Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van de man.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een executiegeschil, vordert de man de opheffing van executoriale derdenbeslagen die door de vrouw zijn gelegd. De partijen, die een affectieve relatie hebben gehad en samen een minderjarige hebben, zijn verwikkeld in een conflict over de betaling van kinderalimentatie. De man is in het verleden veroordeeld tot het betalen van kinderalimentatie, maar heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld, wat uiteindelijk niet succesvol was. De vrouw heeft beslag gelegd op de bankrekening en het salaris van de man, omdat hij achterstallige alimentatie niet heeft betaald. De man stelt dat de vrouw misbruik maakt van haar bevoegdheid door beslag te leggen, omdat de beschikking waarop het beslag is gebaseerd, volgens hem berust op onjuiste feiten en omstandigheden. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen grond is voor schorsing van de executie, omdat de man niet heeft aangetoond dat de beschikking op een juridische of feitelijke misslag berust. De vorderingen van de man worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.