ECLI:NL:RBOVE:2018:1629

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 mei 2018
Publicatiedatum
14 mei 2018
Zaaknummer
08/770208-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling en belaging met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 14 mei 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 52-jarige man, die werd beschuldigd van mishandeling en belaging. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met een proeftijd van 3 jaar. De zaak kwam voort uit een incident op 28 juni 2017, waarbij de verdachte meerdere slachtoffers, waaronder zijn ex-vrouw en haar nieuwe partner, heeft mishandeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft mishandeld door hen te slaan en met een autosleutel te steken. Daarnaast heeft hij [slachtoffer 3] mishandeld en zich schuldig gemaakt aan stalking door haar herhaaldelijk ongewenst te benaderen, ondanks dat zij duidelijk had gemaakt dat zij geen contact meer wilde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet aan eerdere afspraken heeft gehouden om de ex-vrouw met rust te laten, wat leidde tot een escalatie van de situatie. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte ook schadevergoeding moet betalen aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3]. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact daarvan op de slachtoffers, die zich in hun persoonlijke levenssfeer ernstig bedreigd voelden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/770208-17 (P)
Datum vonnis: 14 mei 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1965 in [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende in [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 april 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L. Guest en van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw mr. P.M.A.C. van de Wouw, advocaat te Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:heeft geprobeerd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen dan wel dat hij hen heeft mishandeld;
feit 2:een drietal mensen heeft bedreigd;
feit 3:[slachtoffer 3] heeft mishandeld;
feit 4:[slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] heeft mishandeld;
feit 5:[slachtoffer 3] heeft gestalkt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 28 juni 2017 te Zwolle, althans in Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- die [slachtoffer 1] meermaals, althans eenmaal, (met zijn vuist) op/tegen zijn
hoofd, borst en/of armen heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer 1] in/op/tegen zijn bovenarm heeft gestoken met een autosleutel
en/of
- die [slachtoffer 2] meermaals, althans eenmaal, heeft geslagen met een autosleutel,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 28 juni 2017 te Zwolle, althans in Nederland, [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer 1] meermaals, althans eenmaal, (met zijn vuist) op/tegen zijn
hoofd, borst en/of armen te slaan en/of
- die [slachtoffer 1] in/op/tegen zijn bovenarm te steken met een autosleutel
en/of
- die [slachtoffer 2] meermaals, althans eenmaal, te slaan met een autosleutel;
2.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2017 tot en met 28 juni 2017 te
Zwolle, althans in Nederland,
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door richting die [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] stekende bewegingen te
maken met een mes en/of snijdende bewegingen langs zijn keel te maken met dat
mes en/of
ten aanzien van [slachtoffer 3] een handgebaar langs zijn keel te maken;
3.
hij op of omstreeks 28 juni 2017 te Zwolle althans in Nederland,
[slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] (met zijn vuist) op/tegen haar
linkerwang, althans gezicht en/of schouder te slaan;
4.
hij op of omstreeks 07 juni 2017 te Zwolle, althans in Nederland, [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 1] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer 3] met kracht aan haar arm vast te houden en/of met harde hand te
begeleiden en/of te duwen en/of
- die [slachtoffer 1] aan zijn keel vast te grijpen en/of dicht te knijpen;
5.
hij In of omstreeks 07 december 2016 tot en met 28 juni 2017 te Zwolle,
althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] ,
door
- die [slachtoffer 3] veelvuldig/meermalen (ongewenst en/of hinderlijk) telefonisch te
benaderen (ook nadat aan hem te kennen is gegeven dat dit ongewenst is) en/of
- die [slachtoffer 3] veelvuldig/meermalen (ongewenst en/of hinderlijk) fysiek te
benaderen door onder weer op haar werk te verschijnen en/of (op
hinderlijke/intimiderende/dwingende/beledigende wijze) zijn ongenoegen over
[slachtoffer 3] (en hun scheiding) aan haar en/of haar partner en/of haar collega’s,
(op agressieve wijze) te uiten,
met het oogmerk die [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen.

3.De voorvragen

Ingevolge de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dient de rechtbank te beraadslagen op de grondslag van de tenlastelegging. De tenlastelegging strekt er daarbij toe voor de procesdeelnemers – zowel voor het openbaar ministerie en de rechter als voor de verdachte en eventueel de benadeelde partij – de inzet van het geding en de te volgen beslissingsstructuur met de vereiste duidelijkheid vast te leggen. Met het oog daarop dient ingevolge artikel 261, eerste lid, Sv de dagvaarding een opgave te behelzen van het feit dat ten laste wordt gelegd, met vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse alsmede de omstandigheden waaronder het zou zijn begaan.
De rechtbank overweegt dat de steller van de tenlastelegging onder feit 2 kennelijk meerdere incidenten gedurende een periode heeft willen omschrijven. De rechtbank is echter niet in staat om vast te stellen op welk incident, op welke tijd en welke plaats de steller van de tenlastelegging het oog heeft bij de in de tenlastelegging opgenomen handelingen. De tenlastelegging voldoet naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet aan de eisen gesteld door artikel 261, eerste lid, Sv en het voor de rechtbank niet duidelijk is wat de inzet van het geding is. Dit betekent dat de dagvaarding voor wat betreft het tenlastegelegde onder 2 nietig moet worden verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor het overige geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Feit 1 en feit 3
4.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde onder 1 niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Vastgesteld kan worden dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] beiden op het lichaam zijn geslagen met een voorwerp, waarbij het aannemelijk is dat dat voorwerp de autosleutel betreft waarmee verdachte is uitgestapt en die hij in zijn hand had. Het onder 1 subsidiair en het onder 3 tenlastegelegde kan gelet op de aangiftes van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] wel wettig en overtuigend worden bewezen.
4.1.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor het onder 1 primair tenlastegelegde. De raadsvrouw heeft daarnaast gesteld dat er ter zake het onder 1 subsidiair en het onder 3 tenlastegelegde sprake is van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring voor mishandeling te komen, omdat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] er niet bij waren toen de confrontatie tussen verdachte en [slachtoffer 1] begon. Niet kan daarom worden uitgesloten dat [slachtoffer 1] de confrontatie is begonnen.
4.1.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de hierna als bijlage aangehechte bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte heeft 14 jaar lang een relatie gehad met mevrouw [slachtoffer 3] . Op 6 december 2016 is zij bij verdachte weggegaan. Verdachte wilde graag dat zij bij hem terug zou komen en dat zij de voorgenomen scheiding niet door zou zetten. Op 28 juni 2017 is verdachte naar de kerk in Wijthmen gegaan. [slachtoffer 3] was daar aanwezig, omdat zij dirigent is en repetities met het zangkoor had. Op het moment dat haar nieuwe vriend [slachtoffer 1] , organist van de kerk aldaar, aankwam zag hij de auto van verdachte bij de kerk geparkeerd staan. Hij heeft [slachtoffer 3] gealarmeerd. Toen [slachtoffer 1] naar de ingang van de kerk liep kwam verdachte op hem aflopen en begon hem te slaan. [slachtoffer 1] probeerde zich af te weren maar kwam op een gegeven moment ten val. Nadat hij was opgestaan ging verdachte door met het stompen tegen het lichaam van [slachtoffer 1] . Vervolgens heeft verdachte met zijn autosleutel in de arm van [slachtoffer 1] gestoken. [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] , voorzitter van het koor, zijn de kerk uitlopen en liepen naar het voorval toe. [slachtoffer 3] probeerde verdachte van [slachtoffer 1] af te houden en ging tussen hen in staan, waarna zij ook geslagen werd door verdachte. Toen daarop [slachtoffer 2] wilde ingrijpen werd ook hij door verdachte met de autosleutel geslagen.
Verdachte heeft verklaard dat het klopt dat hij op 28 juni 2017 naar de kerk in Wijthmen is gegaan, maar dat hij daar werd opgewacht door [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en dat zij hem uitdaagden. Het is in het geheel niet gebleken dat aangevers wilden dat verdachte naar de kerk kwam of dat zij hem aldaar uitdaagden. Zij wilden juist door verdachte met rust worden gelaten. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dan ook niet geloofwaardig en niet aannemelijk. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte gepoogd heeft om [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen zoals onder 1 primair is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is gelet op genoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat verdachte [slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem met een autosleutel te steken en ook dat hij [slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem met die autosleutel te slaan, zodat het subsidiair tenlastegelegde onder 1 wettig en overtuigend kan worden bewezen. Ook kan wettig en overtuigend worden bewezen dat hij [slachtoffer 3] heeft mishandeld door haar te slaan zoals onder 3 is ten laste gelegd.
4.2
Feit 4
4.2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de mishandeling van [slachtoffer 1] wettig en overtuigend kan worden bewezen, gelet op de aangifte en de verklaring van getuigen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Van de mishandeling van [slachtoffer 3] dient verdachte te worden vrijgesproken nu niet kan worden bewezen dat zij pijn en/of letsel heeft bekomen.
4.2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat de mishandeling van [slachtoffer 3] niet kan worden bewezen, nu zij geen aangifte daarvan heeft gedaan. Met betrekking tot de mishandeling van [slachtoffer 1] refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.2.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de hierna als bijlage aangehechte bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 7 juni 2017 was [slachtoffer 1] met het kerkkoor aan het repeteren in de kerk te Wijthmen. Op het moment dat zij even pauze hielden kwam verdachte de kerk binnen lopen. Verdachte liep direct op [slachtoffer 1] af en gebaarde naar hem dat hij mee moest komen en zei daarbij op dreigende toon “Mee naar buiten”. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] liepen met verdachte mee naar buiten, waar zij een gesprek met elkaar voerden. Op enig moment is het gesprek uit de hand gelopen en heeft verdachte de keel van [slachtoffer 1] vastgegrepen en dichtgeknepen. [slachtoffer 1] voelde pijn en hij wist zich na enige tijd zelf los te maken uit de greep van verdachte.
De rechtbank is gelet op deze feiten en omstandigheden van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte [slachtoffer 1] heeft mishandeld. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte toen ook [slachtoffer 3] heeft mishandeld, zodat verdachte van dit deel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken.
4.3
Feit 5
4.3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit wettig en overtuigend kan worden bewezen, gelet op de aangiftes en het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant Webbink.
4.3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat de tenlastegelegde periode is op te delen in twee periodes. In het eerste deel van die periode zijn wel een aantal WhatsApp berichten gestuurd maar de raadsvrouw heeft gesteld dat het vanzelfsprekend is dat er bij een scheiding nog contact wordt gehouden, zodat dit niet direct als stalking moet worden gezien. In de latere periode heeft verdachte [slachtoffer 3] driemaal opgezocht en dit is onvoldoende stelselmatig om tot een bewezenverklaring van stalking te komen.
4.3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de hierna als bijlage aangehechte bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte heeft, zoals hierboven reeds is aangegeven, 14 jaar lang een relatie gehad met [slachtoffer 3] . Op 6 december 2016 is zij bij verdachte weggegaan. Verdachte wilde graag dat zij bij hem terug zou komen en heeft vanaf het moment dat ze weg ging tot 28 juni 2017 talloze sms-berichten en WhatsApp berichten naar [slachtoffer 3] gestuurd. Ook heeft hij haar meerdere keren gebeld en dan liet hij voicemail berichten achter waarin hij zei dat hij van haar hield en dat zij bij hem terug moest komen. Dit terwijl [slachtoffer 3] vanaf het begin aan verdachte duidelijk heeft gemaakt dat zij niet bij hem terug zou komen en dat ze wilde dat hij haar met rust zou laten. Op 14 maart 2017 heeft een gesprek op het politiebureau plaatsgevonden om tot een oplossing te komen. Na dit gesprek is verdachte doorgegaan met het zoeken van contact met [slachtoffer 3] en heeft hij haar meerdere keren op haar werk opgezocht. Waarbij dat op 7 juni 2017 en 28 juni 2017 heeft geleid tot een fysieke confrontatie tussen verdachte en [slachtoffer 3] en haar nieuwe partner, [slachtoffer 1] .
Verdachte heeft ter zitting bekend dat toen [slachtoffer 3] bij hem weg ging, hij haar terug wilde en hier alles aan wilde doen.
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht (Sr) zijn van belang de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, alsmede de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
Gelet op de vele berichten met een dwingend en ook dreigend karakter die verdachte in een periode van bijna zeven maanden heeft gestuurd aan [slachtoffer 3] en waar zij, klaarblijkelijk, gezien haar reacties, niet van gediend was, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer. Toen [slachtoffer 3] het nummer van verdachte op haar telefoon blokkeerde zocht hij haar bij haar werk op. [slachtoffer 3] is door verdachte herhaaldelijk ongevraagd lastig gevallen. Verder is de rechtbank van oordeel dat de gedragingen van verdachte te bestempelen zijn als wederrechtelijk nu [slachtoffer 3] duidelijk heeft gemaakt dat zij met rust wilde worden gelaten. Er heeft op 14 maart 2017 een bemiddelingsgesprek op het politiebureau plaatsgevonden teneinde verdachte te laten stoppen met het zoeken van contact. Verdachte heeft na afloop van dat gesprek beloofd [slachtoffer 3] niet meer lastig te zullen vallen. Niettemin is verdachte door gegaan met het sturen van berichten en het opzoeken van en het zoeken van contact met [slachtoffer 3] .
Voorts leidt de rechtbank uit de verklaring van verdachte en de inhoud van de berichten af dat verdachte de bedoeling had [slachtoffer 3] te bewegen weer bij hem terug te komen en de scheiding niet door te zetten.
De rechtbank acht op grond van de voorgaande bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1. subsidiair.
hij op 28 juni 2017 te Zwolle [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer 1] meermaals, met zijn vuist op/tegen zijn hoofd, borst en/of armen te slaan en
- die [slachtoffer 1] in zijn bovenarm te steken met een autosleutel en
- die [slachtoffer 2] te slaan met een autosleutel;
3.
hij op 28 juni 2017 te Zwolle [slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] met zijn vuist tegen haar linkerwang en schouder te slaan;
4.
hij op 7 juni 2017 te Zwolle [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] aan zijn keel vast te grijpen en dicht te knijpen;
5.
hij in de periode van 7 december 2016 tot en met 28 juni 2017 te Zwolle, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] , door
- die [slachtoffer 3] veelvuldig ongewenst en hinderlijk telefonisch te benaderen, ook nadat aan hem te kennen is gegeven dat dit ongewenst is en
- die [slachtoffer 3] meermalen ongewenst en hinderlijk fysiek te benaderen door onder meer op haar werk te verschijnen en/of (op hinderlijke/intimiderende/dwingende/beledigende wijze) zijn ongenoegen over [slachtoffer 3] en hun scheiding aan haar en haar partner en haar collega’s, op agressieve wijze te uiten,
met het oogmerk die [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen en vrees aan te jagen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 285b en 300 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 subsidiair
het misdrijf: mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 3 en feit 4
telkens het misdrijf: mishandeling;
feit 5
het misdrijf: belaging.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijk deel dienen als bijzondere voorwaarden een meldplicht, contactverbod en een locatieverbod te worden verbonden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht bij het bepalen van de straf rekening te houden met de vreemdelingenstatus van verdachte. Zij heeft gesteld dat indien aan verdachte een gevangenisstraf langer dan zes maanden wordt opgelegd zijn verblijfsvergunning zal worden ingetrokken.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft gedurende een periode van iets meer dan een half jaar een stelselmatige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vrouw, [slachtoffer 3] . Hij heeft haar vele berichtjes gestuurd en gebeld met de bedoeling haar terug te krijgen en er voor te zorgen dat zij een voorgenomen scheiding niet zou doorzetten. Ondanks dat [slachtoffer 3] op verschillende momenten aan verdachte te kennen heeft gegeven met rust gelaten te willen worden, heeft dit verdachte er niet van weerhouden sms-berichten te sturen en bij het werk van [slachtoffer 3] te verschijnen. Daarbij heeft verdachte tweemaal de nieuwe partner van [slachtoffer 3] mishandeld. Ook heeft hij bij een incident op 28 juni 2017 [slachtoffer 3] geslagen en de heer [slachtoffer 2] met een autosleutel geslagen. Door [slachtoffer 3] , haar nieuwe partner [slachtoffer 1] en ook anderen in haar omgeving is dit alles als zeer hinderlijk en bedreigend ervaren. Het bedreigende en intimiderende handelen van verdachte heeft bovendien tot grote beroering geleid in de kerkgemeenschap waar [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] hun werkzaamheden als dirigent en organist hadden. Beiden voelden zich gedwongen om hun werk te beëindigen zodat de gemeenschap geen last meer zou hebben van deze situatie en de leden zich weer veilig zouden voelen. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Bij het bepalen van de straf en de omvang daarvan houdt de rechtbank rekening met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De rechtbank heeft daarnaast rekening gehouden met het feit dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 29 maart 2018 niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank kennis genomen van het over verdachte opgemaakte Pro-Justitia rapport van 27 september 2017, opgesteld door R.A. Sterk psycholoog. De psycholoog concludeert dat bij verdachte geen ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens is geconstateerd en dat daar ook ten tijde van het tenlastegelegde geen sprake van was. Derhalve kan het tenlastegelegde verdachte volledig worden toegerekend en is het niet mogelijk een behandeladvies te geven. De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog over en maakt die tot de hare.
De rechtbank houdt daarnaast rekening met het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 11 oktober 2017, van [naam] . Daarin is vermeld dat het lastig is om conclusies te trekken en een inschatting te maken van de eventuele kans op recidive, nu verdachte ontkent. Er zijn geen aanwijzingen bij verdachte voor achterliggende problematiek of aanknopingspunten voor noodzaak tot gedragsverandering. Wel wordt in het kader van risicobeheersing oplegging van een aantal bijzondere voorwaarden geadviseerd die tevens strekken tot bescherming van [slachtoffer 3] .
De rechtbank is, alles overwegende, van oordeel dat het passend en geboden is aan verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 200 uren. Om verdachte er van te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen, zal de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden opleggen en daaraan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.579,88, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- jas beschadigd € 40,00;
- blouse beschadigd € 43,00;
- bril beschadigd € 146,88;
- vrijwilligersvergoeding koor € 100,00.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 1.250,00 gevorderd.
[slachtoffer 3]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 3.621,40, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- verlies van arbeidsvermogen € 1.264,23;
- beveiligingscamera € 168,99;
- camera en externe harde schijf € 518,78;
- bijeenkomst koor € 169,40.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 1.500,00 gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de beide vorderingen geheel kunnen worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat het door [slachtoffer 3] gevorderde voor het installeren van beveiligingscamera’s niet toewijsbaar is, gelet op jurisprudentie aangaande rechtstreekse schade. Ten aanzien van het verlies aan arbeidsvermogen stelt de raadsvrouw dat [slachtoffer 3] voor dat deel niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, gelet op de schadebeperkingsplicht en het feit dat ze zelf is gestopt met werken. Subsidiair zou alleen het netto verlies aan verdienvermogen kunnen worden toegewezen en niet het bruto verdienverlies zoals dat door haar wordt gevorderd. De schade die wordt gevorderd onder de post ‘bijeenkomst koor’ staat niet in rechtstreeks verband met de feiten, zodat ook dat deel niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 1] heeft de raadsvrouw gesteld dat de gevorderde schade voor de kapotte bril niet kan worden toegewezen, omdat de bril reeds vijf jaar oud was en verzekeringen een afschrijvingstermijn van vijf jaren hanteren voor brillen.
De raadsvrouw stelt dat het door beide benadeelden als immateriële schade gevorderde bedrag te hoog is in vergelijking met andere uitspraken en zij verzoekt de rechtbank bij de toewijzing daarvan gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] .
De door [slachtoffer 3] onder de post ‘bijeenkomst koor’ opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet voldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De overige door zowel [slachtoffer 3] als [slachtoffer 1] opgevoerde materiële schadeposten zijn onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk, zodat de rechtbank dit zal toewijzen
Hoewel de raadsvrouw de hoogte van het gevorderde bedrag aan immateriële schade heeft betwist, is de rechtbank van oordeel dat de omvang van de immateriële schade naar redelijkheid en billijkheid kan worden vastgesteld op € 1.250,-- voor [slachtoffer 1] en € 1.500,-- voor [slachtoffer 3] .
De rechtbank zal het door [slachtoffer 3] gevorderde toewijzen tot een totaalbedrag van € 3.452,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 28 juni 2018.
De rechtbank zal het door [slachtoffer 1] gevorderde toewijzen tot een totaalbedrag van
€ 1.579,88, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 28 juni 2018.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
nietigheid
- verklaart de dagvaarding voor wat betreft het tenlastegelegde onder 2 nietig;
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder 1 subsidiair, 3, 4 en 5 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair
het misdrijf: mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 3 en feit 4
telkens het misdrijf: mishandeling;
feit 5
het misdrijf: belaging;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde onder 1 subsidiair, 3, 4 en 5;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- op geen enkele wijze rechtstreeks, anders dan door middel van een advocaat in het kader van de afwikkeling van de boedelscheiding, contact opneemt en/of onderhoudt met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 2] 1979, en de heer [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 3] 1964, zo lang de reclassering dit nodig acht;
- zich niet ophoudt binnen een straal van één kilometer van de woning van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1979, welke woning is gelegen aan de [adres 2] , zo lang de reclassering dit nodig acht;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1]van een bedrag van
€ 1.579,88, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feit en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.579,88,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
25 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 3]van een bedrag van
€ 3.452,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.452,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
44 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3] , voor een deel van
€ 169,40niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.R. Schimmel, voorzitter, mr. A.A.A.M. Schreuder en mr. R.M. van Vuure, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2018.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland, district IJsselland, districtsrecherche met nummer [nummer] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair en feit 3
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 29 juni 2017, pagina’s 111 en 112, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Inmiddels heb ik een relatie gekregen met [slachtoffer 3] en sinds mei 2017, wonen wij samen.
Dit kan [verdachte] niet hebben en sindsdien valt hij mij en [slachtoffer 3] lastig door stalking,
mishandeling, bedreiging en poging doodslag.
Op 28 juni 2017, vanavond tussen 21.00 uur en 21.15 uur, is dit uit de hand gelopen. Mijn vriendin was voor de repetitie voor het zangkoor in de parochie te Wijthmen aan de [adres 3] . Ik ben organist van dit koor van de Rooms katholieke kerk en kwam wat later. Toen ik aankwam rijden bij de parochie kerk, zag ik dat de personenauto, merk Opel, type Corsa, kenteken [kenteken] , kleur grijs, in de berm voor de kerk stond. Deze auto is namelijk van [verdachte] . Ik zag dat de mij bekende [verdachte] voor deze auto stond. Nadat ik de auto had geparkeerd op de parkeerplaats en naar de kerk ingang liep kwam [verdachte] plotseling vanuit een nisje op mij af. Hierbij probeerde hij mij daarbij direct te slaan met zijn handen cq gebalde vuisten, gericht op mijn hoofd. Dit kon ik in het begin nog afweren maar kwam vervolgens ten val. Intussen kwam vriendin [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] , de voorzitter van het koor, tevens contactpersoon van haar erbij. Vervolgens kon ik intussen opstaan en begon [verdachte] mij wederom te stompen met 1 van zijn gebalde vuisten. Hierbij werd ik meerdere malen geraakt op mijn hoofd (waarbij mijn bril afviel) en geraakt op mijn borst en armen. Ik voelde hierdoor hevige pijn aan mijn lichaam. Vervolgens voelde ik dat ik plotseling werd gestoken in mijn rechter bovenarm door [verdachte] . Dit gebeurde vermoedelijk met een autosleutel of iets dergelijks die hij in 1 van zijn handen had. Ik voelde vervolgens hevige pijn aan mijn rechter bovenarm. Tevens zag ik dat er bloed uit mijn rechter bovenarm kwam en aldaar een verwonding zat. Tevens zag ik ook dat ik bloed aan mijn linker elleboog had, een verwonding vermoedelijk veroorzaakt door de val die ik had gemaakt. Ik voelde hierdoor pijn aan mijn elleboog. Tijdens deze mishandeling riep [verdachte] : “Ik ga nu naar je moeder, althans soort gelijke woorden”. Vervolgens sprong mijn vriendin [slachtoffer 3] tussen mij en [verdachte] om erger te voorkomen. Hierop zag ik dat [verdachte] [slachtoffer 3] volop met 1 van zijn vuisten raakte op haar hoofd en gezicht. Hierdoor liep zij. o.a. een pijnlijke plek op in het gezicht. Tevens zag ik dat [verdachte] mijn vriendin [slachtoffer 3] meerdere malen stompten met zijn
gebalde vuisten op haar boven lijf. Vervolgens schoot voorzitter [slachtoffer 2] , ons te hulp. Ik zag dat [verdachte] vervolgens [slachtoffer 2] probeerde te stompen met in 1 van zijn handen
de autosleutel. Ik weet niet of [slachtoffer 2] hierbij werd geraakt. Hierbij riep [verdachte] , verschillende dingen in gebroken Nederlandse taal. Ik kon niet goed horen welke woorden hij schreeuwde. Hierna zag ik dat [verdachte] stopte op ongeveer 2 meter, zich omdraaide en naar zijn auto liep en schreeuwde: “Ik ga naar je moeder toe”. Intussen had mijn vriendin [slachtoffer 3] de alarmknop van haar AWARE-systeem ingedrukt waardoor de politie werd gealarmeerd. Toen ik achter [verdachte] aan wilde rijden met mijn auto om te kijken of hij naar mijn moeder ging, kwam ik halverwege op de [adres 4] te Zwolle de politieauto tegen waarna ik mijn verhaal kon doen van dit incident. Ik voel pijn door de mishandeling door [verdachte] en mij bedreigd met de dood met het mes. Ik was bang dat [verdachte] mij daadwerkelijk iets aan wilde doen met het mes dat hij bij zich had. Ik was ook bang dat hij [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] iets wilde aan doen met het mes.
2.
Het geschrift, te weten de letselrapportage van drs. W. Duijst, forensische arts KNMG, werkzaam bij GGD IJsselland, betreffende letselbeschrijving van [slachtoffer 1] , van 10 juli 2017, pagina’s 116 en 117, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Borst: Aan de rechterzijde van de borst bevindt zich een huidafwijking. Deze is rond met een doorsnee van ongeveer 0,5 cm. Het is een rode, scherp begrensde wond, In het verlengde van deze wond is een rode streep zichtbaar in de richting van het borstbeen. Deze roodheid is onscherp begrensd (Zie foto’s 2 en 3)
Rug: Op het rechter schouderblad is een ronde huidafwijking zichtbaar van ongeveer 0,3 cm doorsnee. Het is een rode, scherp begrensde wond, volledig door de huid heen. Rondom is wat slecht begrensde roodheid zichtbaar met een doorsnee van 1,5cm. Onder deze wond zijn 2 lichtrode strepen onder elkaar te zien met een lengte van 2 en 1cm. (Zie foto’s 4 en 5)
In de rechter flank zijn 2 diagonale, streepvormige rode afwijkingen zichtbaar onder elkaar. Beide zijn ongeveer 7cm lang. De strepen zijn redelijk goed afgegrensd. Aan het bovenste uiteinde van de bovenste streepvormige afwijking is een ronde, rode afwijking te zien van ongeveer 0,3 cm doorsnee, waar de huid iets meer beschadigd is en waar een wat vochtige wondbodem zichtbaar is. (Zie foto 6)
Linker arm: Op de linker elleboog is roodheid zichtbaar, met een bloederige wondbodem. Dit
gebied is ovaal ter grootte van 6-2,5 cm. Hieronder bevinden zich een aantal rode vlekken. Het is scherp begrensd. (Zie foto 8)
Rechter arm: Op de rechter bovenarm is een bloedende wond zichtbaar. Deze is rond met een
doorsnee van ongeveer 0,7 cm. Het is een rode, scherp begrensde wond, waarvan de diepte niet te beoordelen is. (Zie foto 9) Op de rechter elleboog is een streepvormige huidbeschadiging zichtbaar van ongeveer 2,5 cm lang. Dit is een lichtrode, ondiepe wond, die niet volledig door de huid heen gaat. Vlak naast de kras is tevens onscherp begrensde, roodheid zichtbaar van ongeveer 2-1 ,5 cm. Op de elleboog zit nog een onscherp begrensde
rode verkleuring met wat lichte zwelling rondom. Dit gebied is ongeveer 4-2 cm groot. (Zie foto 10) Aan de bovenzijde van de rechter onderarm bevindt zich een rode streepvormige
huidbeschadiging, waarbij de bovenlaag van de huid is beschadigd. Het is matig scherp begrensd. De lengte van de wond is ongeveer 3 cm. (Zie foto 11)
Beoordeling letsel:
De wond op rechter bovenarm en de rug zijn steekwonden. Het letsel op de borst is een steekwond met kraswond. Steekwonden ontstaan door met een (matig) scherp voorwerp te perforeren. De vorm van de geconstateerde steekwond past niet bij steken met een mes of schaar maar veel beter bij steken met een minder scherp voorwerp. Kraswonden ontstaan door met een matig scherp voorwerp over de huid te bewegen. Het letsel op de beide ellebogen en de rechter bovenarmzijn kras- en schaafwonden. Kras-en schaafwonden ontstaan door respectievelijk met een puntvormig voorwerp of een ruw oppervlak langs de huid te bewegen. Kraswonden zijn smal. Schaafwonden zijn breder. Het totaal aan letsel van steek- en kraswonden kan goed passen bij het door BE vertelde verhaal. De schaafwonden op de ellebogen kunnen passen bij een val op de grond. Het tijdstip van ontstaan is kort geleden, omdat sommige wonden nog steeds bloedden. Het letsel resulteert is een score van 1 (gering) op de AlS. Gezien het vermoedelijke steekwapen is het niet mogelijk om daarmee schade in de borst te veroorzaken. Bij steekwonden bestaat het gevaar dat een wond infecteert. Het herstel zal, zonder complicaties, ongeveer 3 weken kunnen duren. Mogelijk blijven littekens zichtbaar aanwezig. Het letsel kan mogelijk passen bij hetgeen door slachtoffer aangegeven werd tot toedracht van het letsel.
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 30 juni 2017, pagina 83, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Vanavond woensdag 28 juni 2017 hadden we weer repetitieavond van het koor. Ik doe in vervolg de deur van de kerk op slot zodat hij niet binnen kan komen. Mijn vriend komt normaliter ook maar die kon niet op tijd komen. We beginnen om 20.00 uur. Omstreeks 21.15 uur werd ik gebeld door mijn vriend en die zei dat mijn ex-man voor de kerk stond. Ik ben toen naar buiten gegaan en heb direct mijn Aware knop ingedrukt. Toen ik buiten kwam zag ik de auto van mijn ex-man staan. Ik zag dat de grijze Opel Corsa met het kenteken
[kenteken] in de berm stond, verder zag ik niemand. Ik hoorde toen geschreeuw naast de kerk en ben daar naar toegelopen. Ik zag dat mijn ex-man aan het vechten wilde met mijn vriend. Ik zag dat mijn vriend mijn ex-man tegen wilde houden en van zich af wilde houden maar dat lukte niet echt. Ik zag dat mijn ex-man mijn vriend sloeg en dat mijn vriend hierbij op de grond viel. Ik ben er toen tussen gesprongen. Toen begon mijn ex-man mij te duwen. Ik zag toen dat hij weg liep in de richting van de heer [slachtoffer 2] . Ik zag dat mijn ex-man sleutels in zijn linkerhand had en dat hij zijn hand als vuist gebald had. Ik zag dat mijn ex-man naar [slachtoffer 2] liep en dat hij hem ook begon te slaan. Ik zag dat mijn ex-man [slachtoffer 2] sloeg met de vuist waar hij de sleutels in had. Ik ben daar toen naar toe gelopen en wilde ze weer uit elkaar halen. Ik kreeg toen ook een harde klap met de vuist van mijn ex-man. Ik zag en ik voelde dat hij mij hard op mijn gezicht sloeg. Ik voelde dat hij mij raakte op mijn linkerwang. Ik voelde toen enorme pijn in mijn gezicht en het werd mij even helemaal zwart voor de ogen. Ook voelde ik een harde klap op mijn schouder. Toen zag ik dat hij naar zijn auto liep. Ik zag dat hij een mes uit zijn auto pakte. Ik zag dat hij die pakte vanaf de bestuurders kant. Ik heb toen tegen hem gezegd dat hij niet zo gek moest doen. Ik zag dat het een mes was met een bruin handvat en dat je het dicht kunt klappen. Ik zag dat hij met het mes aan het zwaaien was en ik hoorde dat hij tegen mij zei dat hij mijn kop eraf zou snijden. Ik zag dat hij toen snijdende bewegingen maakte met het mes langs zijn keel. Op een gegeven moment stond hij met het mes bij mijn vriend en mijn ex-man begon weer te duwen met het mes in zijn hand. Ik heb niet echt gezien dat mijn ex-man stekende bewegingen maakte maar ik zag op een gegeven moment wel mijn vriend bloeden. verder heb ik niet veel gezien. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
4.
Het geschrift, te weten de letselrapportage van drs. W. Duijst, forensische arts KNMG, werkzaam bij GGD IJsselland, betreffende letselbeschrijving van [slachtoffer 3] , van 10 juli 2017, pagina’s 86 en 87, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hoofd: Er zijn twee gebieden met rode verkleuring en zwelling zichtbaar in het gelaat links, nl. op het jukbeen en ter hoogte van de linker onderkaak. De beide gebieden van roodheid zijn onscherp begrensd in een ovaal/ronde vorm. Het gebied op het jukbeen is 7-3 cm. Het gebied op de onderkaak is 5-3 cm.
linker arm + hand: Er is een lichte rode verkleuring zichtbaar op de linker bovenarm met daarin huidkleurige gebieden. Het gebied is zeer onscherp begrensd en is ongeveer 9- 7cm groot. (Zie foto’s 2 en 3)
Aan de binnenzijde van de linker arm is een zeer onscherp begrensd gebied met lichte roodheid zichtbaar van ongeveer 15-7cm. (Zie foto 4)
Rechter arm + hand: Net boven de rechter elleboog wordt een rood-blauwe, matig scherp begrensde huidafwijking gezien van ongeveer 3-1,5cm in een ovale vorm. De schade is niet
volledig door de huid heen, er zijn lichtrode puntjes zichtbaar. (Zie foto’s 5 en 6)
Beoordeling letsel:
De letsels in het gelaat zijn bloeduitstortingen. Bloeduitstortingen ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld. Het letsel in het gelaat zoals dat te zien is bij
BE is waarschijnlijk ontstaan door twee keer een impact. De huidafwijkingen op de linker bovenarm zijn aspecifiek. Roodheid kan ontstaan door huidziekten of door het uitoefenen van een kracht op de arm. Het knijpen in de arm is daarbij een mogelijkheid. De huidafwijking op de rechter elleboog is een bloeduitstorting met een geringe schaafwond. Een dergelijk afwijking ontstaat door een stomp uitwendige krachtsinwerking gecombineerd met schaven langs een ruw oppervlak. De afwijking op de rechter elleboog zou kunnen passen bij een val op deze arm. Het herstel zal waarschijnlijk 2 weken duren. Met name het verdwijnen van het letsel aan de rechter arm en het gezicht zal ongeveer deze tijd in beslag nemen.
5.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 29 juni 2017, pagina’s 130 en 131, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Vandaag, woensdag 28 juni 2017 omstreeks 20.00 uur was ik in de kerk aan de
[adres 3] . Ik ben een zanger van een koor en vanavond waren wij hier om te oefenen. We hadden de kerk op slot gedaan omdat wij weten dat onze dirigente
[slachtoffer 3] bedreigd wordt door haar ex-man. Ik weet dat zijn voornaam [verdachte] is. Het is
tegen onze principes in om de kerkdeuren op slot te doen maar het moet wel omdat [verdachte] al vaker bij de kerk is geweest om [slachtoffer 3] te bedreigen. We weten dat [verdachte] tot alles in staat is. Omstreeks 20.45 uur hadden wij koffiepauze. We waren koffie aan het drinken toen ik zag dat [slachtoffer 3] een telefoontje binnen kreeg. Ik hoorde niet wat voor een gesprek het was maar ik zag dat [slachtoffer 3] ineens de kerk uit rende. Ik zag dat ze naar de voorzijde van de kerk liep. Ik zag dat [slachtoffer 3] door de deuren van de kerk naar buiten liep. Ik ben er meteen achteraan gerend omdat ik haar wilde beschermen. Ik ben vervolgens naar buiten gerend. Ik zag dat op de parkeerplaats [verdachte] met [slachtoffer 1] aan het vechten was. [slachtoffer 1] is de huidige vriend van [slachtoffer 3] en tevens organist van het koor. Ik zag dat [verdachte] in zijn rechterhand een autosleutel had. Hij had het handvat in zijn vuist en het sleutelgedeelte stak uit zijn vuist naar beneden. Met dezelfde hand maakte hij hakkende bewegingen richting [slachtoffer 1] . Met die hakkende bewegingen probeerde [verdachte] [slachtoffer 1] open te halen. Ik zag dat [verdachte] met een gebalde vuist [slachtoffer 1] op zijn gezicht sloeg, ik zag dat [verdachte] dit met volle kracht deed. Ik hoorde [verdachte] schreeuwen: ‘IK MAAK JE KAPOT’. Terwijl hij dit zei maakte hij een snijbeweging langs zijn keel. [slachtoffer 1] probeerde zichzelf te verdedigen en terug te vechten. Ik liep naar beide toe en heb samen met [slachtoffer 3] geprobeerd beide mannen uit elkaar te halen. Het lukte niet want [verdachte] was door het dolle heen. Ik zag vuur in zijn ogen. Ik zag dat [verdachte] de bril van [slachtoffer 1] van zijn hoofd af sloeg. Ik zag dat [verdachte] met zijn rechtervuist [slachtoffer 3] op haar gezicht sloeg. Ik zag dat hij haar met volle kracht op haar rechterwang raakte. Ik zag dat hij [slachtoffer 3] meerdere keren met
de vuist op haar gezicht sloeg. Ik zag dat hij hierbij zijn arm naar achteren haalde en met volle kracht sloeg. Vervolgens zag ik dat [verdachte] zich tot mij keerde en met de sleutel in zijn rechterhand ook hakbewegingen richting mij maakte. Ik zag dat [verdachte] mij aankeek en drie of vier keer een hakbeweging richting mij maakte. Dit deed hij met volle kracht. Hij keek mij
recht in de ogen aan. Ik probeerde [verdachte] met beide handen van mij af te duwen. Ik hoorde [slachtoffer 3] tegen [verdachte] schreeuwen dat hij weg moest gaan. Ik zag dat [verdachte] vervolgens terug liep naar zijn auto. Dit betrof de grijze Opel Corsa. Ik hoorde dat hij nog wat roepen maar kon niet verstaan wat hij riep. Ik zag dat hij op de bestuurdersstoel van de auto stapte. Ik zag dat hij hard weg reed in de richting van Wijthmen. Ik hoorde [slachtoffer 3] zeggen dat hij naar de moeder van [slachtoffer 1] zou gaan. Ik zag dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] ook in een auto stapte en richting Wijthmen reed. Vervolgens zag ik dat ik een snee op mijn rechterarm had. Dit was een snee van ongeveer 7 centimeter lang en een 0.5 centimeter breed boven mij pols. Ik denk dat dit door de hakbewegingen met de autosleutel kwam. Ik heb het niet direct gevoeld omdat ik veel adrenaline had. Ik voel nu dat het pijn doet, het wordt ook dik en blauw.
Ten aanzien van feit 4
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 14 juni 2017, pagina’s 150 en 151, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op woensdag 7 juni 2017 liep de situatie uit de hand. Ik was samen met het koor aan het repeteren in de kerk in Wijthmen, gelegen aan de [adres 3] . Omstreeks 21:00 uur zag ik dat de verdachte de kerk binnen kwam gelopen. Wij hadden op dat moment net pauze. Ik zag dat de verdachte een handgebaar maakte naar mij met de bedoeling om mij mee te krijgen. Ik zat op dat moment op de bank en keek in de richting van de verdachte. Ik merkte op dat de verdachte al een agressieve houding had bij binnenkomst. Ik hoorde dat de verdachte tegen mij riep: “Meekomen” of woorden van gelijke strekking. Ik hoorde dat de verdachte dit niet vragend deed maar mij sommeerde om mee te komen. Ik zag dat verdachte naar mij toe bleef lopen en ik hoorde dat hij bleef schreeuwen. Ik stond rustig op, zodat ik niet de indruk wilde wekken mee te gaan in zijn gedrag. Ik gaf aan dat ik wilde praten. Ik hoorde dat verdachte het gesprek probeerde te voeren achter in de kerk. Ik hoorde dat verdachte aangaf een gesprek aks mannen onder elkaar te willen. Ik gaf aan dat we dit niet in de kerk gingen doen omdat dit niet de juiste plaats was. Ik zag dat [slachtoffer 3] inmiddels bij mij was gekomen waarna we met zijn drieën naar buiten zijn gelopen. Ik zag dat verdachte zich op mij richtte. Ik zag dat verdachte zich groot maakte en een handgebaar maakte met zijn vuist. Ik zag dat verdachte mij vervolgens naar de keel greep. Ik zag dat de verdachte met een hand mijn keel dichtkneep. Ik voelde dat de verdachte zijn rechterhand ter hoogte van mijn adamsappel plaatste. Ik voelde dat ik een moment geen lucht kreeg. Ik voelde op het moment dat de verdachte mijn keel dichtkneep dat het pijn deed. Ik voelde een duidelijke druk op mijn strothoofd.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] van 5 juli 2017, pagina 93, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige:
Als koor repeteren wij van 20:00 uur tot 22:00 uur. Om 21:00 uur is er koffie drinken. De kerk is ook altijd open tijdens de repetitie. Ik weet nog dat [verdachte] de kerk binnen kwam lopen en zegt op een dreigende toon tegen [slachtoffer 1] : “mee naar buiten”. [slachtoffer 3] moest binnen blijven. Ook ik mocht niet mee naar buiten. Ik hoorde en zag dat hij [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] met de door bedreigde. Ik zag dat [verdachte] met zijn rechterhand een snijdende beweging over zijn keel maakte. Hierbij riep hij dat hij de beiden dood zou maken. [verdachte] stond toen met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] enkele meters voor de ingang van de kerk. Ik stond daar ongeveer een meter vanaf en kon dus goed horen en zien wat [verdachte] deed en zei. Even later zag ik dat [verdachte] [slachtoffer 1] bij zijn keel; greep en stevig aandrukte. Even later zag ik de sporen hiervan nog op de keel van [slachtoffer 1] .
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 14 juni 2017, pagina 144, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Op 7 juni 2017 had ik een repetitie met mijn koor in de kerk in Wijthmen. Tijdens de repetitie, omstreeks 21:00 uur, zag ik dat [verdachte] de kerk in kwam lopen. Op dat moment hadden wij pauze. Ik zag dat [verdachte] een handgebaar maakte in de richting van mijn huidige vriend, [slachtoffer 1] . Ik hoorde tevens dat hij riep: “meekomen” of woorden van gelijke strekking. Ik hoorde dat [verdachte] aangaf te willen praten. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] aangaf dit niet ion de kerk te willen doen en dat ze dit buiten moesten bespreken. Ik liep samen met [slachtoffer 1] en [verdachte] naar buiten. (…) In het gesprek richtte [verdachte] zich vervolgens op [slachtoffer 1] . Ik zag dat [verdachte] heel agressief werd in de richting van [slachtoffer 1] . Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer 1] bij de keel vast hield en vast bleef houden.
Ten aanzien van feit 5
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 19 januari 2017, pagina’s 137 tot en met 139, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Ik doe aangifte van stalking. Ik word stelselmatig lastig gevallen door mijn man waarmee ik in scheiding lig. Ik ben 13 juli 2004 getrouwd met [verdachte] geboren [geboortedatum 1] 1965.
We hebben geen kinderen. De afgelopen 6 a 7 jaar hebben wij problemen gehad. [verdachte] kon onverwacht boos worden en vernielde dan goederen in huis. Ik heb ook klappen van hem gehad maar ik heb geen aangifte gedaan. Van de zomer zijn we op vakantie naar Polen geweest en wij hebben toen gelogeerd in het appartement bij mijn ouders. [verdachte] was heel vervelend ook naar mijn ouders toe. Dat was voor mij druppel en ik heb toen besloten om te gaan scheiden. Dat heb ik hem ook verteld. [verdachte] is toen eerder naar Nederland teruggevlogen. Ik ben toen 3 weken langer gebleven. Toen ik thuis kwam deed [verdachte] of er niets aan de hand was. Toch wilde ik de scheiding doorzetten. We zijn bij de huisarts geweest en we hebben samen therapie gevolgd, maar dat werkte niet. Ik ben na 3 weken gestopt met de therapie. Begin december ben ik naar een begrafenis van een neef in Polen geweest. Toen ik terugkwam ben ik naar mijn werkgever in Wijthmen gegaan en heb daar overnacht in de nacht van 5 op 6 december. Ik was bang om naar huis te gaan. Dit is een
opvanghuis voor vrouwen. [verdachte] is daar op 6 december 2016 naar toe gegaan en zag dat ik daar was. [verdachte] heeft daar boos met de directrice gesproken. Ik heb toen besloten weer naar huis te gaan. Thuis kregen wij weer ruzie omdat [verdachte] niet begrijpt waarom ik wil scheiden.
Vervolgens ben ik ‘s nachts weggegaan en ben ik naar een hotel gegaan. Ik had al een
vluchtkoffer met mijn spullen in de auto liggen. De volgende dag ben ik naar mijn huidige geheime adres gegaan. Sinds die tijd valt [verdachte] mij op diverse manieren lastig, hij belt, stuurt sms’jes, berichten op facebook, valt vrienden en familie lastig, hij heeft gedreigd in het hele dorp Wijthmen brieven over mij rond te sturen.
[verdachte] heeft mij op de volgende tijden gebeld:
7-12-2016 om 23:15 uur: 2 keer
9-12-2016 om 22:39 uur: 2 keer
10-12-2016 om 13:21 uur: 3 keer
11-12-2016 om 22:57 uur: 3 keer
16-12-2016 om 15:14 uur: 7 keer, waarvan 2 keer een voicemailbericht
17-12-2016 om 11:58 uur
19-12-2016 om 20:15 uur: 5 keer, waarvan 1 keer een voicemailbericht
20-12-2016 om 10:31 uur door een vriend van [verdachte]
21-12-2016 om 7:07 uur een sms inhoudende de tekst: “Ik houd van je”
24-12-2016 om 13:21 uur een voicemailbericht
25-12-2016
26-12-2016 om 18:55 uur 2 keer
27-12-2016 om 21:32 uur
1-1-2017 om 00:53 uur
13-1-2017 om 14:44 uur door een vriend
15-1-2017 om 14:44 uur 3 keer door een vriend: neem contact op met [verdachte]
17-1-2017 om 13:16 uur 2 keer en een sms: Er ligt een koek op jouw auto
18-1-2017 om 9:18 uur ik mis je.
Daarnaast heb ik veel facebookberichten van [verdachte] gehad die intimiderend waren; ik zal daar een lijst van samenstellen. Hij bedreigt mij niet maar zegt telkens dat hij mij mist en hij wil niet scheiden. Ik zet de scheiding door, de procedure is al gestart. Verder heeft [verdachte] van 7 december 2016 t/m 7 januari 2016 mijn ouders regelmatig gebeld. Op 13 januari 2016 hebben mijn ouders een brief van [verdachte] ontvangen waarin hij schrijft dat ze naar Nederland moeten komen om onze problemen op te lossen. Ik ben dirigent van 6 koren. [verdachte] heeft bij 4 koren leden regelmatig benaderd met verschillende verhalen over mij, de ene keer was het de schuld van het koor dan weer van de kerk dat wij in scheiding lagen en hoe konden ze zingen met zo’n dirigent, etc.
Ik ben bang dat dit mij mijn baan, ik ben ZZP’er muziekdocent, gaat kosten als [verdachte]
hen lastig blijft vallen of dat ik niet meer gevraagd word voor projectkoren. Dit geeft onrust bij de koren en bij de gemeenschap. Ook wordt [slachtoffer 1] , organist van het koor in Wijthmen, door [verdachte] lastig gevallen. [verdachte] heeft via een koorlid en via de moeder van [slachtoffer 1] , het adres van [slachtoffer 1] gekregen. Er zijn 2 meldingen bij de politie gemaakt dat [verdachte] bij de kerk stond, de ene keer op 11 december 2016 bij de RK kerk te Heino tijdens mijn concert. [verdachte] is op 14 januari 2017 voor de viering van 19.00 uur deze kerk ingegaan en heeft naar mij gevraagd aan diverse mensen. Ik moest die avond dirigeren. Beide keren is de politie ingelicht. Dinsdag 18 januari was er een uitvaart, uit voorzorg is toen de politie ingelicht. [verdachte] is toen niet gezien. De voorzitter is toen naar het werk van [verdachte] geweest en zag daar zijn auto staan. Ik vind het heel erg dat [verdachte] andere mensen stelselmatig lastig valt, enkel om mij terug te krijgen. Ik ga niet naar hem terug en zet de scheiding door. Het lastigvallen van [verdachte] moet stoppen. Hij is nu poeslief, dat was hij altijd al voor de buitenwereld. Maar ik ben bang dat als ik met hem alleen ben hij gewelddadig zal worden als hij zijn zin niet krijgt. Dat heb ik in het verleden al meegemaakt. Ik wil nog aanvullen dat meerdere familieleden door hem zijn benaderd via facebook, ook een nichtje van 14 jaar.
Ik heb op verzoek van de politie [verdachte] een contactverbod brief gestuurd, [slachtoffer 1] heeft
ook een dergelijke brief naar [verdachte] gestuurd waarin hij ook zijn moeder heeft vermeld. Mijn ouders en mijn werkgever hebben zo’n zelfde brief gestuurd. Ik werk bij Stichting [stichting] .
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 30 juni 2017, pagina’s 82 en 83, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Op 6 december 2016 ben ik bij mijn man weggegaan. Wij waren 14 jaar bij elkaar. Mijn
ex-man heet [verdachte] . Wij woonden aan de [adres 5] . In mij relatie met mijn ex-man ben ik meerdere malen geestelijk en fysiek mishandeld. Dit is allemaal gebeurd nadat ik 7 jaar geleden een kind verloor tijdens de zwangerschap. Ik ben ZZP,er maar mocht op een gegeven moment niet meer werken van hem. Ik moest thuis blijven en hij heeft mijn kantoor dat ik aan huis had afgesloten. Op 6 december vorig jaar ben ik dus vertrokken. Ik ben toen ondergedoken. We hebben gelukkig geen kinderen. Toen ik weg was hebben we nog wel telefonisch contact gehouden met elkaar. Dit was voornamelijk omdat ik mijn spullen wilde hebben die nog in de woning lagen. En we moesten de scheiding gaan regelen. Dit verliep niet helemaal zonder problemen maar ik heb uiteindelijk wel mijn spullen uit de woning gehaald en daar was hij niet blij mee. In het begin was hij heel boos. Hij heeft bijna iedereen in mijn omgeving benaderd om maar te vertellen hoe slecht ik was en wat ik hem allemaal had aangedaan. Maar zijn gedrag kon ook zo omslaan. Dan was hij weer poeslief en kreeg ik cadeaus en bloemen en wilde hij dat ik bij hem terug zou komen. Dit wisselende gedrag herhaalde zich regelmatig. Op 1 mei van dit jaar ben ik verhuist naar de [adres 4] . Dit eindelijk is hij er achter gekomen dat ik daar woonde. Ook heeft hij te horen gekregen dat ik een nieuwe vriend had. Toen hij dat gehoord had werd hij heel vervelend naar mij toe. Hij kwam regelmatig naar de kerk toen op zondagen en op
woensdagavonden. Hij deed toen heel raar tijdens de dienst. Ook heeft hij op een dag mijn werkgever klem gereden. Hij heeft haar toen verweten dat zij er achter zo zitten dat ik bij hem weg was gegaan. De dag daarna is hij met bloemen voor haar naar de kerk gekomen om zijn excuses aan te bieden. Mijn werkgever zingt ook in het koor waar vanavond ik dirigent van ben. Op een gegeven moment heb ik aangifte gedaan van stalking door mijn ex—man. Hij bleef mij maar lastig vallen. Uiteindelijk is dit een klacht geworden omdat er nog te weinig was voor stalking. Uiteindelijk is er wel een aangifte van stalking. Ik heb een heel logboek bijgehouden van alles wat hij heeft gedaan en gezegd. Uiteindelijk heb ik ook mijn nummer geblokkeerd voor hem. Toen hadden we helemaal geen contact meer. Rond 20 mei is hij er achter gekomen waar ik verbleef. Hij bleef ook maar in de kerk komen op de momenten dat wij aan het oefenen waren. Op een gegeven moment is hij dus weer in de kerk en heeft toen een hij een heel verhaal opgehangen tegen mijn vriend en tegen de heer [slachtoffer 2] . De heer [slachtoffer 2] is de voorzitter van het koor. Toen heeft hij lopen schreeuwen en lopen duwen tegen hen. Begin juni ben ik mijn ex-man tegen gekomen in Zwolle. Ik was toen samen met mijn vriend en we konden niet op rijd wegkomen. Mijn ex-man heeft mij toen meerdere malen bespuugd en uitgescholden. later heeft hij nog mijn auto vernield. Dit heb ik gezien. Nadat ik allemaal gebeurd was voelde ik mij niet meer veilig in mijn huis en is
“Veilig Thuis” er bij gekomen. Zij hebben er toen voor gezorgd dat ik een Aware
aansluiting kreeg. Dit was vorige week donderdag. Afgelopen zondag was hij weer in de
kerk. Na de dienst is hij naar mij toe gekomen en heeft hij mij bedreigd. Hij schreeuwde dat hij mij ging vermoorden en dat hij mijn kop eraf ging snijden. Ik zag toen dat hij een snijdende beweging met zijn hand langs zijn keel maakte toen hij dat tegen mij zei. Toen heb ik ook mijn Aware knop ingedrukt. Woensdag 28 juni 2017 hadden we weer repetitieavond van het koor. Ik doe in vervolg de deur van de kerk op slot zodat hij niet binnen kan komen. Mijn vriend komt normaliter ook maar die kon niet op tijd komen. We beginnen om 20.00 uur. Omstreeks 21.15 uur werd ik gebeld door mijn vriend en die zei dat mijn ex-man voor de kerk stond. Ik ben toen naar buiten gegaan en heb direct mijn Aware knop ingedrukt. Toen ik buiten kwam zag ik de auto van mijn ex-man staan. Ik zag dat de grijze Opel Corsa met het kenteken
[kenteken] in de berm stond, verder zag ik niemand. Ik hoorde toen geschreeuw naast de kerk en ben daar naar toegelopen. Ik zag dat mijn ex-man aan het vechten wilde met mijn vriend. Ik zag dat mijn vriend mijn ex-man tegen wilde houden en van zich af wilde houden maar dat lukte niet echt. Ik zag dat mijn ex-man mijn vriend sloeg en dat mijn vriend hierbij op de grond viel. Ik ben er toen tussen gesprongen. Toen begon mijn ex-man mij te duwen. Ik zag toen dat hij weg liep in de richting van de heer [slachtoffer 2] . Ik zag dat mijn ex-man sleutels in zijn linkerhand had en dat hij zijn hand als vuist gebald had. Ik zag dat mijn ex-man naar [slachtoffer 2] liep en dat hij hem ook begon te slaan. Ik zag dat mijn ex-man [slachtoffer 2] sloeg met de vuist waar hij de sleutels in had. Ik ben daar toen naar toe gelopen en wilde ze weer uit elkaar halen. Ik kreeg toen ook een harde klap met de vuist van mijn ex-man. Ik zag en ik voelde dat hij mij hard op mijn gezicht sloeg. Ik voelde dat hij mij raakte op mijn linkerwang. Ik voelde toen enorme pijn in mijn gezicht en het werd mij even helemaal zwart voor de ogen. Ook voelde ik een harde klap op mijn schouder. Toen zag ik dat hij naar zijn auto liep. Ik zag dat hij een mes uit zijn auto pakte. Ik zag dat hij die pakte vanaf de bestuurders kant. Ik heb toen tegen hem gezegd dat hij niet zo gek moest doen. Ik zag dat het een mes was met een bruin handvat en dat je het dicht kunt klappen. Ik zag dat hij met het mes aan het zwaaien was en ik hoorde dat hij tegen mij zei dat hij mijn kop eraf zou snijden. Ik zag dat hij toen snijdende bewegingen maakte met het mes langs zijn keel. Op een gegeven moment stond hij met het mes bij mijn vriend en mijn ex-man begon weer te duwen met het mes in zijn hand. Ik heb niet echt gezien dat mijn ex-man stekende bewegingen maakte maar ik zag op een gegeven moment wel mijn vriend bloeden. verder heb ik niet veel gezien. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 18 juli 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant:
Voor het begon te escaleren zijn er nog enkele handelingen door mij verricht betreffende het stalken van [verdachte] tegen zijn ex-echtgenote [slachtoffer 3] . In eerste instantie leek het er op dat de zaak minder ingrijpend was dan dat het later zou blijken te zijn. Om de situatie van het stalken te kunnen inschatten heb ik een gesprek gehad met de aangeefster [slachtoffer 3] , in haar tijdelijke woning aan de [adres 6] , gemeente Zwolle.
Aangeefster gaf toen aan dat het proces-verbaal niet zo belangrijk was, maar dat het stalken moest ophouden. Hierop heb ik de aangeefster voorgesteld om met de verdachte een gesprek te hebben en daarna met ondergetekende en verdachte met aangeefster in een gezamenlijk gesprek te komen tot een goede oplossing.
Van deze gesprekken is een mutatie gemaakt.
Gesprek aangeefster:
Vanmiddag 07 maart 2017, een bezoek gebracht aan [slachtoffer 3] . Met haar gesproken over wat er gebeurd was en waar het verkeerd liep. Met haar op het eind afgesproken dat in een gesprek arrangeer tussen haar en haar ex-man [verdachte] , waar ik de gespreksleider zou zijn. De reden is om tot een afspraak te komen dat en elkaar vrij laat en niet meer op enigerwijze lastig valt.
Gesprek verdachte:
Hierna op 07 maart 2017, om 14.30 uur een gesprek op het bureau gehad met verdachte
[verdachte] . Ook een lang gesprek gehad waarbij [verdachte] steeds erg emotioneel werd. Hem hoop ik duidelijk te hebben gemaakt waar het om gaat en dat zij van hem gaat scheiden.
Om 16.30 belde [slachtoffer 3] dat haar ex haar had gebeld en had verteld wat het voorstel was. Hij vertelde haar wel dat hij ondanks alles haar toch zal blijven benaderen.
Afspraak gemaakt voor dinsdag 14 maart [verdachte] om 15.15 u en [slachtoffer 3] om 15.30 uur.
Mutatie die door mij, [verbalisant] , is opgemaakt naar aanleiding van het gesprek dat ik samen met [slachtoffer 3] en [verdachte] heb gehad in het politiebureau te Zwolle:
Op 14 maart 2017, met beide personen in het politiebureau een gesprek gehad over wat er zich heeft afgespeeld en wat het voor de toekomst zou betekenen. Eerst [slachtoffer 3] haar verhaal laten vertellen. Zij had ook een lijst gemaakt met daarop hetgeen zij van [verdachte] wilde en niet wilde. Hierna was [verdachte] aan het woord. Hij bleef maar herhalen dat hij zoveel gedaan had voor [slachtoffer 3] en dat hij zoveel van haar hield en haar niet wilde laten gaan. Het waren de anderen die tussen hen in waren komen te staan. Ook werd de verdere familie
aangehaald. [verdachte] gaf een kado aan [slachtoffer 3] die hij van zijn broer had gekregen omdat deze was getrouwd. [slachtoffer 3] weigerde het kado aan te pakken. Al met al was het een zeeeeer moeizaam gesprek, waarbij [verdachte] constant probeerde de regie te pakken. Hij zei in het begin wel, dat hij niet wilde scheiden. Dat was een schande voor zijn familie. Om 17.00 uur is [slachtoffer 3] weggegaan en heb ik verder nog een half uur een gesprek met [verdachte] gehad. Na heel veel emotie en weerbarstigheid, beloofde hij dat hij [slachtoffer 3] niet meer
lastig zou vallen. Dit deed hij voor zijn moeder. In het verleden is al gebleken dat hij zijn woord niet nakomt.
Op 15 maart 2017 heb ik [slachtoffer 3] gebeld om terug te koppelen van wat nadien is gesproken. Zij vertelde mij dat [verdachte] al had gebeld en haar had gedreigd dat zij voor juli moest stoppen met haar werk bij de kerk in Wijthmen. Ik heb haar aangeraden alles te verzamelen aan gegevens van wat [verdachte] verstuurd en doet. Met de vreemdelingenpolitie heb ik een gesprek gehad om te zien of er een stok achter de deur was om [verdachte] tot rust te dwingen.
In oktober 2018 zal [verdachte] een permanente verblijfsvergunning krijgen. Omdat hij al meer dan 13 jaar in Nederland is en geen zware misdrijven heeft gepleegd, zal dit ook wel doorgaan. Dus we hebben niets achter de hand om het gedrag in te tornen. Het vervolg is dat [verdachte] bleef stalken, bedreigen etc. en zich niet aan zijn woord hield. Tegen mij vertelde hij te stoppen en buiten de deur bleek het tegendeel. Dit proces-verbaal maak ik op om aan te tonen dat de verdachte zich in alle bochten wringt om goed over te komen naar de politie toe en daarna zijn andere kant laat zien naar de aangevers toe. Wat aangetoond is, is dat [verdachte] zich nergens iets van aantrekt en de grenzen van het toelaatbare zoekt en zich houdt aan wat hij steeds aangaf, dat hij [slachtoffer 3] blijft achtervolgen. Door het toedoen van de verdachte is er grote opschudding veroorzaakt in de kleine gemeenschap, waarbij de aangeefster/dirigent en de aangever/organist hun hobby en werk moesten opgeven.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 4 april 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant:
Op vrijdag 23 maart 208, ontving ik, [verbalisant] , op verzoek een IPhone en een smartphone
van aangeefster [slachtoffer 3] . Het verzoek van de Officier van Justitie mr. L. Guest was om relevante zaken in een proces-verbaal te verwoorden. Door mij, [verbalisant] , is gezocht naar relevante zaken die ter zake doende waren. Door mij werden er tien voicemailberichten en WhatsApp berichten beluisterd en verder omschreven. Ook werden er diverse foto’s aangetroffen waarvan enkele zijn afgedrukt en bij dit proces-verbaal gevoegd. De hierna uitgewerkte voicemail berichten uit de telefoons van [slachtoffer 3] , zijn afkomstig van [verdachte] gericht aan [slachtoffer 3] . Door de zeer gebrekkige Nederlandse taal was het niet mogelijk om de berichten woordelijk over te nemen. Wel is een zeer nauwkeurige vertaling gegeven en uitgewerkt. De passages die niet te verstaan waren heb ik in gevuld als - -.
Voicemail 22 maart 2017 om 13.02 uur Gesprek is van [verdachte] naar [slachtoffer 3] .
Kont bericht moet belasting aangifte doen voor 1 mei we moeten dat samen doen. Ik heb
tijd ik kon langs wanneer heb tijd ik op raam van je auto doen ik geen problemen belasting brieven doen ik ben bij belasting geweest wij moeten samen doen ik hou van jou ik kon zaterdag voor belasting doen.
In heel gebrekkig Nederlands wordt dit gesprek ingesproken, beginnende met een buitenlandse taal. [verdachte] herken ik aan zijn stem. Hij blijft een beetje herhalen.
Voicemail 24 april 2017 om 15.07 uur. Het gesprek is van [verdachte] naar [slachtoffer 3] . Hoe gaat het. Kon we gaan fietsen samen ik wil je zien we moeten praten ik wil luisteren- onverstaanbaar-jij hebt geen familie jij hebt niemand Ik wil jou zien. Ik wil niet kon dicht bij jou vlak bij kerk aan adres weten waar. Komen samen rustig praten. Wil jouw zien. Zo doorgaan is niet goed hoor, want ik hou van jouw –onverstaanbaar- ik wil jouw zien. Omdat op donderdag ik vertrekken naar Poland nog een keer, ik heb 12 dagen vrij, toen ik ouders niet heb gezien ik kon naar Polen naar Nederland. Moet je ouders gezien. Voor ik ga vertrekken jou zien, kon naar we gaan rustig zitten en mijn liefde ga nooit trouwen en dat is niet om -niet verstaanbaar- je weet niet ik ga andere man wel en onze gesprek -onverstaanbaar- vroeger ik altijd zeggen ja jij bent -onverstaanbaar - van mij. Jij bent tien jaar vrouw van mij. Ik heb nooit in 10 jaar iets met andere vrouw gedaan, nooit, daar ik zoveel houd van jou. Jou familie ook. - - Ik weer rustig denken. Kon naar we gaan - - Waar jij ga waar loop of waar jij ga maar ik kom niet ik ben jou niet boos, maar als jij zo doorgaat ik kon - - die tien jaar door jou ik kom maar ik ga niet doen jij wil rustig goed denken. Ik niets in jou hoofd zelf vroeger jij zeg jij ben niet gek en familie - - ons allemaal. Jij vergeten ons allemaal. Ik vergeten jou ouders ook, dat is niet goed voor jou, mijn vrouw kom maar wij gaan rustig zitten ik - - veel dingen in jou ouders gezegd en jij vindt het niet goed - -weggevallen ik zit bij politie in Utrecht voor gesprek en weet je. En niet vergeten ik doet ik ben achter jou ik hou van jouw. Als jij wil het iets probleem krijgen als je mij haat ik geef het voor jouw mijn ogen ik geef het voor jouw wat voor mijn lichaam jij nodig als jij heb liefde ik geef het voor jouw mijn leven opgeven voor jouw ik zoveel hou van jouw niet vergeten dus ik wil donderdag jou zien. Ja? Ik hou van jouw nog een keer en jou ouders en mijn ouders ik gaat daar tot dat ik niet heb gezien - - ik kom niet terug. - - alles een kus geven. Dat ik niets heb gedaan. Ik ga alles uitleggen wat is gebeurd in Nederland. Ik hem eem keer jou ouders heb gezien doem wat is gebeurd dat jij heb gezegd door mij. Dat is belangrijkste Als dat ik gebeur jij zal zeg ik wil andere, maar ik moet - - daar heb gezien en donderdag ik ga vertrekken in middag ik ben vrij anderhalf week. Ja? Tjuus. ik hou van je nu ik mijn hard bijna kapot. Mijn ogen niet droog geworden door jouw. Elk moment jij ben bij mij - - ik ga niet achter een andere vrouw lopen. - - eerste twee van mijn leven. Asteblief, asteblief goed denken. Kom wij gaan mooi mooi mooie dingen doen - - mijn problemen vast contract alles. We gaan mooie leven doen asjeblief. Asjeblief beetje denken. Zonder mensen denken. Niet mensen in jouw kerken die jouw helpen maar dat - - Niet denken dat als jij mensen — asjeblief goed denken. Ja?
Voicemail 25 april 2017 om 20.09 uur. Gesprek is van [verdachte] naar [slachtoffer 3] . Begint in vreemde taal te begroeten. Hoe gaat het het gaat goed. Hu doe naar groeten aan jouw moeder. Naar moest je Nederland bel. Ik heb - - van gehad. Heb jij tijd - - niet gezien. - - komt naar Nederland. Ja? Wel komt naar Nederland. Ik hou van jouw niet vergeten en - ik hou van je ouders ook niet vergeten. Ik hoop jah dat jammer je gezien kus haar de hand - maak niet uit. Ook een keer welkom toe Nederland tjuus.
Voicemail 25 april 19.41 Gesprek is van [verdachte] naar [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] als je dit hoort bel me dan alsjeblieft [verdachte] heeft met bedreigd aan de deur gestaan politie in geschakeld is nu in Wijthmen, wij zijn ook ion Wijthmen [slachtoffer 3] en ik, bel mij. Einde bericht.
Voicemail 25 april 2017 om 19.50 uur, gesprek is van [verdachte] naar [slachtoffer 3] .
Bericht is moeilijk te beluisteren. Ik hoor dat er wordt gezegd door [verdachte] ik bel je. [slachtoffer 3] verteld hem :? [verdachte] we moeten doorgaan met ons eigen leven Jij gaat door met jou leven en ik ga door met mijn leven? [verdachte] zegt :?Jij zegt van mij scheiden ??? [slachtoffer 3] verzoekt he [verdachte] weg te gaan. Hij blijft door gaan met zijn verhaal. [slachtoffer 3] probeert rust te krijgen. Doordat er een vogel fluit is het moeilijk te verstaan wat er tussen beiden wordt gezegd. Wel is te horen dat [verdachte] steeds emotioneler wordt en erg emotioneel eindigt.
Voicemail 10 april 2017 om 13.35 uur door [verdachte] naar [slachtoffer 3] .
Eerst komt [verdachte] met de gebruikelijke begroeting in een buitenlandse taal. [verdachte] :?. Ik zorg erg van jouw. - - willen denken, ik heb veel pijn Ik weet niet reden zonder jouw leven is erg moeilijk zonder jouw (hele diepen zucht) Ik wil veel denken en heb hoofdpijn door jouw (hele diepe zucht) Ik wil jou zien maar hoe dat is belangrijk. jou een beetje denken ik dicht bij jou probeem probleem. (diepe zucht) ik wil niet die mensen zo rare dingen doen asjeblief. Jij moet zeggen voor die mensen wij zijn 16 jaar zijn getrouwd familie hebben jij moet niet denken jij familie - - jij heb gemist hoe kan dat? Noe kan dat? zo gebeurd binnen twee drie degen. Ik wil graag dat jouw zien weet je denken nooit probleem maakt voor jouw vroeger ik heb gedaan voor jouw nooit (diepe zucht) Ik hou van jouw. Ik wil nooit zonder jouw. Jij moet niet vergeten dat wij zijn vanaf begin - -Meer door de andere mensen jij zo doen ik niet leven. Asjeblief proberen als losmaken mij ik ga naar Polen - - ik heb veel pijn Ik ben nu allemaal alleen hier. Asjeblie, ik wil gaan naar Polen - - mooie dingen leuke dingen je weet het. Ik met een bloem mooie gebied ?onsamenhangend verhaal - Ik ga probleem maken nooit. Verder gaat over de familie in een onsamenhangend verhaal. Ik hou van jou moeder ik hou van mijn moeder, jij moet goed denken, kom een beetje dicht bij mij ik heb veel pijn nou stop met rare dingen - - wat wil jij doen voor jou wij geen samen beetje rustig asjeblieft. Ikke niet zonder mij weet jij houd van mij, ik kijke neer jou je ogen ik ook. Ik niet wil dat jij liegt tegen mij met je hart met je hoofd. Dit gaat nog even zo door.
Voicemail 15 maart 2017 om 11.30 uur, van [verdachte] naar [slachtoffer 3] .
Jij moet weten dit is laatste telefoon ga nooit bellen voor jouw ga nooit bellen voor jouw ga nooit e-mailen sturen voor jouw kik doen voor jouw - - mijn moeder. Doen voor mijn moeder doen voor nieman, alleen ik ga dat doen door mijn moeder omdat ik hou van mijn moeder ik ben heel goede zoon voor mijn moeder en ik heb heel veel van je ouders, ik doe dat omdat ik van moeder Ik laatste telefoon van mij ik je laat rusten heel jou leven, maar alleen moet een dinge doen als je wil jij rustig hebben zonder niet mij gezien ook nooit heel jouw leven moet jij stoppen met Wijthmenerkerk ik kijk toet juli Toet juni heb jij tijd moet jij stoppen met Wijthmenerkerk dat dam jij heb heel rustiger leven als jij stad wonen naast bij mij heb jij rustig alleen moet jij stoppen met Wijthmenerkerk, maakt niet uit welke kerk werken maak niet uit met wie jij werken dat is jou probleem omdat die mensen onze kleven hebben kapot gemaakt dat daar jij moet leven. Jij moet goed zeggen tegen die mensen heb jij rustig heel jouw leven ik geef jou garaatie ik heb gezegd voor die man de laatste telefoon, toet juli heb jij tijd goed denken. Wat ik zeg voor jouw Ik moet doen alles en ik doet pijn die mensen moeten ook heb pijn moet jij dat doen. Wil jij rustig hebben heel jouw leven. Ik kom niet dicht bij jouw als jij ook jij in stadshagen naast mijn huis wonen nooit mij gezien ik kijk naar jouw jij moet weten. Ik hou van jouw - - gezegd ik hou van jouw ik ook heb gezegd ik ook hou van mijn vrienden die foto in beetje die portemonnee ik wil bij mij begraven, niet vergeten omdat zo ik hou van jouw. Als je ook hou van mij een klein stukje, een klein stukje dat moet jij toch doen. Jij moet stoppen met Wijthmenerkerk maar als jij heel normaal werk in kerk maak niet uit. Alleen jij moet dat doen. Omdat ik heb alles gedaan ijk moet altijd ja, ja, ja. Keer jij moet zeggen ja. Dat is tussen ik je laat rusten heel jou leven, heel jou leven
niet met - - ouders ook familie ook vrienden ook Alleen Jij moet stoppen met Wijthmenerkerk goed? Nog een keer ik hou van jouw. Ik de rest van mijn telefoon laat rust niet mijn ding nooit alleen moet deze doet voor mij. Ik hou van jouw.
Voicemail 22 maart 2017 om 12.59 uur van [verdachte] naar [slachtoffer 3] .
- - kerk in gom kerk in gom. Jij weten jij altijd grappen maken van jou jij vragen ik kerk in gom Ik heb brieven voor belasting wij krijgen problemen als jij volgende week niet aanvullen en ik kam niet die brieven aanvullen omdat ik geweest ben bij belasting ik gezegd heb van jou. Maar die brieven in doos doen wil jij ik ga brengen omdat deze aangifte moet doen en ik wil graag - - gezien maak een beetje normaal moet een beetje respect hebben voor mij voor jou, wij hebben gedaan zoveel jaren van zoveel mooie van alle voor een keer jij zo gedaan, Ik heb beetje denken, kom maar rustig wij zij samen wat wil jij doen voor jou. Ik niet gek. Ik ben bijna dood. Ik niks aan doen heel mijn leven heel hard werken en niets verder doen - - Dit wat gebeurd is niks gewoon kom maar - - jij wil ik morgen ga. Ik ben niet zelfde Nederlander of zo of zo Turkse of zo. Ik ben goed ik hou van jouw toot mijn hart Ik dood ga nooit trouwen ik heel mijn leven ik bij ander ook niet wachten op jou. Wij
zijn drie keer getrouwd. Ik wil nog een keer zeggen van jou ik hou van jouw. Tjuus
Voicemail 28 maart 2017 om 14.18 uur van [verdachte] naar [slachtoffer 3] .
- - [slachtoffer 3] , - - [slachtoffer 3] staan vlak bij deur de papieren die ik wil liggen op auto mum en
ik jij wil maken los [slachtoffer 2] voor een minuut ik [slachtoffer 2] gezien ik ben dicht bij auto kijken raam kijken naar mij. [slachtoffer 2] gezien. Ik heb papieren voor belasting voor jou. Ja. - -
Voicemail 28 maart 2017 om 14.21 uur van [verdachte] naar [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] - - ik papieren van belasting ik haan voor jou. Ik weet jij ga naar politie, ga maar bellen, goed, maar beetje - - van jou respec hebben voor jou leven - - ik heb papieren liggen op jou auto, ja?
Er zijn 5 geluidsopnames gemaakt afkomstig van [verdachte] en gestuurd via WhatsApp naar [slachtoffer 3] . Het is niet mogelijk om deze opnames te vertalen. Inhoudelijk is te horen dat [verdachte] zeer emotioneel is en veel huilt. Hij vraagt [slachtoffer 3] om maar hem te luisteren en dat hij met haar wil praten. Het komt veel overeen met de voiceberichten die hiervoor zijn geschreven.