ECLI:NL:RBOVE:2018:2147

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 juni 2018
Publicatiedatum
21 juni 2018
Zaaknummer
08.963566-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis van verdachte in criminele organisatie

Op 19 juni 2018 heeft de rechtbank Overijssel, team Strafrecht te Zwolle, uitspraak gedaan in de zaak tegen een man die verdacht wordt deel uit te maken van een criminele organisatie. Het Openbaar Ministerie heeft de verdachte, samen met vier andere mannen, beschuldigd van deelneming aan een criminele organisatie die zich bezighoudt met afpersing, geweld, wapenbezit en drugshandel. De rechtbank heeft eerder al beslist dat deze mannen hun rechtszaak in vrijheid mogen afwachten. De verdachte, geboren in 1965 en momenteel gedetineerd in het Huis van Bewaring te Zutphen, ondergaat voorlopige hechtenis op basis van een bevel gevangenhouding van 25 april 2018. Tijdens de zitting op 19 juni 2018 waren de verdachte, zijn advocaat mr. K. Blonk, en de officieren van justitie mrs. C.A.M. van den Brand en H.J. Timmer aanwezig.

De rechtbank heeft overwogen dat het persoonlijk belang van de verdachte in deze zaak zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang, ondanks het vluchtgevaar dat zich in beginsel verzet tegen schorsing. De rechtbank heeft besloten de voorlopige hechtenis te schorsen onder bepaalde voorwaarden, die de verdachte bereid is na te komen. De schorsing gaat in vijf dagen na ontvangst van de borgsom van € 30.000. De voorwaarden omvatten onder andere dat de verdachte zich moet identificeren, zijn paspoort moet inleveren, Nederland niet mag verlaten, en onder elektronisch toezicht moet komen te staan. Tevens mag de verdachte geen activiteiten ondernemen die gerelateerd zijn aan een motorclub. De beslissing is genomen door de rechters B.T.C. Jordaans, R.M. van Vuure en V.P.K. van Rosmalen, in aanwezigheid van griffier mr. L.E. Blauw.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Strafrecht te Zwolle
Parketnr. : 08.963566-16

BESCHIKKING

in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in het HvB te Zutphen.
Verdachte ondergaat thans voorlopige hechtenis krachtens een bevel gevangenhouding d.d.
25 april 2018 van deze rechtbank. Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen op
19 juni 2018.
Ter terechtzitting zijn verdachte, bijgestaan door mr. K. Blonk, advocaat te Rotterdam, en de officieren van justitie mrs. C.A.M. van den Brand en H.J. Timmer, gehoord.
De rechtbank is van oordeel dat in de huidige stand van het onderzoek het persoonlijk belang van verdachte moet prevaleren boven het strafvorderlijk belang. De rechtbank overweegt dat met name het vluchtgevaar zich in beginsel verzet tegen schorsing, maar dat met de hierna te noemen voorwaarden 5 tot en met 9 wordt nagestreefd dit gevaar te beteugelen.
De rechtbank zal daarom de schorsing van de voorlopige hechtenis bevelen op na te noemen voorwaarden. De verdachte heeft zich bereid verklaard die voorwaarden na te komen.

BESLISSING

De rechtbank beveelt de schorsing van de voorlopige hechtenis vanaf 5 dagen na ontvangst van de borgsom van verdachte, zodat de reclassering hem kan aansluiten op Elektronische Controle via GPS.
Aan deze schorsing worden de volgende voorwaarden verbonden:
verdachte zal, als de opheffing van de schorsing wordt bevolen, zich niet onttrekken aan de (verdere) tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis;
verdachte zal, als voor het feit, waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, veroordeling volgt tot een straf of maatregel die vrijheidsbeneming met zich meebrengt of kan meebrengen, zich niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging daarvan;
verdachte zal zich niet schuldig maken aan strafbare feiten;
verdachte zal zich ten behoeve van de navolgende voorwaarden te allen tijde kunnen identificeren;
verdachte zal zijn paspoort inleveren bij de politie;
verdachte zal Nederland niet verlaten;
verdachte zal een borgsom à € 30.000 (dertigduizend euro) overmaken op rekeningnummer NL70 INGB 0705004945 (BIC-code: INGBNL2A), t.n.v. Ministerie van Justitie Landelijk Inbeslaggenomen Gelden OM (LIGOM) (487), Postbus 10082, 3505 AB Utrecht, o.v.v. parketnummer en naam verdachte;
verdachte zal zich inschrijven op het adres [adres] en daar zijn hoofdverblijf hebben;
verdachte zal onder elektronisch toezicht door de reclassering komen te staan middels een enkelband met GPS. Aansluiting zal plaatsvinden op het adres [adres] ;
verdachte zal geen aan [motorclub] gerelateerde activiteiten ondernemen, middellijk dan wel onmiddellijk, wat ook betekent het niet dragen van [motorclub] -jasjes of andere uitingen van lidmaatschap van de [motorclub] ;
verdachte zal aanwezig zijn bij de inhoudelijke behandeling(en) van zijn strafzaak.
Aldus gegeven op 30 maart 2018 door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mrs. R.M. van Vuure en V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Blauw als griffier.
De officier van justitie brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte en gelast de tenuitvoerlegging daarvan.
Zwolle, , de officier van justitie
Gezien op
de directeur van het Huis van Bewaring