ECLI:NL:RBOVE:2018:242

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 januari 2018
Publicatiedatum
25 januari 2018
Zaaknummer
08.770258-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en medeplichtigheid in Zwolle met meerdere verdachten

Op 25 januari 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen vier jongens, die verdacht werden van het verkrachten van een vrouw in Zwolle op 23 augustus 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat drie jongens, toen 16, 17 en 18 jaar oud, zijn veroordeeld tot celstraffen en jeugddetenties. Een vierde verdachte van 18 jaar is vrijgesproken omdat hij en de vrouw vrijwillig seks hadden gehad. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van de vrouw, die verklaarde dat zij op de avond van 22 augustus 2017 naar de woning van de verdachte was gegaan en daar vrijwillige seks had gehad. Later die nacht kwamen de andere verdachten de slaapkamer binnen en probeerden zij haar te verkrachten. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en verdachten zorgvuldig gewogen. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte werd vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde, maar veroordeelde hem voor medeplichtigheid aan de groepsverkrachting. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor medeplichtigheid, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte opzet had op de gedwongen seks door de medeverdachten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.770258-17 (P)
Datum vonnis: 25 januari 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte 4] ,
geboren op [verdachte 4] 1999 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 5 december 2017 en 11 januari 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Zwartjes en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. M.J. Jansma, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er - na wijziging van de tenlastelegging op 11 januari 2018 -, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 23 augustus 2017 in Zwolle samen met een of meer anderen [slachtoffer] heeft verkracht; dan wel heeft geprobeerd haar te verkrachten, dan wel medeplichtig is geweest aan verkrachting van [slachtoffer] dan wel medeplichtig is geweest aan het proberen [slachtoffer] te verkrachten.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door (met één of meer anderen) de slaapkamer waar [slachtoffer] was binnen te dringen/komen en/of door die [slachtoffer]
- bij de polsen en/of armen vast te pakken/vast te houden en/of
- op bed te gooien/duwen en/of
- tegen een muur te duwen/drukken en/of
- pootje te haken, althans tegen de benen te schoppen/trappen en/of
- de benen van die [slachtoffer] van elkaar te trekken en/of uit elkaar te duwen en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen/roepen: "doe maar meisje, een minuutje maar" en/of "doe maar een minuut met hem, alleen met hem en dan is het klaar, doe maar gewoon alleen met hem, ik wil geen seks meer, ik wilde alleen voelen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- voorbij te gaan aan de verbale en/of non-verbale protesten van die [slachtoffer] , [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het (meermalen, althans éénmaal) duwen/drukken/brengen/houden van een penis en/of één of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] ;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
hij op of omstreeks 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een
andere feitelijkheid [slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , (al dan niet samen met één of meer mededader(s)) de slaapkamer waar [slachtoffer] was binnen is gedrongen/gekomen en/of die [slachtoffer]
- bij de polsen en/of armen heeft vastgepakt en/of vastgepakt gehouden en/of
- op het bed heeft gegooid/geduwd en/of
- tegen een muur heeft geduwd/gedrukt en/of
- pootje heeft gehaakt, althans tegen de benen heeft geschopt/getrapt en/of
- de benen van die [slachtoffer] van elkaar heeft getrokken en/of uit elkaar heeft geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd/geroepen: "doe maar meisje, een minuutje maar" en/of "doe maar een minuut met hem, alleen met hem en dan is het klaar, doe maar gewoon alleen met hem, ik wil geen seks meer, ik wilde alleen voelen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- een penis tegen/op de vagina van die [slachtoffer] heeft gedrukt/geduwd/gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, meer subsidiair, terzake dat
[verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3]
op of omstreeks 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle, in een woning gelegen op of aan de [adres] ( [nummer] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een
andere feitelijkheid, te weten door (met één of meer anderen) de slaapkamer waar [slachtoffer] was binnen te dringen/komen en/of door die [slachtoffer]
- bij de polsen en/of armen vast te pakken/vast te houden en/of
- op bed te gooien/duwen en/of
- tegen een muur te duwen/drukken en/of
- pootje te haken, althans tegen de benen te schoppen/trappen en/of
- de benen van die [slachtoffer] van elkaar te trekken en/of uit elkaar te duwen en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen/roepen: "doe maar meisje, een minuutje maar" en/of "doe maar een minuut met hem, alleen met hem en dan is het klaar, doe maar gewoon alleen met hem, ik wil geen seks meer, ik wilde alleen voelen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- voorbij te gaan aan de verbale en/of non-verbale protesten van die [slachtoffer] ,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het (meermalen, althans éénmaal) duwen/drukken/brengen/houden van een penis en/of één of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] , tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle
opzettelijk gelegenheid en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- een (telefonische) afspraak met die [slachtoffer] te maken en/of
- elkaar te ontmoeten in/bij de woning op die [adres] en/of
- die woning binnen te gaan en/of
- die [slachtoffer] mee te nemen naar een slaapkamer in die woning en/of
- die [slachtoffer] zich te laten ontkleden en/of uit te kleden en/of
- met die [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] af te spreken dat hij/zij seks

mocht(en) hebben met die [slachtoffer] (als hij klaar was) (wetende dat [slachtoffer] alleen seks met hem wilde hebben), althans af te spreken te zullen vragen aan [slachtoffer] of zij seks met hen/hem wilde hebben en/of

- aan te geven die [slachtoffer] wel te willen delen met die [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] en/of
- [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] te waarschuwen dat zij konden komen, althans hen de kamer binnen te laten komen, althans niet te verhinderen dat zij de kamer binnenkwamen en/of
- verbaal en/of fysiek niet of nauwelijks in te grijpen als die [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] toekijken, terwijl hij seks met die [slachtoffer] had en/of die [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] (net na die seks) die slaapkamer binnen kwam(en) en/of
- (vervolgens) tegen [slachtoffer] te zeggen “doe maar meisje” en/of “één minuutje maar”;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, nog meer subsidiair, terzake dat
[verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3]
op of omstreeks 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle in een woning gelegen op of aan de [adres] ( [nummer] ), ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , (al dan niet samen met één of meer mededader(s)) de slaapkamer waar [slachtoffer] was binnen is gedrongen/gekomen en/of die [slachtoffer] :
- bij de polsen en/of armen heeft vastgepakt en/of vastgepakt gehouden en/of
- op het bed heeft gegooid/geduwd en/of
- tegen een muur heeft geduwd/gedrukt en/of
- pootje heeft gehaakt, althans tegen de benen heeft geschopt/getrapt en/of
- de benen van die [slachtoffer] van elkaar heeft getrokken en/of uit elkaar heeft geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd/geroepen: "doe maar meisje, een minuutje maar" en/of "doe maar een minuut met hem, alleen met hem en dan is het klaar, doe maar gewoon alleen met hem, ik wil geen seks meer, ik wilde alleen voelen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- een peni) tegen/op de vagina van die [slachtoffer] heeft gedrukt/geduwd/gehouden,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle opzettelijk gelegenheid en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:

- een (telefonische) afspraak met die [slachtoffer] te maken en/of
- elkaar te ontmoeten in/bij de woning op die [adres] en/of
- die woning binnen te gaan en/of
- die [slachtoffer] mee te nemen naar een slaapkamer in die woning en/of
- die [slachtoffer] zich te laten ontkleden en/of uit te kleden en/of
- met die [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] af te spreken dat hij/zij seks mocht(en) hebben met die [slachtoffer] (als hij klaar was) (wetende dat [slachtoffer] alleen seks met hem wilde hebben), althans af te spreken te zullen vragen aan [slachtoffer] of zij seks met hen/hem wilde hebben en/of
- aan te geven die [slachtoffer] wel te willen delen met die [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] en/of
- [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] te waarschuwen dat zij konden komen, althans hen de kamer binnen te laten komen, althans niet te verhinderen dat zij de kamer binnenkwamen en/of
- verbaal en/of fysiek niet of nauwelijks in te grijpen als die [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] toekijken, terwijl hij seks met die [slachtoffer] had en/of die [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] (net na die seks) die slaapkamer binnen kwam(en) en/of
- (vervolgens) tegen [slachtoffer] te zeggen “doe maar meisje” en/of “één minuutje maar”.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op 23 augustus 2017 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van verkrachting in een woning aan de [adres] te Zwolle door meerdere jongens. Aangeefster heeft verklaard dat zij op de avond van 22 augustus 2017 naar de woning aan de [adres] is gegaan en daar in de avond en nacht met [verdachte 4] , zijnde verdachte, tot twee keer toe vrijwillige seks heeft gehad. In de woning waren voorts drie bekenden van verdachte aanwezig, te weten [verdachte 2] , [verdachte 1] en [verdachte 3] , roepnaam [verdachte 3] . Aangeefster heeft verklaard dat deze drie Eritrese jongens haar hebben geprobeerd te verkrachten, waarbij één van de verdachten daadwerkelijk bij haar seksueel is binnengedrongen.
In totaal zijn vier verdachten aangehouden. Verdachte was één van hen.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij aangeefster sinds een paar dagen kende en onder andere met haar was meegegaan naar een concert in Amsterdam. Op de avond van
22 augustus 2017 had verdachte afgesproken met aangeefster. Verdachte heeft verklaard dat hij in zijn eigen woning gasten had en dat hij toen aan [verdachte 1] had gevraagd of hij samen met aangeefster in de woning van [verdachte 1] mocht afspreken. Aangeefster is toen naar de woning aan de [adres] te Zwolle gekomen. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij in de nacht van 22 augustus 2017 tot tweemaal toe vrijwillige seks met aangeefster heeft gehad. Tijdens de tweede keer seks kwamen [verdachte 2] , [verdachte 1] en [verdachte 3] de slaapkamer binnen. Verdachte heeft verklaard dat dit voor hem als een verrassing kwam en dat hij door deze drie medeverdachten naar buiten werd gestuurd en dat hij nog heeft geprobeerd aangeefster tegen hen te beschermen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet met aangeefster had afgesproken in de [adres] , omdat hij eerder die avond van haar in het centrum van Zwolle afscheid had genomen. Verdachte heeft verklaard dat [verdachte 2] met de telefoon van verdachte een bericht aan aangeefster had gestuurd met het adres [adres] . Verdachte heeft verklaard dat het voor hem een verrassing was dat aangeefster in de [adres] was, maar dat hij wel twee keer seks met haar heeft gehad. Verdachte heeft verklaard dat hij niet met de andere drie verdachten heeft besproken dat zij ook seks met [slachtoffer] konden hebben en ook niet dat hij hen een seintje zou geven als hij klaar was.
Verdachte heeft voorts verklaard dat [verdachte 2] , [verdachte 1] en [verdachte 3] de slaapkamer binnenkwamen toen hij seks had met aangeefster en dat hij toen de slaapkamer is uitgewerkt en niet heeft gezien dat zij aangeefster vasthielden.
Verdachte heeft voorts verklaard dat hij heeft geprobeerd om aangeefster te beschermen, maar dat dit niet lukte. Toen heeft verdachte geprobeerd de politie te bellen, maar hij wist het telefoonnummer niet. Daarna heeft verdachte geprobeerd hulp bij de buren te halen, maar die sliepen al. Verdachte is toen naar huis gegaan.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft - overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegde schriftelijk requisitoir - gevorderd dat verdachte wordt vrijgesproken voor het primair en subsidiair ten laste gelegde – het medeplegen van de verkrachting van [slachtoffer] , dan wel het medeplegen van de poging tot het verkrachten van [slachtoffer] .
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het meer subsidiair ten laste gelegde – de medeplichtigheid aan de groepsverkrachting van [slachtoffer] .
Kortgezegd heeft de officier van justitie hiertoe aangevoerd dat voor medeplichtigheid is vereist dat ten eerste bij de mededaders sprake moet zijn geweest van een voltooid delict, dan wel een poging daartoe. Daarvan is hier sprake nu in de strafzaken van de drie medeverdachten een bewezenverklaring kan volgen voor medeplegen van verkrachting.
Voor medeplichtigheid is ten tweede vereist dat verdachte opzet moet hebben gehad op dit delict, te weten op het tegen de wil van aangeefster overgaan tot seksuele handelingen door zijn vrienden. De officier van justitie heeft aangevoerd dat ook hiervan sprake is, nu uit de verklaringen van aangeefster en medeverdachte [verdachte 3] vastgesteld kan worden dat aangeefster zowel verbaal als fysiek heeft laten weten geen seks met de andere drie medeverdachten te willen en verdachte dit ook wist op het moment dat de drie medeverdachten de slaapkamer binnenkwamen. De officier van justitie heeft voorts aangevoerd dat verdachte wetenschap had dat één of meer van zijn vrienden graag seks wilden met aangeefster, wat blijkt uit de verklaringen van aangeefster en [verdachte 1] .
Ten derde is voor medeplichtigheid vereist dat verdachte opzet heeft gehad op het faciliteren van seks met aangeefster in de zin van gelegenheid of inlichtingen verschaffen en/of behulpzaam zijn. Ook daarvan is sprake nu uit de verklaring van [verdachte 1] is gebleken dat verdachte de drie medeverdachten zou roepen als hij klaar was in de slaapkamer en dat hij dit ook daadwerkelijk heeft gedaan. Voorts kan uit de verklaring van aangeefster en [verdachte 1] worden vastgesteld dat verdachte de drie medeverdachten de slaapkamer heeft binnengelaten, waarbij ook hij tegen aangeefster heeft gezegd “doe maar meisje”, “één minuut”. Verdachte heeft ervoor gezorgd dat de drie medeverdachten bij aangeefster in de slaapkamer konden komen, terwijl zij zich daar ontkleed bevond. De officier van justitie heeft aangevoerd dat verdachte door actief en passief de vrienden de kamer binnen te laten in de wetenschap dat zij op seks uit waren en aangeefster meermalen duidelijk heeft gemaakt dit niet te willen verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de medeplichtigheid aan het medeplegen van verkrachting van aangeefster, zodat een bewezenverklaring kan volgen voor het meer subsidiair ten laste gelegde.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich - overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegde schriftelijke pleitnota - ten aanzien van het primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat vrijspraak moet volgen, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat uitgegaan dient te worden van de verklaring van aangeefster. Uit de verklaring van aangeefster kunnen vele contra-indicaties worden vastgesteld voor aanname van opzet, dan wel voorwaardelijk opzet, van verdachte op het medeplegen van verkrachting, dan wel de medeplichtigheid aan verkrachting van aangeefster. Uit deze contra-indicaties kan worden vastgesteld dat de verkrachting van aangeefster een impulsieve gedraging is geweest van de drie medeverdachten, die voortkwam uit een plotselinge opwelling. Van een vooropgezet plan op het behulpzaam zijn of gelegenheid geven aan de verkrachting of enig ander zedenmisdrijf door verdachte is geen sprake geweest. Alhoewel verdachte in eerste instantie wellicht wat lacherig deed, heeft hij geprobeerd in te grijpen op het moment dat hij zag dat bij aangeefster geen sprake was van vrijwilligheid. Verdachte werd echter aan de kant geslagen.
De raadsman heeft aangevoerd dat medeverdachte [verdachte 1] in eerste instantie heeft ontkend dat sprake is geweest van een vooropgezet plan, maar dat hij na een paar dagen ineens heeft verklaard dat wel sprake was van een vooropgezet plan. Dit gedeelte van de verklaring van [verdachte 1] wordt echter niet ondersteund door de verklaringen van de medeverdachten en is voorts onbetrouwbaar en dient door de rechtbank terzijde te worden geschoven. Mocht de rechtbank hierin niet meegaan en de verklaring van [verdachte 1] wel betrouwbaar achten dan heeft de raadsman aangevoerd dat er geen plan was tot gedwongen seks.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde – medeplegen van verkrachting, dan wel medeplegen van poging verkrachting – moet worden vrijgesproken, nu hiervan geen enkele sprake is geweest.
De raadsman heeft voorts aangevoerd dat verdachte eveneens van de medeplichtigheid aan verkrachting moet worden vrijgesproken, nu zowel de opzet op het gronddelict als de opzet op het behulpzaam zijn of gelegenheid verschaffen niet uit het dossier blijkt. Verdachte is gestoord tijdens de seks met aangeefster, waarna hij heeft geprobeerd om tussen aangeefster en de medeverdachten te komen, hetgeen niet is gelukt, en verdachte is weggegaan. Dit is onvoldoende voor de aanname van medeplichtigheid. Er is zowel geen voorwaardelijk opzet op het gronddelict alsmede geen opzet op het behulpzaam zijn of gelegenheid verschaffen. Eveneens is geen sprake geweest van passieve medeplichtigheid, zodat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het primair en subsidiair ten laste gelegde
Aan verdachte is primair ten laste gelegd medeplegen van verkrachting en subsidiair medeplegen van poging tot verkrachting.
De rechtbank acht – met de officier van justitie en de raadsman - niet bewezen wat aan verdachte onder primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Ten aanzien van het meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde
Aan verdachte is meer subsidiair medeplichtigheid aan medeplegen van verkrachting ten laste gelegde en nog meer subsidiair medeplichtigheid aan medeplegen tot poging verkrachting.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder meer subsidiair en nog meer subsidiair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Medeplichtigheid vereist dubbel opzet, te weten zowel opzet op het gronddelict – al dan niet in voorwaardelijke vorm - als opzet op het behulpzaam zijn bij het plegen van het gronddelict, dan wel het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van het gronddelict.
De rechtbank stelt vast dat in de onderhavige strafzaak het opzet van verdachte moet zijn gericht op het gronddelict, te weten verkrachting van aangeefster. Dit impliceert dat verdachte het opzet moet hebben gehad dat zijn drie medeverdachten gedwongen seks zouden hebben met aangeefster.
In het dossier bevindt zich de aangifte van [slachtoffer] , die heeft verklaard dat zij in de avond van 22 augustus 2017 naar de woning aan de [adres] is gegaan om daar verdachte te ontmoeten en hoogstwaarschijnlijk seks met hem te hebben. Aangeefster heeft die avond tweemaal vrijwillige seks met verdachte in de slaapkamer gehad, terwijl drie Eritrese vrienden van verdachte, te weten [verdachte 2] , [verdachte 1] en [verdachte 3] , zich ook in de woning bevonden.
Aangeefster heeft verklaard dat zij nadat zij de eerste keer seks had gehad met verdachte naar de woonkamer is gegaan en daar een tijd heeft gezeten, waarbij verdachte afwisselend wel en niet in de woonkamer aanwezig was. In deze woonkamer heeft aangeefster – gezamenlijk dan wel afzonderlijk – ook gesproken met de drie andere Eritrese jongens. In de woonkamer heeft eerst [verdachte 2] meermalen aan haar gevraagd of zij seks met hem wilde hebben. Hierop heeft zij ontkennend geantwoord. Vervolgens kwam [verdachte 1] in de woonkamer die ook aan haar heeft gevraagd of hij bij aangeefster mocht voelen. Aangeefster heeft daarop kenbaar gemaakt dat zij alleen met verdachte seks wilde hebben. Als laatste kwam de jongen met het rastahaar, zijnde [verdachte 3] , de woonkamer binnen, die eerst had gevraagd aan aangeefster of zij met hem wilde dansen. Dat heeft aangeefster geweigerd. Vervolgens is aangeefster in de woonkamer blijven zitten en hebben de drie verdachten geprobeerd om aangeefster aan te raken, waarop aangeefster zich terugtrok of op een andere plek in de woonkamer ging zitten. Aangeefster heeft verklaard dat toen zij in de woonkamer zat, verdachte niet de hele tijd aanwezig is geweest in de woonkamer, maar ook regelmatig de woonkamer heeft verlaten.
Rond 01.00 uur is aangeefster voor de tweede keer naar de slaapkamer gegaan samen met verdachte. Kort nadat aangeefster voor de tweede keer seks had gehad met verdachte zijn de medeverdachten, [verdachte 2] , [verdachte 1] en [verdachte 3] de slaapkamer binnengekomen. Aangeefster was op dat moment nog naakt en heeft verklaard dat de jongens haar beurtelings vastpakten en probeerden te voorkomen dat zij van het bed kon komen en uit de slaapkamer kon weggaan. De drie verdachten probeerden hierbij tevens beurtelings bij aangeefster seksueel binnen te dringen.
Voorts zit in het dossier de verklaring van medeverdachte [verdachte 1] die heeft verklaard dat verdachte – toen aangeefster in de woonkamer zat - had aangegeven dat hij aangeefster zou vragen of aangeefster ook seks met de drie medeverdachten zou willen en dat verdachte dan zou roepen, zodat de drie medeverdachten na hem ook seks met aangeefster konden hebben.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier vastgesteld kan worden dat verdachte weliswaar wist dat de drie medeverdachten seks met aangeefster wilden hebben, maar dat uit de gebeurtenissen die in de woonkamer hebben plaatsgevonden onvoldoende blijkt dat verdachte wist dat zijn medeverdachten aangeefster tot seks zouden
dwingen. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist dat aangeefster in de woonkamer expliciet ‘nee’ tegen seks met de medeverdachten heeft gezegd, dan wel dat zij dit voldoende kenbaar heeft gemaakt. Uit de eigen verklaring van aangeefster blijkt immers dat de drie medeverdachten verbaal en fysiek toenadering zochten bij aangeefster en dat aangeefster zelf heeft aangegeven dat zij alleen seks met verdachte wilde, maar dat geen sprake was van een voor haar bedreigende sfeer. Dit blijkt eveneens uit het feit dat aangeefster de hele avond is gebleven en de woning niet heeft verlaten en dat zij heeft verklaard dat het gezellig was en zij rond 01.00 uur wederom met verdachte naar de slaapkamer is gegaan voor de tweede keer seks. Voorts kan uit de verklaring van medeverdachte [verdachte 1] worden afgeleid dat verdachte wel opzet heeft gehad op vrijwillige seks van aangeefster met de drie medeverdachten, maar ook uit deze verklaring is onvoldoende gebleken dat verdachte opzet heeft gehad op de gedwongen seks door de medeverdachten met aangeefster.
De rechtbank is van oordeel dat eveneens onvoldoende uit het dossier is gebleken dat sprake was van een aanmerkelijke kans dat de drie medeverdachten onderling hadden afgesproken dat zij aangeefster zouden dwingen tot seks en dat verdachte deze kans welbewust heeft aanvaard. Er is evenmin sprake geweest van een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk was te achten inhoudende dat Eritrese jongens die een Nederlandse vrouw naakt aantreffen seks met haar gaan hebben tegen haar wil in.
Nu verdachte naar het oordeel van de rechtbank wel opzet heeft gehad op de vrijwillige seks tussen aangeefster en de drie medeverdachten, maar geen opzet heeft gehad op
gedwongenseks door de drie medeverdachten, heeft verdachte geen opzet gehad op het gronddelict ‘verkrachting ‘ en dient verdachte vrijgesproken te worden van de medeplichtigheid aan het medeplegen van verkrachting van aangeefster en de medeplichtigheid aan het medeplegen van poging tot verkrachting van aangeefster.

5.De schade van benadeelden

5.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] (gemachtigde mr. C.E. Jeekel advocaat te Zwolle), heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 14.502,32 (veertienduizendvijfhonderdtwee euro en tweeëndertig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • verlies aan verdienvermogen € 2.402,32;
  • ziektekosten € 2.100,--.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 10.000,-- gevorderd.
5.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] , wordt toegewezen tot een bedrag van € 14.502,32, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot voornoemd bedrag.
5.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, gelet op het feit dat verdachte dient te worden vrijgesproken voor het primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde.
De raadsman heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij ten aanzien van de materiële kosten niet is onderbouwd met stukken, waaruit blijkt dat aangeefster verlies aan verdienvermogen heeft gehad. De raadsman heeft voorts betoogd dat de ziektekosten van € 2.100,-- onder andere bestaande uit eigen risico niet is onderbouwd. Deze materiële kosten kunnen niet worden vastgesteld en dit brengt een onevenredige belasting van het strafgeding met zich mee, zodat dit gedeelte van de vordering benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Tot slot heeft de raadsman ten aanzien van de immateriële kosten aangevoerd dat deze – gelet op de vergelijkbare zaken - tot maximaal € 2.500,-- kunnen worden toegewezen.
5.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair tenlastegelegde. Nu verdachte van dit feit wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

6.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. A.A.A.M. Schreuder en mr. M. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Nassau, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2018.