Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- een productie aan de zijde van de man
- de (voorwaardelijke) eis in reconventie
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de vrouw.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, heeft de vrouw (eiseres in conventie) een kort geding aangespannen tegen de man (gedaagde in conventie) met als doel de man te veroordelen tot medewerking aan het verlijden van een akte van levering van de woning die zij samen bezitten. De vrouw heeft de woning na de ontbinding van hun samenlevingsovereenkomst in gebruik genomen, terwijl de man de woning heeft verlaten. De vrouw heeft een hypotheekofferte ontvangen om de woning over te nemen, maar de man en de vrouw zijn het niet eens over de waarde van de woning en de voorwaarden van de overdracht.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang is bij de vordering van de vrouw. De vrouw heeft weliswaar aangevoerd dat de hypotheekofferte op het punt staat te vervallen, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat er geen financiële noodzaak is die een kort geding rechtvaardigt. De vrouw betaalt de hypothecaire lasten en er zijn geen betalingsachterstanden. Bovendien is er behoefte aan nader feitenonderzoek om de waarde van de woning vast te stellen, wat niet mogelijk is in een kort geding.
Daarom heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van de vrouw afgewezen en ook de reconventionele vordering van de man, die afhankelijk was van de toewijzing van de vorderingen van de vrouw, afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.