ECLI:NL:RBOVE:2018:1705

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 maart 2018
Publicatiedatum
22 mei 2018
Zaaknummer
C/08/212759 / HA RK 18-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap met curatele

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 19 maart 2018 een tussenbeschikking gegeven in een verzoek tot benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van mevrouw [X], die op 16 oktober 2017 is overleden. De verzoeker, [A], heeft het verzoek ingediend omdat er onenigheid is ontstaan tussen de erfgenamen over de afwikkeling van de nalatenschap. De erfgenamen, met uitzondering van [C], hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. [C] staat onder curatele, en er loopt een procedure om een bewindvoerder en mentor voor hem aan te stellen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden in afwachting van de benoeming van een wettelijk vertegenwoordiger voor [C], zodat ook namens hem kan worden ingestemd met het verzoek van de verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap ook door [C] beneficiair is aanvaard, ondanks het ontbreken van een wettelijk vertegenwoordiger. De beslissing om de zaak aan te houden is genomen om te waarborgen dat de belangen van [C] goed worden behartigd. De rechtbank heeft de verzoeker opgedragen om na de benoeming van de wettelijk vertegenwoordiger een verklaring aan de rechtbank te sturen over de instemming met het verzoek.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer : C/08/212759 / HA RK 18-16
Beschikking van 19 maart 2018
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [plaats 1] ,
verzoekende partij,
advocaat: mr. K. Hermsen te Harderwijk.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ter griffie binnengekomen op 11 januari 2018
  • de bij brief van 31 januari 2018 van de zijde van verzoeker toegezonden verklaring uit het Centraal Testamentenregister
  • de bij brieven van 11 januari en 7 maart 2018 van de zijde van verzoeker toegezonden aanvullende producties 2a en 5.
1.2.
De rechtbank heeft de in artikel 4:206 van het Burgerlijk Wetboek (BW) genoemde personen, voor zover zij bestaan en bekend zijn, opgeroepen voor verhoor. Naar aanleiding van de namens verzoeker bij brief van 7 maart 2018 toegezonden productie 5, waaruit de instemming van de erfgenamen – op één na – met het verzoek van verzoeker blijkt, is echter besloten alsnog van verhoor af te zien.
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Op 16 oktober 2017 is te Deventer overleden mevrouw [X] , geboren te [plaats 2] op 2 juli 1928, laatstelijk wonende te [plaats 1] (hierna te noemen erflaatster).
2.2.
Blijkens mededeling van het Centraal Testamentenregister van de KNB van
23 oktober 2017 zijn geen akten op naam van erflaatster bekend waarbij zij over haar nalatenschap heeft beschikt.
2.3.
De bekende wettelijke erfgenamen bij versterf zijn de kinderen van erflaatster, zijnde naast verzoeker [A] , [B] , [C] , [D] en [E] .
2.4.
[C] staat sinds 1979 onder curatele. Erflaatster was zijn curator. Thans loopt er een procedure bij de rechtbank Gelderland om een bewindvoerder en mentor ten behoeve van [C] aan te stellen. Daarbij is verzocht de heer [Y] te [plaats 1] als bewindvoerder te benoemen.
2.5.
De erfgenamen hebben, op [C] na, de nalatenschap van erflaatster bij akte van 21 november 2017, met akteregisternummer 1108/2017, beneficiair aanvaard.
2.6.
Met betrekking tot de nalatenschap is geen boedelnotaris aangewezen noch een executeur benoemd.
2.7.
De erfgenamen hebben, op [C] na, aan [B] een volmacht verleend om de nalatenschap af te wikkelen. [E] heeft deze volmacht inmiddels echter ingetrokken.
2.8.
De beoogd bewindvoerder van [C] heeft per e-mail van 5 maart 2018 aan mr. Hermsen desgevraagd kenbaar gemaakt, voor zover zijn bevoegdheid loopt, in te stemmen met het verzoek van verzoeker en heeft daarbij benadrukt nog niet tot bewindvoerder te zijn benoemd.
2.9.
[A] , [B] en [D] hebben op 8 en 11 februari 2018 schriftelijk aan mr. Hermsen bevestigd dat zij kunnen instemmen met het verzoek van verzoeker.
2.10.
Per e-mail van 6 februari 2018 heeft de raadsvrouw van [E] , mr. F.E. van Nisselrooij, aan mr. Hermsen kenbaar gemaakt dat [E] kan instemmen met het verzoek tot het benoemen van een vereffenaar.
2.11.
Per e-mail van 15 maart 2018 heeft mr. Van Nisselrooij aan de rechtbank bevestigd dat [E] kan instemmen met benoeming van de in het verzoekschrift genoemde vereffenaar.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek strekt tot het benoemen van een vereffenaar op de voet van artikel 4:203 lid 1 onder a BW van de nalatenschap van erflaatster.
3.2.
Verzoeker legt aan dit verzoek ten grondslag dat de verwachting is dat partijen niet met elkaar tot een afwikkeling van de nalatenschap kunnen komen, aangezien [E] weigert daaraan zijn medewerking te verlenen en de verhoudingen met hem al jaren ernstig verstoord zijn.
3.3.
Ingevolge artikel 268 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering juncto artikel 1:10 BW is bevoegd de rechter van de laatste woonplaats van de overledene. Nu erflaatster haar laatste woonplaats heeft gehad in [plaats 1] , is deze rechtbank bevoegd van het verzoekschrift kennis te nemen.
3.4.
De rechtbank acht de nalatenschap van erflaatster gelet op het bepaalde in artikel 4:193 lid 1 en 2 BW ook door [C] beneficiair aanvaard. Weliswaar heeft [C] sinds het overlijden van erflaatster geen wettelijk vertegenwoordiger – waarover hierna meer –, maar de in laatstgenoemd artikel vermelde termijn van drie maanden is reeds verstreken, terwijl deze termijn niet meer verlengd kan worden aangezien dit vóór de afloop van de termijn dient te geschieden (artikel 4:193 lid 2 jo 4:192 lid 2, tweede zin BW). Aangezien [C] niet in zijn belangen wordt geschaad door aan te nemen dat de nalatenschap ook door hem beneficiair is aanvaard, zal hiervan worden uitgegaan.
3.5.
Uit het curatele- en bewindregister volgt dat er ten aanzien van [C] tot op heden nog geen bewindvoerder of nieuwe curator is benoemd en aan de hiervoor onder 2.8. genoemde instemming van de beoogd bewindvoerder kan dan ook geen waarde worden gehecht. Gelet op het beginsel van hoor- en wederhoor, zal de rechtbank de beslissing in de onderhavige zaak aanhouden in afwachting van de benoeming van een wettelijk vertegenwoordiger ten behoeve van [C] , opdat ook namens hem al dan niet met het verzoek van verzoeker kan worden ingestemd.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
houdt de zaak aan in afwachting van de benoeming van een wettelijk vertegenwoordiger ten behoeve van [C] ;
4.2.
bepaalt dat verzoeker na voornoemde benoeming een verklaring van de wettelijk vertegenwoordiger van [C] aan de rechtbank dient toe te sturen waaruit blijkt of namens hem kan worden ingestemd met het verzoek van verzoeker en zo nee, waarom niet;
4.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Willemse en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2018.