Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
€ 488,- ( vierhonderdachtentachtig EURO)per maand, voor de toekomst telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 april 2018 uitspraak gedaan in een alimentatiekwestie betreffende een jongmeerderjarige zoon, die verzoekt om een onderhoudsbijdrage van € 957,- per maand met terugwerkende kracht vanaf 14 maart 2017. De zoon, die 19 jaar oud is en PDD-NOS heeft, woont bij zijn moeder en volgt een MBO-opleiding. De vader van de zoon, die ook een dochter heeft uit een eerder huwelijk, verzet zich tegen het verzoek en stelt dat hij slechts € 401,- per maand kan betalen. De rechtbank heeft de behoefte van de zoon vastgesteld op € 609,- per maand, rekening houdend met zijn eigen inkomsten en de draagkracht van de vader. De rechtbank oordeelt dat de vader een bijdrage van € 488,- per maand moet betalen, met ingang van 5 juli 2017. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan door partijen in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.