Ik ben winkelmedewerkster bij [juwelier] aan de [adres] te Nijverdal. Vanmorgen, vrijdag 15 december 20l7, heb ik de winkel omstreeks 9:00 uur geopend
Ik stond midden in de winkel, voor de deur. Ik keek de vrouw na die ik zojuist
geholpen had. Ik zag dat op het moment dat de vrouw verliet er een man aan kwam op een scooter. Ik zag dat hij zijn scooter pal voor de winkel neer zette. Ik zag dat de man op een wilde manier naar binnen kwam en bij het binnenkomen tegen de klant aan liep welke ik zojuist geholpen had. Ik zag dat de man geheel in het zwart gekleed was. Ik zag dat hij een zwarte sporttas om had een beetje een vierkant model. Ik zag dat hij met zijn voet de deur open hield en dat hij tegelijkertijd een blok hout uit zijn tas haalde. Ik had toen direct door dat het niet goed was. Ik dacht: “Hij pakt een bom!”. Vervolgens zag ik dat hij het blok hout tussen de deur en het kozijn legde zodat deze niet dicht kon vallen. Ik zag dat hij toen een pistool uit zijn jas haalde en ik zag lat hij dit pistool op mij richtte.
Ik horde de man tegen mij zeggen: “kluis!” Ik riep tegen hem: “Wat doe je!” en “Doe even normaal!”. Op dat moment zag ik dat mijn broer vanuit het kantoor de winkel binnenkwam.
Ik zag dat de man toen zijn pistool op mijn broer richtte en met hem verder ging.
Ik hoorde de man nogmaals zeggen: “Kluis!”. Ik hoorde dat mijn broer vertelde dat wij geen kluis in de winkel hebben. Toen tikte de man met et pistool tegen een vitrine. Ik had nog even gedacht dat het misschien een nep wapen was maar toen hoorde ik aan de tik dat het wel echt van metaal was. Vervolgens zag ik dat mijn broer en de man naar de deur links naast de toonbank gingen. Ik hoorde dat de man tegen mijn broer zei dat hij de vitrine open moest doen. Ik hoorde hem zeggen: “Necklace!”. Alle vitrines zijn echter slotvast afgesloten.
Mijn broer zei tegen mij dat ik een sleutel moest gaan halen. Ik had wel een sleuteltje in mijn zak maar om tijd te rekken heb ik een sleutel van achter uit het kantoor gehaald.
Ik heb nog naar buiten gekeken naar de wegwerkers welke voor de winkel aan het werk zijn.
Ik heb naar hen een telefoon gebaar gemaakt . Ik zag dat een van de wegwerkers een telefoon gebaar terug maakte. Ook hoorde ik de telefoon van de winkel over gaan. Vervolgens zag ik dat mijn broer sieraden in de tas die de man hij zich had moest doen. Vervolgens is de man weer weg gegaan. Ik zag dat hij op zijn scooter weg reed. Ik zag dat hij over de Grotestraat weg reed in de richting van het politiebureau.
Ik kan de man als volgt omschrijven:
Ongeveer 180cm a 185cm lang.
Ik zag dat hij een donkere huid had, echt donker.
Ik zag dat hij helemaal zwarte kleding droeg.
Ik zag dat hij een bivakmuts op had die zat wat scheef waardoor hij maar door één oog kon kijken. Ik zag dat hij ook nog een helm op had. Ik zag dat hij het wapen in zijn rechter hand had.
Het wapen kan ik als volgt omschrijven:
Ik zag dat het een zwart wapen was. Ik hoorde door de tik op het glas dat het echt metaal was. Ik zag dat het wapen iets kleiner was dan uw dienstwapen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.