Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1. Het onderzoek op de terechtzitting
2. De tenlastelegging
bijbehorende opladers, en/of
3. De voorvragen
4. De bewijsoverwegingen
hij op 7 oktober 2015 te Deventer met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een iPhone 6, toebehorende aan [slachtoffer 2] ;
die aan een ander toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 8] (telefoon) of [slachtoffer 9] (telefoon) of [slachtoffer 10] (telefoon en rijbewijs) of [slachtoffer 11] (telefoon en rijbewijs) of [slachtoffer 12] (identiteitsbewijs, rijbewijs en bankpas) of [slachtoffer 13] (30 euro, twee bankpassen en rijbewijs) of [slachtoffer 14] ("Go Ahead Eagles" toegangspas) of [slachtoffer 15] (horloge), heeft weggenomen;
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6. De strafbaarheid van verdachte
7. De op te leggen straf of maatregel
8. De schade van benadeelden
II. Gedeeltelijke toewijzing
diefstal;
diefstal, meermalen gepleegd;
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, voor de duur van
2 (twee) jaren;
[slachtoffer 2]in het geheel
niet-ontvankelijkis in zijn vordering;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
10 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 3]van een bedrag van
€ 66,51 (zegge: zesenzestig euro en eenenvijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2016;
[slachtoffer 3]voor een deel van
€ 52,99 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 66,51 (zegge: zesenzestig euro en eenenvijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
1 dagzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] ,
niet-ontvankelijkzijn in hun vorderingen, en dat zij hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
Zorggroep Solisvan een bedrag van
€ 5.336,14 (zegge: vijfduizend driehonderdzesendertig euro en veertien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2018;
Zorggroep Solisvoor een deel van
€ 1.735 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.336,14 (zegge: vijfduizend driehonderdzesendertig euro en veertien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
61 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 24]van een bedrag van
€ 153,61 (zegge: honderddrieënvijftig euro en eenenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2018;
[slachtoffer 24]voor een deel van
€ 76,79 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 153,61 (zegge: honderddrieënvijftig euro en eenenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
3 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 10]van een bedrag van
[slachtoffer 10]voor een deel van
€ 182,75 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 100,20 (zegge: honderd euro en twintig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
2 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 11]van een bedrag van
€ 479,47 (zegge: vierhonderdnegenenzeventig euro en zevenenveertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2018;
[slachtoffer 11]voor een deel van
€ 219,98 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag € 479,47 (zegge: vierhonderdnegenenzeventig euro en zevenenveertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
9 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 12]van een bedrag van
€ 117,65 (zegge: honderdzeventien euro en vijfenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2018;
[slachtoffer 12]voor een deel van
€ 11,- niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 117,65 (zegge: honderdzeventien euro en vijfenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
2 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 13]van een bedrag van
€ 137,44 (zegge: honderdzevenendertig euro en vierenveertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2018;
[slachtoffer 13]voor een deel van
€ 57,45 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 137,44 (zegge: honderdzevenendertig euro en vierenveertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
2 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 16]van een bedrag van
€ 200,05,- (zegge: tweehonderd euro en vijf cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2018;
[slachtoffer 16]voor een deel van
€ 183,95,- niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 200,05,- (zegge: tweehonderd euro en vijf cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
4 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
verlengt de proeftijdvan de op 26 maart 2015 door de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Overijssel opgelegde voorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden, gewezen onder parketnummer 08/730699-14,
met 2 (twee) jaren;
verlengt de proeftijdvan de op 13 december 2016 door de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Noord-Nederland opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) dagen, gewezen onder parketnummer 18/730166-16,
met