ECLI:NL:RBOVE:2018:2324

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 juli 2018
Publicatiedatum
5 juli 2018
Zaaknummer
08-730249-16 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor internetoplichting door een man die zich voordeed als bonafide verkoper op Marktplaats

Op 5 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 41-jarige man, die werd beschuldigd van internetoplichting. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden, met een proeftijd van 2 jaar, en heeft hem verplicht tot het betalen van schadevergoeding aan zijn slachtoffers. De man had zich op Marktplaats voorgedaan als een betrouwbare verkoper en goederen aangeboden die hij niet in bezit had of niet van plan was te leveren. Gedurende de periode van mei 2014 tot en met augustus 2015 heeft hij meerdere slachtoffers opgelicht door hen te bewegen tot het overmaken van geldbedragen voor goederen die nooit zijn geleverd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man gebruik heeft gemaakt van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, wat heeft geleid tot de bewezenverklaring van de feiten. De rechtbank heeft de verweren van de verdediging verworpen en geoordeeld dat de verdachte willens en wetens heeft gehandeld. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en de steun van zijn familie, bij het opleggen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08- 730249-16 (P)
Datum vonnis: 5 juli 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 juni 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Hoekstra en van wat door verdachte en de raadsvrouw mr. T.H. Dijkstra, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op Marktplaats goederen te koop heeft aangeboden alsook heeft gereageerd op advertenties van anderen waarin zij kenbaar hebben gemaakt op zoek te zijn naar een bepaald goed, waarna verdachte met aangevers een prijs is overeengekomen, welk bedrag op de bankrekening op naam van verdachte is gestort, zonder dat verdachte de betreffende goederen heeft geleverd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
Hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2014 tot en met 13 november 2014 te Rouveen, gemeente Staphorst, althans in Nederland meermalen althans eenmaal telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een
dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten het overmaken van een geldbedrag, door op valselijk en/of in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en/of te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd;
2.
Hij in of omstreeks de periode van 07 mei 2015 tot en met 23 mei 2015 te Rouveen, gemeente Staphorst, althans in Nederland meermalen althans eenmaal telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking
stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten het overmaken van een geld bedrag, door op valselijk en/of in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en/of te reageren op een door voornoemde personen geplaatste
advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd;
3.
Hij in of omstreeks de periode van 15 juni 2015 tot en met 29 juni 2015 te Rouveen, gemeente Staphorst, althans in Nederland meermalen althans eenmaal telkens
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet
doen van een inschuld, te weten het overmaken van een geld bedrag, door op valselijk en/of in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en/of te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd;
4.
Hij in of omstreeks de periode van 14 juli 2015 tot en met 20 juli 2015 te Rouveen, gemeente Staphorst, althans in Nederland meermalen althans eenmaal telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] en/of [slachtoffer 23] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter
beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of liet teniet
doen van een inschuld, te weten het overmaken van een geld bedrag, door op valselijk en/of in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en/of te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd;
5.
Hij in of omstreeks de periode van 14 augustus 2015 tot en met 19 augustus 2015 te Rouveen, gemeente Staphorst, althans in Nederland meermalen althans eenmaal
Telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten het overmaken van een geld bedrag, door op valselijk en/of in strijd met de waarheid een of
meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en/of te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft
opgestuurd;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de veroordeling gevorderd voor de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten nu hij die feiten wettig en overtuigend bewezen acht.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft primair ten aanzien van het ten laste gelegde inzake
[slachtoffer 3] (feit 1); [slachtoffer 24] en [slachtoffer 25] (feit 5) vrijspraak bepleit. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat haar cliënt geen herinnering heeft van het ten laste gelegde en dat het tenlastegelegde dus niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Subsidiair heeft de raadsvrouw ten aanzien van het ten laste gelegde inzake
[slachtoffer 3] (feit 1); [slachtoffer 24] en [slachtoffer 25] (feit 5) vrijspraak bepleit, op grond dat geen sprake is geweest van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid nu haar cliënt zijn eigen naam heeft gebruikt en zich niet heeft bediend van een andere hoedanigheid.
De raadsvrouw heeft daarnaast vrijspraak bepleit voor het onder de feiten 1 en 3 ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat in die gevallen slechts sprake is geweest van “het niet leveren van een goed” en dat dit onvoldoende is om te komen tot een bewezenverklaring van “listige kunstgrepen”.
Voor het overige heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Algemeen
De rechtbank overweegt dat volgens bestendige jurisprudentie van de Hoge Raad (HR) het enkele zich in strijd met de waarheid voordoen als bonafide verkoper die in staat en voornemens is het goed te leveren, niet het aannemen van een valse hoedanigheid oplevert.
Voor het aannemen van een valse hoedanigheid is relevant of de presentatie als bonafide (potentiële) wederpartij berust op voldoende specifieke gedragingen die erop zijn gericht bij het beoogde slachtoffer een onjuiste voorstelling van zaken in het leven te roepen om daarvan misbruik te maken. Verder volgt uit de jurisprudentie van de HR dat uitingen die bij een ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven kunnen roepen, als samenweefsel van verdichtsels zijn aan te merken, als deze zijn gebaseerd op meer dan een enkele leugenachtige mededeling. Uit de rechtspraak van de HR vloeit voorts voort dat er zich gevallen kunnen voordoen waarin hetzelfde gedrag van de verdachte meebrengt dat meerdere oplichtingsmiddelen zijn gebezigd. In dat geval kan dit gedrag als het bezigen van meer dan een oplichtingsmiddel worden ten laste gelegd en bewezenverklaard; daarbij hoeft de rechtbank niet te kiezen uit die oplichtingsmiddelen omdat die keuze voor de strafrechtelijke betekenis van het bewezenverklaarde niet van belang is (bijvoorbeeld het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2889).
In de onderhavige zaak acht de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden van belang.
- Marktplaats.nl is een advertentiesite waar kopers en verkopers van nieuwe en tweedehands producten worden samengebracht. Als de koper en verkoper elkaar vinden, dan sluiten zij persoonlijk, via de telefoon of per e-mail een overeenkomst.
- Verdachte heeft verkoopadvertenties geplaatst en op advertenties waarin goederen werden gevraagd op marktplaats.nl gereageerd, en zodoende bezoekers van die website uitgenodigd om met hem in contact te treden om een koopovereenkomst te sluiten.
- Verdachte heeft diverse goederen aangeboden te leveren voor gangbare prijzen en heeft daarbij potentiële kopers ook actief benaderd.
- Verdachte heeft zich daarbij gepresenteerd onder zijn eigen naam en hij heeft gebruik gemaakt van zijn eigen telefoonnummer en bankrekeningnummers op zijn of zijn echtgenotes naam.
- Verdachte heeft de potentiële kopers gebeld om tot overeenstemming te komen over de levering van de goederen. Hij heeft tegen meerdere aangevers gezegd dat hij het goed (snel) zou leveren als de koper c.q. verzoeker van een goed de betaling (snel) zou verrichten.
- Verdachte heeft geen goederen geleverd.
- In een aantal gevallen had verdachte de door hem aangeboden goederen niet in zijn bezit en was dus niet in staat de door hem aangeboden goederen te leveren.
- Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting d.d. 21 juni 2018 verklaard dat hij “de behoefte had iemand een oor aan te naaien” en dat hij mensen heeft bedonderd en heeft besodemieterd, dat zijn gedrag voortkwam uit slechtigheid en dat hij mensen goederen heeft beloofd die hij helemaal niet had [1] .
Gelet op deze feiten en omstandigheden staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte zich valselijk heeft gepresenteerd als bonafide verkoper en gebruik heeft gemaakt van een samenweefsel van verdichtsels. Verdachte heeft op volstrekt onverdachte wijze goederen aangeboden en hij heeft door gebruikmaking van zijn werkelijke naam en telefoonnummer de indruk gewekt dat hij met open vizier handelde en traceerbaar was. Daarnaast blijkt dat verdachte in zijn Whatsapp-berichten meermaals heeft aangegeven dat hij de goederen zou leveren, ook goederen die hij niet in zijn bezit had.
Kopers werden hierdoor bewogen een koopovereenkomst te sluiten en hun eigen verplichting, de betaling van de koopsom, na te komen.
De verdachte heeft aldus op valse wijze gebruik gemaakt van het op marktplaats.nl gangbare handelspatroon - naar men mag aannemen in elk geval voor de handel in niet al te bijzondere of dure producten - op basis van welk patroon de betrokken bezoekers van marktplaats.nl mochten verwachten dat de verdachte de goederen voor de afgesproken prijs en op de afgesproken wijze zou leveren. In die verwachting hebben zij geld naar verdachte overgemaakt.
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat het hierbij gaat om een geraffineerde van tevoren bedachte bedrieglijke werkwijze. De rechtbank is van oordeel dat verdachte willens en wetens gebruik heeft gemaakt van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels in de betekenis van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht door zich voor te doen als een bonafide verkoper, goederen aan te bieden die hij niet in zijn bezit had of niet voornemens was te sturen en kopers – op eigen initiatief – te verzekeren dat hij na een overschrijving van het geldbedrag de goederen zou sturen. De rechtbank acht de feiten die verdachte ten laste zijn gelegd, wettig en overtuigend bewezen.
Gezien het voornoemde verwerpt de rechtbank de verweren van de raadsvrouw. De rechtbank ziet in het licht van verdachtes vaste werkwijze zoals door hem bekend, geen reden om aan te nemen dat verdachte de aangevers van de transacties die hij zich niet meer kan herinneren, niet zou hebben opgelicht.
Ten aanzien van de door de verdachte bekende feiten komt de rechtbank tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
Hij in de periode van 21 mei 2014 tot en met 13 november 2014 te Rouveen, gemeente Staphorst meermalen telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten het overmaken van een geldbedrag, door op valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd.
2.
Hij in de periode van 07 mei 2015 tot en met 23 mei 2015 te Rouveen, gemeente Staphorst meermalen telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten het overmaken van een geldbedrag, door op valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd.
3.
Hij in de periode van 15 juni 2015 tot en met 29 juni 2015 te Rouveen, gemeente Staphorst meermalen telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten het overmaken van een geldbedrag, door op valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd.
4.
Hij in de periode van 14 juli 2015 tot en met 20 juli 2015 te Rouveen, gemeente Staphorst meermalen telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 20] en [slachtoffer 21] en [slachtoffer 22] en [slachtoffer 23] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,te weten het overmaken van een geldbedrag, door op valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd.
5.
Hij in de periode van 14 augustus 2015 tot en met 19 augustus 2015 te Rouveen, gemeente Staphorst meermalen telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 24] en [slachtoffer 25] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten het overmaken van een geldbedrag, door op valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere advertenties op www.marktplaats.nl te plaatsen waarin een of meerdere goederen worden aangeboden en te reageren op een door voornoemde personen geplaatste advertentie waarin zij kenbaar maken op zoek te zijn naar een bepaald goed en met voornoemde personen een prijs overeenkomt en zich dus als betrouwbare verkoper voor te doen en nadat het overeengekomen geldbedrag was overgemaakt naar de rekening op naam van verdachte telkens het goed niet heeft opgestuurd.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 tot en met 5 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
De feiten 1 tot en met feit 5, telkens:
het misdrijf:
oplichting, meermalen gepleegd

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de onder 1 tot en met 5 bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met een proeftijd van 2 jaren met toezicht door de Reclassering met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden, een ambulante behandeling bij een nader te bepalen forensische polikliniek en het meewerken aan een schuldhulpverleningstraject.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting een geheel voorwaardelijke straf bepleit met toezicht door de Reclassering en de door de Reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden met uitzondering van de ambulante behandeling en het schuldhulpverleningstraject. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat het gaat om relatief oude feiten en dat haar cliënt in de tussenliggende periode geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd. Daarnaast heeft de raadsvrouw aangevoerd dat haar cliënt reeds traumatherapie heeft afgerond, dat er een sociaal netwerk aanwezig is en dat schuldhulpverlening al is geregeld waardoor de bijzondere voorwaarden betreffende de ambulante behandeling en schuldhulpverlening geen toegevoegde waarde hebben.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
De rechtbank overweegt dat uit de rapportage van de Reclassering d.d. 27 december 2017 het volgende valt op te maken.
Naar aanleiding van een opeenstapeling van traumatische gebeurtenissen was verdachte niet in staat om adequate oplossingsvaardigheden toe te passen ten aanzien van zijn problemen met als gevolg dat hij steeds verder in de problemen kwam op zowel praktisch als psychosociaal vlak. Verdachte was niet gewend om hulp te vragen en loste zijn problemen op door overmatig alcohol te drinken en zijn toevlucht te zoeken in internetoplichting.
Verdachte heeft naar aanleiding van het huidige justitiecontact hulp gezocht bij de GGZ waar hij onder andere trauma-therapie heeft gehad. De behandeling is recent positief afgesloten. Verdachte zou minder agressief zijn, beter communiceren met zijn partner en daarnaast door steun van zijn familie, zijn leven op de rit weten te krijgen. De familie van verdachte kan volgens de Reclassering op dit moment aangemerkt worden als een beschermende factor.
Het recidiverisico wordt als gemiddeld ingeschat. De Reclassering heeft daartoe het volgende overwogen.
Gelet op het feit dat de delictperiode dateert van twee jaar geleden en verdachte onlangs behandeld is voor zijn psychische problematiek en er daarnaast sprake is van steun vanuit het sociaal netwerk, wordt de kans op recidive op korte termijn laag ingeschat. Echter, doordat verdachte altijd de neiging heeft gehad problemen zelf op te lossen (door vluchtgedrag), blijft er een kans bestaan dat na het wegvallen van vrijwillige hulpverlening en/of sociale controle, de coping-/ oplossingsvaardigheden tekort schieten ten tijde van stresssituaties. Op lange termijn is het dus de vraag of verdachte in staat is en blijft om problemen op een adequate manier op te lossen en of hij op tijd professionele hulp in zal schakelen.
De Reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een CoVA-training, een ambulante behandeling bij een nader te bepalen forensische polikliniek alsook het medewerking verlenen aan schuldhulpverlening.
Naar het oordeel van de Reclassering zou een voorwaardelijke gevangenisstraf voor verdachte een forse stok achter de deur zijn om zich te weerhouden van delictgedrag. Daarnaast kan dit een extra motivatie voor verdachte zijn om zich in te (blijven) zetten voor gedragsverandering. De Reclassering acht een behandeling voornamelijk gericht op delictpreventie en/of de cognitieve vaardigheden wel noodzakelijk, ondanks het feit dat verdachte reeds traumatherapie heeft gevolg en afgerond.
Ten aanzien van de schuldhulpverlening acht de Reclassering het raadzaam dat verdachte daaraan meewerkt zodat wanneer er sprake blijkt te zijn van financiële problematiek de Reclassering verdachte daarin kan bijstaan. Ook als dit inhoudt dat verdachte moet meewerken aan de schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.
In het voordeel van verdachte heeft de rechtbank meegewogen dat het feiten betreft die in 2015 zijn gepleegd. Gezien het lange tijdsverloop van de onderhavige procedure en de omstandigheid dat verdachte de schade van een aantal gedupeerden reeds heeft terugbetaald, mede gelet op de inhoud van het reclasseringsadvies zoals dat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf, te weten een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden is. De rechtbank zal aan de voorwaardelijke straf bijzondere voorwaarden verbinden om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Een verplichte ambulante behandeling als bijzondere voorwaarde acht de rechtbank, nu verdachte de traumabehandeling met goed gevolg heeft afgerond, echter niet aangewezen.
Om het recidiverisico zo klein mogelijk te houden zal de rechtbank als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een CoVa-training alsook het meewerken aan een schuldhulpverleningstraject opleggen.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
De navolgende slachtoffers hebben zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
Feit 1
[slachtoffer 4]
 Materiële schade bestaande uit betaling € 80,-.
 Immateriële schade vanwege wakker liggen en druk maken over delict, stukje vertrouwen in de mens kwijt en de rompslomp omtrent het vergaren van bewijsstukken: € 100,-.
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 7]
 Materiële schade bestaande uit betaling € 60,-
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 8]
 Materiële schade bestaande uit de betaling (€ 40,-) en telefoonkosten (€10,-): € 50,-
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
Feit 2
[slachtoffer 9]
 Materiële schade bestaande uit de betaling (€ 131,95); telefoonkosten, printen, tijdsbesteding (€10,-) en een tweede overgemaakt bedrag voor telefoon uit Haarlem (€135,-): € 276,95.
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 11]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 50,-
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 12]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 158,-
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 14]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 56,95,-
 Immateriële schade vanwege tijdsbesteding en ergernis: € 50,-
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 15]
 Materiële schade: overgemaakt bedrag: € 32,-
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
Feit 3
[slachtoffer 16]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 300,-
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 17]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 81,50.
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 18]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 75,-.
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 19]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 130,-.
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
Feit 4
[slachtoffer 23]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 100,-.
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
Feit 5
[slachtoffer 24]
 Materiële schade bestaande uit betaling: € 42,50.
 Verzoek toepassing wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
De benadeelde partijen vorderen verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot het voornoemde totaalbedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële- en immateriële schade bestaat uit de hierboven genoemde posten.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 4]
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor wat betreft de immateriële schade af te wijzen.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 9]
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] voor wat betreft de materiële schade inzake de telefoon uit Haarlem van €135,- af te wijzen nu het causaal verband tussen deze materiële kosten en het strafbare feit ontbreekt.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 14]
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor wat betreft de immateriële schade af te wijzen.
Ten aanzien van de overige vorderingen van de benadeelde partijen heeft de officier van justitie gevorderd deze toe te wijzen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 4]
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting bepleit dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen. De raadsvrouw heeft verzocht de benadeelde partij in zijn vordering voor wat betreft de gevorderde immateriële schade van € 100,- niet-ontvankelijk te verklaren.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 9]
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting bepleit dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] voor wat betreft de materiële schade inzake de betaling van de telefoon (€ 131,95) kan worden toegewezen. De raadsvrouw heeft verzocht de benadeelde partij in zijn vordering voor wat betreft de overige materiële schade van niet-ontvankelijk te verklaren.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 8]
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting bepleit dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen. De raadsvrouw heeft verzocht de benadeelde partij in zijn vordering voor wat betreft de gevorderde telefoonkosten van € 10,- niet-ontvankelijk te verklaren.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 24]
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting primair afwijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 24] en subsidiair niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bepleit nu de raadsvrouw de rechtbank heeft verzocht verdachte van dit ten laste gelegde feit vrij te spreken.
Ten aanzien van de overige vorderingen van de benadeelde partijen heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met het verzoek het schadebedrag niet te vermeerderen met de wettelijke rente nu haar cliënt reeds een aantal gedupeerden heeft terugbetaald en zij ook geen wettelijke rente hebben ontvangen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van de door [slachtoffer 9] gevorderde materiële schade van € 135,- dat het causaal verband tussen de telefoon uit Haarlem en het bewezenverklaarde feit ontbreekt. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dat gedeelte van de vordering dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de gevorderde immateriële schade door [slachtoffer 4] en [slachtoffer 14] als volgt.
Op grond van artikel 6:106, eerste lid aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek, voor zover hier van belang, heeft een benadeelde slechts recht op een immateriële schadevergoeding indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Lichamelijk letsel of een aantasting in de eer of goede naam, of op andere wijze in de persoon van de benadeelden, is door de benadeelde partijen niet gesteld. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 14] in zoverre dan ook afwijzen.
De rechtbank zal de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 14] voor wat betreft de (overige) gevorderde materiele schade alsook de vorderingen van de overige benadeelde partijen ten aanzien van de materiële schade toewijzen tot het door hen gestelde bedrag, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd, nu uit de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks de schade heeft toegebracht.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d en 27 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 tot en met 5 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Feit 1 tot en met 5, telkens:
-Het misdrijf:
oplichting, meermalen gepleegd
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 tot en met 5 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (maanden);
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaard(en) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering , op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVA of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- de Reclassering inzicht geeft in zijn financiële situatie. Indien blijkt dat er sprake is van financiële problematiek werkt betrokkene mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen. Ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, indien en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partijen:
- [slachtoffer 4] een bedrag van €80,-, te vermeerderen met de wettelijk rente vanaf
13 november 2014;
- [slachtoffer 7] een bedrag van 60,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
13 november 2014;
- [slachtoffer 8] een bedrag van € 50,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 november 2014;
- [slachtoffer 9] een bedrag van € 141,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2015;
- [slachtoffer 11] een bedrag van € 50,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2015;
- [slachtoffer 12] een bedrag van €158,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2015;
- [slachtoffer 14] een bedrag van € 56,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2015;
- [slachtoffer 15] een bedrag van € 32,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2015;
- [slachtoffer 16] een bedrag van € 300,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2015;
- [slachtoffer 17] een bedrag van € 81,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2015;
- [slachtoffer 18] een bedrag van € 75,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2015;
- [slachtoffer 19] een bedrag van € 130,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2015;
- [slachtoffer 23] een bedrag van € 100,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 juli 2015 en
- [slachtoffer 24] een bedrag van € 42,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2015;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
- ( [slachtoffer 4] ) €80,-
- ( [slachtoffer 7] ) € 60,-;
- ( [slachtoffer 8] ) € 50,-;
- ( [slachtoffer 9] ) € 141,95;
- ( [slachtoffer 11] ) € 50,-;
- [slachtoffer 12] ) €158,-;
- ( [slachtoffer 14] ) € 56,95;
- ( [slachtoffer 15] ) € 32,-;
- ( [slachtoffer 16] ) € 300,-;
- ( [slachtoffer 17] ) € 81,50;
- ( [slachtoffer 18] ) € 75,-;
- ( [slachtoffer 19] ) € 130,-;
- ( [slachtoffer 23] ) € 100,- en
- ( [slachtoffer 24] ) € 42,50
,te vermeerderen met de wettelijke rente zoals hiervoor aangegeven ten behoeve van de benadeelden, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis:
- ten aanzien van [slachtoffer 4] voor de duur van 2 dagen,
- ten aanzien van [slachtoffer 7] voor de duur van 2 dagen;
- ten aanzien van [slachtoffer 8] voor de duur van 1 dag;
- ten aanzien van [slachtoffer 9] voor de duur van 3 dagen;
- ten aanzien van [slachtoffer 11] voor de duur van 1 dag;
- ten aanzien van [slachtoffer 12] voor de duur van 4 dagen;
- ten aanzien van [slachtoffer 14] voor de duur van 2 dagen;
- ten aanzien van [slachtoffer 15] voor de duur van 1 dag;
- ten aanzien van [slachtoffer 16] voor de duur van 6 dagen;
- ten aanzien van [slachtoffer 17] voor de duur van 2 dagen;
- ten aanzien van [slachtoffer 18] voor de duur van 2 dagen;
- ten aanzien van [slachtoffer 19] voor de duur van 3 dagen;
- ten aanzien van [slachtoffer 23] voor de duur van 2 dagen en
- ten aanzien van [slachtoffer 24] voor de duur van 1 dag zal worden toegepast.
Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
- [slachtoffer 9] voor wat betreft € 135,- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de vordering van de benadeelde partijen:
- [slachtoffer 4] voor wat betreft € 100,-; en
- [slachtoffer 14] voor wat betreft € 50,- wordt afgewezen.
- veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aksu, voorzitter, mr. S. Taalman en mr. T.J. Thurlings, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. van den Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2018.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer [nummer] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Chatberichten omtrent betalen en levering goederen
 Bijlage bij aangifte door [slachtoffer 3] : pagina’s 537 en 538.
 Bijlage bij aangifte door [slachtoffer 4] , pagina’s 555 en 556.
 Bijlage bij aangifte door [slachtoffer 1] , pagina’s 581 en 582.
Zie voor de verklaring van verdachte dat hij goederen heeft aangeboden die hij niet in zijn bezit had de verklaringen van verdachte (verderop in deze bijlage) onder de aangiften van [slachtoffer 4] ; [slachtoffer 13] ; [slachtoffer 6] ; [slachtoffer 7] ; [slachtoffer 15] ; [slachtoffer 19] ;
[slachtoffer 17] ; [slachtoffer 16] en [slachtoffer 18] .
Feit 1
[slachtoffer 1]
 Aangifte, het niet leveren van nooit gedacht gereedschap, pagina 559 t/m 563.
 Overschrijvingsbewijs van 32 euro naar ibannr. [rekeningnummer 1] , pagina 564.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: [rekeningnummer 1] (..)
A: (..) de eerste [rekeningnummer 1] , was altijd al van mij, pagina 497.
 Bekennende verklaring van verdachte: (..). “ik heb die kist nog steeds onder mijn werkbank staan. Ik kan u geen zinnige reden geven waarom ik hem die kist niet heb geleverd. (..) ik heb het geld op mijn rekening gekregen van die man”(..), pagina 500.
[slachtoffer 2]
 Aangifte, niet leveren van een bodyprotector, pagina’s 541 en 545.
 Overschrijvingsbewijs van 30 euro naar ibannr. [rekeningnummer 1] , pagina 546.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: [rekeningnummer 1] (..)
A: (..) de eerste [rekeningnummer 1] , was altijd al van mij, pagina 497.
 Bekennende verklaring van verdachte “die bodyprotector heb ik nog steeds in het fietsenhok liggen”. (..),V: maar je hebt het geld wel ontvangen. (..) A: Ja, dat klopt. (..) pagina 499.
[slachtoffer 3]
 Aangifte, niet leveren van een IPhone, pagina’s 531 en 535.
 Overschrijvingsbewijs van 200 euro naar ibannr. [rekeningnummer 1] , pagina 536.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: [rekeningnummer 1] (..)
A: (..) de eerste [rekeningnummer 1] , was altijd al van mij, pagina 497.
 WhatsApp gesprekken tussen aangever en ? (noot [naam 1] : wordt geen telnr weergegeven), pagina’s 537 en 538
 Verklaring verdachte: “kan het mij niet herinneren”, pagina 499
[slachtoffer 4]
 Aangifte, niet leveren van 43 snoekbaarspluggen, pagina’s 549 t/m 553.
 Overschrijvingsbewijs van 81,25 euro naar ibannr. [rekeningnummer 1] , pagina 554.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: [rekeningnummer 1] (..)
A: (..) de eerste [rekeningnummer 1] , was altijd al van mij, pagina 497.
 Bekennende verklaring verdachte: “ja, dat kan”. (..) Misschien dat ik ook de behoefte had iemand een oor aan te naaien” (..). V: maar het geld kwam wel lekker binnen (..) A: ja (..). pagina 499.
[slachtoffer 5]
 Aangifte, niet leveren van 16 Rapala pluggen, pagina’s 585 t//m 589.
 Overschrijvingsbewijs van 45 euro naar ibannr. [rekeningnummer 2] , pagina 590.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 2] (..)
A: (..) de rekening [rekeningnummer 2] was altijd van [naam 2]
(noot schrijver: zijn vrouw).Toen wij gingen trouwen zijn daar en/of rekeningen van gemaakt. (..) pagina 497 en 478.
 Bekennende verklaring verdachte: “dat klopt helemaal. Ik heb die pluggen nooit geleverd. Ik heb die vent gewoon bedonderd (..). pagina 501.
[slachtoffer 6]
 Aangifte, niet leveren van kappen voor een scooter, pagina’s 617 t/m 621.
 Overschrijvingsbewijs van 45 euro naar ibannr. [rekeningnummer 2] , pagina 622.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 2] (..)
A: (..) de rekening [rekeningnummer 2] was altijd van [naam 2]
(noot schrijver: zijn vrouw).Toen wij gingen trouwen zijn daar en/of rekeningen van gemaakt. (..) pagina 497 en 478.
 Bekennende verklaring verdachte: “dat is precies hetzelfde verhaal. Ik heb die kappen nooit gehad en ik had ze ook niet kunnen leveren, maar ik heb het geld daarvoor wel ontvangen (..). pagina 502.
[slachtoffer 7]
 Aangifte, niet leveren van een Fendt caravan bedieningspaneel/display, pagina’s 600 t/m 604.
 Overschrijvingsbewijs van 60 euro naar ibannr. [rekeningnummer 2] , pagina 605.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 2] (..)
A: (..) de rekening [rekeningnummer 2] was altijd van [naam 2]
(noot schrijver: zijn vrouw).Toen wij gingen trouwen zijn daar en/of rekeningen van gemaakt. (..) pagina 497 en 478.
 Bekennende verklaring verdachte: “dat klopt. Die heb ik ook bedonderd”. (..) “Ik heb hem gebeld dat ik die nog wel had liggen. Hij heeft toen geld overgemaakt, maar ik heb hem nooit iets gestuurd”. (..) ja, het zijn allemaal leugens van mij geweest. Ik had niet zo’n display en ik was ook niet van plan om het op te sturen. Pagina 501.
[slachtoffer 8]
 Aangifte, niet leveren van een Ford Mustang radio met 8-track speler, pagina’s 609 t/m 613.
 Overschrijvingsbewijs van 40 euro naar ibannr. [rekeningnummer 2] , pagina 614.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 2] (..)
A: (..) de rekening [rekeningnummer 2] was altijd van [naam 2]
(noot schrijver: zijn vrouw).Toen wij gingen trouwen zijn daar en/of rekeningen van gemaakt. (..) pagina 497 en 478.
 Bekennende verklaring verdachte: ja, dat klopt. Die had ik ook niet, maar ik heb die man wel verteld dat ik dat voor hem had. ik heb het geld ontvangen op mijn rekening en niets verzonden. Pagina 502.
Feit 2
[slachtoffer 9]
 Aangifte, het niet leveren van een telefoon Samsung S4, pagina 568 t/m 570.
 Overschrijvingsbewijs van 131, 95 euro naar ibannr. [rekeningnummer 2] , pagina 571.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 2] (..)
A: (..) de rekening [rekeningnummer 2] was altijd van [naam 2]
(noot schrijver: zijn vrouw).Toen wij gingen trouwen zijn daar en/of rekeningen van gemaakt. (..) pagina 497 en 478.
 Verklaring verdachte: ik kan mij dit niet zo herinneren… maar als u zegt dat het geld op mijn rekening is gestort, dan zal dit wel zo zijn. pagina 500.
[slachtoffer 10]
 Aangifte, het niet leveren van een printplaat ABS pomp, pagina’s 574 t/m 578.
 Overschrijvingsbewijs van 46,75 euro naar ibannr. [rekeningnummer 2] , pagina 579.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 2] (..)
A: (..) de rekening [rekeningnummer 2] was altijd van [naam 2]
(noot schrijver: zijn vrouw).Toen wij gingen trouwen zijn daar en/of rekeningen van gemaakt. (..) pagina 497 en 478.
 Sms-berichten tussen aangever en telnr. [telefoonnummer 1] , pagina’s 581 en 582.
 Verklaring van verdachte: (..) V: welke mobiele nummer had jij? A: [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] . (..) A: anderhalf jaar a 2 jaar geleden had ik een abonnement bij Vodafone met nummer [telefoonnummer 3] , pagina’s 492 en 493.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) V: heb je wel zo’n printplaat? A: vast wel. Die heb ik wel ergens liggen.. V: (..) jij krijgt dan betaald, maar levert niets.. A: ja, (..) ik weet niet waarom ik dat doe (..) pagina 500.
[slachtoffer 11]
 Aangifte, niet leveren van een Fox STR receiver, pagina’s 693 t/m 695.
 Overschrijvingsbewijs van 50 euro naar ibannr. [rekeningnummer 2] , pagina 696.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 2] (..)
A: (..) de rekening [rekeningnummer 2] was altijd van [naam 2]
(noot schrijver: zijn vrouw).Toen wij gingen trouwen zijn daar en/of rekeningen van gemaakt. (..) pagina 497 en 478.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) V: “ik kwam ook nog een aangifte tegen uit Limburg”. (..) A: (..). “ik heb deze man bedonderd… Dat klopt helemaal. Ik zag zijn advertentie op Marktplaats en heb contact met hem opgenomen. Hij heeft mij betaald en ik heb nooit geleverd “. (..). pagina 508.
[slachtoffer 12]
 Aangifte, niet leveren van zwarte crosskaarten, pagina’s 699 t/m 701.
 Overschrijvingsbewijs van 158 euro naar ibannr. [rekeningnummer 2] , pagina 702.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 2] (..)
A: (..) de rekening [rekeningnummer 2] was altijd van [naam 2]
(noot schrijver: zijn vrouw).Toen wij gingen trouwen zijn daar en/of rekeningen van gemaakt. (..) pagina 497 en 478.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) “die kaarten heb ik nooit geleverd.(..). Dus deze man heeft voor die 158 euro geen kaarten gehad “.(..). pagina 510.
[slachtoffer 13]
 Aangifte, niet leveren van een JRC SI x lite overrap., pagina’s 629 t/m 633.
 Overschrijvingsbewijs van 70 euro naar ibannr. [rekeningnummer 3] , pagina 634.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 3] (..)
A: in maart van dit jaar heb ik zelf een rekening geopend bij de ING, dat is rekeningnummer [rekeningnummer 3] . Pagina 498.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) “ik belde hem en zei dat ik die wel voor hem had, maar die had ik niet. hij heeft 70 euro naar mij overgemaakt en ik heb nooit wat opgestuurd (..). pagina 503.
[slachtoffer 14]
 Aangifte, niet leveren van motoronderdelen, pagina’s 646 t/m 650.
 Overschrijvingsbewijs van 56,95 euro naar ibannr. [rekeningnummer 3] , pagina 651.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 3] (..)
A: in maart van dit jaar heb ik zelf een rekening geopend bij de ING, dat is rekeningnummer [rekeningnummer 3] . Pagina 498.
 Verklaring verdachte: (..) “Dat zou heel goed een verhaal van mij kunnen zijn ja. ik herinner me niet zo exact deze zaak, maar het zou best kunnen. Als dat geld op mijn rekening is gestort..(..). pagina 504
[slachtoffer 15]
 Aangifte, niet leveren van een Philips schermpje, pagina’s 639 t/m 643.
 Overschrijvingsbewijs van 32 euro naar ibannr. [rekeningnummer 3] , pagina 644.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 3] (..)
A: in maart van dit jaar heb ik zelf een rekening geopend bij de ING, dat is rekeningnummer [rekeningnummer 3] . Pagina 498.
 Bekennende verklaring verdachte: (..). “Ik heb hem gezegd dat ik zo’n scherm had liggen, maar die had ik niet. die man heeft het geld wel naar mij over gemaakt. Ik heb nooit iets gestuurd”. Pagina 503.
Feit 3
[slachtoffer 16]
 Aangifte, niet leveren van MB W211 ABS pomp, pagina 664 t/m 668.
 Overschrijvingsbewijs van 300 euro naar ibannr. [rekeningnummer 4] , pagina 669.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende
rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 4] (..)
V: (..) en het rekeningnummer van de ABN, sinds wanneer heb je die?
A: ik denk dat ik die in mei van dit jaar geopend heb. Mijn vrouw wist hiervan (..). pagina’s 497 en 498.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) ja dat klopt. Die man heet [naam 3] van de voornaam. Ik had die pomp helemaal niet. (..). Hij heeft 300 euro naar mij overgemaakt. Ik heb hem nooit iets geleverd (..). pagina 504.
[slachtoffer 17]
 Aangifte, niet leveren van een dakdrager, pagina’s 679 t/m 683.
 Overschrijvingsbewijs van 81,50 euro naar ibannr. [rekeningnummer 4] , pagina 684.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende
rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 4] (..)
V: (..) en het rekeningnummer van de ABN, sinds wanneer heb je die?
A: ik denk dat ik die in mei van dit jaar geopend heb. Mijn vrouw wist hiervan (..). pagina’s 497 en 498.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) “ik heb hem gebeld toen ik zijn advertentie zag. Ik vertelde hem dat ik wel zo’n dakdrager voor hem had. Maar die had ik niet. Die man heeft toen geld naar mij overgemaakt, maar die heeft nooit iets van mij ontvangen”(..). pagina 505.
[slachtoffer 18]
 Aangifte, niet leveren van een velg KIA Cee’d, pagina’s 673 t/m 677.
 Overschrijvingsbewijs van 75 euro naar ibannr. [rekeningnummer 4] , pagina 678.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende
rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 4] (..)
V: (..) en het rekeningnummer van de ABN, sinds wanneer heb je die?
A: ik denk dat ik die in mei van dit jaar geopend heb. Mijn vrouw wist hiervan (..). pagina’s 497 en 498.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) “ja, dat was ook een lulverhaal. Ik heb hem gezegd dat ik een KIA velg voor hem had. Maar die had ik niet. hij heeft 75 euro aan mij betaald”. (..). pagina 505.
[slachtoffer 19]
 Aangifte, niet leveren van onderdelen PW 50, pagina 653 t/m 657.
 Overschrijvingsbewijs van 130 euro naar ibannr. [rekeningnummer 4] , pagina 658.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende
rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 4] (..)
V: (..) en het rekeningnummer van de ABN, sinds wanneer heb je die?
A: ik denk dat ik die in mei van dit jaar geopend heb. Mijn vrouw wist hiervan (..). pagina’s 497 en 498.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) “dat klopt. Dat was voor een TM50, een klein kinder cross motor. Ik heb die man gebeld en gezegd dat ik die onderdelen wel voor hem had. Maar die had ik niet. hij heeft mij wel betaald en ik heb niets geleverd. Pagina 504.
Feit 4
[slachtoffer 20]
 Aangifte, niet leveren van een rookton, pagina’s 713 t/m 717.
 Overschrijvingsbewijs van 70 euro naar ibannr. [rekeningnummer 4] , pagina 718.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende
rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 4] (..)
V: (..) en het rekeningnummer van de ABN, sinds wanneer heb je die?
A: ik denk dat ik die in mei van dit jaar geopend heb. Mijn vrouw wist hiervan (..). pagina’s 497 en 498.
 Bekennende verklaring van verdachte: (..)“hij heeft deze niet ontvangen. die rookton staat nog bij achter het huis. (..). ik heb hem wel voorgehouden dat ik hem die rookton zou leveren”. (..). pagina 512.
[slachtoffer 21]
 Aangifte, niet leveren van een motoronderdeel, pagina’s 729 t/m733.
 Overschrijvingsbewijs van 100 euro naar ibannr. [rekeningnummer 4] , pagina 734.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende
rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 4] (..)
V: (..) en het rekeningnummer van de ABN, sinds wanneer heb je die?
A: ik denk dat ik die in mei van dit jaar geopend heb. Mijn vrouw wist hiervan (..). pagina’s 497 en 498.
 Bekennende verklaring verdachte: (..). “dat ging over rubbers voor een 10 pk inboordmotor voor de watersport. Ik heb mijn geld gekregen. Ik heb hem niets opgestuurd”. (..). pagina 513.
[slachtoffer 22]
 Aangifte, het niet leveren van een vishengel spro royalty 2,751bs, pagina’s 721 t/m 725.
 Overschrijvingsbewijs van 40 euro naar ibannr. [rekeningnummer 4] , pagina 718.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende
rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 4] (..)
V: (..) en het rekeningnummer van de ABN, sinds wanneer heb je die?
A: ik denk dat ik die in mei van dit jaar geopend heb. Mijn vrouw wist hiervan (..). pagina’s 497 en 498.
 Bekennende verklaring verdachte: (..) “dat klopt. Dan heb ik deze man opgelicht. Die heb ik niets gestuurd, maar wel mijn geld ontvangen”. (..). pagina 513.
[slachtoffer 23]
 Aangifte, niet leveren van auto-onderdelen, pagina’s 707 t/m 709.
 Overschrijvingsbewijs van 100 euro naar ibannr. [rekeningnummer 4] , pagina 710.
 Verklaring verdachte: V: [verdachte] , uit onderzoek hebben wij de volgende
rekeningnummers van jou achterhaalt: (..) [rekeningnummer 4] (..)
V: (..) en het rekeningnummer van de ABN, sinds wanneer heb je die?
A: ik denk dat ik die in mei van dit jaar geopend heb. Mijn vrouw wist hiervan (..). pagina’s 497 en 498.
 Verklaring verdachte: (..) “ ik kan mij deze zaak niet meer herinneren. Ik weet het niet meer”. (..). pagina 512.
Feit 5
[slachtoffer 24]
 Aangifte, niet leveren van een KIS “thuiskom-setje”, wordt n.a.v. advertentie gebeld door verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 1] , pagina’s 737 tot en met 740.
 Verklaring van verdachte: (..) V: welke mobiele nummer had jij? A: [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] . (..) A: anderhalf jaar a 2 jaar geleden had ik een abonnement bij Vodafone met nummer [telefoonnummer 3] , pagina’s 492 en 493.
 Overschrijvingsbewijs van 42,50 euro naar ibannr. [rekeningnummer 5] , pagina 759.
 Foto van bankpas van ABN-AMRO ten name van [naam 4] met rekeningnummer: [rekeningnummer 5] . Pagina 752.
 Verklaring verdachte: (..). volgens mij heb ik die wel verstuurd. (..). V: “deze man zegt dat hij niets heeft ontvangen” . A: “dan weet ik het ook niet”. (..)
[slachtoffer 25]
 Aangifte, niet leveren van een verstelbare nokkenas-versteller, wordt n.a.v. advertentie gebeld door verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 1] 763 t/m 765.
 Verklaring van verdachte: (..) V: welke mobiele nummer had jij? A: [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] . (..) A: anderhalf jaar a 2 jaar geleden had ik een abonnement bij Vodafone met nummer [telefoonnummer 3] , pagina’s 492 en 493.
 Overschrijvingsbewijs van 46,75 euro naar ibannr. [rekeningnummer 5] , pagina 768.
 Foto van bankpas van ABN-AMRO ten name van [naam 4] met rekeningnummer: [rekeningnummer 5] . Pagina 752.
 Verklaring verdachte: (..) “Hier durf ik zo iets over te zeggen. Het kan best, maar ik kan mij dit niet herinneren”. (..)

Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 21 juni 2018
“desgevraagd door de oudste bijzitter verklaart de verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer:
Ik heb het gedaan uit laksheid en omdat ik de mensen hebt besodemieterd”.

Voetnoten

1.Zie voor een overzicht van de bewijsmiddelen de bijlage.