5.5.Over de omstandigheden van het geval het volgende. Uit de overgelegde stukken blijkt de volgende gang van zaken, voor zover relevant voor de beoordeling van het geschil:
- [verzoeker] is per 26 september 2016 door Het Vrieshuis overgenomen van [X] , h.o.d.n. Jumbo Supermarkten (hierna te noemen: Jumbo). Gelet op de in het geding gebrachte overeenkomst tussen Jumbo en Het Vrieshuis is de functie van [verzoeker] bij Jumbo komen te vervallen, zou Het Vrieshuis aan [verzoeker] een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aanbieden (31 uur per week gedurende 1 jaar) en zou Jumbo binnen een maand na indiensttreding aan Het Vrieshuis een vergoeding betalen van € 15.685,80 vermeerderd met € 3294,02 BTW.
- Jumbo heeft destijds met [verzoeker] een vaststellingsovereenkomst gesloten strekkende tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden.
In de overeenkomst is onder meer bepaald:
Artikel 6 - beëindigingsvergoeding:
Werkgever zal aan werknemer in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst binnen een maand vanaf de beëindigingsdatum de transitievergoeding ex artikel 7: 673 BW voldoen. De transitievergoeding bedraagt € 15.207,00 (bruto). Er zullen geen kosten ingehouden worden of verminderingen toegepast worden ten aanzien van deze vergoeding, waaronder tevens begrepen ter zake eventuele kosten in het kader van artikel 7:673 lid 6 BW. Partijen kunnen ook in gezamenlijk overleg de transitievergoeding op een andere wijze inzetten. De afspraken zullen op papier worden gesteld en door beide partijen worden ondertekend.
- Bij brief van 28 september 2016 heeft [verzoeker] aan Jumbo bericht:
Hierbij deel ik u mee dat ik een andere baan heb gevonden.
Ik start met mijn werkzaamheden bij “Het Vrieshuis” in Vriezenveen met ingang van 1 oktober 2016.
Dit houdt in dat u mijn arbeidsovereenkomst met u stop kunt zetten met ingang van 1 oktober 2016.
Zoals vastgelegd in de vaststellingsovereenkomst van 26 september 2016 kunt u, zoals besproken, de volledige transitievergoeding inzetten voor de overbrugging van behoud van werk ook al is het bij een andere werkgever. De nieuwe beëindigingsdatum wordt dus nu formeel 1 oktober 2016. Dit houdt in dat ik nog salaris ontvang over de periode 26 september tot en met 30 september 2016.
Ik wil u bedanken voor uw inzet bij het vinden van een voor mij passende baan.
- De arbeidsverhouding is gaandeweg onder druk komen te staan. In januari/februari 2017 zijn er gesprekken geweest tussen [verzoeker] en Het Vrieshuis. [verzoeker] was (en is) van mening dat Het Vrieshuis aan hem de transitievergoeding moet betalen die Het Vrieshuis van Jumbo heeft gekregen. Het Vrieshuis stelde (en stelt) zich op het standpunt geen transitievergoeding (maar een andersoortige vergoeding) van Jumbo te hebben ontvangen.
- [verzoeker] meldt zich vervolgens op 13 februari 2017 ziek, per 10 februari 2017, deels privé, deels verband houdend met de discussie over de transitievergoeding.
- Op 21 maart 2017 mailt Het Vrieshuis het volgende aan [verzoeker] :
Beste [verzoeker] ,
Naar aanleiding van onze gesprekken over de onderlinge verhouding die is ontstaan, hebben we afgesproken dat jij met ingang van 10 februari 2017 thuis bent en geen werkzaamheden hoeft uit te voeren.
Uiteraard betaal ik gewoon je salaris.
We spraken af dat we zullen zorgen voor een voor jou goede beëindiging van de arbeidsovereenkomst op neutrale grond, zodat er wederzijds geen verwijt kan worden gemaakt en ook zodat je recht houdt op WW en ook dat je een financiële vergoeding krijgt.
Van jou heb ik begrepen dat jij je laat adviseren door mevrouw [A] . Dat is prima.
Mijn boekhouder rekent een en ander uit en dan zal ik je een overeenkomst sturen die je dan ook kunt bespreken met mevrouw [A] .
Als jij of mevrouw [A] nog vragen hebben dan hoor ik dat wel.
- Hierna pogen partijen te komen tot beëindiging van de arbeidsovereenkost met wederzijds goedvinden:
Op 27 maart 2017 stuurt Het Vrieshuis [verzoeker] een concept vaststellingsovereenkomst met een bepaalde einddatum en een bepaalde vergoeding;
Op 5 april 2017 sturen de ouders van [verzoeker] een vaststellingsovereenkomst naar Het Vrieshuis met een andere einddatum en een andere vergoeding.
Op 19 april 2017 herhaalt [verzoeker] het voorstel van 5 april 2017 ten aanzien van de einddatum en de vergoeding.
Op 21 april 2017 stuurt (de gemachtigde van) Het Vrieshuis [verzoeker] een concept vaststellingsovereenkomst met andere voorwaarden.
Op 8 mei 2017 hebben partijen, bijgestaan door hun gemachtigden, nog een bespreking gehad.
- Ook nadien komen partijen niet tot een minnelijke regeling. Een heet hangijzer blijft de vergoeding in verband met het standpunt van [verzoeker] dat hij recht heeft op een transitievergoeding van Het Vrieshuis.
Het Vrieshuis maakt tot slot melding van een gesprek tussen de gemachtigden van partijen in juni 2017 waaruit blijkt dat [verzoeker] voornemens is zowel Jumbo als Het Vrieshuis te dagvaarden in verband met de transitievergoeding.