In deze zaak heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Almelo afgewezen, omdat niet duidelijk was wie het pgb zou beheren. Eiseres stelde dat zij zelf verantwoordelijk was voor het vinden van iemand die het pgb kon beheren en dat de gemeente de aanvraag niet mocht afwijzen enkel op basis van onduidelijkheid over de bekwaamheid van de voorgestelde beheerder. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom de aanvraag was afgewezen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij ook de proceskosten van eiseres werden vergoed. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de voorgestelde beheerder, die ook boekhouder was van de zorgaanbieder, niet in staat was om het pgb op een verantwoorde manier te beheren. De rechtbank benadrukte dat er geen specifieke deskundigheid vereist is voor het beheren van een pgb en dat de gemeente meer inspanningen had moeten leveren om informatie van de beheerder te verkrijgen.