In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 19 maart 2018 een tussenbeschikking gegeven in een verzoek tot benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van mevrouw [X], die op 16 oktober 2017 is overleden. De verzoeker, [A], heeft het verzoek ingediend omdat er onenigheid is ontstaan tussen de erfgenamen over de afwikkeling van de nalatenschap. De erfgenamen, met uitzondering van [C], hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. [C] staat onder curatele, en er loopt een procedure om een bewindvoerder en mentor voor hem aan te stellen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden in afwachting van de benoeming van een wettelijk vertegenwoordiger voor [C], zodat ook namens hem kan worden ingestemd met het verzoek van de verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap ook door [C] beneficiair is aanvaard, ondanks het ontbreken van een wettelijk vertegenwoordiger. De beslissing om de zaak aan te houden is genomen om te waarborgen dat de belangen van [C] goed worden behartigd. De rechtbank heeft de verzoeker opgedragen om na de benoeming van de wettelijk vertegenwoordiger een verklaring aan de rechtbank te sturen over de instemming met het verzoek.