleinere rol heeft gespeeld dan medeverdachte [medeverdachte] . Verder heeft verdachte ter terechtzitting inzicht getoond in het kwalijke van haar gedrag.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging verder rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte d.d. 24 mei 2018, waaruit blijkt dat zij niet eerder voor een soortgelijke feit is veroordeeld. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de door de raadsvrouw naar voren gebrachte persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging verder in aanmerking genomen dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is overschreden. Verdachte heeft redelijkerwijs met vervolging rekening moeten houden vanaf 25 juni 2016, de dag waarop zij als verdachte is aangehouden. De zaak is niet binnen twee jaar nadien afgerond met een eindvonnis maar na twee jaren en drie weken.
Alles afwegende acht de rechtbank een werkstraf voor de duur van 240 uren en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar, passend en geboden.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen simkaart van het merk Vodafoon (order 1, dossierpagina 31) vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met behulp van dit voorwerp het ten laste gelegde feit is begaan en het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] , woonplaats kiezende ten kantore van haar raadsvrouw, mr. M.E.W.M. Sijperda-Rupert, advocaat te Assen, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een bedrag van € 27.660,= [zevenentwintigduizend zeshonderdzestig euro], te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2015. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
materiele schade
  • studievertraging € 16.100,00
  • gederfde inkomsten € 1.560,00
immateriële schade € 10.000,00.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de post ‘studievertraging’ gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omdat het volgens haar lastig is vast te stellen in hoeverre deze schade aan verdachte is toe te rekenen.
Wat betreft de post ‘gederfde inkomsten’ dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering omdat niet kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij iets heeft verdiend.
Verder dient een bedrag van € 500,00 als “voorschot” aan immateriële schade te worden toegekend.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen dan wel dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering omdat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het haar ten laste gelegde feit.
De raadsvrouw van verdachte heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering omdat de behandeling van de vordering, gelet op de complexiteit, een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Meer subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat onvoldoende is onderbouwd dat de studievertragingsschade rechtstreeks is toegebracht door het bewezen verklaarde feit en deze post ook onvoldoende is onderbouwd.
De post ‘gederfde inkomsten’ moet worden afgewezen dan wel dient de benadeelde partij niet ontvankelijk te worden verklaard in dit deel van de vordering omdat er geen daadwerkelijke seksuele handelingen hebben plaatsgevonden en de benadeelde partij daarom nimmer betaling heeft ontvangen.
Ten aanzien van de post immateriële schade heeft de raadsvrouw zich onder meer op het standpunt gesteld dat de psychische schade onvoldoende is onderbouwd en dat causaliteit ontbreekt.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De onder de post ‘gederfde inkomsten’ opgevoerde schade heeft betrekking op inkomsten die de benadeelde partij aan medeverdachte zou hebben moeten afdragen. Nu niet bewezen is verklaard dat er daadwerkelijk seksuele handelingen zijn verricht en daarmee inkomsten zijn verworven zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard voor dit onderdeel van de vordering.
De onder de post ‘studievertraging’ opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd en het causaal verband tussen de kosten voor studievertraging en de bewezenverklaarde feiten niet op voorhand is vast te stellen, terwijl namens verdachte deze schadepost gemotiveerd is betwist. De enkele verwijzing naar de letselschaderichtlijn is daartoe onvoldoende. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden en niet-ontvankelijk wordt verklaard voor dit deel van de vordering.
Ter onderbouwing van de immateriële schade wordt door de benadeelde partij gewezen naar de schaderichtlijn. De rechtbank constateert dat, anders dan in de gevallen in die richtlijn genoemd, geen sprake is van daadwerkelijke seksuele exploitatie. Afgezien daarvan is, ook blijkens de schaderichtlijn, (in beginsel) medische informatie noodzakelijk ter beoordeling van het psychisch letsel. Deze ontbreekt. De rechtbank merkt daarbij op dat, hoe betreurenswaardig ook voor aangeefster, psychische klachten als boosheid, angst en verdriet worden aangemerkt als een normale menselijke reactie op een trauma. Psychische klachten worden om die reden op zichzelf niet als ernstig letsel aangemerkt, noch in door de raadvrouw ter onderbouwing genoemde richtlijn, noch in de jurisprudentie.
Desalniettemin is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het handelen van verdachte enige immateriële schade heeft geleden. De rechtbank neemt daarbij echter eveneens in aanmerking dat aangeefster zich ten tijde van het bewezenverklaarde in een zeer roerige periode in haar leven bevond. Zij is in die periode slachtoffer geworden van een ander seksueel delict (met een andere dader). Daarnaast zijn er sterke aanwijzingen voor activiteiten in de prostitutie voor nog twee andere mannen. Alles overziende ziet de rechtbank aanleiding gebruik te maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade als rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde feiten te schatten.
De rechtbank is van oordeel dat de omvang van de schade naar redelijkheid en billijkheid op dit moment vastgesteld kan worden op € 500,00. De rechtbank zal de vordering tot zover toewijzen en voor het overige afwijzen.
De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 500,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
De benadeelde partij zal deels (ten aanzien van de posten gederfde inkomsten en studievertraging) niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. De rechtbank zal het verzoek tot schadevergoeding eveneens deels (ten aanzien van de overige gevorderde immateriële schadevergoeding) afwijzen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten zijn toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Primair:
mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 2º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 2º omschreven feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
en
poging tot mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 5º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 5º omschreven feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte, hoofdelijk, in die zin dat als de één betaalt de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 500,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2015) voor zover dit bedrag niet door de mededader zal zijn voldaan. Dit betreft immateriële schade;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2015 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 10 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door de mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte of haar mededader niet heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte of haar mededader aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft/hebben betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] , voor een deel van € 17.660,00 (de posten gederfde inkomsten en studievertraging) niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • wijst de vordering voor het overige (€ 9.500,00 van de post immateriële schade) af.
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer het onder verdachte inbeslaggenomen voorwerp, te weten een simkaart van het merk Vodafoon (order 1, dossierpagina 31).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.H. Heijink, voorzitter, mr. E. Venekatte en
mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, rechters, in tegenwoordigheid van H. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2018.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit ordners van de politie Oost-Nederland, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel, waarvan de ruggen onder meer vermelden “2.1.1 [medeverdachte] Parketnummer: 08/952849-15 LENA”, met de paginanummers 197 tot en met 661 en “2.1.2 [medeverdachte] Parketnummer: 08/952849-15 LENA”, met de paginanummers 662 tot en met 953 Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.pag. 1307.
3.pag. 1034 en 1035.
4.Pag. 668 onder e
5.Pag. 670 onder i
6.Pag. 667 onder b, 668 onder d, 673 onder r en u, 674 onder y, 675 onder aa en dd, 677 onder hh, 679 onder mm (dwingend), 681 onder pp, 682 onder rr, 684 onder tt,
7.Pag. 682 onder rr
8.Pag. 679 onder nn
9.Pag. 679
10.Pag. 685 onder ww
11.Pag. 686 onder yy
12.Pag. 678 onder ll
13.Pag. 683, 684 eb 685 (“K heb zelf al 2 klanten gefix”, “Als je ny zo zeur heb ik morge 2 klanten vriend”, “K kan klanten fixe veel”, “Heb dr al 5”, “K heb 2 klanten die nemen matties mee”)
14.Pag. 682 onder ss
15.Pag. 682 onder ss en 683
16.Pag. 681
17.Pag. 684
18.Pag. 685 onder ww
19.Pag. 686
20.Pag. 274 “We hebben wel geappt, Er ligt alleen wat ik heb getypt”, 358: “Je kunt via de app zien dat ik van alles had geregeld”, pag. 431A: “Ik heb 2 maanden geappt met haar”.
21.Pag. 338:”ik heb met [verdachte] appjes gemaakt om aan [slachtoffer] te kunnen laten zien dat ik wel dingen regelde voor haar”,”364, 411A: “Er ligt alleen wat ik heb getypt”.
22.Pag. 270, 342, 362, 407A
23.Pag. 276, 413A
24.Pag. 346
25.Pag. 271, 342, 408A, 650
26.Pag. 345, 650
27.Pag. 343, 345, 359
28.Pag. 300, 337
29.Pag. 222: “ik wild haar gewoon helpen, 361: “ik wilde de redder zijn”, 431A: “ik wilde haar af laten schrikken om niet in de prostitutie te gaan”.
30.Pag. 650, 270, 273 en 299
31.Pag. 276, 650
32.Pag. 327
33.Pag. 340
34.Pag. 328
35.Pag. 327
36.Pag. 337, 342
37.Pag. 348
38.Pag. 360
39.Pag. 347
40.Pag. 350
41.Pag. 337
42.Pag. 366, 367
43.Pag. 220, 279, 338, 350, 359, 368,
44.Pag. 362
45.Pag. 276, 413A, 651
46.Pag. 319, 650
47.Pag. 693
48.Pag. 695
49.Pag. 696
50.Pag. 698
51.Pag. 694
52.Pag. 694
53.Pag. 695
54.Pag. 695
55.Pag. 696
56.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juni 2018
57.pag. 501
58.Pag. 464
59.pag. 456, 505
60.pag. 456 en 464
61.pag. 456
62.pag. 456
63.pag. 456
64.Pag. 542, 492, 497
65.pag. 456 en 497
66.Pag. 462
67.Pag. 462
68.Pag. 539
69.Pag. 462
70.Pag. 462, 514
71.Pag. 462
72.Pag. 517