ECLI:NL:RBOVE:2018:1621
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.R. Schimmel
- W.F. Bijloo
- W.M.B. Elferink
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigd betaalde WAO-uitkering na intrekking
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld over de terugvordering van een onverschuldigd betaalde WAO-uitkering aan eiseres. De zaak betreft een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Eiseres ontving ten onrechte een WAO-uitkering van 23 november 2004 tot en met 30 september 2016, ondanks dat haar uitkering per 23 november 2004 was ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres een bedrag van € 191.755,61 moet terugbetalen, omdat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien. Eiseres voerde aan dat zij niet op de hoogte was van de intrekking van haar uitkering en dat verweerder verantwoordelijk is voor de onterecht doorbetaling. De rechtbank oordeelde dat de verjaringstermijn voor de terugvordering niet was verstreken en dat de terugvordering op basis van artikel 57 van de WAO rechtmatig was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres af.