ECLI:NL:RBOVE:2018:241

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 januari 2018
Publicatiedatum
25 januari 2018
Zaaknummer
08.770257-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting in vereniging van een vrouw in Zwolle door meerdere jongens

Op 25 januari 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen vier jongens, die verdacht werden van het verkrachten van een vrouw in Zwolle op 23 augustus 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie, mr. M. Zwartjes, vorderde dat de jongens zouden worden veroordeeld voor het medeplegen van verkrachting. De rechtbank heeft de aangifte van het slachtoffer als consistent en betrouwbaar beoordeeld, ondersteund door verklaringen van de verdachten. Het slachtoffer verklaarde dat zij vrijwillige seks had gehad met één van de jongens, maar dat de andere drie jongens haar vervolgens probeerden te verkrachten. De rechtbank oordeelde dat de jongens, ondanks de duidelijke weigering van het slachtoffer, haar onder dwang seksuele handelingen hebben opgedrongen. De rechtbank heeft de jongens veroordeeld tot celstraffen, waarbij de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar hebben meegewogen in de strafmaat. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer voor de immateriële schade die zij heeft geleden door de verkrachting.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.770257-17 (P)
Datum vonnis: 25 januari 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte 3] ,
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [woonplaats] ,
nu verblijvende in JJI De Hunnerberg te Nijmegen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen met gesloten deuren van 5 december 2017 en 11 januari 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Zwartjes en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. E.M. van Zuuk, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 23 augustus 2017 in Zwolle samen met een of meer anderen [slachtoffer] heeft verkracht; dan wel heeft geprobeerd haar te verkrachten.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door (met één of meer anderen) de slaapkamer waar [slachtoffer] was binnen te dringen/komen en/of door die [slachtoffer]
- bij de polsen en/of armen vast te pakken/vast te houden en/of
- op bed te gooien/duwen en/of
- tegen een muur te duwen/drukken en/of
- pootjes te haken, althans tegen de benen te schoppen/trappen en/of
- de benen van die [slachtoffer] van elkaar te trekken en/of uit elkaar te duwen en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen/roepen: “doe maar meisje, een minuutje maar” en/of “doe maar een minuut met hem, alleen met hem en dat is het klaar, doe maar gewoon alleen met hem, ik wil geen seks meer, ik wilde alleen voelen”, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- voorbij te gaan aan de verbale en/of non-verbale protesten van die [slachtoffer] ,

[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het (meermalen, althans éénmaal) duwen/drukken/brengen/houden van een penis en/of één of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] ;

althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
hij op of omstreeks 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in verenging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , (al dan niet samen met één of meer mededader(s)) die slaapkamer waar [slachtoffer] was binnen is gedrongen/gekomen en/of die [slachtoffer]
- bij de polsen en/of armen heeft vastgepakt en/of vastgepakt gehouden en/of
- op het bed heeft gegooid/geduwd en/of
- tegen een muur heeft geduwd/gedrukt en/of
- pootje heeft gehaakt, althans tegen de benen heeft geschopt/getrapt en/of
- de benen van die [slachtoffer] van elkaar heeft getrokken en/of uit elkaar heeft geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd/geroepen: “doe maar meisje, een minuutje maar” en/of “doe maar een minuut met hem, alleen met hem en dan is het klaar, doe maar gewoon alleen met hem, ik wil geen seks meer, ik wilde alleen voelen”, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of – een penis tegen/op de vagina van die [slachtoffer] heeft gedrukt/geduwd/gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op 23 augustus 2017 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van verkrachting in een woning aan de [adres] te Zwolle door meerdere jongens. Aangeefster heeft verklaard dat zij op de avond van 22 augustus 2017 naar de woning aan de [adres] is gegaan en daar in de avond en nacht met [verdachte 4] tot twee keer toe vrijwillige seks heeft gehad. In de woning waren voorts drie bekenden van [verdachte 4] aanwezig, te weten verdachte – roepnaam [verdachte 3] -, [verdachte 1] en [verdachte 2] . Aangeefster heeft verklaard dat deze drie Eritrese jongens haar hebben geprobeerd te verkrachten, waarbij één van de verdachten daadwerkelijk bij haar seksueel is binnengedrongen.
In totaal zijn vier verdachten aangehouden. Verdachte was één van hen.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat - nadat [verdachte 4] en aangeefster twee keer seks hadden gehad in de slaapkamer - hij samen met [verdachte 2] en [verdachte 1] de slaapkamer is ingegaan waar aangeefster zich nog bevond. Verdachte heeft verklaard dat eerst [verdachte 1] , toen [verdachte 2] en hij als laatste aan aangeefster hebben gevraagd of zij ook seks met hen zou willen. Aangeefster heeft hierop ontkennend geantwoord. Verdachte heeft verklaard dat [verdachte 1] en [verdachte 2] toen met aangeefster hebben gesproken en dat aangeefster toen akkoord ging om seks met verdachte te hebben. Dit heeft verdachte van [verdachte 1] en [verdachte 2] gehoord. Verdachte heeft toen in de slaapkamer seks met aangeefster [slachtoffer] gehad; dit was volgens verdachte vrijwillig.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het primair ten laste gelegde – het medeplegen van de verkrachting van [slachtoffer] .
Kortgezegd heeft de officier van justitie hiertoe aangevoerd dat de aangifte van [slachtoffer] consistent is en voorts in voldoende mate wordt ondersteund door de verklaringen van de verdachten. Aangeefster heeft verklaard dat zij vrijwillige seks had gehad met [verdachte 4] en dat daarna de drie verdachten de slaapkamer zijn binnengekomen waar aangeefster zich op dat moment ontkleed bevond. De drie verdachten hebben allemaal gevraagd om seks met aangeefster, hetgeen zij heeft geweigerd. De drie verdachten kwamen tegelijk binnen, waarbij minimaal één van de verdachten een ontbloot onderlichaam had. Hierna hebben [verdachte 1] en [verdachte 2] aangeefster [slachtoffer] vastgepakt, waarbij ze probeerden bij aangeefster seksueel binnen te dringen. Verdachte droeg een condoom en het is hem uiteindelijk gelukt om bij aangeefster met zijn penis binnen te dringen.
Aangeefster heeft verbaal en ook fysiek richting verdachte aangegeven dat zij geen seks met hem wilde hebben en verdachte heeft dit ook gehoord. De officier van justitie heeft voorts betoogd dat aangeefster duidelijk heeft aangegeven dat zij alleen seks met [verdachte 4] wilde hebben, zodat verdachte tevens niet had mogen uitgaan van de toezegging van [verdachte 2] en [verdachte 1] dat aangeefster seks met verdachte wilde. Verdachte had moeten verifiëren bij aangeefster zelf of zij echt seks met hem wilde. Verdachte heeft dit niet gedaan en heeft desondanks seks met aangeefster gehad, zodat sprake is geweest van gedwongen seks en een bewezenverklaring kan volgen voor het medeplegen van verkrachting door verdachte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich ten aanzien van het ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat vrijspraak moet volgen, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de aangifte van [slachtoffer] niet wordt ondersteund door de verklaring van verdachte ten aanzien van de niet vrijwilligheid van de seks tussen aangeefster en verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij aan aangeefster had gevraagd of zij seks met hem wilde hebben en dat aangeefster in eerste instantie weigerde. Vervolgens hebben [verdachte 1] en [verdachte 2] nogmaals aan aangeefster gevraagd of zij seks met verdachte wilde hebben en toen heeft aangeefster bevestigend geantwoord. Hierop heeft verdachte seks met aangeefster gehad, hetgeen vrijwillig was. Tevens heeft verdachte ontkend geweld te hebben gebruikt tegen aangeefster dan wel heeft gedreigd met geweld, zodat ook gelet hierop geen sprake is geweest van dwang. Gelet hierop dient verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In het dossier bevindt zich de aangifte van [slachtoffer] , die heeft verklaard dat zij in de avond van 22 augustus 2017 naar de woning aan de [adres] is gegaan om daar [verdachte 4] te ontmoeten en hoogstwaarschijnlijk seks met hem te hebben. Aangeefster heeft die avond tweemaal vrijwillige seks met [verdachte 4] in de slaapkamer gehad, terwijl drie Eritrese vrienden van [verdachte 4] , te weten [verdachte 2] , [verdachte 1] en verdachte, zich ook in de woning bevonden.
Aangeefster heeft verklaard dat zij nadat zij de eerste keer seks had gehad met [verdachte 4] naar de woonkamer is gegaan en daar een tijd heeft gezeten. In deze woonkamer heeft zij – gezamenlijk dan wel afzonderlijk – ook gesproken met de drie andere Eritrese jongens, zijnde verdachte en zijn medeverdachten. In de woonkamer heeft eerst [verdachte 2] meermalen aan haar gevraagd of zij seks met hem wilde hebben. Hierop heeft zij ontkennend geantwoord. Vervolgens kwam [verdachte 1] in de woonkamer die ook aan haar heeft gevraagd of hij bij aangeefster mocht voelen. Aangeefster heeft daarop kenbaar gemaakt dat zij alleen met [verdachte 4] seks wilde hebben. Als laatste kwam de jongen met het rastahaar, zijnde verdachte, de woonkamer binnen, die eerst had gevraagd aan aangeefster of zij met hem wilde dansen. Dat heeft aangeefster geweigerd. Vervolgens is aangeefster in de woonkamer blijven zitten en hebben de drie verdachten geprobeerd om aangeefster aan te raken, waarop aangeefster zich terugtrok of op een andere plek in de woonkamer ging zitten.
Rond 01.00 uur is aangeefster voor de tweede keer naar de slaapkamer gegaan samen met [verdachte 4] . Kort nadat aangeefster voor de tweede keer seks had gehad met [verdachte 4] , is verdachte samen met [verdachte 2] en [verdachte 1] de slaapkamer binnengekomen. Aangeefster was op dat moment nog naakt en heeft verklaard dat de jongens haar beurtelings vastpakten en probeerden te voorkomen dat zij van het bed kon komen en uit de slaapkamer kon weggaan. De drie verdachten probeerden hierbij tevens beurtelings bij aangeefster seksueel binnen te dringen. Aangeefster heeft verklaard dat zij probeerde los te komen, maar dat uiteindelijk verdachte haar tegen de muur heeft geduwd, waarbij verdachte bij haar seksueel is binnengedrongen, eerst liggend en toen staand van achter. Toen verdachte bezig was met zijn condoom heeft aangeefster kans gezien om 112 te bellen.
De rechtbank constateert dat aangeefster direct na het voorval aangifte heeft gedaan en is van oordeel dat deze aangifte chronologisch en feitelijke op essentiële punten consistent is. De aangifte acht zij voorts betrouwbaar, nu deze in voldoende mate wordt ondersteund door de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten. Zo heeft verdachte verklaard dat eerst [verdachte 2] , toen [verdachte 1] en toen hijzelf aan aangeefster hebben gevraagd om seks en dat zij tegen alle drie de verdachten ‘nee’ heeft gezegd en dat hij uiteindelijk wel seks met aangeefster heeft gehad.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de aangifte wordt ondersteund door de verklaring van medeverdachte [verdachte 1] , waaruit is gebleken dat de drie verdachten gezamenlijk de slaapkamer zijn binnengekomen waar aangeefster seks had met medeverdachte [verdachte 4] , waarna aangeefster door de drie medeverdachten werd vastgepakt bij haar polsen en bij haar benen. [verdachte 1] heeft verklaard dat verdachte daarna seks met aangeefster heeft gehad, hetgeen voor [verdachte 1] niet goed voelde, omdat dit niet vrijwillig ging.
Voorts wordt de aangifte ondersteund door de verklaring van medeverdachte [verdachte 4] , die heeft verklaard dat hij seks had met aangeefster in de slaapkamer en dat toen de drie medeverdachten de slaapkamer binnenkwamen. Ten slotte wordt de aangifte ondersteund door de verklaring van medeverdachte [verdachte 2] , die heeft verklaard dat hij aangeefster bij haar polsen had vastgepakt om haar naar beneden te trekken op het bed.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en in samenhang bezien wettig en overtuigend kan worden bewezen dat aangeefster onder dwang seksuele handelingen van verdachte heeft moeten ondergaan. Dat de seks niet vrijwillig was, is ook kenbaar geweest voor verdachte en de medeverdachten. Uit hun verklaringen is gebleken dat alle drie de verdachten aan aangeefster meermalen hebben gevraagd of zij seks met hen wilde. Aangeefster heeft hierop steeds ontkennend geantwoord en aangegeven alleen seks met [verdachte 4] te willen. Desondanks zijn verdachte en [verdachte 2] en [verdachte 1] gezamenlijk de slaapkamer binnengegaan, waar aangeefster zich op dat moment naakt bevond. Uit de bewijsmiddelen is voorts gebleken dat verdachte en zijn medeverdachten aangeefster beurtelings hebben vastgepakt om te voorkomen dat zij van het bed kon wegkomen. Tevens is gebleken dat aangeefster hierbij boos was, heeft tegengestribbeld en heeft geroepen ‘fuck you’, hetgeen ook door verdachte is gehoord. Desondanks is verdachte bij aangeefster seksueel binnengedrongen, eerste liggend en vervolgens staand.
Naar het oordeel van de rechtbank is tevens sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de twee medeverdachten [verdachte 2] en [verdachte 1] . Uit de hiervoor omschreven bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte en [verdachte 2] en [verdachte 1] gezamenlijk naar de slaapkamer zijn gegaan waar aangeefster op dat moment met [verdachte 4] seks had. Zij zijn gezamenlijk naar binnen gegaan. Vervolgens hebben verdachte en zijn medeverdachten aangeefster beurtelings vastgepakt bij haar polsen en haar benen om te voorkomen dat zij van het bed kon komen en de slaapkamer kon verlaten.
Gelet op de hierboven omschreven gedragingen van verdachte en zijn medeverdachten, vóór, tijdens en na het binnengaan van de slaapkamer, een en ander in onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat op 23 augustus 2017 sprake is geweest van een situatie waarin verdachte en diens medeverdachten nauw en bewust met elkaar samenwerkten. Verdachte is immers samen met medeverdachte [verdachte 2] en [verdachte 1] de slaapkamer binnengegaan en zij hebben gezamenlijk en beurtelings aangeefster vastgepakt zodat zij niet kon wegkomen. Hierbij hebben [verdachte 2] en [verdachte 1] er bij aangeefster op aangedrongen om seks met verdachte te hebben, waarna verdachte uiteindelijk met zijn penis bij aangeefster is binnengedrongen.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat aangeefster vrijwillig seks met verdachte heeft gehad, omdat hij gehoord had van [verdachte 2] en [verdachte 1] dat aangeefster seks met hem wilde. De rechtbank is van oordeel dat verdachte niet had mogen afgaan op de verklaringen van [verdachte 2] en [verdachte 1] , maar zich had moeten vergewissen bij aangeefster zélf of zij daadwerkelijk seks met hem wilde hebben. Verdachte is immers aanwezig geweest in de slaapkamer en heeft gezien dat aangeefster op bed aan het worstelen en tegenstribbelen was. Onder die omstandigheden mocht verdachte niet uitgaan van haar vrijwilligheid, ook al heeft aangeefster op dat moment mogelijk haar verzet gestaakt.
De rechtbank komt gelet op het vorenstaande dan ook tot de conclusie dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich op 23 augustus 2017 heeft schuldig gemaakt aan verkrachting in vereniging.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
primair
hij op 23 augustus 2017 in de gemeente Zwolle, tezamen en in vereniging met anderen, door geweld of een andere feitelijkheid, te weten door met meer anderen de slaapkamer waar [slachtoffer] was binnen te dringen/komen en door die [slachtoffer]
- bij de polsen en/of armen vast te pakken/vast te houden en/of
- op bed te duwen en/of
- tegen een muur te duwen en/of
- pootjes te haken, en/of
- de benen van die [slachtoffer] uit elkaar te duwen en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen/roepen: “doe maar meisje, een minuutje maar” en/of “doe maar een minuut met hem, alleen met hem en dat is het klaar, doe maar gewoon alleen met hem, ik wil geen seks meer, ik wilde alleen voelen”, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- voorbij te gaan aan de verbale en/of non-verbale protesten van die [slachtoffer] ,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het duwen/drukken/brengen/houden van een penis in de vagina van die [slachtoffer] .
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 242 en 248 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
primair
het misdrijf:
verkrachting, terwijl het feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 9 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan het voorwaardelijk deel de bijzondere voorwaarden worden gesteld zoals deze zijn opgenomen in het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 10 januari 2018, met uitzondering van het contactverbod met aangeefster.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van een eventuele strafoplegging op het standpunt gesteld dat aan verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie opgelegd kan worden, die gelijk is aan het voorarrest tot aan de dag van de uitspraak. De raadsvrouw heeft voorts verzocht om een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met daarbij oplegging van de bijzondere voorwaarden, zoals deze zijn opgenomen in het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 10 januari 2018, zodat verdachte kan worden begeleid.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich met verschillende medeverdachten schuldig gemaakt aan het verkrachten van aangeefster [slachtoffer] . Verdachte is naar de woning van zijn vriend gegaan, waarna gedurende een deel van de nacht in de slaapkamer aangeefster door verschillende – voor haar onbekende – jongens was omringd en werd vastgepakt en waarbij zij uiteindelijk met verdachte tegen haar wil seksuele handelingen heeft moeten ondergaan.
Door aldus te handelen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Dit heeft ook nadelige psychische gevolgen van mogelijk langere duur meegebracht, zoals ook uit de schriftelijke slachtofferverklaring is gebleken, welke ter terechtzitting van 11 januari 2018 is voorgelezen.
De rechtbank overweegt dat de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) uitgaan van een jeugddetentie voor de duur van
6 maanden bij verkrachting.
De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij deze oriëntatiepunten en neemt bij deze verkrachting als strafverzwarende omstandigheid mee dat sprake is geweest van medeplegen. Het slachtoffer was naakt, werd geconfronteerd met drie jongens die fysieke druk op haar uitoefenden en kon geen kant op. De rechtbank rekent verdachte ook aan dat hij, toen aangeefster de eerste keer probeerde 112 te bellen, het nummer heeft weggedrukt.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van:
  • het Pro Justitia rapport d.d. 5 januari 2018 opgemaakt door drs. D. Breuker, forensisch psycholoog;
  • het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 10 januari 2018, opgemaakt door H.D. Bijlenga;
  • een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 1 december 2017.
Uit het Pro Justitia rapport d.d. 5 januari 2018 is gebleken dat bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Uit het rapport is gebleken dat wel sprake is van acculturatieproblemen, hetgeen te verklaren is uit het feit dat verdachte nog maar kort in Nederland verblijft. Uit het rapport is gebleken dat het algeheel functioneren van verdachte adequaat is – zeker als deze wordt afgezet tegen de eigen culturele en sociaal-maatschappelijke achtergrond -, maar dat hij soms in ontwikkeling wat achterloopt bij de Nederlandse sociaal-maatschappelijke normen en waarden. Deze ontwikkelingsachterstand lijkt vooral samen te hangen op het gebied van goede scholing en bekendheid en ervaring met de meer westerse thema’s zoals relaties aangaan, seksualiteit en individualisme/zelfontplooiing. Dat verdachte als 16-jarige jongen – zonder aanwezigheid van een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens – toch betrokken is geraakt bij een ernstig strafbaar feit lijkt gelegen te zijn geweest in de grote culturele verschillen en de taalbarrière. Nu geen sprake is van een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bij verdachte heeft de psycholoog geen behandeling geadviseerd.
Uit het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 10 januari 2018 is gebleken dat bij verdachte sprake is van acculturatieproblemen en dat het in het belang van een positieve ontwikkeling van verdachte is dat gewerkt dient te worden aan (verdere) integratie en aan terugkeer in de samenleving. Uit het rapport is voorts gebleken dat begeleiding door de jeugdreclassering aan verdachte kan worden geboden in het kader van nazorg na detentie en bij de verdere integratie van verdachte.
De Raad heeft geadviseerd bij een veroordeling van verdachte aan hem op te leggen een onvoorwaardelijke jeugddetentie die gelijk is aan het voorarrest en tevens een voorwaardelijke werkstraf met oplegging van de bijzondere voorwaarden van begeleiding van de Jeugdreclassering in het kader van de maatregel Toezicht en begeleiding, waarvan de eerste drie maanden in de vorm van ITB-CRIEM, het houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, het meewerken aan begeleiding door Liberta Care, een contactverbod met aangeefster en het volgen van lessen bij ISK.
De rechtbank overweegt dat wat is voorgevallen in de woning aan de [adres] , gezien de leeftijdsfase waarin verdachte en diens medeverdachten verkeren, vooral lijkt te moeten worden gezien als een gebeurtenis waarin zij zich hebben laten meeslepen door hun eigen driftleven en zo de belangen van aangeefster totaal uit het oog zijn verloren. Dat is dan echter hoogstens te zien als mogelijke verklaring voor de gang van zaken en zeker niet als excuus. Dat verdachte en diens medeverdachten, geleid door hun libido, de interne rem compleet hebben losgelaten en, ondanks voor hen duidelijk kenbaar verbaal en fysiek verzet van aangeefster, seksueel zijn binnengedrongen is volstrekt onaanvaardbaar en wordt hen zwaar aangerekend.
De verdachte verdient straf voor wat hij heeft gedaan, maar heeft naar het oordeel van de rechtbank ook begeleiding van de jeugdreclassering nodig om adequater te leren omgaan met Nederlandse sociaal-maatschappelijke normen en waarden, zodat verdachte niet weer in een situatie terechtkomt waarin hij strafbare feiten pleegt.
De rechtbank acht in dit geval oplegging van jeugddetentie voor de duur van 9 maanden noodzakelijk en passend bij de aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde feit. De rechtbank ziet in de bovenvermelde adviezen aanleiding om van de jeugddetentie 3 maanden voorwaardelijk op te leggen met een proeftijd van 2 jaar met aftrek van het voorarrest, onder de hiervoor door de Raad genoemde voorwaarden, met uitzondering van het contactverbod met aangeefster. De rechtbank beoogt hiermee dat verdachte door de jeugdreclassering wordt begeleid na zijn detentie.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] (gemachtigde mr. C.E. Jeekel, advocaat te Zwolle), heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 14.502,32 (veertienduizendvijfhonderdtwee euro en tweeëndertig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • verlies aan verdienvermogen € 2.402,32;
  • ziektekosten € 2.100,--.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 10.000,-- gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] wordt toegewezen tot een bedrag van € 14.502,32, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot voornoemd bedrag.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, gelet op het feit dat verdachte dient te worden vrijgesproken voor het primair en subsidiair ten laste gelegde.
De raadsvrouw heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij, ten aanzien van de materiële en de immateriële kosten, te hoog is.
De raadsvrouw heeft betoogd dat het verlies aan verdienvermogen van € 2.750,96 moet worden teruggebracht naar € 384,32, nu uit de salarisstroken is gebleken dat aangeefster vanaf oktober 2017 wel netto € 2.840,54 heeft ontvangen. De raadsvrouw heeft verzocht het verlies aan verdienvermogen toe te wijzen tot € 384,32 en het meer gevorderde af te wijzen.
De raadsvrouw heeft voorts betoogd dat het eigen risico van € 803,79 kan worden toegewezen. De raadsvrouw heeft voorts betoogd dat € 246,21 aan eigen bijdrage van
15 behandelingen en de € 1.050,00 aan 12 vervolgbehandelingen in 2018 moeten worden afgewezen, nu deze kosten in een nieuw verzekeringsjaar vallen en tevens niet zijn onderbouwd.
Tot slot heeft de raadsvrouw ten aanzien van de immateriële kosten aangevoerd dat deze
- gelet op vergelijkbare strafzaken - tot maximaal € 3.000,-- kunnen worden toegewezen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De opgevoerde materiële schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet voldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. De rechtbank overweegt dat het verlies aan verdienvermogen alsmede de kosten voor de zorgverzekering mede berusten op de aanname van toekomstige gebeurtenissen. De rechtbank acht deze aannames onvoldoende onderbouwd. Daar komt bij dat de gemachtigde van de benadeelde partij de ter zitting gerezen onduidelijkheden met betrekking tot het verlies aan verdienvermogen onvoldoende heeft weggenomen. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
De vordering ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is betwist in die zin dat door de verdediging is betoogd dat deze te hoog is. Dat neemt niet weg dat wel is komen vast te staan dat de benadeelde partij schade heeft geleden. Enkel de (exacte) omvang staat in dit stadium niet vast. De rechtbank ziet aanleiding gebruik te maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade te schatten. Gezien de ernst van de inbreuk die verdachte met het bewezenverklaarde feit heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit is de rechtbank van oordeel dat het slachtoffer wegens aantasting van de persoon schadevergoeding toekomt. Gelet op de intensiteit, de duur en de omvang van de inbreuk zal de rechtbank naar maatstaven van billijkheid oordelend de gevorderde immateriële schade toewijzen tot een bedrag van € 5.000,--. De rechtbank zal de vordering tot zover toewijzen en voor het overige niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan de vordering voor het overige aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht mede aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 27, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
s
trafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder primair bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte van
  • kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
  • stelt als
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- meewerkt aan de begeleiding van de Jeugdreclassering in het kader van de maatregel Toezicht en begeleiding waarvan de eerste 3 maanden in de vorm van ITB-CRIEM;
- zich gedurende een door de Jeugdbescherming Overijssel, afdeling Jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering;
- meewerkt aan de begeleiding geboden door Liberta Care of een soortgelijke instelling;
- de lessen bij ISK volgens het schoolrooster volgt;
  • waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten Jeugdbescherming Overijssel te Zwolle (instantiecode AST106) opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
  • bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer] voor een deel van € 9.502,32 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat als verdachte en/of een mededader heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte en/of een mededader aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Bruggen, voorzitter tevens kinderrechter, mr. A.A.A.M. Schreuder en mr. F. van der Maden, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. M. van Nassau, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2018.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie eenheid Oost-Nederland team zeden met proces-verbaalnummer PL0600-2017391821-35. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 23 augustus 2017 [1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster [slachtoffer] :
(..) Pleegdatum/tijd: Tussen woensdag 23 augustus 2017 om 00:00 uur en woensdag 23 augustus 2017 om 03:45 uur.(..)
(V: Waarvan kom je aangifte van doen?)
Poging tot verkrachting en verkrachting en dat in groepsverband.
(V: Tegen wie kom je aangifte doen?)
Tegen 4 jongens. Eén jongen daar was ik vrijwillig mee die avond, ik kan er geen aangifte tegen doen dat hij mij geprobeerd heeft te verkrachten, want ik heb vrijwillig seks met hem gehad. Maar hij liet wel toe wat die andere jongens deden. Dan tegen 3 andere jongens, die met dwang hebben geprobeerd bij mij naar binnen te komen. Bij één jongen is dat gelukt.
(V: Wanneer is dit gebeurd?)
Afgelopen nacht. Ik was er rond 22.00 uur bij dat huis. Eerst was het gezellig en vrijwillig. Ik denk tot een uur of 01.00 uur was het gezellig.
(V: Waar is dit gebeurd?)
Aan de [adres] in Zwolle.(..)
Afgelopen vrijdag was ik in Zwolle bij “ [café] ”, die kroeg. (..) Hij heet dus [verdachte 4] , komt uit Eritrea en vertelde dat hij 21 jaar was.(..)
Dinsdagavond belde hij mij. Hij vroeg wanneer ik kon afspreken. Ik dacht toen dat kan vanavond wel, na de training. (..) Hij vroeg trouwens echt wanneer ik kon afspreken voor seks. Dus toen had ik voorgesteld voor diezelfde avond. (..) Ik heb nog gezegd, geen vriendjes. Hij zei ‘nee alleen jij en ik’. Omdat ik de vorige keer die jongens al zag staan.(..)
Ik wilde gewoon afspreken en als we dan seks hebben prima. Maar ik wilde niet zo aan die straat staan en dan seks hebben in zijn woning. Ik wilde wel seks, maar iets meer inkleden. (..) Hij zei letterlijk ‘ik wacht op jou’. Ik zei daarna, oké ik kom nu naar jouw huis. Eerder die avond had hij mij al het adres getypt, [adres] .(..)
(V: Dan ga je naar de woning op de fiets. En dan.)
Ik stond daar een paar minuten te wachten, toen kwam hij daar aanlopen met een vriend. Een jongen met een zwart T-shirt. Ik dacht dat hij [verdachte 2] heette, volgens mij stelde hij zich zo voor. (..) Toen gingen we het huis in. (..)
We zaten gewoon wat te drinken en toen zei [verdachte 4] , kom we gaan naar de slaapkamer. [verdachte 2] was toen weg, ik weet niet of hij nog in de woning was of niet. Hij zat niet meer bij
ons in de woonkamer. Eerst zei ik dat ik nog wat wilde zitten en drinken, maar we gingen uiteindelijk toch naar de slaapkamer.(..)
(V: Wat voor seks heb je op dat moment gehad?)
Ik heb hem gepijpt. Daarna hadden we vaginaal seks.
(V: Dat was met beide toestemming?)
Ja, ja.
(V: En dan.)
De eerste keer heb ik niet gemerkt dat er een andere jongen stond te kijken. Daarna gingen we weer terug naar de woonkamer. Toen ging [verdachte 4] wel even naar de andere kant. (..) Toen heb ik ook gehad dat ik alleen met [verdachte 2] was. We zaten dan allebei op een andere bank. We hadden gewone gesprekken. [verdachte 2] zei toen al ‘kom gewoon hier zitten’ en ‘wij kunnen ook wat doen’. Ik zei dat ik dat niet wilde.(..)
(V: Wat bedoelde hij dan?)
Ik weet niet of hij echt zei seks, maar volgens mij zei hij iets van ‘samen slapen’. Ik zei van niet. Hij vroeg waarom niet, maar wel met een vriendelijk gezicht. Hij vroeg dit een paar keer. Ik zei van niet en vroeg of het normaal was, omdat ik met [verdachte 4] was. Hij zei dat het goed was.(..) Op een gegeven moment kwam [verdachte 1] . (..) Die zei ook op een gegeven moment dat ik wel bij hem mocht zitten. [verdachte 4] is op een gegeven moment ook weer weg gegaan. Ik weet niet goed wat de volgorde was. We waren in ieder geval of met z’n drieën of ik was alleen met één van die jongens. Als [verdachte 4] er was, zochten de jongens geen toenadering. [verdachte 1] zei dat hij alleen wilde voelen. Het voelde toen niet bedreigend of zo, ik had meer zoiets van ‘gaan jullie echt zo met elkaar om’. Het was toen denk ik 00.00 uur of 00.15 uur. (..) Toen kwam op een gegeven moment ook die andere jongen met het rasta haar. (..) Daarna zat ik samen met [verdachte 4] op de bank. De jongen met het rasta haar zat op dezelfde
bank. Zij gingen een biertje drinken, ik dronk steeds water. Die met rasta haar, praatte het minst met mij, maar was het brutaalst in het gedrag. Hij wilde ook met mij dansen. Ik heb niet echt met hem gesproken.(..) Die jongen probeerde mij aan te raken en ik trok mij dan wel terug. [verdachte 4] moest daar om lachen. Toen [verdachte 4] even weg was, ging hij ook steeds dichter bij mij zitten. Ik zei dat hij dat niet moest doen en ging wel op de ander bank zitten, maar dan kwam hij nog naast mij en raakte hij mij aan. Het was vooral dat ik het irritant vond. Hij was ook het kleinste en minst breed. Ik denk dat hij ook de jongste was. Ik heb naar die andere jongens duidelijk gemaakt dat ik niets met hun wilde, daar heb ik geen aanleiding toe gegeven. Met [verdachte 4] was dat anders, die knuffelde ik wel en ik zat ook met mijn benen over hem heen.
(V: Hoe maakte je het die jongens duidelijk dat je niet wilde?)
Ik ging op de andere bank zitten. Zei nee en dat ik het niet wilde. Ook zei ik dat ik met [verdachte 4] was. Ik heb ook met mijn hand die jongens weggeduwd. Ik deed ook echt boos, het was duidelijk dat het niet lollig was. Ik heb op een gegeven moment ook gevraagd of [verdachte 4] dat gewoon goed zou vinden als ik wat met die andere jongens zou doen. Hij zei van wel. Hij zei dat [verdachte 1] mij een heel mooi meisje vond en graag seks met mij wilde hebben. Ik zei ‘bah, hou op’. Daarin maakte hij wel duidelijk dat hij mij wel wilde delen.(..) Op een gegeven moment zijn we gaan slapen.(..)
(V: Het gaan slapen, hoe ging dat?)
Ik weet niet meer wie het voorstelde. Hij zei tussendoor al eens dat de seks te kort was en dat de seks langer moest. We gingen daarom richting de slaapkamer, om te slapen, maar eigenlijk om seks te hebben. Ik denk dat het toen 00.45 of 01.00 uur was. Toen gingen we weer naar dezelfde slaapkamer. Ik deed gewoon mijn sieraden af, broek uit, en shirt uit. Had alleen nog een onderbroek, hemdje en BH aan. Hij een boxershort. We gingen in bed liggen, we hadden wel wat meer voorspel dan de eerste keer. Maar niet dat dit een half uur duurde.
Eerst wilde hij het licht aan. Ik zei dat hij het licht uit moest doen. Uiteindelijk deed hij dat. De deur ging toen ook een paar keer een stukje open. Boven de deur was van dat ‘geblurde’ glas. Ik zag daardoor dat er mensen stonden, ik zag dat boven de deur. [verdachte 4] deed de deur dan wel dicht, maar heel lacherig. Hij zei tegen mij dat de deur stuk was. Ik weet niet of [verdachte 4] ook nog iets tegen die jongens heeft gezegd. In ieder geval waren die gewoon aan het mee genieten. Ik had alleen af en toe door dat er iemand stond te kijken. Op een gegeven moment hadden we gewoon seks. Eerst zat ik bovenop hem, daarna stond hij achter mij. De seks was wel gewoon vaginaal. Toen hij daar achter mij stond, was hij al een beetje aan het lachen. Dat besefte ik mij eigenlijk pas later. Toen keek een beetje naar de zijkant en toen zag ik dus die jongens in de deuropening staan. Ik draaide me om en dacht ‘o nee’. [verdachte 4] liep toen weg. En toen kwamen opeens de jongens de slaapkamer in lopen, ze hadden hun broek
uit.(..)
(V: De jongens hadden hun broek uit, hadden ze verder wat aan?)
Volgens mij hadden ze allemaal hun T-shirt aan, broek uit, een harde piemel en een condoom om. Maar je beseft het ook niet eens gelijk dat het gebeurt. Want ze stonden daar en ik was helemaal naakt. Toen ik ze daar zag staan en net mee ging in de seks met [verdachte 4] , schaamde ik me vooral dat ze dat hadden gezien. Maar voordat ik het wist zaten ze aan mij en bovenop mij. [verdachte 4] liep weg en bleef een beetje in de deuropening staan.
(V: Dan lig je daar op bed en dan?)
Ik weet niet wie het eerste wat probeerde. Volgens mij gingen eerst die [verdachte 1] en [verdachte 2] mij vastpakken, bij mijn handen, mijn armen naar boven. Ze probeerden met de piemel bij mij naar binnen te gaan. Ik probeerde wel omhoog te komen en hun weg te duwen. Maar ik kwam gewoon niet echt van dat bed af. Ze deden dat een beetje om en om. Het was niet zo dat ze mij met elkaar tegelijk vast hadden. Ze waren wel met zijn allen in de kamer, maar gingen om en om. Ze zeiden wel ‘doe maar meisje’, ‘een minuut maar’. Dat zeiden ze allemaal en [verdachte 4] ook. [verdachte 4] ging op een gegeven moment ook weg. Ze hadden lol met zijn allen.
(V: Voor mijn beeld, hoe lig jij op het bed?)
Op mijn rug. Dat was het meeste. Ze probeerden mijn benen uit elkaar te doen en hielden mijn armen vast boven mijn hoofd aan mijn polsen.
(V: Hoe zaten die jongens dan?)
Meestal zaten ze tussen mijn benen. En de andere stonden er wat naast en te helpen, maar niet dat ze elkaar hielpen met mij vast houden. Meer dat ze elkaar afwisselden om het proberen.
(V: Wat probeerden ze?)
Vaginaal naar binnen gaan met hun piemel. En ook wel mijn borsten betasten en overal aan zitten.
(V: Deden ze dat allemaal?)
Ja, maar [verdachte 4] niet. Die was er in het begin wel bij, maar stond een beetje te lachen. In het begin was het vooral die met het zwarte shirt, [verdachte 2] . [verdachte 2] en [verdachte 1] probeerden mij echt over te halen. Ze probeerden me rustig te krijgen en dat het wel even kon, één keer. Ik zei dat ik het niet wilde en dat ik naar huis wilde. Dat deed vooral [verdachte 1] . Hij probeerde mij ook op de bedrand te laten zitten. Vanuit rust of zo, om de weerstand te doorbreken.
(V: En heb je dat gedaan, want je lag op je rug.)
Ja, ik heb ook veel op het bed gestaan en probeerde er af te lopen, maar dan werd ik weer terug geduwd. Ik ben wel een beetje half naast [verdachte 1] gaan zitten en wilde mijn kleding pakken, maar dat liet hij niet toe. O ja, [verdachte 4] kwam ook een keer tussen door volgens mij. In mijn beleving heeft hij één keer geprobeerd om het te laten stoppen, maar dat wilde niet.
[verdachte 1] ging op een gegeven moment weg. Toen kwam die met het rasta haar.
(V: Ging hij dan uit de kamer?)
Hij ging uit de kamer of kwam weer terug of bleef in de deuropening staan.(..)
(V: We gaan weer verder. We waren gebleven bij het moment dat [verdachte 1] een soort van
weg ging en die met het rasta haar kwam.)
Ja in de ruimte. Toen kreeg hij zeg maar de gelegenheid. Hij probeerde hetzelfde. Op het bed, liggen. Bij hem had ik tot drie keer toe dat ik op het bed stond en hij mij echt neer haalde, pootje haken. Ik viel toen op het bed. Dat ging gewoon heel lang door.
Die andere jongens zaten de hele tijd, doe maar één minuut met hem. Alleen met hem en
dan is het klaar zei [verdachte 1] . Hij zei ‘doe gewoon alleen met hem, ik wil geen eens seks meer, ik wilde alleen voelen’. Het was ook net alsof hij het wel even ging doen. Ik probeerde een uitweg te vinden. Ik zei dat ik rustig wilde praten tegen [verdachte 1] . Ik probeerde op een andere manier uit de situatie te komen. Maar [verdachte 1] en die andere gast leken er wel klaar mee, dat zij mij niet meer wilden. Zij leken daardoor meer veilig. Want ik kwam gewoon niet van dat bed af. Zij waren al wat bozig of geïrriteerd. Met de andere jongen was het dat ik dan weer stond, dan werd ik weer gevloerd en zat hij weer boven op mij. Alleen hij was toen nog met mij bezig. Op een gegeven moment denk je dan ook ‘toe maar’ of zo, want dan kon ik weg gaan. Ik lag met mijn hoofd tegen de muur, hij probeerde bij mij naar binnen te gaan. Ik was op zo’n moment dat ik dacht toe dan maar, maar aan de andere kant hield ik het tegen. Toen hebben ze ook nog tussen door water voor mij gehaald. Ik zei toe maar één minuutje. Naar hij duwde helemaal mij tegen de muur, hij zat al half in mij. Toen dacht ik ‘nee, dit wil ik niet’. Het voelde echt zo verschrikkelijk. Daarom wilde ik dan maar een andere positie. Toen kwamen we te staan naast het bed. Hij probeerde van de achterkant naar binnen te komen. Hij kwam uiteindelijk binnen, maar dat was maar echt heel kort. Ik praatte hem ook een beetje naar beneden in de hoop dat hij weg ging. Op dat moment was dus ook dat de condoom half af ging. Toen zei ik ‘wel met condoom’. Hij ging daar mee bezig. Toen zag ik dat de telefoon van [verdachte 4] er lag, en heb ik het noodnummer gebeld. Ik kon bellen omdat hij met die condoom bezig was. (..) Toen hij het zag, kwamen die anderen direct. Die met het rasta haar drukte het nummer weg, voordat ik contact had. Het was het moment dat die met rasta haren stopte en weg ging. Ik pakte mijn kleren en wilde zo snel mogelijk weg. [verdachte 1] duwde mij toen terug de kamer in en zei, doe rustig je kleren aan dan ga ik mee naar buiten. Ze lieten mij toen ook
even alleen in de kamer. Ik heb snel mijn broek aangetrokken. Ik heb toen snel 112 gebeld en het adres doorgegeven. (..).
(V: Jij deed je kleding dus aan, hoe was het met de anderen?)
Die met rasta haar ging het laatste weg uit de slaapkamer.(..)
(V: Waar probeerden ze bij jou naar binnen te komen?)
In mijn vagina alleen.(..)
(V: Waar hebben ze jou verder aangeraakt?
Borsten en billen. En ze raakten mij overal aan doordat ze aan me trokken. Ze gingen ook met hun vingers bij mijn vagina, maar probeerden vooral met hun piemel naar binnen te gaan.(..)
(V: Wat kun jij over de andere mannen vertellen, kun je ze een voor een voor ons
omschrijven?
(V: We willen beginnen met [verdachte 2] .)
Hij had een zwart shirt aan, effen. (..)
(V: Wat heeft hij precies bij jou gedaan?)
Op het bed geprobeerd seks met mij te hebben, vastgehouden bij mijn polsen. En daarvoor ook al op de bank toenadering te zoeken.
(V: Even terug naar de handelingen.)
Hij probeerde op het bed met zijn piemel naar binnen. Volgens mij hadden ze allemaal een condoom.
(V: Verder nog handelingen?)
Overal aanraken, mijn borsten en billen. Maar niet dat hij probeerde te zoenen of met zijn vingers in mijn vagina.(..)
(V: Dan gaan we nu naar [verdachte 1] .)
Die had een mouwloos, rood of roze hemdje aan.
(V: Wat heeft hij precies bij jou gedaan?)
Hetzelfde als [verdachte 2] . Op het bed proberen tussen mijn benen te komen en vast houden bij mijn polsen. En ook dat ik naast hem moest zitten en hij de drempel wilde verlagen en ging voelen en met zijn handen tussen mijn benen ging zitten. En ook dat hij die rasta de hele tijd ging helpen. Door te zeggen dat ik gewoon mee moest doen en mij terug te duwen op bed.(..)
(V: Dan hebben we nog ‘rasta’ over. Noemde jij hem zo of andere ook?)
Nee ik. (..)
(V: Wat heeft hij precies hij jou gedaan?)
Hij heeft mij echt de hele tijd vast gehouden. Bij hem voelde ik ook echt boosheid, dat hem gewoon niet kon schelen. Dat merkte ik uit hoe hij keek en me hardhandig vastpakte en in een worsteling op bed gooide. Toen is hij eerst op het bed wel half binnengekomen en uiteindelijk dus ook staand via de achterkant in mijn vagina half achtig naar binnen gekomen. (..)
(V: Hoe lang heeft dit in de slaapkamer geduurd?)
Met die andere jongens? Ik denk een half uur of drie kwartier.(..)
(V: In hoeverre heb je hem nog geprobeerd in te schakelen als hulp?)
Ik heb dat wel geroepen en ‘ [verdachte 4] ’ geroepen en gevraagd waar hij was. Maar ik zag natuurlijk ook wel dat hij daar gewoon stond en het toe liet. Ik heb denk ik één keer [verdachte 4] geroepen. Toen die rasta bezig was, heb ik geprobeerd om [verdachte 1] als hulp te gebruiken.
(V: In hoeverre konden deze jongens nu weten dat jij dit niet wilde?)
Dat wisten ze heel goed. Allereerst had ik aan de telefoon al gezegd niet met je vriendjes. Elke keer heb ik mijn positie gekozen dat ik op een andere bank zat. Alle drie de jongens hebben toenadering gezocht als die [verdachte 4] er niet was en ik heb duidelijk aangegeven dat ik dat niet wilde.
(V: Maar wat maakt, als advocaat van de duivel, dat je dan niet weg gaat?)
Ja maar op die banken viel het nog wel mee, het was vooral de hele tijd vragen. Alleen die rasta probeerde het, maar die zat ook niet aan mijn borsten of zo.(..)
Ik heb echt heel duidelijk mijn grens aangegeven en dan is er echt sprake van een poging tot verkrachting en bij de andere jongen een halfslachtige verkrachting. Maar tegelijk klinkt het heel raar om dit te zeggen. Ik heb me op dat moment echt onveilig en paniekerig gevoeld. Maar ik was vooral bezig met hoe ik daar weg moest komen.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 1] d.d. 26 augustus 2017 [2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte 1] :
(..)(V: Vertel maar eerst wat je nog wilde vertellen.)
Dat meisje heeft gezegd dat [verdachte 1] heeft geprobeerd haar te verkrachten. Zij heeft gezegd dat er drie mannen met een condoom zijn gekomen toen ik in bed lag. Op dat moment had ik geen condoom op mijn penis. Ik was met mijn kleren aan. Dat meisje is toen opgestaan. Zij is op het bed opgestaan. We hebben haar laten zitten op het bed. Toen hebben we een beetje getrokken en haar op de rand van het bed laten zitten. Ik heb ze gezegd dat ze haar los moesten laten. Toen ben ik naast haar gaan zitten. Toen heb ik haar gevraagd: Mag ik met jou vrijen, seks maken. Zij heeft gezegd: ?Nee?. Meteen toen ze dat zei, ben ik opgestaan en heb ik de kamer verlaten. Toen ik de kamer verliet, hebben ze meteen het meisje gepakt, [verdachte 2] en [verdachte 3] . Zij beiden. Toen zij haar pakten, zei [slachtoffer] tegen mij dat ze seks met mij wilde. Ik zei toen tegen [slachtoffer] dat ik dat niet wilde. Ik ging toen naar de andere slaapkamer. Toen ik naar mijn kamer ging, is [verdachte 2] gekomen. [verdachte 2] kwam bij mij in de slaapkamer en hij vertelde me dat zij hem seks had geweigerd. [verdachte 3] riep dat het meisje water wilde. Hij zei dat tegen [verdachte 2] . Ik weet niet of hij het water aan haar gaf, maar hij stond op om water te halen. [verdachte 2] kwam later terug bij mij. Ik kon niet meer geestelijk stil zijn. Ik moest daar naar toe.
(V: Wat bedoel je?)
Ik voelde me niet goed. Ik moest daar naar toe gaan.
(V: Wat bedoel je daarmee?)
Omdat [verdachte 3] dwong haar. Omdat [verdachte 3] met haar seks deed.
(V: Dus als ik het goed begrijp zeg je dat [verdachte 3] [slachtoffer] dwong om seks met haar te hebben.)
Dwong heb ik niet gezegd.
[verdachte 3] deed seks met haar en daar voelde ik me niet goed bij.
(V: Was dat vrijwillig dan?)
Toen ze nee tegen mij zei, was ze niet vrijwillig toen [verdachte 3] daar bleef.(..)
(V: Wilde zij seks met hem?)
Toen ik de kamer verliet, heeft [verdachte 3] en [verdachte 2] haar samen gepakt. Ze pakten haar bij haar armen. [verdachte 3] heeft haar om haar bovenlichaam vastgepakt. Hij stond achter haar.
(V: Wat deed [verdachte 2] toen?)
Ik heb ze daar in de kamer achter gelaten.
(V: Hoe was de toestand van [slachtoffer] ?)
Zij stond rechtop.
(V: Maar vond ze het leuk dat ze gepakt werd?)
Ik zou het niet weten, omdat ik haar lichaam niet aangeraakt hebt.
(V: Wat denk je zelf?)
Dat ze gedwongen gepakt werd.
(V: Dus tegen haar wil.)
Ja.(..)
(V: Je zei net dat [verdachte 3] dwong en dat hij seks met haar had.)
Ja, het was niet vrijwillig dat hij haar van achteren pakte.
(V: Hoe reageerde [slachtoffer] daarop?)
Zij zei: ?Laat me los?. Toen ze laat me los zei, gebruikte ze meerdere talen. Ik weet niet wat zij bedoelde.
(V: Maar hoe kwam het op jou over?)
Toen ze het woord; Laat me los, zei, kon ik het wel begrijpen.(..)
(V: In je eerste verklaring praat je over [verdachte 4] en [verdachte 3] . Nu praat je over [verdachte 3] en [verdachte 2] .)
[verdachte 4] was daar met haar. Hij had al seks met haar gehad.
(V: Waar blijft [verdachte 4] dan?)
Bij de deur, de deur was open en hij was daar.
(V: Als ik het goed begrijp zijn jullie met zijn vieren en [slachtoffer] in dezelfde slaapkamer.)
Ja.
(V: Heeft [slachtoffer] seks gehad met [verdachte 4] op het moment dat jullie met zijn drieën daar
binnen komen.)
Ja, dat klopt.
(V: Op welk moment besluiten jullie om de kamer van [verdachte 4] en [slachtoffer] naar binnen te gaan?)
Ik zou het niet kunnen zeggen wat het exacte moment was. [verdachte 4] heeft ons geroepen om binnen te komen.
(V: Wat zei [verdachte 4] dan?)
?Kom?.
(V: Wat bedoelde hij daar mee?)
Kom, seks doen met haar.
(V: Hoe weet je dat [verdachte 4] dat bedoelde?)
Hij was bezig met haar met seks. Hij heeft ook geroepen, kom seks doen met haar.(..)
(V: Dat jullie allemaal seks zouden hebben met haar.)
[verdachte 4] had eerder gezegd dat hij [slachtoffer] zou vragen dat wij met ons allen seks zouden doen. Hij zou haar vragen. Hij zou haar vragen en wanneer hij ons zou roepen, dan zouden we komen.(..)
(V: Wanneer had [verdachte 4] dit gezegd tegen jullie?)
Toen hij haar in de woonkamer achtergelaten en naar de slaapkamer gekomen. Hij heeft het toen aan ons verteld.
(V: Wie waren daar nog meer dan?)
[verdachte 2] , [verdachte 3] en ik. [verdachte 4] kwam binnen en vertelde tegen ons dat hij [slachtoffer] zou vragen of zij ook seks wilde hebben met ons allemaal. Op dat moment had [verdachte 4] haar achtergelaten in de woonkamer. [verdachte 4] vertelde tegen ons dat als hij ons zou roepen dat wij dan moesten komen.(..)
(V: Waarom voelde jij je slecht?)
Van binnen uit is het gekomen. Ik was nooit van plan om dat te doen.
(V: Waar voelde je je dan slecht over?)
Dat ik zo gedaan heb.
(V: Wat bedoel je dan?)
Dat er gedachten naar mijn hoofd komen dat ik zo denk. Ik heb nooit gedacht dat ik zoiets bij een meisje zou doen.
(V: Wat heb jij precies gedaan dan?)
Niets anders dan dat ik haar gevraagd heb om seks met haar te doen. Ik kan alleen vragen.
(V: Je vertelde dat [verdachte 2] en [verdachte 3] haar vast pakten. [slachtoffer] zegt ook dat ze vastgepakt werd en op het bed werd gegooid.)
Zij stond op en wij hebben haar getrokken en toen hebben we haar laten zitten.
(V: Hoe laat je iemand zitten.)
We hebben haar gepakt en op het bed laten zitten. Ik heb haar hij haar handen gepakt. De anderen hebben haar bij haar benen gepakt en haar zo laten zitten.(..)
(V: Zij zegt ook dat ze met jullie gevochten heeft.)
Nee, we hebben haar niet gevochten. Nu ja, we hebben haar wel getrokken en neergezet.
(V: Vechten is ook duwen en trekken tegen haar wil.)
A: Ja, dat hebben we wel gedaan. Niet vrijwillig hebben we haar opgetild en haar toen neergezet.(..)
(V: Dus als ik het goed begrijp, stond zij op het bed. Jullie hebben haar toen bij haar handen en haar benen gepakt en hebben haar van het bed afgetrokken en haar op het bed laten zitten.)
Ja, dat klopt.(..)
Ik vertel de waarheid. Toen we binnen kwamen, is zij direct op gestaan. Toen hebben we haar tegengehouden. Ze kon niet helemaal rechtop staan.
(V: Hoe heb je haar tegen gehouden dan?)
Toen we dichter bij haar kwamen, heeft zij nog wat bewogen om te ontkomen. Zij wilde niet dat we haar vastpakten. Uiteindelijk is het haar gelukt om op te staan. Toen hebben we haar getrokken en op de rand van het bed laten zitten. Dit is de waarheid. Dit is wat er gebeurd is.
(V: [verdachte 1] zeg eens eerlijk. Hebben jullie haar betast bij haar borsten.)
De lamp was uit. Misschien dat iemand haar daar per ongeluk heeft aangeraakt. Ik heb haar niet bij haar borsten aangeraakt.(..)
(V: Wie heeft haar wel betast?)
De lamp was uit. We waren met ons drieën.(..)
(V: Jij gaat als eerste naar binnen. [verdachte 3] zegt ons dat je als eerste naar binnen ging.)
Nee, we gingen samen naar binnen.(..)
(V: Hoe kan het dat [slachtoffer] zegt dat jullie met een naakt onderlichaam, met een stijve penis binnenkwamen.)
Ik en [verdachte 2] hebben onze broek niet uitgetrokken.(..) Misschien kwam het door het losse van mijn broek, de broek die ik had was lichter in gewicht. Misschien heeft ze gezien dat ik een erectie had. (..)
Ik vertel nu de waarheid. Die dag was een soort van feest in die woning. De invloed van vrienden. Die dag ben ik niet met mijn eigen gedachten geweest. Ik was met de invloed van
anderen daar. Als zij niet naar die woning was gekomen, zou ik nooit zoiets bedacht hebben. (..) (V: Ja dat klopt, jij en [verdachte 2] hebben toen tegen haar gezegd dat ze wel seks moest
hebben met [verdachte 3] . Zij is daar toen mee akkoord gegaan.)
Nee, ik heb meteen de kamer verlaten. Ik heb haar achter gelaten bij [verdachte 2] en [verdachte 3] .(..)
Zij vroeg om water toen [verdachte 3] bij haar was. Toen heeft [verdachte 2] haar water gebracht.
(..) (V: Heeft [verdachte 3] dan seks met haar gehad.)
Hij was bij haar in de kamer, maar ik heb ze daar achter gelaten.
(V: Weet jij of [verdachte 3] seks heeft gehad met [slachtoffer] ?)
Hij heeft gezegd dat hij dat heeft gedaan. Ik heb het niet gezien dat hij haar geneukt heeft. Hij heeft mij wel gezegd dat hij haar geneukt heeft.
(V: Is dat veilig gebeurd?)
Nou iedereen had een condoom. In de woning was een condoom.(..)
[verdachte 3] was klaar met haar, hij had seks gehad met haar. [verdachte 3] kwam met een naakt onderlichaam naar onze kamer. Hij had de condoom bij zich.
(V: Zat die condoom nog om zijn penis.)
Hij was al klaar. Hij had het condoom in zijn vingers.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 1] d.d. 30 augustus 2017 [3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte 1] :
(..) Wat zij gezegd heeft, toen wij binnen kwamen, dat zij probeerde op te staan. Toen hebben we haar inderdaad bij haar handen gepakt. [verdachte 2] heeft haar bij haar benen gepakt. Zij kon dus niet op staan. Omdat ze niet kon opstaan, heb ik gezegd: Laat haar maar los. Ik liet haar zitten op de bedrand, Daar zat ze dan. Ik heb haar toen gevraagd, laat je me toestaan met jou seks te doen. Haar antwoord was: “Nee”.(..)
(V: Wat is waar van de rest van het verhaal?)
Dat we met ons drieën naar haar zijn gekomen.(..)
(V: Wie bleven er toen in de slaapkamer waar zij was?)
Ik heb [verdachte 3] en [verdachte 2] daar achter gelaten.
(V: Zij bevond zich als vrouw alleen in een slaapkamer terwijl meerdere jongens haar aanraken, vastpakken en seks met haar willen terwijl zij dat niet te wil. Hoe heeft het zover kunnen komen [verdachte 1] ?)
Daar ben ik ook verbaasd over. Dat ik tot dus ver ben gekomen. Daar ben ik ook verbaasd over.
(V: Even voor de duidelijkheid, wie hebben gevraagd aan [slachtoffer] om seks met haar te
hebben?)
Ik heb zelf vrijwillig haar gevraagd om seks met haar te doen. [verdachte 2] , nadat ik haar gevraagd heb, later is hij naar de slaapkamer waar ik was gekomen. Hij vertelde dat zij hem ook geweigerd had om seks mee te hebben. Dat heeft hij me gezegd. De andere weet ik niet. Ik heb haar zelf gevraagd. Zij wilde niet. Ik hoorde toen van [verdachte 2] dat hij ook geweigerd was.(..) Zij heeft het ook gezegd, toen ik haar vroeg zei ze dat ze alleen met [verdachte 4] seks wilde. Niet met de anderen.
(V: Wie hebben of wie heeft er seks met [slachtoffer] gehad die bewuste avond/ nacht.)
[verdachte 3] en [verdachte 4] .(..)
(V: Wie hebben haar gepakt?)
[verdachte 2] , ik en [verdachte 3] .
(V: Wat was haar reactie toen?)
Los, laat me los.
(V: Wat betekent dat: Laat me los.)
Kom niet aan mijn lichaam.
(V: Als ik het goed begrijp komt ze op enig moment naast jou op de bedrand te zitten. Dan vraag jij seks met haar. Dan zegt ze ‘nee’ dan stop je ook.)
Ja, dat klopt. Ik stopte.
(V: Hoe ging dat met [verdachte 2] .)
Toen ze ‘nee’ zei, ben ik meteen opgestaan. Toen ik opstond, zijn ze meteen aan haar gaan zitten.
(V: Wie?)
[verdachte 3] en [verdachte 2] . Toen ik opstond, hebben ze haar gepakt. Toen heeft [verdachte 3] haar vastgepakt, toen hij achter haar stond. Hij deed zijn armen om haar heen.
(V: Wat doe jij dan?)
Op dat moment zei zij: Ik wil met jou, toen heb ik ‘nee’ gezegd en heb ik de kamer verlaten.
(V: Dus als ik het goed begrijp; [verdachte 4] zou jullie roepen als zij seks zouden hebben. Jij denkt, want [verdachte 4] roept jou, ik kan seks met [slachtoffer] hebben.)
Ja.
(V: Kennelijk denken [verdachte 2] en [verdachte 3] hetzelfde.)
Ja.
(V: Jullie komen binnen met zijn drieën.)
Ja.(..)
(V: En [verdachte 3] ?)
Ik denk dat bovenkleding aan. Ik denk dat hij naakt was.
(V: Je denkt het of je weet het?)
Onderlichaam had hij geen kleding aan.
Toen ik opstond en hij pakte haar rond de bovenarmen, had hij geen onderkleding aan.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 2] d.d. 24 augustus 2017 [4] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte 2] :
(..) (V: Door de vrouw is verklaard dat zij een tijdje met jou in de woonkamer heeft
gezeten en dat jullie gewoon gepraat hebben samen. Jij zou haar gevraagd hebben of ze
bij jou op de bank kwam zitten. Ook zou je gezegd hebben ?Samen slapen?. Wat weet je
daarover?)
[verdachte 4] was even uit de kamer en toen heb ik met [slachtoffer] gesproken. Ik heb haar gevraagd om naast mij op de bank te komen zitten. Ik heb haar gevraagd dichterbij te komen zitten zodat zij beter bij haar biertje kon dat op een tafeltje tussen ons in stond. Ik heb geen bier gedronken. Ik heb niet gezegd” samen slapen’. Dat zal door de taal verkeerd begrepen zijn.(..)
(V: Door [slachtoffer] is verklaard dat daarna er 3 mannen bij kwamen in de slaapkamer die
ook seks met haar wilden hebben. Dat was [verdachte 1] , [verdachte 3] en jij. Ze noemt jou bij naam dat ze ziet dat jij daar ook bij was. Wat heb jij gedaan in die slaapkamer?)
Ik hoorde haar roepen “Water.” Ik was toen in de andere kamer. Ik deed de deur open en de jongens die bij haar in de kamer waren zeiden tegen mij: Haal maar water. Ik heb toen water gehaald en aan haar gegeven.(..) Volgens mij hadden de anderen al wel wat pogingen gehad met haar.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 2] d.d. 30 augustus 2017 [5] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte 2] :
(..) (V: Jullie hebben dan die avond net contact met [slachtoffer] gehad en haar verteld dat ze naar [adres] moet komen, aan wie hebben jullie dit verder verteld?)
Behalve [verdachte 3] en [verdachte 1] .
(V: Op welk moment wordt dit dan aan [verdachte 3] en [verdachte 1] verteld dat [slachtoffer] zou komen?)
Tijdens het eten had [verdachte 4] dat gezegd.(..)
Ik probeer uit te leggen dat zij het zo heeft begrepen door mijn gebrekkige Nederlands ik heb gevraagd aan haar “ga jij hier de nacht doorbrengen”.
(V: Wat zei ze daarop dan?)
Ze zei nee.
(V: Wie waren daarbij als [verdachte 4] zegt dat hij seks met [slachtoffer] heeft gehad?)
[verdachte 1] was erbij en ik denk [verdachte 3] ook en ik zelf.(..)
(V: Wanneer ga je naar die kamer?)
(..) Toen ik hoorde dat de muren geluid gaven ben ik gegaan en toen hoorde ik haar zeggen “water, water”.(..)
Ik weet alleen van een kopje water brengen.(..)
(V: [verdachte 3] verklaart: Jullie zouden naar binnen zijn gegaan en hebben gevraagd of ze seks wilde en toen werd ze heel boos, hoe zit dat?)
Dat weet ik niet ik zag haar niet boos worden.
(V: Heb jij haar horen schelden?)
Ja
(V: Wat zei ze dan?)
What the Fuck, fuck you.(..)
(V: Waar was jij toen je dit hoorde?)
Toen ik water wilde geven.(..)
(V: In de slaapkamer zou jij haar bij haar polsen hebben gepakt?)
Ik kan wel herinneren dat ik haar met de pols heb vastgehouden om haar te laten zitten, ze stond op het bed en ik bracht haar naar een zit houding.
(V: Vertel eens?)
Ze stond op bed, ik heb haar met de pols naar beneden getrokken zodat ze ging zitten.(..)
(V: Anderen zeggen allemaal dat [slachtoffer] naakt was)
Toen ik haar zeg had ze al haar kleding verzameld en hield ze deze vast.(..)
(V: Jij vertelde over dat [slachtoffer] haar kleren voor zich hield. Haar hoe kon jij dat zien dan dat [slachtoffer] haar kleren voor zich hield?)
Dit is aan het einde, dit is nadat ze het licht hadden aan gedaan.
(V: Dus jij bent 2 keer naar die slaapkamer gegaan?)
Ja, de 2e keer weet ik nu in mijn gedachten.
(V: Wat zag je toen dan?)
Ik zag haar staan op het bed met de kleding voor haar en trok haar naar beneden aan haar pols.
(V: Wie waren daarbij dan, het licht is aan)
Ik was alleen, misschien was [verdachte 1] in de buurt.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 3] d.d. 25 augustus 2017 [6] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte 3] :
(..) (V: Hoe wil je dat we je aanspreken?)[verdachte 3] (..)
[verdachte 4] en een vrouw kennen elkaar. Zij hebben elkaar in het centrum van Zwolle leren kennen. [verdachte 4] en die mevrouw hebben van telefoonnummer gewisseld. [verdachte 4] is met die
mevrouw naar Amsterdam geweest. Zij heeft [verdachte 4] meegenomen. Later hebben we dit verhaal van hem gehoord. Na enkele dagen heeft zij een tekst gestuurd naar [verdachte 4] . Ze hebben elkaar gegroet in de tekst. De vrouw heeft aan [verdachte 4] het adres gevraagd. Zij kwam daar en wij waren in de woning aan de [adres] in Zwolle. [verdachte 4] vroeg of wij weg gingen uit de woning. Laat in de avond werd kwamen wij terug. [verdachte 4] vertelde dat hij met die vrouw had geneukt en dat zij bij hem zou overnachten. De andere twee hebben de vrouw gevraagd of zij met haar mochten neuken. Dat weigerde de vrouw. [verdachte 4] heeft haar wel een tweede keer geneukt. Zij wilden nog met haar neuken, maar de vrouw weigerde. De twee mannen zeiden tegen mij dat ik aan haar moest vragen of de vrouw seks met mij wilde hebben. Ik heb de vrouw gevraagd of zij seks met me wilde. De vrouw weigerde dat: Ze zei dat ze alleen seks met [verdachte 4] wilde hebben. Toen [verdachte 4] en de vrouw seks hadden, zijn wij naar binnen gegaan en hebben de jongens gevraagd of de vrouw ook seks met hen wilde hebben. Om de beurt. Eerst de ene jongen, toen de volgende jongen, en toen ben ik als derde naar binnen gegaan. Toen de jongens binnen kwamen zei de vrouw:” What the fuck”, en werd ze heel boos.
(V: Wat droegen [verdachte 4] en de vrouw voor kleding?)
Ze waren naakt.(..)
(V: Hoe heet degene die als eerste naar binnen ging?)
[verdachte 1] , ik weet niet hoe hij verder heet. Volgens mij zit hij hier op het politiebureau.
(V: Hoe weet je dat?)
Twee hebben er aan de [adres] overnacht. Deze woning is van [verdachte 1] .(..)
(V: Wie is er nog meer aangehouden?)
[verdachte 1] en [verdachte 2] .
(V: Hoe heet degene die als tweede naar binnen ging?)
[verdachte 2] .
(V: En jij kwam als derde?)
Ja.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 3] d.d. 26 augustus 2017 [7] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte 3] :
(..) (V: Die vrouw, [slachtoffer] , zegt dat die met rasta-haar’ met haar wilde dansen. Daar
bedoelde ze jou mee.)
Ja, ik heb haar gevraagd, maar ze weigerde. Ze wilde niet.(..)
(Voordat [verdachte 4] met [slachtoffer] aan de [adres] kwam, heeft [verdachte 4] het toen met jou over [slachtoffer] gehad?)
Waarover?
(V: Over haar dat zij zou komen?)
A: Ja, hij heeft tegen hun verteld tijdens het eten dat zij zou komen. Ik at daar niet, want ik had al gegeten.(..)
(V: Wilde [verdachte 4] seks met [slachtoffer] ?)
Eerder had hij verteld dat hij seks met haar heeft gehad. Toen heeft zij ook tegen hem gezegd dat ze naar bed met hem wilde.
(V: Die avond heeft zij aan [verdachte 4] gevraagd om seks met elkaar te hebben.)
Ja, wij gaan naar bed, zei ze tegen hem.(..)
(V: Dus het was in de nacht. Was het de eerste keer dat ze seks hadden of de tweede keer of anders?)
Het was de tweede keer.
(V: Je vertelde ook dat er is gevraagd aan de vrouw of ze seks met jullie wilde?)
Ja.
(V: Wie hebben gevraagd of ze seks wilde?)
Als eerste [verdachte 1] .
(V: En als tweede?)
[verdachte 2] .
(V: En als derde?)
Ik.
(V: Wat zeiden jullie dan precies? Wat vroeg je dan aan haar?)
Ik? Toen zij haar vroegen, heb ik het ook gevraagd. Ik herinner me de taal niet zo goed. ‘Ik met jou seks?’ Zij zei ‘nee’. Ik heb haar nog ‘alsjeblieft’ gevraagd. Toen zei zij: ‘nee’. Zij heeft later de politie gebeld.
(V: In welke taal werd dit gevraagd?)
In het Nederlands.
(V: Waarom vroegen jullie dat aan haar?)
Om met haar seks te doen.(..)
(V: Waarom vroeg je haar?)
Omdat we met haar wilden seksen. We wilden neuken.
(V: Hoe reageerde de vrouw op de vraag of zij seks met jou wilde?)
Op mij werd ze boos. Ze reageerde boos.
(V: Waarom werd ze boos op jou?)
Ik denk omdat de vraag herhaaldelijk aan haar werd gesteld. En omdat ik de derde was die die vraag stelde.
(V: Waar was jij op het moment dat je die vraag aan de vrouw stelde?)
In de kamer waar zij sliepen. Dat was in slaapkamer twee.(..)
(V: Waar blijft [verdachte 1] als jij weg gaat?)
Ik denk dat hij haar weg gezwaaid heeft. Toen zij haar kleding aan had, heeft hij haar denk ik weg gezwaaid.
(V: Je vertelde dat de vrouw de politie belde. Hoe weet je dat?)
Ik was daar, toen zij belde.(..)
(V: Je vertelde dat [verdachte 4] twee keer seks heeft gehad. Hoe weet je dat?)
[verdachte 4] heeft dat zelf gezegd. Hij vertelde dat hij eerder seks met haar had, dat was die avond.
(V: In hoeverre heb je dat gezien of gehoord.(..))
De eerste keer seks heeft hij verteld. De tweede keer waren we daar en toen hoorden we dat.(..)
(V: Jij vertelde gisteren en ook vandaag dat je binnenkwam toen [verdachte 4] en de vrouw aan het neuken waren.)
Ik zag dat zij naakt waren en rechtop stonden.
(V: Je hebt gisteren verklaard; toen [verdachte 4] en de vrouw aan het neuken waren, kwamen jullie binnen. Je vertelde dat eerst de ene jongen en toen de volgende jongen naar binnen ging en
dat jij als laatste naar binnen bent gegaan.)
Ja.
(V: Dus ze hadden seks toen jullie binnen kwamen.)
Nee, ze stonden.
(V: Ze hadden staand seks.)
Nee, ze waren gestopt met seks.
(V: Wat zag je dan?)
Toen we eerst de deur openden, toen [verdachte 1] naar binnen ging. Toen ging [verdachte 4] naar buiten de kamer. Toen zijn we om de beurt naar binnen gegaan.
(V: Wat zag jij precies toen je de kamer binnen kwam?)
Dat zij naakt was. Het lampje was uit toen [verdachte 4] de kamer verliet.
(V: Wie had de lamp uitgedaan?)
De deur was open. [verdachte 1] zei, wacht even en hij is toen als eerste naar binnen gegaan. [verdachte 4] heeft toen de kamer verlaten. Ik weet niet wie het lampje uit gedaan heeft. Ze wilde geen seks met [verdachte 1] . Toen ging [verdachte 2] naar binnen en als laatste ging ik naar binnen.(..)
(V: Wat vond die vrouw er van dat jullie binnen kwamen?)
Boos.
(V: Hoe kon je dat zien dan?)
Zij was furieus.
(V: Ze was dus echt boos?)
Ja.
(V: Hoe merkte je dat dan?)
Dat waren haar woorden. Ze heeft ook scheldwoorden gezegd.
(V: Welke scheidwoorden heeft ze gezegd?)
Fuck you’.(..)
(V: Maar jullie besluiten om achter elkaar de slaapkamer naar binnen te gaan en te vragen aan de vrouw of ze seks met jullie wil.)
Dat wel ja.
(V: Wat hadden jullie daarover afgesproken?)
Dat we om de beurt aan haar vragen.
(V: Waar hadden jullie dat besproken?)
In de kamer er naast.
(V: Wie kwam met dat idee?)
Welke gedachte?
(V: Wie kwam op het idee, om hen te onderbreken met hun seks en te vragen of ze ook seks met jullie wilden hebben?)
We hadden met ons allen gezegd, maar [verdachte 1] had gezegd, ik ga als eerst. Daarna gingen wij om de beurt naar binnen.
(V: Hoe zag je dat voor je? Dat ze seks heeft met [verdachte 4] en dat jullie daarna om de beurt seks hebben met haar?)
Ja, niks. Wat moet ik voelen dan?
(V: Ik weet niet wat je moet voelen, maar hoe zagen jullie dat voor je?)
Ze is zelf naar de woning gekomen. Als ze zelf daar naar toe komt, is toch bekend dat dit gaat gebeuren.
(V: Hoe zo is dat bekend dan?)
Zij komt daarnaar toe om geneukt te worden.(..)
(V: Wie had een condoom dan?)
[verdachte 1] had een condoom
(V: Naar die had er een.)
Toen zij weigerde, hebben we geprobeerd.(..)
(V: Hoe kan het dan dat ze dat zegt.)
Omdat we binnen zijn gekomen, is zij boos geworden.
(V: [slachtoffer] vertelde dat ze heeft gevraagd om water, wat weet jij daar van?)
Wat?
(V: Om een glas water?)
Ja, dat heeft zij gevraagd. Toen zij in gesprek was met mij heeft [verdachte 2] haar een glas water gebracht en dat heeft zij toen gedronken.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 3] d.d. 30 augustus 2017 [8] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte 3] :
(..) Iets later, Zijn wij naar de deur gegaan.
(V: Welke deur?)
De deur van [verdachte 4] en [slachtoffer] .
(V: Wie zijn we?)
Ik, [verdachte 2] en [verdachte 1] .
Het is de deur van de slaapkamer. [verdachte 1] heeft toen de deur geopend. Toen [verdachte 1] de deur opende, zag ik dat [verdachte 4] en [slachtoffer] stonden. Ik denk dat ze ons daarvoor gehoord hadden en dat ze daarom stonden.
V: Hoe kan het dat jij dat zag dan? [verdachte 1] opende de deur.)
Wij zijn met ons drieën naar die deur gekomen. Toen die deur open ging, zagen we dat ze daar beiden stonden.(..)
Het is heel snel gebeurd, toen [verdachte 1] binnen ging, is [verdachte 4] naar buiten gegaan. [verdachte 1] heeft de deur dicht gedaan. [verdachte 1] was eerst alleen met het meisje binnen in de kamer.(..)
Hij heeft gevraagd, of ze seks wilde met hem en zij heeft dat geweigerd.(..)
Toen [verdachte 1] de andere kamer verliet, is [verdachte 2] daar naar binnen gegaan.
(V: Wat gebeurt er dan?)
[verdachte 2] heeft haar ook gevraagd, maar zij weigerde. [verdachte 2] vertelde dat hij naar binnen was gegaan en dat [slachtoffer] geweigerd had om seks met hem te hebben. Ik ben toen ook naar binnen gegaan.
(V: Toen ben jij naar binnen gegaan. Wanneer ben je naar binnen gegaan?)
[verdachte 2] was nog bij [slachtoffer] . Toen ben ik daar ook naar toe gegaan. Ik hoorde toen dat [slachtoffer] [verdachte 2] ook geweigerd had om seks te hebben.
(V: Je hoort dat [verdachte 2] ook geweigerd wordt door [slachtoffer] . En dan?)
Ik heb met haar gesproken.
(V: Wat heb je besproken?)
A: Ik zei: “Ik seks met jou”. Ik vroeg dat aan [slachtoffer] .
(V: Wat zei [slachtoffer] toen?)
Ze heeft ‘nee’ gezegd.
(V: Je begreep wel wat ze bedoelde?)
Ja, ze had ‘ nee’ gezegd.
(V: En toen?)
Dan vroeg ze om water. Ik heb aan [verdachte 2] gevraagd om water voor haar te halen. [verdachte 2] heeft water gebracht. [verdachte 1] is er toen ook bij gekomen. Zij spraken toen met haar. Ze hadden uiteindelijk gezegd dat zij seks met mij moest doen. Ze zeiden dat ze geen seks meer met [slachtoffer] wilden.
(V: Wat was toen haar reactie?)
“Oké”, heeft ze toen gezegd tegen [verdachte 2] en [verdachte 1] .(..)
(V: Hoe kan het dat een meisje weigert seks te hebben met jongens en plotseling toch seks heeft, terwijl ze dat niet wil?)
Ze hebben veel met haar gesproken, ik snapte niet waarover. Het ging in een taal die ik niet begrijp.
(V: Zoals je het nu uitlegt, lijkt het vrijwillige seks te zijn geweest. Hoe kan het...)
Ja, voor mij hebben we vrijwillige seks gedaan. Met mij dan.
(V: Waarom doet het meisje dan aangifte van verkrachting dan wel aanranding. Dan is er dwang bij.)
Zij heeft als laatste seks met mij gedaan. Toen heeft zij de politie gebeld en toen is de politie gekomen.
(V: Hoe kan het dan dat [verdachte 1] zegt dat jullie met zijn drieën tegelijk de slaapkamer binnen gingen?
De slaapkamer waar zij in zat?
(V: De slaapkamer waar zij binnen zat.)
[verdachte 1] is eerst naar binnen gegaan. Hij ging in gesprek met haar. Later gingen we met zijn drieën met haar geweest.
(V: Hoe kan het dat [slachtoffer] verklaard dat [verdachte 2] , [verdachte 1] en jij tegelijk met z’n drieën de slaapkamer binnen kwamen?)
Aan het eind waren we met zijn allen.(..)
Nee, in het begin waren we met ons drieën bij de deur. [verdachte 1] is toen naar binnen
gegaan. Daarna gingen we allemaal naar binnen.(..)
[verdachte 2] en [verdachte 1] hebben eerst met haar gesproken en toen zij akkoord ging, heb ik met haar seks gedaan.(..)
(V: Hoe ben jij bij haar binnen gedrongen?)
Wat bedoelt u?
(V: Vaginaal of anaal?)
Vagina.(..)
(V: Toen je seks met haar had, heeft zij geroepen “Nee” of heeft ze laten merken dat ze niet wilde?)
Bedoelt u wanneer ze aan haar gevraagd hebben.
(V: Nee, toen jij uiteindelijk seks met haar had. Heeft ze toen “nee” gezegd of heeft ze laten merken dat ze niet wilde.)
Eentje heeft ze maar gezegd. Ze heeft het maar een keer gezegd. Ze heeft gezegd dat ze het maar een keer wilde doen. Een minuutje wil ze met jou doen, dat hebben de jongens gezegd.(..)
(V: Dus eigenlijk had je wel iets beter moeten weten dat ze niet wilde, want [verdachte 2] en [verdachte 1] mochten ook geen seks.)
Ja, ze heeft geweigerd, maar ze hebben haar gezegd, ‘doe maar een keer met hem’ Zij is toen akkoord gegaan.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 4] d.d. 30 augustus 2017 [9] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte 4] :
(..) Er is een meisje dit meisje wil met mij hebben. Het is begonnen van haar kant. Er is niets gebeurd wat gedwongen was het was vrijwillig gebeurd. Toen wij samen zaten vroeg ze mij kom laten we seks doen. De eerste keer is het gebeurd de 2e keer had ze het ook weer gevraagd. En de 2e keer voordat ik klaar was kwamen er mensen. [verdachte 1] , en 2 anderen. Ze hebben direct bij ons gekomen. Omdat de deur niet op slot was.
(V: Jij komt in de woning met [verdachte 2] en haar en hoe gaat het dan verder?)
Ik heb u verteld dat we naar [verdachte 1] huis zijn gegaan. [verdachte 2] en ik. Ze ging mij kussen en ik ging haar kussen en ze vroeg mij seks te hebben. De eerste keer had ik seks met haar en de 3 hebben niks gezegd.(..)
(V: Wie waren er toen jij de eerste keer seks had met [slachtoffer] verder nog in de woning?)
[verdachte 3] [verdachte 2] en [verdachte 1]
(V: Hoe weet jij dat?)
Ik kon hen zien(..)
(V: Hoe ging dat overleg tussen jou en [verdachte 1] ?)
Toen ik gasten kreeg bij mijn huis had ik de afspraak met het meisje. De afspraak was eerst dat ze naar mijn huis kwam maar ik had gasten en het kon niet in mijn huis. Toen heb ik [verdachte 1] ontmoet en gevraagd of ik met haar in zijn huis mocht en dat mocht.(..)
(V: Jij hebt seks met [slachtoffer] gehad en wat doe jij dan, na de seks?)
Daarna zijn de drie anderen gekomen want de deur was niet op slot.(..)
(V: Hoe kan het nu dat iedereen het anders zegt dan jij?)
Dat meisje heeft contact met mij, de anderen probeerden haar aan te raken maar ze weigerde dat.(..)
(V: Even terug naar de 2e keer seks vertel eens stap voor stap hoe dat ging?)
Nadat de eerste keer seks was geweest en ik klaar was de 2e keer dat ze me weer seks vroeg. We zijn weer seks gaan hebben. Ik zei de anderen niets te doen en in de woonkamer te blijven. We gingen seks doen. Toen hebben ze de deur geforceerd en kwamen ze binnen. Ik ging naar buiten ik zag [verdachte 3] en toen moest ik naar buiten.(..)
(V: Hoe wist jij dan dat die jongens gemeenschap met haar wilde hebben?)
Omdat ze mij naar buiten gingen duwen.
(V: Hebben ze nog wat gezegd toen ze binnen kwamen?)
Nee, het was onverwacht het was een verrassing

Voetnoten

1.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 23 augustus 2017, pag. 32 t/m 45.
2.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 1] d.d. 26 augustus 2017, pag.110 t/m 119.
3.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 1] d.d. 30 augustus 2017, pag.120 t/m 129.
4.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 2] d.d. 24 augustus 2017, pag.170 t/m 173.
5.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 2] d.d. 30 augustus 2017, pag.175 t/m 188.
6.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 3] d.d. 25 augustus 2017, pag. 214 t/m 228.
7.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 3] d.d. 26 augustus 2017, pag. 229 t/m 247.
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 3] d.d. 30 augustus 2017, pag. 250 t/m 260.
9.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 4] d.d. 30 augustus 2017, pag. 327 t/m 335.